Journalistiek: velen voelen zich geroepen... weinigen uitverkoren Dringen ZATERDAG 25 SEPTEMBER 1982 PAGINA 17 BI) honderden staan ze te dringen om journalist te worden. En onder die hon derden zijn niet alleen alge studeerden aan een School voor de Journalistiek maar ook mensen met een alge ronde academische oplei ding. Daarnaast bestoken school verlaters hooldredacteuren wekelijks met de vraag ol ze niet als leerling-journalist kunnen worden aangeno men. Toch zullen velen deze lang gekoesterde jongens/meis jesdroom niet In vervulling zien gaan. De drie scholen voor de journalistiek kun nen de toeloop bij lange na niet aan terwijl In tegenstel ling tot enkele Jaren gele den er nu ook werkloosheid heerst onder journalisten. Maar dat Is het niet alleen. Het blijkt dat menigeen zich vergist In de 'glamour' van een doodgewoon vak dat journalistiek heet. Een archieffoto van een persconferentie bij de KLM. Geheel rechts president-directeur Orlandini en naast hem voorlichtingsman Vogels (onder-directeur). door Saskia Stoelinga Zonder dat we er erg in hebben komt een groot deel van onze dagelijkse gespreksstof uit kranten, tijdschriften, radio en televisie. De ene keer wordt een verhaal luid geprezen, de andere keer vervloekt. Zoveel hoofden, zoveel meningen. Een bericht in de Volkskrant ziet er vaak ook heel anders uit dan hetzelfde verhaal in het Algemeen Dagblad. Dat hebben we te danken aan de verscheidenheid in denken en opmaak. Een journalist heeft daar veel mee te maken. Hij zorgt ervoor dat de krant 'vol' komt. Het ro mantische beeld uit de verschillende televisie series: de rijk getalenteerde losbol, die op spectaculaire wijze achter het nieuws aanholt, moeten we hierbij maar even vergeten. Het beroep 'journalist' laat zich moeilijk om schrijven. Zelfs hoofdredacteuren, weten niet precies welke eigenschappen aan een goed journalist kunnen worden toegedicht. Eef Brouwers, hoofdredacteur van het Nieuws blad van het Noorden, komt in eerste instantie niet verder dan "Christus nog aan toeja, daar heb ik wel mee aangegeven hoe moeilijk het is". Even stil, daarna zegt hij: "Een journa list is iemand die van erg veel zaken in de maatschappij iets moet weten; snel situaties doorziet; snel "beslissingen moet durven ne men; snel inlichtingen kan inwinnen en het kaf van het koren weet te scheiden. Kortom: een alert reagerend figuur met een vermogen tot relativeren". Daaraan kun je toevoegen: een journalist dient een neus voor nieuws te hebben. Hij moet als het ware ruiken waar het nieuws vandaan zal kunnen komen. Hij moet bepaalde kleine voorvallen herkennen als symptomen van iets dat aan het gebeuren is of op komst is. Ook Ton Schuurmans, hoofdredacteur van het Leidsch Dagblad, zet kanttekeningen bij de vraag: wat is een goed journalist? "Er is geen sprake van dat er één type journalist bestaat", zegt hij duidelijk. "Wel heeft de journalist de drang in zich om iets dat naar buiten moet komen ook te publiceren. Dat kan een bureau redacteur zijn die niet van zijn plaats komt maar die een goed commentaar weet te schrij ven, maar ook een verslaggever die altijd op pad is, vaak met nieuwtjes thuiskomt en geen enkel organisatorisch gevoel heeft, of een op maker met een prima visueel vermogen". Zo zijn er trage en snelle schrijvers, niets ont ziende oorlogscorrespondenten, verlegen bu reauredacteuren, snelle verslaggevers en al leswetende commentatoren die een vlijm scherpe pen hanteren. Al deze mensen zijn in de journalistiek op hun plaats. Grote toeloop Dat het, hoe dan ook, een vak is met een grote aantrekkingskracht tonen de cijfers. De toe loop is veel groter dan men aankan. Voor de journalistenscholen in Utrecht. Tilburg en Kampen hadden zich voor het schooljaar, dat nu net aan de gang is, 2400 liefhebbers opge geven. Er waren slechts 428 plaatsen te verde len. Deze drie opleidingen zijn door het minis terie van onderwijs erkend en worden gesub sidieerd. De oudste, een school op neutrale grondslag staat in Utrecht. Tilburg kent een katholieke opleiding. En Kampen heeft een protestants-christelijke. In Utrecht hadden zich 1300 gegadigden voor de voorlichtingsdagen aangemeld. In Tilburg waren dit er 800 en in Kampen 300. Utrecht heeft na loting 178 plaatsen opgevuld, Tilburg 160 en Kampen 90. In Kampen zijn de kandi daten geselecteerd na een