De dubieuze reputatie van de opkomstplicht Chequefraude nooit geheel uit te bannen Herinvoering na lage opkomst gerechtvaardigd? Laksheid kost jaarlijks vijftien miljoen ZATERDAG 4 SEPTEMBER 1982 Extra PAGINA 19 Het resultaat van de provinclale-statenverkiei- tnfen (maart dit jaari gold in sommige kringen als een zwarte bladzij in de geschiedenis van de parlementaire democratie. De toeters en bellen van de verkiezing soptoch ten hadden opnieuw luid geklonken. Maar de kiezer was er niet van onder de indruk geraakt. De opkomst was buitengewoon laag (67,9 procent), een absoluut diepterecord was bereikt. "De democratie heeft verloren", zo schreef de hoofdredacteur van een krant, met groot gevoel voor dramatische ezpressie. Enkele maanden later werd hij in zijn oordeel bevestigd, want ook bij de gemeenteraadsverkiezing en van juni legde de kiezer een minimale belangstelling aan de dag <67,7 procent). Duidelijk was dat de crisissfeer in politiek Den Haag wel iets met het lage opkomstpercentage te maken had. De vechtende kluwen in het Catshuis had het vertrouwen van (vooral) de (PvdAkkiezer in de politiek niet bepaald vergroot. Veel mensen waren daarom thuisgebleven. Hoewel staten-en raadsverkiezingen geen zuivere aanwijzing geven voor het beeld bij de kamerverkiezingen, toonde menig hoeder van de parlementaire democratie zich ernstig bezorgd. Aan een enkele bittertafel werd zelfs weer het fenomeen van de opkomstplicht van stal gehaald. Een drukmiddel met een twijfelachtige reputatie. door Wim Wirtz LEIDEN - In 1921 bracht de socialist A. Kleerekoper zijn bezwaren tegen de opkomstplicht treffend onder woor den: "De niet geïnteresseerde kiezer is volkomen ratio neel vertegenwoordigd wanneer hij niet vertegenwoor digd is". De opkomstplicht was toen vier jaar oud. In 1917 werd zij in de grondwet opgenomen met het argu ment dat het stelsel van evenredige vertegenwoordiging pas goed werkt wanneer het hele kiezerskorps naar de stembus komt. Van meet af aan was dit argument om streden. Toch zou het nog tot 1970 duren voordat de op komstplicht werd afgeschaft. In de praktijk leverde de grondwettelijke verplichting voor zowel de kiezer als de uitvoerende macht proble men op. Veel kiezers maak ten hun stembiljet ongeldig, kwamen niet opdagen, wer den voor de rechter gesleept en bezorgden het justitiële apparaat handenvol werk. Vijftien gulden boete voor het eerste verzuim, dertig gulden voor het tweede. Een enkele overijverige burge meester riep zijn ongehoorza me burgers op het matje om hen vermanend toe te spre ken. Maar dat richtte weinig uit. De sancties die de thuis blijvers boven het hoofd hin gen, bleken niet erg effectief. Bij de pro vinciale-sta ten ver kiezingen van 1966 onttrok ken 400.000 kiezers zich aan de opkomstplicht. Slechts 577 kwamen voor de rechter. Inmiddels hebben deze bezwa ren niets van hun geldigheid verloren. Ook nu zou Justitie overuren moeten maken om wetsovertreders - bij een op komstplicht - in de kraag te kunnen vatten. Alleen al om die reden zal de wetgever zich wel tienmaal bedenken alvorens hij besluit de op komstplicht opnieuw in te voeren. Want de rechterlijke macht is overbelast. Dat bleek ook onlangs nog uit een oekaze van minister De Ruiter (justitie), waarin hij zei dat elk wetsontwerp voor taan moet worden getoetst aan de belasting die het voor de rechtspleging tot gevolg heeft. Principieel Maar de opkomstplicht heeft ook principiële kanten. In 1917 veronderstelde de wet gever dat bij een grote (dus verplichte) opkomst de volkswil bij de verkiezingen het beste uit de verf zou ko men. Op het eerste gezicht geen onlogische gedachte. Drs. Rudy Andeweg, politi coloog en wetenschappelijk medewerker bij de Leidse universiteit: "Een democra tie kan alleen werken als je die steunt. Daarbij gaat het om het bekende principe van: recht in ruil voor plicht; diensten in ruil voor belas ting; defensie in ruil voor dienstplicht. Je zou kunnen zeggen dat dit principe het beste tot uitdrukking komt bij een grote opkomst, dus bij een opkomstplicht. Boven dien kan een opkomstplicht het contact tussen politieke partijen en kiezers bevorde ren, wat eveneens goed is voor de democratie." "Een ander voordeel zie ik in de waarborgen die een op komstplicht met zich mèe- brengt voor de representati