'Vallende sterren' aan het firmament kcMe rgrond Vakmanschap herken je zo. Bij onbewolkte hemel duideüjk waarneembaar WOENSDAG 11 AUGUSTUS 1982 Varia PAGINA 13 Door Ben Apeldoorn (Werkgroep Meieoren Leidse Sterrenwacht) Elk jaar rond 12 augustus trekt onze planeet Aarde in haar jaarlijkse beweging rond de Zon door de hoofdmacht van een zwerm deeltjes heen. Deze deeltjes, vaak niet groter dan zandkorrels, komen daarbij in onze aardse dampkring terecht en wel met snelheden van tientallen kilometers per secon de. Door deze hoge snelheid "verbranden" ze in zeer korte tijd (meestal binnen een seconde) en het lichtverschijnsel daarvan kunnen we vanaf het aardoppervlak zien. Populair gezegd: we zien dan een "ster" vallen. Deskundigen verwachten dat we dit jaar rond 12 au gustus met onze planeet door het belangrijkste ge deelte van die zwerm deeltjes trekken. De verwach ting is dan ook dat we in de nachten 11/12 en 12/13 augustus meer "vallende sterren" kunnen zien dan gewoonlijk op die data het geval is. Bijgaand arti kel gaat in op het verschijnsel zelf, wat de geschie denis ervan is en hoe men op eenvoudige wijze een waardevolle waarneming kan doen als men toeval lig getuige is van een erg heldere "vallende ster"- een zogeheten vuurbol. Het begrip "vallende ster" da teert nog uit de tijd dat men inderdaad dacht dat het "sterren zijn die vallen". Die tijd ligt nog niet eens zo ver achter ons. Pas aan het be gin van de vorige eeuw be gonnen sommige kritische geesten zich af te vragen waarom de sterrenhemel nooit eens "leeg" begon te geraken met al die vallende sterren die op geregelde tij den - soms in graten getale Pas in het midden van de vori ge eeuw kwam men achter de ware natuur van het ver schijnsel. Op één of andere manier is ook het begrip ont staan dat de ooggetuige van een "vallende ster" een wens mag doen die dan altijd uit komt. We mogen ons overigens geluk kig prijzen dat het geen echte sterren zijn die we zien val len. De echte sterren zijn 's nachts bij onbewolkte hemel als lichtende puntjes aan het firmament te zien. Er is veel verbeeldingskracht voor no dig om te beseffen dat die puntjes in werkelijkheid ont zaglijk grote, laaiende zon nen zijn van gloeiend gas, duizenden tot miljoenen gra den heet en in de meeste ge vallen ook duizenden tot mil joenen malen groter dan onze planeet. Onmetelijk grote krachten heersen er. Lichtjaar Zó ontstellend groot zijn de af standen tot de sterren dat we dat bijna niet meer in kilome ters uit kunnen drukken maar daarvoor het begrip lichtjaar hanteren. Dat is de afstand die het licht in één jaar aflegt, oftewel 9500 mil joen kilometer. Vandaar dat we deze enorme hemellicha men vanaf de Aarde slechts als puntjes'kunnen zien. Men begrijpt nu misschien dat dié sterren niet zomaar "vallen" en ook dat het maar gelukkig is dat ze niet zo dichtbij ons kunnen komen als een "val lende ster", want al het leven op Aarde zou binnen een se conde verschroeien en al- het water uit zeeën en oceanen zou verdampen. Sterker nog: de Aarde zou in zijn geheel binnen luttele minuten ver dampt zyn. De benaming "vallende ster" is dus eigenlijk niet juist. Van daar dat de meer gangbare naam voor het verschijnsel meteoor is; afgeleid van het oude Griekse woord ivieteo- ros dat zoiets betekent als "snel licht". Vanaf nu zullen we het dus hebben over meteoren; de lichtverschijnselen die ont staan wanneer kleine brokjes materie uit de ruimte met ex treem hoge snelheden onze Aardse atmosfeer binnen stormen en daar door de wrij ving met de luchtdeeltjes tot gloeiens toe verhit worden. In het verleden heeft men zich vaak het hoofd gebroken hoe het toch mogelijk is dat zo'n klein gloeiend deeltje vanaf het aardoppervlak kan wor den waargenomen. We moe ten namelijk bedenken dat een meteoor begint op te lich ten op zo'n 110 kilometer hoogte boven het aardopper vlak en uitdooft op ongeveer 85 kilometer hoogte. Astronomisch gesproken treedt het lichtverschijnsel dus zeer dicht bij ons op. Maar toch is vanaf die af stand een gloeiend deeltje ter grootte van een zandkorrel volstrekt onzichtbaar. Er is dus iets anders aan de hand met het lichtproces. Meegesleurd Nog niet zo lang geleden kwam men achter de ware aard van dat lichtverschijnsel. De snel heid waarmee het