toelatingsexamen. Utrecht heeft in haar zestienjarig bestaan zo'n examen altijd angstvallig vermeden. Welke ei sen zou men immers moeten stellen? Dat het moeilijk is om in de journalistiek terecht te komen is overigens niet iets dat speciaal bij deze tijd hoort. De adjunct-hoofdredacteur van het Algemeen Dagblad, Leo Davidson, zit bijna dertig jaar in het vak. Tijdens zijn jeugd jaren had hij al het vurige verlangen om jour nalist te worden. Zijn studie politicologie in Amsterdam heeft hij er zelfs voortijdig voor afgebroken. Na heel veel brieven aan redac ties te hebben geschreven, kon hij eindelijk terecht bij de Provinciale Overijsselse en Zwolsche Krant. Hoofdredacteur Schuurmans komt met hetzelf de verhaal. Na de HBS (1960) wilde hij de jour nalistiek in, maar kon hij nergens beginnen. Schuurmans heeft toen zelf maar een krant opgericht: De Hoekse Post. Pas nadat deze krant failliet was gegaan doordat de drukkos ten (1500 gulden) niet meer kon worden be taald en de adverteerders weigerden geld te geven omdat de bezorgers de hele oplage in een sloot hadden gedeponeerd, kon de toen nog jonge Schuurmans komen bij het Dor- drechts Nieuwsblad. Stageplaatsen Een verschil met vroeger is, dat er nu scholen zijn waar de studenten de theorie van de dag bladpraktijk wordt bijgebracht. De kansen voor mensen die na een middelbare- of zelfs universitaire opleiding rechtstreeks de jour nalistiek in willen, zijn aanzienlijk vermin derd. Maar zelfs voor de afgestudeerden aan een School voor de Journalistiek wordt het vinden van een baan steeds moeilijker. Tij dens hun opleiding merken ze dit al aan het grote tekort aan stageplaatsen. Mr. Ger Dullens, jarenlang rechtbankverslagge ver bij het Algemeen Dagblad, is adjunct-di recteur van de katholieke school voor de Jour nalistiek. Hij regelt daar de stages voor de stu denten. "Geen gemakkelijke klus in deze tijd", erkent Dullens. De katholieke studenten uit Tilburg, maar ook de protestants-christelijke uit Kampen kiezen - en dat is wel eens anders gesuggereerd- door gaans niet voor andere krantenbedrijven dan de studenten aan de neutrale school in Utrecht. Directeur Gerard de Haas van de Christelijke Academie voor de Journalistiek in Kampen vindt dat met deze stelling ook moet worden afgerekend. "Het is beslist niet zo, dat we al leen vrome zieltjes toelaten, die de opdracht krijgen de Nederlandse pers te bekeren. Van al die vooroordelen moeten we af. anders kun nen we niet werken". Met moeite heeft Dullens in elk geval het afgelo pen schooljaar 75 stagiaires, verdeeld in drie ploegen, kunnen onderbrengen. Dit cursus jaar staat hij voor de moeilijke taak om het zelfde te doen voor de honderd tweedejaars die een zodanig programma achter de rug hebben dat ze er aan toe zijn om mee te draai en op een redactie. Daar komt nog bij dat ook Utrecht (137) en Kampen (70) samen nog eens 207 aspirant journalisten hebben opgeleid, die staan te trappelen om ervaring op te doen in de prak tijk. Drie stage-coördmatoren hebben al ver scheidene malen rond de tafel gezeten om tot goede afspraken te komen. Concurrentie tus sen scholen wil men zoveel mogelijk tegen gaan. Globaal is de opzet zo. dat Tilburg de meeste studenten uitzet ten zuiden van de rivieren. Utrecht bestrijkt het middenstuk, terwijl Kampen het boven de rivieren moet zoeken. De Nederlandse Dagblad Pers (NDP) is de school in Utrecht jaren geleden daarbij ook terwille geweest door met de kranten binden de afspraken te maken over een minimaal aantal af te nemen stagiaires. Dullens: "Door dat de meeste dagbladuitgevers er econo misch slecht voorstaan, is de luxe dat men bo ven het minimum ging zitten nu voorbij". Onrustig De kranten en de weekbladen - en in mindere mate de omroepen - verkeren in een uiterst moeilijke periode. Vooral in het afgelopen jaar zijn de dagbladen als gevolg van de bezuini gingkoorts nogal wat abonnees en adverteer ders kwijtgeraakt. De landelijke dagbladen verloren bijna 7000 abonnees (0.46 procent) en de regionale bladen iets meer dan 100.500 (3.81 procent). Vooral de malaise op de advertentie markt tikt hard aan, want advertenties maken rond de zestig procent uit van alle dag- en weekblad inkomsten. De journalist die tot voor kort nogal onrustig was en net zo makkelijk van broek verwissel de als van krant, kijkt nu wel uit voordat