Top- amusement voor een prikkie Het hoorspel gaat nooit verloren ZATERDAG 21 AUGUSTUS 1982 Extra „Aaaah, aaaah", klinkt het in VARA-studio 6. Vanachter een micro foon kermt een acteur. Het is Hans Karsen- barg, wiens gezicht van pijn is vertrokken. In het hoorspel 'In de ge haktmolen', waarvan de opnamen zojuist zijn begonnen, speelt hij Ferry, het zoontje van een slager die zelf z'n bloedworst maakt. De scène speelt zich af bij de tandarts. „Ferry, de dokter gaat nu even in je mond kij ken", had z'n moeder (actrice Willy Brill) hem gezegd. Waarop de tandarts (Fé Scia rone) geruststellend sprak: „Zeg Ferry, je hebt niet al leen een mooi matrozenpakje aan, maar ook mooie witte kousen. Doe nu je mond maar even open..." Wanhopig gilde Ferry nog om z'n moeder. „Mama, mama", stiet hij nogal krampachtig uit en dat was ook de bedoe ling, want hoe anders kon de luisteraar opmaken dat de tang op datzelfde moment al om zijn kies zat geklemd. „Aaaah, aaaah", kreunde Fer ry dus. Daarmee zit de scène er op. In de regiekamer toont regis seur Ad Löbler (58) zich te vreden. Acteur Karsenbarg (44) wrijft zich het zweet van het voorhoofd. De spanning is hem van het lijf gevallen. Maar niet voor lang, want re gisseur Löbler geeft het te ken dat hij gereed is voor de volgende scène. Daarin figureert Karsenbarg samen met Hans Veerman, die Ferry's broer Krijn gestal te geeft. Nerveus kuchend, om een niet aanwezige kik ker kwijt te raken, blikt deze nog eenmaal in zijn tekst. Ook Karsenbarg schraapt de keel. Dan gaat Löblers arm naar beneden en start techni cus Beer Gertenbach de op nameband. Halverwege moet de opname worden onderbroken. Hans Veerman heeft zich in het woord dameskapsalon ver slikt en verontschuldigt zich. „Geeft niks", stelt Löbler hem gerust, „we doen het ge woon even over." Verhoginkje Nu gaat het beter, maar een paar zinnen later krijgt Kar senbarg een lichte hoestbui. Beer Gertenbach haalt Lö bler de woorden uit de mond als hij voorstelt de hoestbui niet uit te wissen, „omdat de klank ervan heel natuurlijk is en in het stuk niet misstaat." Toen Ome Keesje van het gelijknamige en illustere VAR A-hoorspel in de zoveelsté episode heel verdrietig was, omdat zijn kostbaas hem had gesommeerd op zoek te gaan naar een ander kosthuis, regende het de volgende blijken van medeleven bij de VARA. Spontaan bood men aan Ome Keesje in de kost te nemen. Of men stuurde dropjes omdat Ome Keesje altijd zo kuchte. Tot halverwege de jaren zestig werd het hoorspel beluisterd door miljoenen Nederlanders. In die dagen had het hoorspel nog een uitstraling, werd het in de kranten gerecenseerd. Maar dat werd minder naarmate de televisie opkwam. Thans heeft die televisie het 55 jaar oude hoorspel volledig naar de achtergrond verdrongen. De gemiddelde luisterdichtheid van een hoorspel is vandaag de dag nog maar één tot anderhalf procent. Door de bank genomen luisteren dus nog slechts 150.000 tot 200.000 mensen naar het hoorspel. „Maar dat zijn nog altijd ontzettend veel schouwburgen vol", zeggen de acteurs, regisseurs en hoorspelschrijvers. Onderzoeken hebben uitgewezen dat de luisteraars voornamelijk automobilisten, slechtzienden en bedlegerige mensen zijn. En mensen die graag hun fantasie willen laten werken. Dat is ook de kracht van het hoorspel. Door de verbeeldingskracht is men in staat rond de stemmen die men