betreffen de brokje de dampkring bin nenvliegt is zó groot dat de omringende luchtdeeltjes niet de tijd krijgen "opzij" te gaan en worden meege sleurd. Op die manier sleurt het snelle deeltje een hele ko lom mee met moleculen in een zogeheten "aangeslagen" (geïoniseerde) toestand. Bij dat ionisatie-proces komt veel meer licht vrij dan van 1 gloeiend c" dus het licht kolom, en niet van het brok je. Overigens onderscheiden we drie begrippen. Vóórdat het de dampkring binnen komt wordt het lichaampje meteoroide genoemd; het lichtverschijnsel (de "vallen de ster") heet dus meteoor en in het zeldzame geval dat het brokje materie groot genoeg is om niet geheel op te bran den, spreken we van een me teoriet. De meteoriet is dus het overblijfsel van een steen(tje) uit de ruimte (de meteoroide) dat, na een vuri ge tocht door de dampkring (de meteoor), op Aarde neer komt. Maar dat laatste komt erg weinig voor en het komt al helemaal zelden voor dat ze meteen na het neerkomen gevonden worden. Geduren de haar jaarlijkse weg rond de Zon "veegt" de Aarde ei genlijk kontinu stof- en gruis- deeltjes op. Dit betekent dat we het gehele jaar door 's nachts meteoren kunnen zien, hoewel het er meestal slechts enkelen per nacht Een luchtfoto van een dui delijk litteken van een "val lende ster" in het verre verle den. De alleroudste India- nensagen spreken van "een god die zich bliksemend be groef. Deze krater in Arizona meet bijna twee kilometer in mid dellijn en markeert de plaats waar zich ongeveer 30.000 jaar geleden een brok mate rie met een gewicht van ruim een miljoen ton en een snel heid van 40 km per seconde, met een enorme klap in de aardkorst begroef. Dit is een foto van de be roemde komeet van Halley genomen van de Lick-ster renwacht (USA) op 6 mei 1910. Uit oude geschriften kon men opmaken dat deze ko meet al in het jaar 240 v. Chr. voor het eerst werd gezien. De staart op deze foto heeft een lengte van ruim 60 mil joen kilometer. De sterren vertonen zich als kleine streepjes omdat de telescoop waarmee de foto werd ge maakt, de komeet volgde tij dens de opname. zijn. Maar in zo'n jaar trekt de Aarde op gezette tijden door gebieden waar zich erg veel van die deeltjes (meteoroïden dus) ophouden. Het gebied dat we in de periode rond 12 augustus doorkruisen is wel het bekendst. Banen Nu "hangen" die deeltjeswol ken daar niet zomaar in de ruimte, Dat hele zaakje moet, net zoals de Aarde, banen om de Zon beschrijven. Ook daar kwam men pas medio vorige eeuw achter. Men ontdekte dat die deeltjeszwermen langgerekte banen (ellipsen) Zon beschrijven, in te- i tot de Aarde wier i nagenoeg een ronde cir kel is. De Aarde snijdt elk jaar op vas te data de banen van die zwermen, zoals die welke we elk jaar rond 12 augustus met onze planeet doorkruisen. Vandaar dat de meteroren dan ook steeds in dezelfde periode aan de hemel zijn te zien (als het tenminste niet bewolkt is). Toen men in de vorige eeuw eenmaal ontdekt had dat me teorenzwermen banen om de Zon beschrijven, werden al- lerwege speurakties ingezet naar de herkomst. Hoe was al die rommel daar in banen om de Zon terechtgekomen? Het eerste antwoord werd vrij spoedig (1865) gegeven door de beroemde Italiaanse astro noom Schiaparelli. Hij be wees dat de meteoren, die elk jaar omstreekt 12 augustus zijn te zien, afkomstig zijn van een komeet die in 1862 aan de hemel verscheen. Waarom? Wel, omdat de Au- gustusmeteoren in het zonne stelsel precies dezelfde baan doorlopen als die komeet Kometen (we kennen er velen) behoren eigenlijk tot de meest onvoorspelbare en mysterieuze hemellichamen van ons zonnestelsel. On voorspelbaar omdat ze vaak volkomen onverwacht aan de sterren hemel opduiken; mysterieus omdat men nog niet zo precies weet hoe ze zijn ontstaan. Veel kometen zijn afkomstig uit de verre diepten van de ruimte, ver voorbij de baan van de in 1930 ontdekte planeet Pluto die zich van alle planeten het verst van de Zon kan bege ven (ruim 6 miljard kilome ter). Wél weten we veel over de sa menstelling van kometen. Het zijn geweldig grote ijzige stofbollen met een min of meer steenachtige kern van misschien slechts enkele ki lometers middellijn terwijl de kop zelf veel uitgestrekter is. Enorme, rond de kern ge drapeerde, hoeveelheden gruis-, stof- en