hij ondoordachte stappen doet. Herman Wigbold. hoofdredacteur van het Vrije Volk: "Er zijn haast geen verschuivingen meer, dus ook wei nig vacatures. Zelfs een journalist blijft zolang mogelijk op zijn plaats zitten". Adjunct-hoofdredacteur Algemeen Dagblad, Leo Davidson: "Op dit moment hebben wij geen vacatures. Drie plaatsen zijn net opge vuld door werkloze journalisten van het Va derland (onlangs opgeheven krant in Den Haag)". De NVJ, de grootste vakorganisatie van journa listen, is erg bezorgd over de werkloosheid in de journalistiek. Volgens de laatste cijfers van het ministerie van sociale zaken staan er bij de arbeidsbureaus in Nederland 465 werkloze journalisten (353 mannen en 112 vrouwen) in geschreven. Van de ruim honderd mannen en vrouwen, die onlangs afstudeerden aan de School voor de Journalistiek, is nog niet te zeggen of zij ook daadwerkelijk in hun vak zijn terecht gekomen. Lokale tv De directeur van de school in Utrecht. P Craghs, ziet mede door de economische achteruitgang bij de dagbladen en door het ontstaan van de twee scholen in Tilburg en Kampen het aantal stage- en arbeidsplaatsen afnemen. Een andere oorzaak voor het terug lopen van het aantal plaatsen noemt Craghs het uitblijven van bijvoorbeeld lokale en re gionale televisie. "We hebben daar steeds re kening mee gehouden en nu blijkt dat dit alle maal minder snel loopt dan wij hadden ge dacht". Zowel Craghs als Dullens hopen dat de meer derheid van de studenten bij één van de me dia stage zullen kunnen blijven lopen, maar naar het zich nu laat aanzien zal dat voor één derde van de studenten niet zijn weggelegd. Ook de Christelijke Academie voor Journalis tiek in Kampen, die dit jaar voor het eerst sta giaires gaat leveren, ziet deze treurige ontwik keling met lede ogen aan. De journalistenscholen zien zelf ook in dat ze zich de komende tijd over de toekomst zullen moeten gaan beraden. Tilburg vraagt zich af of ze de school nog groter moeten laten wor den dan hij nu is9 Drie jaar geleden is er nog van het groeimodel uitgegaan. De school, die nu 330 leerlingen telt, zou over een jaar of twee aan de 450 moeten zitten. Iets anders wat menigeen dwars zit. is de voort gaande wildgroei in journalistieke opleidin gen. "De opleiding geniet geen enkele be scherming", zegt directeur De Haas van de academie in Kampen. Dat de minister van on derwijs anderhalve maand geleden de journa listieke opleiding aan de Evangelische Hoge school in Amersfoort heeft erkend (deze school wordt niet gesubsidieerd - red noemt hij een hele kwalijke zaak. "Hij heeft daarover geen enkel overleg gepleegd. Ik durf te zeggen dat het geen goede opleiding is". Sommige richtingen aan de universiteit, zoals geschiedenis en politicologie, doen ook iets aan journalistiek. Dullens: "Er kan behoefte zijn aan theoretisch geschoolde academici, die ook iets van journalistiek afweten. Er zgn mis schien kranten die kennis boven een goed ver haal stellen. Akkoord, maar dat moet wel in overleg. Misschien dat we kunnen samenwer ken. In elk geval is dit niet de juiste aanpak". Boven water De hoofdredacteuren zijn onverdeeld van me ning dat het krantenbedrijf altijd het hoofd boven water zal houden. Sterker nog: zij twij felen er zelfs niet aan. Een bloemlezing van hun reacties. Eef Brouwers: "Niets kan op te gen het plotselinge effect dat een krant te weeg kan brengen. Een krant bezorgt je ge mak en geeft snel inzicht in wat er zich om ons heen afspeelt". Vergenoegzaamd: "Teletekst is nog steeds geen succes en Viditel is zelfs opgeheven". Leo Davidson: "Ik wil beslist niet ontkennen dat we een moeilijke periode tegemoet gaan. Moeilijker dan velen van ons hebben meege maakt. Er zullen slachtoffers vallen, maar het gros zal het overleven". Herman Wigbold: "Ondanks alle technische ontwikkelingen zal er altijd ruimte blijven om rustig achterover geleund in een stoel de be richten en verhalen uit de krant te lezen". Ton Schuurmans: "De krant zal nooit verdwij nen. Zeker de regionale krant niet. De mensen vinden het veel te leuk om hun buurman in de krant te zien staan". Gekscherend: Er is een ouwe wet die zegt dat als de hoofredacteur erin slaagt al zijn abonnees in een jaar één keer te noemen, er weinig mensen hun abon nement zullen opzeggen". Ook directeur Gerard de Haas vindt dat men niet al te pessimistisch over