hoort, dié figuren te scheppen, die men op dat moment wil zien. Bij de televisie worden die figuren je opgedrongen. Dat maakt het minder leuk, maar wel eenvoudiger. Steeds minder mensen kunnen nog het geduld opbrengen om een half uur of langer geconcentreerd naar de radio te luisteren. Suggestie, daar komt het bij het hoorspel op aan. Vooral bij de acteurs. Décors zijn er niet. Die moeten zij erbij denken. Gebaren maken kan evenmin. Waar een toneelspeler zijn hele lijf ter beschikking heeft om zijn rol gestalte te geven, daar staat een hoorspelacteur louter de stem ten dienste. Maar behalve negatief hebben film en televisie het hoorspel ook positief beinvloed. Het hoorspel is er volwassener door De opnamen van een hoorspel. Van rechts naar links Willy Brill, Paul van der Lek, Jan borkus, Frans Somers, Fé Sciarone en Hans Veerman. <fou> nos> geworden, directer. Als Ome Kees)r vroeger naar buiten gi&^pende hij eerst de huiskamerdeur, deed die vervolgens dicht, liep dan door de gang, ging de trap af, opende de huisdeur en stond dan pas buiten. Om de aandacht van de luisteraar zo min mogelijk te verslappen zou dat nu heel anders gaan;" zou Ome Keesje het ene moment binnen zijn en het andere buiten. De komst van kabel-tv, video en satellieten vormen geen bedreiging voor het hoorspel, zo menen de omroepen. Het hoorspel zal naar hun mening tot in lengten van dagen blijven bestaan, al was het maar omdat het hoorspel dAt kan wat toneel, tv en film niet kunnen: sferen oproepen door geluidsmontages en voor betrekkelijk weinig geld sprongen in de tijd maken, wat filmisch nogal duur is. PAGINA IS pels. Omdat ik het vak be heers. Maar er is niemand die mijn vakmanschap herkent. Alleen mijn collega's herken nen het. De luisteraar accep teert het geluid zoals hy het hoort." Drie dagen later staat Dick Wal- da's 'In de gehaktmolen' ge heel op band. Nu moeten de geluiden van inspeciënt Leon Dubois er nog worden tus sengevoegd en dient het ge heel te worden gemonteerd. Pas dan is het gereed voor uitzending. Een hemelsbreed verschil met vroeger, toen er nog geen op namemogelijkheden beston den. Hoorspelen werden in die dagen rechtstreeks uitge zonden. „Je repeteerde drie dagen, vervolgens ging het rode licht branden en dan kwam het erop aan", herin nert acteur Huib Onzand (78) zich. „En dan stond je dus dikwijls een uur of langer achter die microfoon. Maar na de oorlog werd het alle maal anders, kwam de revo lutie dat alles werd opgeno men en altijd in stukjes. Nooit meer een uur achter een. En nooit meer verspre kingen. Die worden er nu ge woon uitgeknipt." Huib Orizand, nog steeds actief als hoorspelacteur („maar ik hoef niet meer zo nodig"), maakte zijn debuut in 1928, in één van 's lands eerste hoorspelen. In die tijd, zo ver telt hij, was het hoorspel nog een toneelstuk voor de radio, werd er in de studio ook een verhoginkje gemaakt om de acteurs het idee te geven dat ze op het toneel stonden. Er werd zelfs geschminkt, maar dat was ten behoeve van fo to's voor de radiobode's. Paul Vlaanderen Vanaf de jaren dertig tot de op komst van de televisie in de jaren zestig is het hoorspel in Nederland mateloos populair geweest. Acteurs werden vanwege hun stem met zei-, den geadoreerd. „Van een da me uit Alkmaar heb ik in die jaren eens een serieus huwe lijksaanzoek gekregen", her innert acteur Bert Dijkstra