iltól s' m In Wageningen wordt groente "uitgevonden" "Machinaal garnalen pellen is onmogelijk" c Lamsoor, zeekraal en waterasperges 3- Handelaren contra keuringsdiensten Extra Wat de boer niet kent dat vreet-ie niet, luidt het aloude spreekwoord. Dat hard od weg is achterhaald te raken.-want wij Nederlanders zijn aardig bezig „alleseters" te worden. De komst van buitenlanders, het reizen en trekken naar toeristische oorden, onze horizonverbreding, eigentijdse menu-wensen en de welvaart hebben de vraag naar nieuwe en bijzondere groentesoorten sterk doen toenemen. Wie dacht dat we er met rode, groene of gele paprika, het cocktailtomaatje, broccoli, venkel en ijsbergsla zijn, heeft het mis. Vreemde groenten, die we tijdens de vakantie op ons bord krijgen, willen we thuis ook eten. Alleen jammer, dat die dan niet voorhanden zijn bij de groenteman. De consument legt zich daar niet bij neer, blijft zeuren om die rode sla die in Italië zo lekker smaakte en wil de ronde Parijse worteltjes uit Frankrijk naast zijn Hollandse biefstuk zien. De vakgroep tuinbouw en plantkunde van de Landbouwhogeschool in Wageningen kent de geheime verlangens van de Nederlandse lekkerbekken en zoekt sinds enige tijd intensief naar nieuwe groentesoorten (veelal met een tropische achtergrond) die in kas en proeftuin onder Nederlandse klimatologische omstandigheden kunnen worden gekweekt en waarmee de tuinder zijn commercieel voordeel kan doen. Nieuw blijkt niet altijd nieuw te zijn. Oude groentesoorten die in de Middeleeuwen op de top-tien van het kookboek stonden, zijn van lieverlee in onbruik geraakt, maar daarom niet minder lekker. Een bordje linzensoep (Ezau verkocht er zelfs zijn eerstegeboorterecht voor) is vooral in vegetarische kring in trek, alleen de kweker weet dat nog niet en daarom is produktvernieuwing, veredeling en voorlichting voor teler en consument van belang. Een verhaal over kouseband en lamsoren en de smaakmode van de Nederlanders. ZATERDAG 7 AUGUSTUS 1982 „Schat, wat eten we van daag?", vraagt pa hongerig na gedane arbeid. Opgewekt klinkt uit de keuken de stem van de vrouw des huizes, die meldt dat lamsoor die avond op de tafel zal prijken. Pa weet niet wat hij hoort en trekt een gezicht dat boekde len spreekt. Zijn keukenprin ses wil hem echter geen oor aannaaien, laat staan een smakelijk gepocheerd oortje van een lammetje serveren. Welnee, ze heeft een exclusie ve groente op de kop getikt en is in haar sas om manlief het gerecht, dat in Zeeuwse res taurants bij dure visspeciali- teiten wordt opgediend, voor te kunnen zetten. Zo zou het in de toekomst kun nen gaan, als Helma Wagen- voort, een 41-jarige tuin bouwkundige van de vak groep tuinbouw en planten teelt van de Landbouwhoge school in Wageningen, erin slaagt de zilte groentesoort te kweken. Het onderzoek naar de groeiomstandigheden en condities voor lamsoor maakt deel uit van het pakket van de vakgroep, die zich naast Ijet geven van onder wijs bezighoudt met het speuren naar nieuwe groen tesoorten voor de Nederland se markt. Experimenteren Daarover straks meer. We blij ven even bij lamsoor en zee kraal, bladgroenten die al leen in Zeeland en op de Wadden groeien in de vrije natuur. Het gewas gedijt al leen op brakke grond en die is slechts op enkele plaatsen in Nederland voorhanden. Helma Wagen voort, helemaal in de ban van de exotische en buitenissige groentesoorten, is van plan om die exclusivi teit van de zilte lekkernij af te halen en de groente rijp te maken voor kweek op grote schaal. Het onderzoek is nog in een pril stadium. In twee containers, één gevuld met zout, de an der met zoet water, wordt „Wat