viteit. Als mensen thuisblij ven, bijvoorbeeld omdat ze ontevreden zijn, bestaat het gevaar dat ze een aparte groep gaan worden en hun onvrede op een andere ma nier gaan kanaliseren. Je zou daarbij kunnen denken aan de jongeren, de minderheden en dergelijke. De invloed van dit soort groeperingen zakt nu weg. Bij een opkomst plicht kun je zeggen dat ze hun invloed wel moéten laten gelden". "Daarmee kom ik dan gelijk op de nadelen van een opkomst plicht die mijns inziens zwaarder wegen dan de voor delen. Uit onderzoek blijkt dat mensen die ontevreden waren ten tijde van de op komstplicht, vaak gingen stemmen op basis van irratio nele motieven, kretologie. We hebben dat gezien in 1967 toen D'66 en de Boerenpartij enorm opkwamen. Die partij- eh bundelden een zekere on tevredenheid onder de kie zers. Nu hoeven nieuwe stro mingen niet slecht te zijn, vooropgesteld dat mensen zich erin kunnen herkennen. Maar dat was toén niet zo". Boerenpartij "Ik denk dan vooral aan de Boerenpartij. Die partij wilde het Landbouwschap afschaf fen, dat was een belangrijk punt in het partijprogramma. Daar zijn toen nog rellen uit voortgekomen en demonstra ties. Nu was de Boerenpartij goed vertegenwoordigd in de grote steden, met name Am sterdam. Maar veel mensen in de grote steden die op die partij stemden, wisten niet eens wat het Landbouw schap was. Wat ze dus eigen lijk deden was niet meer dan het kanaliseren van hun on vrede door op een partij te stemmen die er toen nogal ra dicale ideëen op nahield". "Het gevaar bestaat dat dit zich op een andere manier gaat herhalen als je de opkomst plicht weer invoert. Ik denk dat partijen als de Nederland se Volksunie dan veel stem men zullen krijgen en dat is natuurlijk levensgevaarlijk. Ik geef toe: mijn opvattingen hierover zijn nogal twee slachtig. Aan de ene kant zie ik wel een voordeel van de opkomstplicht omdat je daar mee onvrede onder de kie zers met democratische mid delen kanaliseert. Maar aan de andere kant - en dat blijft voor mij toch zwaarder we gen - blijf ik wijzen op het ge vaar dat een opkomstplicht met zich mee kan brengen in de vorm van bedenkelijke, racistische partijen". Na een jarenlange parlementai re strijd werd de opkomst plicht in 1970 eindelijk afge schaft. De toenmalige rege ring vond het niet juist, zoals bleek uit het wetsontwerp, "de burger tegen zijn zin te verplichten aan de samen stelling van de verschillende vertegenwoordigende licha men mede te werken, hoe zeer deze medewerking op zichzelf ook gewenst moge zijn". Met 91 tegen 15 stem men schaarde de Tweede Ka mer zich achter de regering en ook de Eerste Kamer ging - zonder stemming - met het wetsvoorstel akkoord. Gevarenzone Officieel heette de opkomst plicht achterhaald te zijn. Maar Andeweg speculeert er op dat er andere motieven in het spel waren. "De grote winst voor D'66 en voor de Boerenpartij, die ten koste ging van de grote partijen, heeft volgens mij een belang rijke rol gespeeld. Ik denk dat de grote partijen daar zo van geschrokken zgn dat ze alles in het werk hebben ge steld om de opkomstplicht afgeschaft te krijgen. Je moet niet vergeten dat er toen al acht eerdere pogingen waren ondernomen om de opkomst plicht af te schaffen. Ik geloof dus niet zo in de theorie dat er langzaam maar zeker een meerderheid is gekomen die voor afschaffing was en dat de tgd daarvoor in 1970 ein delijk rijp was". Hoewel er af en toe nog wel om herinvoering van de op komstplicht wordt geroepen, is zij in kringen van politici en staatsrechtsgeleerden niet meer aan de orde. De op komstplicht heeft afgedaan Niettemin blijft zich onder de kiezers een tendens afteke nen van ongeïnteresseerd heid. gebrek aan vertrouwen en ongeloof ten opzichte van de politiek De economische recessie en de daarmee sa menhangende machteloos heid van achtereenvolgende kabinetten hebben die ten dens nog eens versterkt Bij de provinciale-statenverkie- zingen van maart dit jaar uit te zich dat in een buitenge woon lage opkomst. Menig commentator trok daaruit de conclusie dat de parlementai re democratie in de gevaren- zóne terecht was gekomen Maar Andeweg ziet dat niet zo. Hg onderkent ook wel het op grote schaal heersende wan trouwen ten opzichte van de politiek. Maar hg gelooft niet dat dit zal leiden tot een grote reactiebeweging die met on