Politiek
denkt
te licht
over
wijziging
pensioen
Computer zoekt pijlsnel verkleind
document uit stapel microfiches
De politiek moet niet te lichtvaardig denken over
wijziging van pensioenaanspraken in ons land. Op
lossen van pensioenbreuk en instellen van pen-
sioenplicht doet men niet even op een achterna
middag met een demissionair kabinet. Drs. A.C.
Roodhuyzen, één van de directeuren van het Shell
Pensioenfonds, heeft zich daar enige tijd geleden in
een vergadering van de Tweede-Kamercommissie
van sociale zaken behoorlijk aan zitten ergeren.
De teneur van de vergadering
leek hem inderdaad dat het
even snel zou kunnen. Rood
huyzen en zijn algemeen di
recteur. drs. J.J. de Kort, vre
zen echter voor grote brok
ken. Voorzichtig aan, zo
waarschuwen ze. Niet voor
niets heeft het bestuderen
van de pensioenmatene in de
Stichting van de Arbeid
(overlegorgaan van werkge
vers- en werknemersbonden)
dertien jaar geduurd. En daar
zijn uiteindelijk ook slechts
„gematigde adviezen" uitge-
Daar zal de politiek rekening
mee hebben te houden. Daar
bij paat geen „toneelspel met
buigingen naar voren, links
en rechts en elkaar over en
weer prijzen voor voortva
rendheid", zoals Roodhuyzen
onlangs ongeveer schreef.
Hij kan zich van harte scharen
achter pogingen om de pen-
sioonbrcuk te bestrijden, zo
zegt hij, maar het moet wel
betaald kunnen worden. En
men moet het niet in één pak
ket stoppen met een pen
sioenplicht. „Laten we die
dingen nou maar gescheiden
houden".
'Slapend'
Pensioenbreuk. Er zullen er
maar weinigen in Nederland
zijn die er geen last van heb
ben. De breuk in de opbouw
van de pensioenrechten ont
staat voornamelijk, wanneer
iemand van werkkring veran
dert. Bij zijn oude werkgever
behoudt hij zyn pensioenaan
spraken. maar die blyven be
vroren op het niveau van het
moment waarop hij wegging.
Die ('slapende') aanspraken
zijn doorgaans niet geinde-
xeerd, worden niet telkens
verhoogd met de stijging van
de lonen en de inflatie. Bij de
nieuwe werkgever begint on
dertussen een nieuwe pen
sioenopbouw. Daarmee kan
hetzelfde gebeuren, wanneer
men opnieuw van werkkring
zou veranderen.
Bu elkaar levert het bij het be
reiken van de 65-jarige leef
tijd een aantal pensioenen
op. maar doordat er één of
meer onderweg zgn blijven
steken is het totaal belangrijk
minder dan het zou zijn ge
weest wanneer men steeds
bij dezelfde baas zou zijn ge
bleven en daar één pensioen
zou hebben opgebouwd.
Nu worden de 'slapers' bij een
pensioenfonds als dat van
Shell wel geindexeerd; daar
worden de aanspraken dus
wel telkens aangepast. Dat
gebeurt bij nóg een aantal
fondsen, maar bij naar schat
ting tweederde van de pen-
sioenverzekcnngen vindt die
indexatie niet plaats. Daar
horen heel grote fondsen bij
als die voor de metaalindus
trie; maar die volgt dan ook
het levensjarenbeginsel.
Problemen
Zou een wet die indexatie nu in
één klap volledig verplicht
stellen, dan vrezen Roodhuy
zen en De Kort grote proble
men. Om welke bedragen het
daarbij zou gaan. laat zich
wellicht afleiden uit de getal
len waarmee het pensioen
fonds voor de metaal te reke
nen heeft: op een aantal van
265.000 actieven die pen
sioenpremie betalen, telt
men 880.000 'slapende' pen
sioenaanspraken.
Nu geldt binnen de pensioen
fondsen en pensioenverzeke
ringen niet het omslagstelsel,
zoals dat bij de AOW wordt
gehanteerd. Het is dus niet zo
dat met het geld dat wordt
opgebracht door degenen die
actief zijn (werken en pen
sioenpremie betalen) de ge
pensioneerden worden be
taald. Bij pensioenen gaat het
om een 'kapitaaldekkings
stelsel'.