de keuringsdiensten van waren willen is totaal onmo gelijk. De hele garnalenpelle- rij bestaat bij de gratie van 'een uurtje niets te doen heb ben'. Pellen kan je ook niet als dagtaak in een grote pel- loods doen. Dan word je gek. De keuringsdienst mag dan wel beweren dat de controle beter uitgevoerd kan worden, maar praktisch is het on werkbaar. De pellers zitten zo langzamerhand verspreid over het hele land af en toe een paar uurtjes te pellen. Dat kan toch nooit fabrieks matig georganiseerd wor den? Knettergek zijn ze!" Zo reageert Bruin Mooijer- Puul als woordvoerder van verschillende grote garnalen- handelaren in Volendam op het besluit van de zestien keuringsdiensten van waren geen vergunningen meer af te geven voor huispellerijen omdat een goede controle op hygiëne en aanwezigheid van bacteriën onmogelijk is. Mooijer-Puul: „Het probleem is ontstaan toen een bepaalde Volendamse handelaar zon der vergunningen in Amster dam is gaan pellen waarbij totaal ondeskundige buiten landse werknemers inge schakeld werden. De doppen lagen te rotten en te stinken in de kelder. Dat stonk een uur in de wind. Dat heeft er toe geleid dat na tussen komst van de Amsterdamse keuringsdienst het pellen daar gestopt is. Het gevolg was wel dat de GGD er niet meer meewerkt aan het ver strekken van een dokters verklaring die nodig is voor het verkrijgen van een ver gunning". Volgens Bruin heeft de malafi lamsoor gekweekt in Wage ningen. Behalve naar teelt mogelijkheden en groeiana- lyses kijkt Helma Wagen voort ook naar de vorm van de groente en vergelijkt de smaak van de zoute en zoete bladeren. Smaak en vorm zijn uiterst be langrijk voor nieuwe groente soorten die aan de man moe ten worden gebracht. De con sument is verwend en zet z'n tanden niet zomaar in 'n on ooglijke, maar wel lekkere vrucht. Dat hebben de kwe kers twintig jaar geleden ook gemerkt, toen de koeze een soort courgette op de markt kwam. Geen hond die het aan z'n vork wilde prik ken. Raar maar waar, de courgette is nu „in" en ver koopt lekker in de groente winkels. Hoe komt het nu dat courget tes, aubergines, kiwi's, man go's en Chinese kool zo vlot over de toonbank gaan? Hel ma Wagenvoort heeft er wel een verklaring voor. „Wij zijn anders gaan eten na de oor log. Dat komt door het vele reizen, bewustwording van de gezondheid, de wens meer afwisseling in het menu te brengen en de opkomst van het vegetarisch eten". Tomaat Om aan te geven hoe onze smaak verandert, grijpt Hel ma even terug in de tijd. Aan het begin van deze eeuw haalde de Nederlander zijn neus op voor de tomaat, een vrucht die niet meer weg te denken is van de Hollandse dis. Nederland was bepaald niet tomaat-in en het heeft dan ook jaren geduurd alvo rens het „appeltje der liefde", overgekomen vanuit Enge land, hier ingeburgerd raak te. De opmars van de paprika, van wege het saaie groen al snel doorgekweekt naar rood en geel, de rettich, koolrabi en venkel ging sneller. In tien jaar tijd hebben deze soorten de waardering gekregen van de uisvrouw, die voor de broodnodige variatie meer dan voorheen naar de nieuw komers grijpt. In 1971 was de verkoop van die buitenland se groenten nog mondjes maat. De kas- en vollegrond- telers haalden er toen een jaaromzet van 10 miljoen mee. Vorig jaar boekte alleen al de glasteelt een omzet van 200 miljoen gulden. U vraagt en wij kweken? De vakgroep tuinbouw en plan tenteelt zit er niet mee. Hoe meer vraag naar vreemde groentesoorten hoe beter. De studenten onder leiding van tuinbouwkundige Helma Wa genvoort storten zich sinds twee jaar met enthousiasme op de meest merkwaardige gewassen, duiken in de histo rie en