gasdeeltjes zijn aaneengekit door ijs. Staart Nadert zo'n komeet nu de Zon, dan gebeuren er twee belang rijke dingen. In de eerste plaats begint de temperatuur in de buitendelen van de ko- meetkop te stijgen, het ijs smelt een beetje en daardoor komen biljoenen deeltjes los te zitten. In de tweede plaats worden al die deeltjes (atomen, molecu len, ionen, stof en gruis) die zijn losgeraakt, door de stra lingsdruk van onze Zon gaan deweg uit de komeetkop "ge blazen". Deze dingen zorgen voor het verschijnsel dat ko meten zo uniek maakt: de staart. afstanden uitstrekken. Men heeft wel eens staarten geme ten van 150 miljoen kilometer lang! In zeldzame gevallen zoals bij de komeet van West (de ontdekker van deze ko meet was een astronoom ge naamd Richard West), die in de ochtenduren van begin maart 1976 laag in het oosten was te zien, is de staart met het blote oog als een grote waaier zichtbaar. Hoe meer bezoeken een komeet aan de zonsomgeving heeft afge legd, hoe meer materie zich langs de kometenbaan zal hebben verspreid. Zo ont staan dus kometènzwermen. Doorkruist de Aarde dat ge bied dan komt die materie in de ons omringende luchtlaag terecht en we zien dan... val lende sterren. Perseïden De meteoren die we omstreeks 12 augustus kunnen zien, lij ken allemaal uit één punt te komen. Dat punt is maar een schynbaar punt, want in werkelijkheid komen alle deeltjes langs evenwijdige banen onze dampkring bin nen. Hetzelfde verschijnsel kunnen we zien als we voorin een rijdende trein op een recht stuk spoorrails zitten. Aan de horizon lijken boven leidingen en rails in één punt samen te komen. Het punt waar de augustusme- teoren vandaan lijken te ko men, heet "uitstralingspunt" of ook wel "radiant". Die ra diant ligt in het sterrenbeeld Perseus; vandaar dat de gangbare naam voor de au- 's Avonds, als het voldoende donker is geworden, ligt het uitstralingspunt der Persei den op enige hoogte boven de Noordoostelijke horizon. De meteoren, die we overi gens aan de gehele hemel kunnen zien, lijken dus uit dat punt te komen. Verwacht wordt dat 1982 het jaar is waarin erg veel Perseiden zullen verschijnen. Toen de komeet waar de Perseiden van afstammen in 1862 ver scheen, berekende men dat deze over één omloop zo'n 120 jaar doet. Nu hangt het er natuurlijk van af hoe die be rekeningen toen, 120 jaar ge leden, zijn gedaan want het kleinste rekenfoutje kan in de Sterrenkunde al beteke nen dat men bij voorspellin gen rekening moet houden met verschillen van jaren Waarom is de terugkeer van die komeet nu zo belangrijk? We moeten dan bedenken dat de concentraties van deeltjes, die van een komeet afkom stig zijn, in de buurt van zo'n komeet natuurlijk groter zijn dan langs het overige deel van de kometenbaan. Als de omlooptijd van de Perseiden- komeet dus inderdaad 120 jaar bedraagt dan zal de Aar de rond 12 augustus in de "buurt" van de komeet zelf door de meteorenzwerm trekken. We mogen dan veel meer "vallende sterren" dan normaal verwachten. Een ontmoeting van de Aarde met de komeet zelf zit er (ge lukkig!) niet in; de gevolgen daarvan zouden rampzalig zijn. De minimale afstand tussen Aarde en de Persei- denkomeet bedraagt vele miljoenen kilometers en dat bewijst hoe uitgestrekt een meteorenzwerm is. Zelf waarnemen Over de gehele wereld zullen vele duizenden amateura stronomen de Perseïden waarnemen, zowel gewoon met het blote oog als met fo totoestellen. Dat is een fasci nerende bezigheid, temeer omdat nooit is te voorspellen waar en wanneer er één ver schijnt en hoe helder hij zal zijn. De deeltjes worden al leen dankzij hun lichtver schijnsel in de dampkring zichtbaar, bewegen bliksem snel en duren hoogstens een seconde. In Nederland hou den ongeveer honderd me teoorwaarnemers zich gere geld met dit boeiende werk bezig, soms met zeer geavan ceerde apparatuur. Iedereen is echter in staat om zelf meteoren waar te nemen en de leukste methode is wel om gewoon vanuit een mak kelijke stoel de sterrenhemel eens een uurtje aandachtig in de gaten te houden. Als men dat in de nachten 11/12 en 12/ 13 augustus doet, dan zal men bij onbewolkte hemel zeer zeker meteoren zien. Overigens is het ook zaak dat men niet teveel last van stadslicht heeft. Vanuit een stad als Leiden ziet men na melijk