zich. „Ze stuurde me haar portret met een brief en daar in schreef ze dat ze mooi en jong was en mijn stem zo warm vond klinken, en dat ze me om die reden wilde hu wen. Ze zou wel in een café op me wachten en ik moest dan een bloem in mijn knoopsgat steken. Ik ben daar niet op ingegaan, moet ik u zeggen." In die dagen lagen de i aan de radio gekluisterd. Voor stukken als Desiree, De jeugd vliegt uit, Sprong in het heelal en Ome Keesje verzette men afspraken. En vermeld de de radiobode een nieuwe episode van Oorlog en Vrede, Offerbach en zijn tijd, Thee voor belabberden. Moordbri gade Stockholm naar Paul Vlaanderen, dan bleef men thuis. Zondagsavonds schalde de ra dio in bijna elke huiskamer: „Inaah, Inaah, ga weg bij dat raam..."! Menige pot koffie heeft staan verpieteren om dat Paul Vlaanderen tijdens een achtervolging zoals zo vaak in de plomp was gere den, ook al had Ina („Pas op Paul, paassss op"!) hem nog zó gewaarschuwd. Vlaanderen was een begrip. Meer dan twintig jaar was de ze serie van Francis Durbrid- ge, met wijlen Jan van Ees en Eva Janssen in de hoofdrol len, het visitekaartje van de AVRO. Toevallig is deze om roep vorige week begonnen een Paul Vlaanderen-serie te herhalen. Vraagteken Dit enerzijds om financièle re denen. De budgetten van hoorspelafdelingen zijn al lang niet meer wat die ge weest zijn en een hoorspel herhalen is aanmerkelijk goedkoper dan er een te ma ken. „Het is zeker waar", zegt AVRO-regisseur Dick van Putten (63), „dat wij 's zomers het potje zoveel mogelijk spa ren. Onze nieuwe stukken be waren we liever voor het win terseizoen. Logisch. Maar dat we Vlaanderen nu herhalen, komt ook omdat de luiste raars daar al heel lang om vragen. En Vlaanderen was natuurlijk een sublieme se rie. Knap geschreven, knap gespeeld." „Het knappe was", zegt Eva Janssen (71), ruim twintig jaar de vertolkster van Ina, „dat het zo was geschreven dat spanning werd afgewis seld met ontspannende scè nes aan de ontbijttafel of in bed, en dat aan het einde in de vorm van iets engs telkens dat vraagteken kwam, waar door je de volgende keer wel móést luisteren." De Vlaanderen-sene die thans wordt herhaald is niet die waarin Ina een kindje ver wacht. Toen die eind jaren vijftig werd uitgezonden, leefden de luisteraars dusda nig met Ina mee, dat ze haar spontaan babykleertjes toe zonden en kraamhulp aanbo den. Luisteraars toonden zich in die tijd wel vaker begaan met het lot van hoorspelfiguren. AVRO-regisseur Dick van Putten (63) weet zich nog haarfijn te herinneren hoe wijlen Toon Burgdorfer in het hoorspel 'Hotel Stoot je Hoofd niet' een marskramer speelde, die klaagde dat hy nergens meer een pakje ta bak kon kopen. Nadien hoef de dat ook niet meer: uit alle hoeken van het land kreeg hy tabak toegestuurd. Heidens Werd er vóór de opkomst var de televisie dagelijks tenmin ste één hoorspel uitgezon den. tegenwoordig zijn dat ei gemiddeld nog maar zeven tien per maand. De hoorspel kern van de NOS is flink gedund. Ooit bestond deze groep van radio-acteurs en actrices, die in dienst zyn van de NOS en kosteloos worden uitgeleend aan de omroepen, uit ruim veertig man. Thans bestaat die kem nog uit slechts vier acteurs en twee actrices. Tot oprichting van die kern werd vlak na de oorlog beslo ten. omdat - gezien het grote aantal op te nemen hoorspe len - er dringende behoefte was aan