de toekomst van het vak moet zijn. "De journalistieke moge lijkheden breiden zich uit, tegen de verdruk king in. Alleen op kleinschaliger gebied Kranten, die maar een paar dagen per week uitkomen en toch het regionale nieuws uitste kend volgen, kun je niet meer links laten lig gen. Dat zijn óók stageplaatsen" Dullens: "Inderdaad zullen we verder moeten zoeken. Op voorlichtingsgebied is er nog wat binnen te halen. En ook de huis-aan-huis bla den worden steeds meer ingeschakeld". Craghs vult aan dat de grenzen wel zorgvuldig moeten worden vastgesteld. "We zijn daar over nog niet uitgepraat. Alleen maar adver tenties bij elkaar schrijven is geen journalis tiek bedrijven en ook bg 'voorlichting' heeft men snel de neiging aan pubiic-relationswerk te gaan doen". Droogzwemmen Op de journalistenscholen proberen ze de be roepspraktijk zoveel mogelgk na te bootsen. Toch blijft het droogzwemmen Uit gesprek ken met studenten verneem je steeds dat een sfeer op een redactie heel anders is. En dat ze daar pas ervaring opdoen! Op het laatste mo- i ment een verhaal te moeten maken met een chef, die in je nek staat te hijgen; nabootsing daarvan wordt op school toch te veel als een toneelspel gezien. Een ander probleem dat bij zo'n project om de hoek komt kijken, zijn de kosten. Geen van de scholen is zo uitgerust dat ze kunnen beschik ken over allerhande zaken, die in de be roepspraktijk worden gehanteerd. Computer gestuurde schrijf- en zet-machines, buiten landse telexen, donkere kamers en drukper sen; het blijven wensen die maar niet in ver vulling gaan. De inspectie van het hoger sociaal-pedagogisch onderwijs heeft ook al geconstateerd dat zg met de journalistiek een dure opleiding heb ben binnengehaald. Duurder in elk geval dan de sociale en pedagogische opleidingen, waar het oefen materiaal veelal beperkt big ft tot de mens zelf. Naast de dagbladjournalistiek bestaat er ook nog zoiets als radio en televisie. De studenten die zich daar in willen bekwamen - meestal nadat ze een dagbladstage achter de rug heb ben - zullen de beschikking moeten hebben over radio- en televisiestudio met de bgbeho- rende apparatuur. En dat kost veel geld De inspectie heeft zich ook al -eens uitgelaten over één specialisatie (krant, radio of televisie) per school. De scholen laten zich daar niet mee in. Er wordt veel waarde gehecht aan de identiteit. "Eerst mogen we er komen en dan moet weer alles samen worden gedaan" Aan stagiaires hebben de redacties beslist geen hekel. Op elke redactie zal - zo goed en zo kwaad als dat kan - worden geprobeerd de nieuwe lichting journalisten te begeleiden. Leo Davidson: "Ik geloof niets van die verha len dat de journalisten vroeger slechter of be ter waren. Vroeger werd er net zo gelet op goed werk en vakmanschap als nu het geval is. De goede mensen van de opleiding herken je onmiddellijk. Ze weten meer en kunnen op een aantal vakgebieden uitstekend ingaan". Davidson heeft eén maar. Een 'maar' dat Wig bold als eis stelde voor een goed journalist. Het beheersen van de moedertaal. De adjunct hoofdredacteur van het Algemeen Dagblad krggt de indruk dat men daar vroeger niet zo veel problemen mee had. "Hier op de krant zgn we bezig met een taaiproject en daarin eisen wij: goed en begrgpelgk Nederlands, geen jargon en geen ambtelgke rim-ram" Eef Brouwers ziet niet direct een verschil tussen de journalist van vroeger en nu Aarzelend "Of dat te maken heeft met mgn ouder wor den. weet ik niet Ik merk alleen dat ze een grote mate van eigenwijsheid bezitten. Vroe ger werd je door je oudere collega's gewezen op wat mogelgk was en wat met Tja, mis schien is dit wel weer een hele goede eigen schap". "De journalisten van deze tgd zgn niet slechter, ze denken en redeneren alleen anders", meent hoofdredacteur Schuurmans. Ze zgn meer bg het maatschappelgke en politieke gebeuren betrokken. Dat heeft voor- en nadelen" "Een landelgke krant heeft een speciale doel groep. Bg een regionale krant is dat niet het geval. Onze lezers vertegenwoordigen allerlei politieke en maatschappelgke richtingen Een 'regionale' journalist moot zgn publiek kennen. Hg moet weten hoe hg zgn verhaal zó kan vertellen dat al zijn lezers het gevoel krg- gen dat ze iets onder ogen krggen dat de moei te waard is".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1982 | | pagina 17