Van hard zout naar zacht zoet Zet u daar maar neer! Een duik in de dropgeschiedenis Supermarkten lijden tonnen schade aan zoekgeraakte karren PAGINA 28 Extra ZATERDAG 11 SEPTEMBER 1982 Door Jan Ruesink door Jan Westerlaken komt niet door het zout dat erin zit. Dat is namelijk geen natrium- houdend zout, maar natriumloos salmiakzout. Er zit wel een stof in, glycyrrhizine, die de eigenaar digheid heeft dat-ie een bepaald hormoon uit de bijnierschors kan imiteren. Bij een grote hoe veelheid, die neerkomt op onge veer een half pond drop per dag, werkt dat vochtvasthoudend en bloeddrukverhogend. En dat ge vaar is dus alleen aanwezig als je regelmatig meer dan een half pond drop per dag eet", aldus Samson. De dropconsumptie zou volgens Gilda plotseling sterk teruggelo pen zijn. Samson ontkent dat: ,,Er is wel sprake van een lichte teruggang, maar die vindt u bij alle levensmiddelen terug". Cij fers van de Stichting Studiecen trum voor de Zoetwarenindus- trie bevestigen dat. Er werd vo rig jaar voor 228 miljoen gulden aan drop omgezet in Nederland, wat in geld neerkomt op een stij ging van één procent, maar in hoeveelheden is dat een lichte daling omdat ook drop duurder is geworden. In de eerste zes maanden van dit jaar werd er zelfs 4,5 procent minder in kilo grammen verkocht dan dezelfde periode vorig jaar. Dat hoeft echter geen reden tot pa niek te zijn. vindt de VDF-direc- teur. De daling zal zich volgens hem niet sterk voortzetten en als er al een overcapaciteit is die tot sanering aanleiding geeft, dan is dat niet anders dan het beeld in de gehele industrie. „Bovendien kunnen de bestaande machines gemakkelijk ingezet worden voor andere produkten", zegt hij. Export Of het nu aan het zeeklimaat ligt of niet, drop blijft een moeilijk te exporteren produkt. In Duits land, Scandinavië en België is sprake van een behoorlijke con sumptie, maar daar moet de Ne derlandse industrie concurreren met plaatselijke of Westduitse fa brikanten. Directeur Samson van de VDF ziet de beperkingen in: „Smaak is zeer cultuurgebon den. Het is een langzaam en wis selvallig proces om mensen iets te laten eten wat ze van oor sprong vies vinden. Goed, Ame rika heeft ons Coca Cola leren drinken, maar voor Nederlandse begrippen gaat dat om te grote investeringsbedragen. Drop is typisch een produkt dat je van kinds af aan hebt moeten eten om het lekker te vinden, anders zul je het nooit waarderen". De smaak blijkt bij nader onder zoek ook regionaal gebonden te zijn. Niet alleen dat dichter bij zee zoute drop populair schijnt te zijn, volgens Samson vertoont de voorkeur van de Vlamingen al een groot verschil met de onze: „Ze zijn daar gek op zure dingen, de bekketrekkers, die vliegen daar weg. Zout vinden ze minder lekker". Buiten Europa is drop vrijwel al leen verkrijgbaar in Nederlandse winkels in emigrantengebieden. Daar lijkt het overigens wel tot de enclaves beperkt te blijven, want Engelssprekenden hebben het meestal over that horrible black stuff, dat afschuwelijk^ zwarte goedje. Volgens Neder lands grootste dropdeskundige dr. C. Nieman, van het vroegere instituut voor de dropverwer- kende industrie, ligt die afkeer aan de combinatie van het sal miakzout en het zoete extract van zoethout. Zacht In Nederland verschuift volgens Samson de voorkeur van harde zoute drop naar zachte zoete drop. Uit een onderzoek dat de VDF in 1980 heeft gehouden kwamen voor de verschillende soorten drop de volgende per centages uit de bus rollen: 9 pro cent dubbel zout, 45 procent zout, 54 procent zoet en overige smaken (onder andere menthol, honing) 5 procent (gemeten naar laatste aankoop, dus dubbeltel lingen mogelijk). Wat de soorten betreft blijken vooral de boerde rijdrop, de katjes, figuren en munten populair, op de voet ge volgd door de Engelse drop (maar gedeeltelijk echte drop) de pastilles en losse dropstukken. Voor de Nederlander begrippen om van te watertanden, voor bui tenlanders slechts zwarte han del. Jaarlijks verorberen we per hoofd van de bevolking zo'n twee kild drop en daar heb ben we maar liefst 228 mil joen gulden voor over. De Nederlander staat bekend als dropeter