Er wordt premie betaald en dat
geld wordt gespaard en be
legd. De Pensioen- en Spaar
fondsenwet schrijft dat voor.
Het gespaarde en belegde
geld moet straks, samen met
de inkomsten die uit dat be
leggen zijn voortgekomen,
voldoende zijn om de toege
zegde pensioenen te kunnen
betalen.
Nu zijn de de fondsen en verze
keringsmaatschappijen wat
dat betreft gebonden aan een
norm, de zogenoemde reken-
rente, vastgesteld op, ruw
weg, 4 procent. Daarmee
wordt het gespaarde potje
van ingelegde premies dus in
elk geval geacht te stijgen. En
daarmee moet het dan vol
doende kunnen groeien om
de pensioengerechtigde
straks zijn overeengekomen
pensioen te kunnen betalen.
Inflatie
„De 4 procent reken-rente lijkt
misschien weinig, omdat be
leggingen toch veel meer
Drs A.C. Roodhuyzen. directeur van het Shell Pensioenfonds,
links, en zijn algemeen directeur drs. de Kort.
kunnen opbrengen", aldus
Roodhuyzen. „Maar laat men
liever realistisch zijn geweest
bij het bepalen ervan. Wij zit
ten trouwens ook nog met
obligaties die slechts onder
de vier procent opleveren".
„Bovendien, de pensioenver
plichtingen-reserve wordt al
tijd berekend zonder reke
ning te houden met inflatie.
Inflaticdekking het verho
gen van ingegane pensioenen
in verband met stijgende kos
ten van levensonderhoud)
moet dus komen uit wat de
fondsen méér aan rente (of
opbrengst uit andere beleg
gingen) weten te halen dan
die 4 procent". Bij het Shell
Pensioenfonds bereikte men
vorig jaar 8.13 procent rende
ment (tegen 7,72 procent in
1980). Gepensioneerden kre
gen een verhoging (duurte-
toeslag), waarmee zij in de
pas bleven met de stijging
van de kosten van het levens
onderhoud.
In het systeem van het Shell
Pensioenfonds past ook een
aanpassing (indexering) van
de 'slapers'. In tegenstelling
tot bijvoorbeeld de metaal is
het aantal 'slapers' echter
veel kleiner dan het aantal zo
genoemde fondsleden in ac
tieve dienst (een kleine 5000
op meer dan 17.000).
Roodhuyzen en De Kort vrezen
het ergste als niet-indexeren-
de fondsen ineens verplicht
zouden worden tot indexeren
van al hun 'slapende' leden.
„Daar zal geen geld voor zijn.
Doorgaans zal overwinst - zo
die al gemaakt is, want tegen
over hoge rendementen wel
licht staan we! degelijk ook
grote tegenvallers - al een be
stemming hebben gevonden:
in verbetering van pensioen
voorzieningen, in duurtetoe-
slagen, in reserveringen voor
eventuele inflatiedekking in
de toekomst, enzovoort".
70 procent
„Men zal niet mogen vergeten
dat het toekennen van nieu
we rechten altijd geld kost.
Geld dat in het algemeen niet
voldoende geput zal kunnen
worden uit de over-rente, ze
ker niet als de indexering
met terugwerkende kracht
zou moeten worden toege
past. Er zal dan een keus
moeten worden gemaakt: of
meer betalen, of verlagen van
rechten. Maar het is al meer
gezegd: men hoede zich er
voor dat men met het toeken
nen van nieuwe rechten el
ders onrechtvaardigheden
begaat".
Verlagen van rechten. Daar zou
wellicht rekening meegehou-
den moeten worden. Pen
sioenverzekeringen zijn er
doorgaans op uit dat men na
zijn arbeidzame leven aan
een pensioen komt dat, inclu
sief de AOW, op het niveau
ligt van 70 procent van het
loon dat men voordien had.
In netto-bedragen is men ech
ter allengs hoger gekomen.
Immers, wie 65 jaar is betaalt
allereerst de pensioenpremie
niet meer, maar hij of zij is
ook niets meer aan AOW, WW
en dergelijk soort sociale pre
mies verschuldigd. Daardoor
lag het netto-pensioen (inclu
sief AOW-uitkering) al met
een hoger dan 70-procent van
het netto-loon. Door de
scherpe stijging van de socia
le premies die het netto-loon
verder hebben verlaagd,
komt het netto-pensioen nu
al op soms 90 tot 95 procent
van het netto-loon.