ervaren radio-ac teurs. Eind jaren vijftig be- Ten behoeve van dit artikel wer den gesprekken gevoerd met: Huib Orizand, Paul Deen, Bert Dijkstra, Hans Veerman, Hans Karsenbarg, Peter Aryans. Cees van Oyen. Jan Wegter, Jan Borkus, Eva Janssen (acteurs), Emile Kellenaers (dra maturg). Beer Gertenbach (techni cus), Max Westra, Leon Dubois in spiciënten). Dick YValda, Kees Ho- lierhoek (auteurs). Ad Lobier. Dick van Putten (regisseurs). J. Schnuck, Jef van Rooy en Annie Dozy (verzamelaars) sloot de Nederlandse Radio Unie (NRU) hier zelfs een op leiding voor in het leven te roepen. Vóór de oorlog had alleen de VARA een eigen hoorspel kern. De socialistische roep hechtte daar veel de aan. omdat ze cultuur toe gankelijk wilde maken vooi iedereen, in het bijzonder de arbeiders. Aan de wieg daar van stonden Willem van Cap- pellen en S. de Vnes jr. ZoaJs Kommer Kleijn de hoorspel- pionier was bij de AVRO, zo waren zij dat bij de VARA. Bij de overige omroepen stond het hoorspel voor de oorlog op een bedroevend laag pitje. Bij de NCRV was he t li volledig uit den boze. Hoor spelen, trouwens al het to neel, gold daar als iets hei dens. Maar toen na de oorlog bleek dat het hoorspel een enorme vlucht ging nemen, wilde de NCRV niet langer achterblijven en zette zy alle ethische bezwaren pardoes opzy. Toen ook besloot men alle faca- bteiten en geluiden centraal onder te brengen by wat later de NRU zou worden en nu de NOS is. Sedertdien gebeurt het ook dat VARA-hoorspe- len in de NCRV-studio wor den opgenomen en KRO- hoorspelen bij de VARA, wat vóór die tijd ondenkbaar was. Ome Keesje Anekdotisch is in dit kader het rolletje dat Kommer Kleyn speelde in 'Ome Keesje', een hoorspel van VARA-man Van Cappellen (hij schreef de episodes telkens op het aller laatste moment, met potlood) dat meer dan vyfentwintig jaar wekelyks werd uitgezon den. In 'Ome Keesje' speelde Kleyn ome Kobus. maar op zekere dag gelastte AVRO- grondlegger Willem Vogt hem de medewerking ..aan de rooien" te beëindigen. Waarop Van Capellen in de eerstvolgende uitzending mededeelde dat „ome Kobus niet langer kon meespelen, omdat hy Vogt aan zijn stem had." Vocht aan de stem zou nu een ramp zijn ..De microfoons zijn nu zo hyper gevoelig, die kunnen met een vochtige stem geen kant uit", zegt Max Westra (58). één van de vier inspecienten bij de hoorspel- afdeling. Westra zorgt al 37 jaar voor het geluid bij de hoorspelen. Wilde men vroe ger het geluid van een brand, dan kneep Westra wat cello faan fyn. Het geluid van een harnas imiteerde hij met een sleutelbos, hoefgetrappel met twee kokosnoten en blik sem met een drie meter hoge donderplaat „Dergelyke geluidsimitatics". zegt Westra. „die kunnen nu byna niet meer. De micro foons registreren zo feilloos dat het onecht overkomt Te genwoordig staan alle gelui den op band. Daarmee zijn de charmes van het vak verdwe nen Je vindingrijkheid kun je niet meer kwyt Ik vraag me wel eens af: ben ik nou al leen maar goed om bandjes op te zoeken? „Vroeger hoorde je iedereen wegklossen en komen aanlo pen De hoorspelen dreven op het geluid Nu is het ge luid een bykomstigheid Het kan zelfs storen Toch is het moeilyker dan het lykt Neem regengeluid Pak ik een regen, dan lykt het mis schien wel een trein Daarom mix ik het met waterdrup Frustratie „We hadden eens het geluid van een autobotsing nodig. Dus lieten we