bij uitstek. Het snoepgoed is ook nog gewild in het noorden van Duitsland, Scandinavië en Vlaanderen, maar daarbuiten houdt het, en kele emigrantengebieden daar gelaten, op. Buitenlanders, die zoete lekkernijen gewend zijn, spugen het zoute goed uit bij een eerste kennismaking. Zuidduit sers spreken zelfs weinig vleiend over „Berendrek". De grote supermarkten kampen er al jaren mee. Het probleem heet winkelwagentjes. Klanten die boodschappen hebben gedaan rijden ermee naar hun auto en laten het karretje onbeheerd achter. Of re nemen ze gewoon mee naar huis. Duizenden wagentjes raken op die manier elk jaar zoek. De schade loopt in de tonnen. Onkosten die toch op de één of andere manier in de prijzen van de produkten zullen moeten worden doorberekend. Albert Heijn is het beu. De grootste supermarktbaas in ons land wil proberen het winkelwagen probleem de kop in te drukken. Hoe? Door de karretjes van een muntslot te voorzien. Een gulden in de gleuf en u kunt vrij en net zolang u wilt rondrijden. Zet u de wagen weer op z'n plaats, dan krijgt u uw gulden terug. Is dat dé oplossing? Er zijn nog twijfels. Andere supermarkten (Digros, Edah, Konmar Den Haag) proberen op andere manieren niet teveel karretjes kwijt te raken. Ze kosten tenslotte bijna tweehonderd gulden per stuk. Een rondgang langs de grootste supers. Zoals gebruikelijk zijn voor die op vallende voorkeur van ons volk verklaringen gezocht, maar een echt antwoord is nog niet gevon den. Eén dropfabrikant hield het ooit op de „isothermen-theorie", die inhoudt dat de consumptieve voorkeuren geografisch zijn be paald (een isotherm is een lijn op de kaart die plaatsen met dezelf de temperaturen verbindt). Er zou een verband bestaan tussen de noordelijke ligging en het zeeklimaat van ons land en de voorliefde voor drop. De aanhan gers van deze theorie voeren als verder bewijs aan dat naarmate men verder naar het oosten van ons land trekt, de voorkeur voor zoute drop afneemt en die voor de zoetere variëteiten stijgt. Een duik in de drophistoric leert hoe wij in aanraking zijn geko men met het snoepgoed. Daar voor moet drop eerst ontleed worden tot zijn natuurlijke ingre diënten. De smaakmaker van drop is dropblok, een extract van de zoethoutwortel. De plant waarvan die wortel afkomstig is. de Glycyrrhiza Glabra, is een heester die vooral groeit in de landen rond de Middellandse Zee. De wortels snijdt men in stukken en extraheert men ver volgens in heet water. Na filtratie wordt de verkregen donkerbrui ne.vloeistof ingekookt, in blok ken gegoten en op de wereld markt als dropblok verkocht. Niet alleen aan dropfabrikanten, maar ook aan de farmaceutische cn tabakverwerkende industrie. Het dropblok maakt overigens maar een kleine vijf procent uit van het dropje, de rest komt van glucose, een bindmiddel (vroe ger Arabische gom, nu veelal een vervanger op zetmeelbasis), sui ker en smaakstoffen als salmiak- zout, menthol, honing, en derge lijke. Houtje Wanneer drop als commercieel produkt ontstaan is. weet me mand precies Wel staat vast dat de Assvriërs duizenden jaren ge leden letterlijk op een houtje be ten als ze ten strijde gingen. Ook bij de Chinezen was het zoethout al voor de jaartelling bekend om zijn geneeskrachtige werking. Waarom Nederland het woord „drop" introduceerde, is niet precies bekend, maar men neemt aan dat het afgeleid is van de „druppel" uit het ingedikte zoe thoutsap. Volgens de Vrije Uni versiteit in Amsterdam is het woord op z'n vroegst in de zeven tiende eeuw geintroduceerd. Echt bekend werd drop als genees- en later snoepmiddcl in de Napo leontische tijd (begin negentien de eeuw). De kleine korporaal was zelf zo gek op hct'goedje, dat hij tijdens besprekingen met stafleden het kauwen op het drop niet kon laten. Het verhaal wil dat Napoleon (zelf maagpa tiënt) drop voorschreef als rant soen voor zijn legereenheden vanwege de dorstlessende wer king ervan. Alleen op last van de bevelvoerende officier mocht het rantsoen in tijden van droogte worden aangesproken. Drop was aanvankelijk bekend als geneesmiddel voor keelaandoe ningen, hartkwalen en maagklachten. In Nederland