Vergrijzing
Ook in de ogen van De Kort en
Roodhuyzen kan dat met
doorgaan. Zij vragen zich
trouwens af of de 70-procents
opvatting überhaupt vol te
houden is, gezien de bedra
gen die ermee gemoeid zijn.
Zij vrezen ook dat het een he
le toer zal worden om te zij
ner tijd de pensioenen op ni
veau te houden.
,3ovendien", zegt Roodhuy
zen, „en daar stapte men in
de Tweede-kamercommissie
ook erg makkelijk overheen,
wil men er wel rekening mee
houden dat we in 2020 met
een aantal 65-plussers zullen
zitten dat tweemaal zo groot
is als thans, terwijl we reke
ning moeten houden met een
verzwakking van de groep
15- tot 65-jarigen?" Niet voor
niets heeft minister van so
ciale zaken De Graaf er ook al
voor gewaarschuwd dat (de
hoogte van) de AOW gevaar
loopt door de vergrijzing van
de bevolking.
Indexatie als één van de midde
len om de gevolgen van pen
sioenbreuk te verkleinen.
Roodhuyzen en De Korte
staan er van harte achter.
„Maar neem er de tijd voor.
Het zal in veel gevallen 10
jaar en mogelijk dikwijls nog
langer vergen". En een pen
sioenplicht moeten we nog
maar eens apart bekijken.
„Laten we eerst maar eens af
wachten wat een onderzoek
kan opleveren naar waar dan
de veronderstelde witte plek
ken zitten, die opgevuld zou
den moeten worden. En
mochten er al regels moeten
komen, laten het dan mini-
mumregels zijn. Laat fond
sen die aan die regels vol
doen met rust. De controle
van de Verzekeringskamer
moet wat dat betreft voldoen
de waarborg zijn dat ze aan
die minima voldoen".
Plicht?
Hoe groot zou trouwens de be
hoefte aan een pensioen
plicht zijn? Wat dat betreft
kunnen De Kort en Rood
huyzen de redenering van de
actuaris H. Verbraak wel vol
gen, die onlangs schreef dat
door het effect van de gelei
delijke inkomensnivellering
(waarbij de AOW-uitkering
gelijk op ging met het mini
mumloon) „de modale werk
nemer alléén al door de AOW
op circa 75 procent van zijn
netto-modale loon komt".
„Een pensioenplicht kan zo
nog nauwelijks enthousias
me wekken in brede lagen
van de bevolking. In een tijd
waarin zelfs voorzichtig de
vraag wordt gesteld, of we in
de toekomst de AOW wel ten
volle kunnen handhaven, is
het wat vreemd om een forse
aanvullende landelijke plicht
in het leven te roepen".
De laatste jaren vervagen de
grenzen tussen fotografie en
filmen enerzijds en elektroni
ca anderzijds, steeds meer.
Goede voorbeelden daarvan
zijn de videorecorder en het
video-fototoestel. Ook ont
wikkelt men steeds kleinere,
draagbare videorecorders,
die de afmetingen van een
filmtoestel hebben.
Aan de andere kant maakt de
foto- en filmindustrie steeds
meer gebruik van vondsten
uit de elektronica hoek. Een
fototoestel heeft tegenwoor
dig byna geen mechanisch
onderdeel meer Lichtrege-
lingen en sluitertijden zgn
elektronisch gestuurd. De
motor van een filmcamera
loopt veel exacter wanneer
hg elektronisch wordt gecon
troleerd. Ook geluid kan te
genwoordig met de filmca
mera zelf makkelijk worden
geregistreerd. Dat komt door
allerlei miniatuur transistor-
versterkertjes die zijn inge
bouwd
Ook op een heel ander gebied,
dat van archivering en docu-
mcntenopslag. hebben elek
tronica en fotografie elkaar
gevonden. Na data-proces
sing en wordprocessing heet
een van de laatste ontwikke
lingen 'image-processing'.