voor de VARA- studio twee auto's op elkaar knallen. Dat was een dure grap, maar goed we hadden dat geluid nodig. Alleen was iemand vergeten de micro foon open te zetten..." „Ik heb dus erg genoten vroe ger. Nu met meer. Nu is het niks meer. En wie het tegen deel beweert, die liegt Jy woont morgen een hoorspel- opname bij, zeg je. Nou. dan zul je zien hoe het er op ge flikkerd wordt „Ik ben naast mijn vak wat an ders gaan doen. Had ik dat niet gedaan, dan was ik gek geworden. Van frustratie. Vroeger, toen wc de geluiden zelf maakten, werkte ik soms zeventig uur in da w. k Maar nu kreeg ik vonge week eenfWienstlijst en daar staat niet één hoorspel op. Kijk zelf. geen van de omroepen maakt deze week een hoor spel, terwyl er elke dag drie behoren te worden opgeno men. De hele afdeling mag deze week duimen draaien Dat noem ik de afgang van het hoorspel." „Ik geef toe. het is nu vakantie- tyd. maar tóch. We hebben zo ongelooflyk veel vrye tyd, dat andere mensen by de NOS zeggen: die inspecien ten. die doen geen donder, die zitten maar thuu en zo nu en dan maken ze een hoorspel letje. Maar dat die omroepen met meer genoeg hoorspelen maken om ons aan het werk te houden, kunnen wy met helpen. Ik zeg wel eens we zyn net V D. Elke ochtend doen we de deuren open, maar als er geen klanten ko men, waar moeten wy dan ons ei kwyt?" De chefs van de hoorspelafde lingen by de diverse omroe pen schetsen de situatie heel wat rooskleuriger. Van min der prod ukties kan volgens hen geen sprake zyn. Hoog uit straks, indien er zendtijd moet worden afgestaan aan Veronica „Door de techniek die veel fyner is maak ik wel minder uren", zegt inspo cient Leon Dubois (40), „maar minder produkties, dat niet." Verzamelaars De hoeveelheid werk wordt er in het hoorspelwezen met groter op, nu er vooral deze zomermaanden veel hoorspe len worden herhaald. De her haling van Paul Vlaanderen en Oorlog en Vrede is nog be zig. die van Biels en Co (met wylen Ko van Dyk) is zojuist voltooid. Niet alle banden daarvan had de AVRO be waard Maar in dat geval kan een schare van een kleine honderd Nederlandse hoor spel verzamelaars, die de hoorspelen voor elkaar opne men en onderling uitwisse len, uitkomst bieden. Zo kon het gebeuren dat Bos schenaar Jef van Rooy alle af leveringen van Biels en Co nog op band had staan en die heelt hy spontaan aan de AVRO geleend. Amsterdam mer J. Schnuck beschikt weer over andere banden In totaal heeft hy meer dan 500 hoorspelen op band „Als er niks op tv is. zeg ik tegen myn vrouw wat zou je den ken van Hollands Glorie epi sode zeven' En dan luisteren we daar naar Maar heeft u een ogenblikje' Even de bandrecorder aanzetten. Ziet u. Oorlog en Vrede deel veer tien gaat vanavond Het schryven van hoorspelen is byna een vak apart De dialo gen moeten bekken. Het moet levensechte taal zyn. Maar die moet zo zyn gecompo neerd dat tevens het décor wordt verraden en het karak ter van de figuur tot uitdruk king komt Gevloek en andere ordinaire taal probeert men by de meeste omroepen te vermy- den. By de AVRO byvoor- beeld. „Dat doen we uit res pect voor onze luisteraars", verklaart Dick van Putten „Maar soms komen we er niet onderuit Een bootwerker die een brok yzer op zyn voet laat vallen, kun je moeilyk la ten zeggen „Wat hamer Niet waar"'

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1982 | | pagina 19