heeft het zich allengs ontwikkeld tot populair snoepgoed. Toch is de explosieve stijging in de con sumptie pas van de laatste tien jaar, weet N. Samson, directeur van de Verenigde Dropfabrieken in Etten-Leur. De VDF is Neder lands grootste fabrikant en levert de merken Venco en Red Band. Gevaren Vindt Samson het niet vreemd dat drop als geneesmiddel is ont staan, terwijl tegenwoordig juist gewezen wordt op de gevaren er van? Bij overmatig gebruik werkt drop bloeddrukverho gend, zo wordt gewaarschuwd. Samson: „Laat ik het zo zeggen, bijna alles wat té is, is niet goed. Dat geldt voor koffie, thee en ook voor drop. Je kunt er een te hoge bloeddruk van krijgen, maar dat Gaas voor een kippehok no dig? Of misschien een nieu we barbecue? Een mooie bloemenbak in de tuin is ook nooit weg? Of is het konij nenhok aan vervanging toe? De boodschappenwagentjes uit de supermarkten zijn er goed voor. Nee, beslist geen grap! Duizenden van die kar retjes verdwijnen er jaarlijks met genoemde bestemming. De schade loopt in de ton nen. Begrijpelijk dus dat de bazen van de supermarkten zich suf piekeren hoe zij dat probleem te lijf moeten gaan. De cijfers zijn het meest verontrus tend voor Albert Heijn. Achtdui zend nieuwe wagentjes moet de grootste supermarkt van Neder land elk jaar aanschaffen. Een post van zo'n anderhalve ton. Nu het écht de spuigaten uitloopt is de maat voor AH vol. Muntsloten op de karretjes zouden de oplos sing moeten brengen. Een een voudig systeem, hoewel er lang over nagedacht is om het uit te broeden. Binnenkort worden de eerste proeven ermee genomen. Die maatregel is overigens verre van goedkoop. Het monteren van zo'n slot kost altijd nog tus sen de vijftig en tachtig gulden. Wegen die kosten op tegen de schade die AH lijdt? Twijfels Ahold-direkteur R. Beijers (hij is belast met de gang van zaken in de supermarkten) heeft nog zó zijn twijfels. "Ach", reageert hij, "als de kosten van de muntsloten worden gedekt doör minder wegraken van karren, is het niet zo erg. De andere kant is wel dat je de klanten aan deze niet zo sympathieke maatregel zullen moeten wennen. Ik vind dat het gens hem zorgen baart. Hoeveel het zijn concern jaarlijks kos^, wil hij niet kwijt. "We hebben, vanzelfsprekend zou ik zeggen, cijfers. Maar daar praten we niet over. Last hebben we ervan, net als alle andere kruideniers waar ook in Nederland. Edah doet er alles aan om die diefstallen zo veel mogelijk de kop in te druk- ken. Maatregelen om dit te be strijden zijn, hoe idioot ook, no dig." In enkele delen van het land werkt Edah met muntsloten, in andere winkels met statiegeld. Zowel de gulden voor het muntslot als het tientje statiegeld levert, aldus di- rekteur Wolf, geen probleem op. "De klanten ervaren het, tot nu toe althans, niet als een belem mering. Tenslotte krijgen zij hun geld toch terug. Het is een drem pel die de mensen ertoe dwingt die kar weer op de plek van be stemming te brengen." Over de maatregel van de gemeen te Weert (met de wagens mag zonder muntslot niet op de weg worden gereden) is Wolf niet zo best te spreken. "Ik heb me hier tegen verzet en verzet me er nog altijd tegen. Het is niet juist, dat een gemeente haar problemen oplost door ondernemers bepaal de, niet geringe, investeringen op te leggen. Aan de andere kant, dat moet ik ook toegeven, helpt het wel. Wij raken, sinds het in voeren ervan, heel wat minder karretjes kwijt." Een aantal dat in vrij korte tijd dus is verdubbeld. De diefstallen doen zich in hoge mate voor in de Randstad. Bre da, Amsterdam en Rotterdam zijn voor Albert Heijn probleem steden. Zo zijn er nogal wat AH- filialen waaromheen flats zijn ge concentreerd. De klanten rijden er in het wagentje boodschappen naar huis, zetten het in de kelder of op het balkon. Brengen het dus niet terug. Slinkt de hoeveel heid karren zodanig, dan gaat er huis-aan-huis een stencil de brie venbus in met het verzoek de wa gens weer eens mee te nemen. Probleem "En het bevalt ons prima", vertelt politieman Van den Berge. "We zien geen wagentje meer op straat. Iedereen brengt ze netjes terug. Of op een parkeerterrein geeft de één de ander