democratische middelen haar doel zal proberen te be reiken In dat verband noemt hg actiegroepen als "On- kruit" een marginaal ver schijnsel. waarvan de demo cratie niet veel hoeft te vre- Niet slecht Bovendien Nederland doet het zo slecht nog niet In vergelij king met andere westerse de mocratieën zonder opkomst plicht zijn de opkomstper centages in ons land door de jaren heen redelijk geweest, met uitzondering van de pe riode kort na afschaffing van de opkomstplicht toen bg de staten- en raadsverkiezingen resp. 67,2 en 68,9 procent van de kiezers zgn stem uitbracht (tegen gewoonlijk 95 procent daarvóór). Bij de kamerverkiezingen van mei 1981 - de opkomst is daar doorgaans tien procent gro ter dan bij statenverkiezin gen - ging 86,13 procent naar de stembus In West-Duits land kwam 89 procent van de kiezers m beweging, m Enge land. de bakermat van de de mocratie. 76 procent (in 1979in Frankrijk 86 procent (presidentsverkiezingen van '81). in de Verenigde Staten 52 procent 1980en in Zwtt- serland eveneens 52 procent Voor de kamerverkiezingen van 8 september wordt in middels een opkomst ver wacht die het percentage van mei'81 dicht zal benaderen. Voor een land zonder op- komstpbcht is dat, zoals we zagen, met verontrustend. Nederlanders zgn, in politiek opzicht kennelijk redelijk ge motiveerd en/of zien. om met Andeweg te spreken, "het stemmen so-wie-so meestal als een plicht". Fraude in het betalingsver keer. Of anders gezegd: cheques worden gestolen en geïnd. Steeds vaker komt het voor. Soms gaat het om kleine bedragen, maar soms ook niet. On langs zag iemand kans een Amsterdamse stich ting in één klap vijftig duizend gulden lichter te maken. Die stichting pro beerde verhaal te halen bij de bank die het geld had uitgekeerd. Zij ving echter bot. Want de rech ter bepaalde dat de bank in deze zaak geen verant woordelijkheid kan dra gen. Dikwijls moet de gedu peerde echter eerst bij zichzelf te rade gaan. Hoe vaak wordt de auto niet als 'brandkast' gebruikt? Cheques plus betaalpasje laat men rustig in de wa gen liggen. Soms open en bloot. Dan vraag je om moeilijkheden. Een kwart van alle cheque fraudes vindt plaats met uit auto's gestolen che ques. Een waterdicht systeem om diefstal van cheques te voorkomen is best te bedenken. Maar het is veel te duur en lastig voor de klanten. Er wordt wél gestudeerd op plannen om het huidige systeem te vervolmaken. Hoe vertelt J. Jonkheer van de Stichting Bevor dering Chequeverkeer in Amsterdam. Zeg maar drie miljoen Ne derlanders gebruiken de cheque als betaalmiddel. Pasjes en cheques die voortdurend in tasjes, jas jes, kastjes van auto's of hoe dan ook worden mee genomen. Zo'n colbertje hangt wel eens aan een kapstok zonder dat je er zicht op hebt en een hand tas bungelt wel eens ach teloos aan een arm. De cheques én het betaalpas je erin. Zo voor het grij pen. Juist die gemakzucht is meestal de oorzaak van chequefraude. Laksheid van de gebruiker kost de banken en Postgiro jaarlijks zo'n vijftien miljoen gulden. Of het hierbij zal blij ven is nog maar de vraag. Want elk jaar weer worden er meer cheques onrechtmatig gëncasseerd. Een waterdicht systeem beden ken, waarmee het onrecht matig innen van cheques on mogelijk wordt gemaakt, moet in deze tijd, van techno logische ontwikkelingen een peuleschilletje zijn zou men denken. J Jonkheer van de Stichting Bevordering Che queverkeer: "Dan heb je bij na een laboratorium nodig. Wanneer cheques en pasjes nooit in verkeerde handen komen en de controle is per fect. dan kan er niet worden gefraudeerd. Helaas is de praktijk anders. Daarom doen wij erg veel aan preven tie. Vooral mensen achter de balies krijgen veel informatie over welke trucs er kunnen worden uitgehaald Welke bijvoorbeeld? Als er op een pasje een handtekening met een viltstift staat moet er een lampje gaan branden. Ach, een hogere perfectie van con troleren kan best, maar dan kom je aan het privé-leven van de mensen. En dat wordt niet altijd op prijs gesteld. Dan praat ik nog maar niet over de kosten die zo'n sys- teem met zich meebrengt." Schuldvraag Chequefraude, wie is daar nu eigenlijk schuldig aan: de ei genaar van de gestolen of ver loren waardepapieren of de bank die het geld ten onrech te uitkeert? Justitie gaat er van uit dat de dief moet bloe den. Als