Image-processing is het bewer
ken van beelden. Het is een
samenwerking tussen com
puter en micro-fotografie, in
de wandeling micrografie ge
heten. Image-processing be
tekent het fotografisch beeld-
geheugen uitbreiden met in
telligentie van de computer.
Daardoor kunnen documen
ten en informatie van data-
en woordprocessing uit de
computer, worden vastge
legd op de microfilm.
Met behulp van een in het com
putersystecm opgebouwde
De toepassing van computers
in samenhang met microfilm
geeft tal van mogelijkheden.
Snel opzoeken van documenten
met dit apparaat is er een van.
In de micro-fiches kunnen ook
allerlei opzoekcodes worden
vastgelegd.
Zo klein zijn micro-fiches
aai de tekst van een compleet
document niet mei net blote
oog Kan worden gelezen.
index kan de plaats van elk
willekeurig opgeslagen beeld
op een beeldscherm worden
opgezocht. De aan het beeld
scherm gekoppelde micro-
bceld-terminal kan de ge
wenste informatie direct op
roepen. De informatie is nu
leesbaar en door een druk op
de knop kan men er eventu
eel een afdruk van maken of
indien nodig kan het beeld
worden getransporteerd via
beeldtransmissieapparatuur.
Authenticiteit
Eigen brieven en data kunnen
natuurlijk ook via de compu
ter op een magnetische schijf
of band worden vastgelegd.
Maar omdat het microbeeld
langs optische weg is ver
vaardigd. behoudt het zgn
authenticiteit. Vooral voor
het vastleggen van documen
ten en brieven van elders, is
dat van groot belang. Slaat
men zijn eigen brieven en da
ta ook op deze wijze op, dan
heeft men een extern beeld
geheugen volgens standaard
één.
Er zijn nog een paar voordelen
aan het systeem verbonden.
De geheugencapaciteit van
de computer wordt ontlast,
omdat in plaats van hele pa
gina's alleen de index in het
computergeheugen hoeft te
worden opgeslagen. Er zijn
ook systemen denkbaar die
via een telefoonlijn verbon
den zijn met een centrale
'beeld'-onslag.
Verder is de snelheid van ver
werken van documenten
enorm veel groter geworden.
Het indertijd handmatig in
het archief opbergen van
brieven en documenten ge
beurde (en gebeurt) met een
tempo van ongeveer 50 stuk
ken per uur. Met de opkomst
van de microfilm werd het
raadplegen van documenten
al eenvoudiger en het archi
veren aanzienlijk meer ruim-
tebesparend. De intelligente
vorm van micrografie maakt
het mogelijk om alle uitgaan
de en binnenkomende docu
menten ongesorteerd en
handmatig of automatisch
met een snelheid van 1200 tot
30.000 documenten per uur te
verfilmen.
Dat kan fotografisch gebeuren
met het document, of door
middel van het vastleggen
van de computer-output.
Voor of na het microfilm van
documenten moet dan de va
riabele index in het geheugen
van de terminal worden ge
bracht. Die gegevens worden
ook doorgespeeld naar Mi
crobeeld terminal, zoals Ko
dak die bijvoorbeeld maakt,
die ermee kan werken.
Heeft men documenten nodig
en vraagt men die op via de
computer, dan wordt na het
plaatsen van de juiste casset
te een van de 25.000 opgesla
gen pagina's die ng kan De-
vatten binnen acht seconden
in beeld gebracht. Tijdens
het zoeken kan de computer
overigens voor andere doel
einden worden gebruikt.
Zoekmethoden
Allerhande systemen kunnen
worden gebruikt voor het
sorteren van de beelden, bij
voorbeeld het kantoor- of fi
liaalnummer, het soort on
derwerpen en een toegangs
code. Er zijn tal van zoekme
thodes beschikbaar afhanke
lijk van de soort archivering
die men wenst. Ook het for
maat van het document dat
moet worden opgeslagen kan
automatisch worden ge
stuurd en veranderd.
Zeer fraai is de toepassing van
een microbeeld laser-printer
in samenwerking met bijv.
Kodak's intelligente micro
beeld terminal. Dit apparaat
schrijft de beelden van de
computer razendsnel over op
de microfiches. Allerhande
verfijningen en automatise
ringen zijn verder nog in de
samenhang van elektronica i
en besturing (de programma
tuur) denkbaar.