een gulden en neemt de kar over. Ik kan niet anders zeggen dan dat wij uiter mate blij zijn met deze verorde ning." Nu was het voor Weert wel een enorm probleem. Door de hele stad zwierven de boodschappen- Berge. "Het heeft al een proefproces verloren. Daarom verbaast het me dat juist AH - waar het ook mag zijn - met die muntsloten wil gaan werken." Nu dus wél muntsloten bij AH. Maar hoe pakken anderen dit probleem aan? Digros bijvoor beeld? Direkteur J. van den Broek lako- niek: "Door beter op die wagens te letten. Bij grote zaken hebben we een portier die iedereen te genhoudt die met een kar naar buiten wil. En rond datzelfde be- dig. Natuurlijk, er verdwijnt wel eens een wagen. Misschien een stuk of vijf, zes per maand. Daar blijft het wat ons betreft bij." Van den Broek heeft een simpel systeem bedacht om de karretjes daar te krijgen waar hij ze wil hebben. "Wij denken dat je de mensen beter kunt belonen, dan ze ergens geld voor te laten beta len. Niet eerst een tientje laten betalen, dat ze later weer terug kunnen halen. Ik geloof dat dit niet de juiste manier is. Digros geeft klanten die keurig hun wa gen weer in de rij zetten, een bon. 'En ik kan niet anders zeggen dan dat de klanten er enthousiast op reageren", stelt woordvoèrder De Jong. "Ik denk dat wij het juist hieraan hebben te danken, dat er zo weinig wagentjes in Den Haag verdwijnen. Af en toe krijgen we wel eens een telefoon tje dat er ergens zo'n ding in de binnenstad staat. Het gebeurt zelden. Komt het voor, nou, dan halen we die direct op." Niet juist Ook Edah-direkteur Wolf geeft toe dat het zoekraken van winkelwa- publiek er wél begrip voor moet kunnen opbrengen. Om de een voudige reden dat het ons han denvol geld kost. Geld dat op de één of andere manier, als het té gek zou worden, toch in de prij zen van de produkten tot uit drukking zal moeten komen. Blijven er mensen weg om die muntsloten, ja. dan is het jam mer. Daar kan ik ook niets aan doen." Eigenlijk is het karretjesprobleem nog niet zo oud. Vooral de laatste jaren neemt de diefstal ervan hand over hand toe. Nauwelijks twee jaar geleden miste, miste het Aholdconcern er over het he le land nog maar vierduizend. Geen enkel punt. Een paar dagen na de brief is de rij behoorlijk ge groeid. Minder plezierig is het als de kar retjes op straat blijven slingeren. Het Limburgse Weert is de eerste gemeente in ons land die daar ri goureus een stokje voor heeft ge stoken. De APV (Algemene Poli tieverordening) bepaalt daar, dat er met die winkelwagentjes niet op straat mag worden gereden. Willen de supermarkten dit tóch, dan zal er een ontheffing moeten worden aangevraagd. Die kun nen zij krijgen, mits er muntslo ten op de karren zijn aange bracht. drijf hebben we wat mensen rondlopen die het parkeerterrein controleren en wagentjes, die te ver weg staan, terugbrengen." Belonen Geen statiegeld of muntslot voor Digros. "Dat is het laatste wat wij zullen doen", beweert Van den Broek. "Ik vind het niet nodig dat wij dit doen. Het is maar net hoe je je klanten opvoedt. Dan kun je het zoekraken van karren best indammen. Ja, daar is disci pline van twee kanten voor no- wagens. Soms wel een kilometer of vijf van de winkel werden ze aangetroffen. De middenstan ders hadden zelf al een ophaal dienst in het leven geroepen die van 's morgens tot 's avonds de stad doorkruiste om achtergela ten karren op te pikken. Daaraan is nu een einde gekomen. Tot te vredenheid van alle winkeliers. Op één na. En die is nu juist Al- bert Heijn. 'Die wilde geen muntsloten op zijn wagens hebben", zegt Van den Als ze er een stuk of tien hebben gespaard, kunnen ze daar een taart voor krijgen of de bood schappen wat goedkoper. Een voudig, maar het werkt wel. Bo vendien kweek je op die manier een binding met je klanten." Min of meer dezelfde handelwijze hanteert de Haagse keten van su permarkten Konmar. De kopers hebben een kaart waarop ze ze geltjes kunnen plakken. Zegel tjes* dié ze krijgen als de kar netjes wordt teruggebracht. Tien van die zegeltjes geven recht op een. lekkernij.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1982 | | pagina 28