die wordt gepakt, wordt 'ie ook gestraft Jonkheer: "Wij hebben een garantie voor de klanten in gebouwd. Als de eigenaar van de cheques de pas nog heeft, dan nemen wij de scha fee voor onze rekening Is hg én de cheques én de betaal- pas kwijt, dan moet de eige naar tien procent van het be drag voor zijn rekening ne men. Met een maximum van driehonderd gulden." Als oneerlijke mensen kans zien om de banken en giro elk jaar opnieuw een slordige vijftien miljoen gulden af handig te maken, dringt de vraag zich op of die particu liere gelden wel voldoende beschermd zijn. Voor Jonk heer is dit geen enkel punt. De tijd van de incasseerder en de huurloper is definitief voorbij. Toch, vindt hij, ma ken de mensen nóg te weinig gebruik van de cheque. Nog altijd zijn er landgenoten, meestal oudere mensen, die alleen maar contant geld in huis hebben. Verstopt onder het bed of in een oude sok. Mensen die weinig of hele maal geen vertrouwen heb ben in het bankwezen. Zeker, chequefraude zou volle dig de kop kunnen worden ingedrukt. Als alle betalingen langs elektronische weg zou den plaatsvinden. Een kaar tje met een geheime code - die alleen de eigenaar kent - zou dé oplossing kunnen zgn voor dit probleem. Cheques hebben we dan niet meer no dig. Geldautomaat Wc hebben er al enige ervaring door Jan Westerlaken 'K üNGELP'0 SPEC VAN DE BOS 74 99 39 83 4 7653 r t q, t 4} VA* OC 60S ONGELDIG "If"'!' 0?«»T)3*fi3'«V *45231/ Wm70?rf mee. De geldautomaat is een voorbeeld van dit systeem En tóch werd er nog gestolen. Hoe kan dat? Jonkheer: "Als er wat werd ge stolen bestond er vaak een re latie tussen de eigenaar van het kaartje met geheime code cn de dief. Wat had de eige naar van zo'n kaartje gedaan? De geheime code ergens op geschreven om hem niet te vergeten. We hebben het wel meegemaakt dat die op het kaartje zelf stond. Erg dom. natuurlijk. Ken je eenmaal die code. ja, dan ben je een flink stuk op weg om aan geld te komen dat niet van jou is. Het voordeel van dit systeem is dat je de rekening direct kunt blokkeren. Met cheques gaat dat niet" De bankwereld praat al zeker vijftien jaar over het invoeren van één nationaal elektro nisch betalingscircuit. Een concreet besluit waarmee dit ook werkelgk zal worden in gevoerd is niet genomen. Wel is er een experiment OUemaatschappgen hebben van de banken gedaan gekre gen dat een aantal benzine pomphouders in Eindhoven en Tilburg de betalingen elektronisch mag regelen Wellicht dat dit systeem, als het aanslaat, over een jaar of twee verder zal worden uitge breid De veiligheid van de pomphouder heeft hienn een belangrijke rol gespeeld Zou de eigenaar het kaartje, waarvan hg gebruik moet maken bg het tanken, verlie zen, dan is er niets aan de hand. Dne keer kan de oneer- lgke vinder een poging doen om gratis aan benzine te ko men. Na die derde keer 'slikt' de machine het kaartje in. Al leen wanneer de (0 hl Onzorgvuldig Onzorgvuldig zgn we met onze spulletjes. We laten de che ques in ons jasje zitten of uit de handtas steken Zo zal er ook wel c n:-. wat mis gaan met een 'benzinepasjeEr zijn heel nauwkeurige men sen, maar ook atodift (did stal uit auto's). Trieste geval len kennen we ook. Iemand die op het dak van zijn wagen een cheque uitschrgft en ver geet z'n tas eraf te halen Waar je ook betaalt, de man of vrouw die een cheque accep teert móet het betaalpasje ei sen. Daar mankeert het nog wel eens aan. Over onzorg vuldigheid gesproken Lever bgvoorbecld bg een benzine pomp maar een cheque in. Zelden wordt het pasje geéist "Dikwgls gaat het goed", rea geert Jonkheer, "omdat het in veel gevallen om bonafide situaties gaat Zelf zou ik het ook vreemd vinden als ik voor de honderd vgftigste keer kom tanken en de be diende vraagt om mgn pasje. Als ik ergens voor de eerste keer kom vind ik dat met gek Het móet gewoon. Slechts in gevallen waarin je elkaar goed kent en geen pas je vraagt, nou. daar kan ik vrede mee hebben Wordt er een cheque geind die afkomstig is van diefstal, dan krggt de indiener daar zeker bericht van Hg of zg krggt te horen dat ze alleen gegaran deerd zgn als ze zgn gecon troleerd "We draaien heus niet direct de duimschroeven aan", zegt Jonkheer "Maar als het later wéér voorkomt nemen we maatregelen."

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1982 | | pagina 19