pionieren in proeftuin en kas dat het een lieve lust is. Ze doen dat niet alleen omdat ze er zelf zoveel stu- dieplezier in hebben, maar zijn in eerste instantie in de weer om nieuwe produkten voor de Nederlandse kweker „uit te vinden". De tuinder kan op zijn beurt met de nieuwe groentesoort de markt op, kan een nieuw afzetgebied in binnen- en buitenland veroveren en zo doende de consument, die steeds meer aandacht be steedt aan voedsel en varia tie, tevreden stellen. Belangen De vakgroep is wars van com merciële doeleinden, maar houdt zich toch sterk met economische belangen bezig. Dat komt omdat produktver nieuwing in het pakket van de vakgroep zit. En daarmee komt men op het terrein van de economie. Doel van produktvernieuwing is het bestaande assortiment aan groenten uit te breiden en de concurrentiepositie van de Nederlandse tuinders te verbeteren. Een ander be langrijk punt is de doorbre king van de sla-, komkom mer- en tomatenspiraal, waardoor de markt op be paalde momenten wordt ver zadigd en de groenten bij ge brek aan voldoende vraag moeten worden doorge draaid. Er moet, aldus de vakgroep, een betere spreiding komen van de teelt op de vollegrond en in de kas. En dat kan al leen als er nieuwe groenten worden uitgepluisd, die snel produceren, zo min mogelijk arbeid met zich meebrengen en niet „duur" zijn, anders gezegd: die weinig warmte en licht nodig hebben om te kunnen groeien. En wat ook belangrijk is, het nieuwe produkt moet goed verhandelbaar zijn, goed ogen en lang houdbaar zijn. Waarom is het nu zo belangrijk dat juist voor Nederlandse kwekers nieuwe ideeën moe ten worden aangedragen? Vleestomaten zijn toch volop te importeren uit tal van lan den. Helma Wagenvoort vindt dat de Nederlandse tuinder met zijn „groene vin gers" een belangrijke positie in de teelt in Europa inneemt. De kennis hier is erg hoog, maar daarvoor trekken ze er ook hard aan. Ze kunnen veel cursussen volgen, er zijn stu dieclubs en ze krijgen van de overheid de gelegenheid de vinger aan de pols te houden. Een goed afzetapparaat (de veilingen) en transport via de weg hebben de Nederlandse kweker in bepaalde Europe se buurlanden een monopo lie-positie bezorgd. Om die te houden is het zaak in te spelen op niewe ontwikke lingen. Zo wordt in de diver se rijksproefstations hard ge werkt aan de kweek van gele bloemkool, de veredeling van de roodlof, de zogenaamde rode sla uit Italië en knolsel derij in de vorm van een ra dijsje. Lekker voor de borrel tafel. In Wageningen houden de stu denten van de vakgroep tuin bouw en plantkunde zich be zig met het uit de vergetel heid halen van oude gewas sen. Pastinaak een witte wortel - is daar een van. In de Middeleeuwen lustten on ze voorouders er wel pap van, nu heeft slechts een enkeling pastinaak in z'n tuin staan. Aardpeer Neem nou de aardpeer, geen mens die weet dat het gaat PAGINA 1< door Anne-Marie Rissen om de Jeruzalem se artisjok, de peervormige eetbare knol van een soort zonnebloem. Of de schorseneer, een aardwor- tel met een zwarte schil die je nog maar zelden in de winkel aantreft En toch zijn het alle maal inheemse soorten die in het kader van produktiever- nieuwing in een ander sma kelijk jasje kunnen worden gestoken Teneinde het bord van de consument te berei ken Helma Wagenvoort heeft zich vast voorgenomen de Nedc- rander pompoen-lekker te maken. In Amerika is het een soort volksgroente, te verge lijken met onze aardappel. Hier willen we er nog steeds niet aan De pompoen komt niet verder dan de mooie schotel op de vensterbank, waar hy als inteneurversie- nng prijkt. Maar Helma geeft het niet op. Ze is nu al zo ver dat