minder meteoren dan vanaf het platteland, waar veel minder kunstlicht is cn de nachthemel dus donker der zodat ook zwakke meteo ren zijn te zien die in het stadslicht als het ware "ver drinken". Bovendien loopt men tijdens het waarnemen de kans om getuige te zijn van één of meerdere meteo ren die helderder zijn dan de allerhelderste ster of planeet. Zulke heldere exemplaren heten vuurbollen. Soms kun nen deze in lichtgloed de vol le Maan zelfs naar de kroon steken. Bij de verschijning van derge lijke spectaculaire fenome nen zal men zien hoe de gehe le omgeving verlicht wordt. Vuurbollen worden door re latief grotere brokken mate rie veroorzaakt. Als iemand een vuurbol waar neemt, is het van groot be lang dat in elk geval de tijd van verschijnen wordt be paald en ook de richting waarin men zoiets ziet (west, oost of zuid). Als men iets in teressants heeft waargeno men dan kan een berichtje gezonden worden naar de werkgroep Meteoren, post bus 11291, 2301 EG LEIDEN Des te meer men kan melden, des te liever we het hebben. Laten we hopen dat de weer goden ons rond de 12e augus tus gunstig gezind zijn en- vergeet vooral niet, met name in de late avonden van 11 en/ of 12 augustus, de aandacht eens op de sterrenhemel te richten. Niemand zal het u kwalijk nemen als u "ze" ziet vliegen. ADVERTENTIE De kerken zijn verplicht voor de vrede te werken, maar zij kunnen zich niet vastleggen op de methode, of die nu be staat in bewapening, herbe wapening of eenzijdige ont wapening. Aldus Karl Rah- ner, de leidende r.k. West- duitse theoloog in een uitzen ding van het tweede Duitse televisiestation over „wegen tot vrede". In dit interview, dat zondag 29 augustus wordt uitgezonden, komt Rahner dan ook tot de conclusie, dat de kerken zich terughoudend dienen op te stellen ten aanzien van de vredesbeweging. Deze kiest namelijk - waarschijnlijk te recht, zegt Rahner - voor een bepaalde weg uit de verschil lende wegen, die volgens de diverse opvattingen naar de vrede zouden kunnen leiden. Onderlinge verkettering van de verschillende opvattingen acht hij uit den boze. De reeds veel besproken her derlijke brief van de Ameri kaanse bisschoppen over oorlog en vrede is uitgesteld. Dit heeft de voorzitter van de ontwerpcommissie, aartsbis schop Joseph L. Bernardin van Chicago, meegedeeld. Het schrijven zal pas over een half jaar of een jaar gepubli ceerd worden. Het eerste ontwerp van de brief lekte in juni uit. Daarin wordt de nucleaire afschrikkings macht als een moraal kwaad aangeduid, dat alleen getole reerd kan worden zolang er ernstige pogingen worden gedaan om te komen tot een internationale afschaffing van de atoomwapens. De ontwerpcommissie had in overleg met de top van de bisschoppenconferentie tot dit uitstel besloten vanwege de uitgebreide reacties op het ontwerp van juni. De reacties waren zeer uiteenlopend. Voorstanders van eenzijdige ontwapening vinden alles minder dan eenzijdige ont wapening een handhaving van de status quo, terwijl de voorstanders van de atoom bewapening van mening zijn, dat de bisschoppelijke brief de geloofwaardigheid van de Amerikaanse afschrikkings macht ongeloofwaardig maakt. De bisschoppen op hun beurt hadden om verdere onderlin ge disussie gevraagd, omdat zij met elkaar de vele reacties en commentaren willen be spreken. Dit maakt uitstel van publikatie van de brief noodzakelijk, aldus Bernar din. Nederlands Hervormde Kerk: Beroepen te Lemmer (toezeg ging): K. R. Cuperus te Ren- sumageest-Sijbrandahuis. Aangenomen naar Bergen op Zoom tot predikant voor bui tengewone werkzaamheden (pastoraal ziekenhuis Lie- vensberg en verpleeghuis Al gemeen Burger Gasthuis, te vens pastoraat Evangelisch Lutherse Gemeente): H. B. Meijboom te Arnhem. Aange nomen naar Burum (partti me): G. S. Groeneveld kandi daat te Groningen. Aangenomen naar Avezaat: J L. Brevet kandidaat te Nun- speet. Gereformeerde Gemeenten: Beroepen te Krabbendijke: L. Blok te Nunspeet. Vrije Evangelische Gemeen ten: Aangenomen naar Rotterdam- Centrum en Rotterdam-Zuid J. Moerland te Nijverdal. Al meer dan 300 jaar brouwt Grolsch haar bier op natuurlijke en ambachtelijke wijze En dat proef je c.11 uai proo je i Vakmanschap is Meesterschap

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1982 | | pagina 13