ze een handzaam formaat pompoen heeft gekweekt, die alleen nog niet de goede smaak heeft Maar geen nood, er zijn talloze soorten pompoenen, van spaghetti tot kastanjesmaak. dus Hel ma kan nog wel even vooruit. Een speciale kweek heeft ze inmiddels ontwikkeld voor asperges Die lekkernij uit Noord-Lim burg hoeft met meer op zand grond te worden geteeld. De Wageningse tuinbouwkundi ge ontdekte dat de smakelij ke stengel ook gedijt op een waterbed, tot grote hilariteit van de aspergekwekers, die zweren bij hun verbouwings methode. De water-asperge is nog zo slank als een potlood, maar dat deert Helma niet. Ze gaat door om er een stevi ge tegenhanger van de grond- asperge van te maken. Eén voordeel weet ze al op te som men van haar kwekeling: de „bonestaak" hoeft niet ge schild te worden en dat zal de aspergehefhebber met schil- ervanng wel aanspreken. Tropenkolder Elke markt kent zijn eigen „gat". Dat is ook het geval in de groentekweek. Helma Wa genvoort heeft ontdekt dat de mensen met een tropische achtergrond in grote delen van Nederland nauwelijks hun geliefde voedsel als pak soi. kouseband, klaroen en lobak kunnen kopen. In het westen van het land zijn wel groentehandelaren die deze exotische soorten voe ren, maar met de rest van het land is het slecht gesteld. Paksoi blijkt volgens Helma een prima koolsoort te zijn die in dit land gemakkelijk te telen is. Dat geldt ook voor kouseband, een lange boon soort. Ze heeft even vlug uitgerekend wat de kwekers op dit mo ment missen. In ons land wo nen zo n 350.000 consumen ten van tropische groenten. Dat zijn 150.000 Nederlan ders van Surinaamse af komst, 100.000 Indische Ne derlanders en nog eens 100.000 Nederlanders met „tropenkolder". Gemiddeld wordt één maaltijd per week gebruikt met exoti sche groenten en dat is dan weer 1200 ton per jaar. Mo menteel wordt jaarlijks 600 ton geïmporteerd uit Surina me en Thailand. Een aardige markt dus, die voor de Ne derlandse kweker nog braak ligt, maar die de Wageningse wetenschappers met een plantenknobbel binnenkort hopen te veroveren. Dat laatste is waar het volgens Bruin Mooijer-Puul om draait: „Een kiemvnje gar naal bestaat niet. Er blijven bacteriën aanwezig. Door be handeling met wassen, toe voegen van conserverings middel, luchtdicht verpak ken en gekoeld transport loopt het aantal stafylococ- cen met zeker tweederde te rug. Vandaar ook dat er voor garnalen een uitzondering is gemaakt. De nchtlynen voor de visverwerking gelden niet voor onze handel. De keu ringsdienst kan nooit waar maken dat mensen ziek zijn geworden van garnalen" Einde „Dat er een nieuwe beschik king komt met betere richtlij nen voor koelen, transport en Kllen, vinden wij pnma. tar is goed mee te werken. Wat dat betreft is de huidige omschrijving in de wet ook veel te vaag. Maar het fa brieksmatig pellen waar de keuringsdiensten nu op aan dringen. is waanzin. Het on mogelijk maken van de pelle rij aan huis zou het einde van de handel betekenen". „Duitsland zit erop te wachten dat het hier wat slechter gaat. dan is de handel zo verdwe nen. Momenteel heeft Neder land 160 schepen in de vaart, Duitsland bijna 500. Een klein zetje en het hoeft niet meer. Pelloodsen betekenen Eewoon het einde van dc pel ?ry, waar zoveel mensen een leuke bijverdienste hebben. Alleen alle sociale lasten al zouden het voor dc handel met meer rendabel en werk baar maken", aldus Bruin (GPD). de handelaar zijn praktijk vervolgens naar Utrecht ver plaatst, waar deze week een illegale pellerij werd opge rold die door de keurings dienst als een beestenbende wordt omschreven. „Ik wil dat soort toestanden natuur lijk niet goedpraten, maar wat ir. Touw (de directeur van de Utrechtse Keurings dienst, red.) nu doet, is niet zo netjes van die man. Hij pro beert zijn gram te halen voor een rechtszaak die hij eind vorig jaar grandioos heeft verloren. Hij kon namelijk niet waarmaken dat de partij garnalen die hij in beslag had genomen, ondeugdelijk was. Maar om daarna de hele keu ringswereld te mobiliseren tegen de garnalenhandelaren is gewoon wraak xj Schadelijk Ir. H. B. M. Touw uit Utrecht over het proces: „In novem ber vorig jaar bleek de garna- lenhandel in Utrecht op te duiken en heb ik een partij in beslag genomen bij buiten landers die zonder vergun ning bezig waren. Uit mon sters bleek dat er zeer hoge kiemgetallen in de garnalen voorkwamen. Vele duizen den, terwijl de norm op 500 bacillen per gram ligt. Ik achtte die partij dus ondeug delijk, maar de eigenaar heeft de garnalen teruggevraagd via een rechtsgeding. Voor de rechter moest ik dus bewij zen dat de partij schadelijk voor de volksgezondheid is omdat een opeenhoping van stafylococcen een gif, toxine, kan doen ontstaan. Dat was voor onze dienst onmogelijk te bewijzen omdat het om een ingewikkelde analyse gaat". „De rechter heeft toen het rijks instituut voor de volksge zondheid opdracht gegeven het toxine-onderzoek uit te voeren. Dat is zonder resul taat geweest. Toen kon ik weinig anders doen dan de partij garnalen aan de eige naar teruggeven, ondanks het feit dat ik door de aanwe zigheid van zoveel kiemen de partij absoluut ondeugdelijk vond. Sinds die ervaring neem ik dan ook geen garna len meer in beslag, maar laat ik ze zwemmen met het ver velende risico dat ze toch aan de man kunnen worden ge bracht. Maar in ieder geval niet bij mij", aldus Touw. Van een wraakactie tegenover de garnalenhandel wil Touw niets weten. „In een vergade ring met vijftien van de zes tien keuringsdiensten zijn wij in februari tot de slotsom gekomen dat de hygiënische omstandigheden in de pelle rij zorgwekkend zijn. In de praktijk is het zelfs na het af geven van een vergunning onmogelijk de gang van za ken overal de controleren. En dat is nu eenmaal onze taak. Als directeur moet je zeker heid hebben over de omstan digheden waaronder gepeld wordt en over de kwaliteit van de garnalen. Wij hebben toen besloten geen vergun ningen meer af te geven en evenmin bestaande vergun ningen te verlengen". Buitenlanders Bruin Mooijer-Puul: „Er wordt nog maar voor vijftig procent in Volendam gepeld. De resi zit verspreid over het hele land, voornamelijk vrouwen van buitenlandse werkne mers doen het. Maar dat zegt niets, er zijn buitenlanders die beter kunnen pellen dan Volendammers. Van de zes tien keuringsdistricten zijn er overigens maar vijf waar ge peld wordt. In het district Alkmaar wordt al 300 jaar ge peld en zonder enige klacht, waarom moet dan de hele handel de dupe worden van een paar incidenten van een bepaalde firma?" De constatering dat er nooit problemen zijn in het district Alkmaar wordt door adjunct directeur Wiedemeijer van de keuringsdienst niet onder schreven. „Dat klinkt mij te absoluut. Wy komen in ons district, ook in Volendam, wel toestanden tegen op grond waarvan wij de ver gunning intrekken. Niet ver gelijkbaar met wat in Am sterdam en Utrecht aan het licht is gekomen, maar brandschoon is ons district met Je komt bij controles zo wel vlak na het pellen als na de conserveringsbehande ling partijen met bacteriën te gen die voedselvergiftiging kunnen veroorzaken" Voor beelden echter van voedsel vergiftiging na het consume ren van garnalen zyn Wiede meijer niet bekend

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1982 | | pagina 17