Onbegonnen Werk "De wereld aan t verworden? Ik zie dat niet zo actief in I vrije tijd Nederland niet meer zo gastvrij Komt het boek in oorlogstijder toch? J. Boogaarts - veertig jaar jeugdwerk PAGINA 4 DO/ST Leiden VRIJDAG 7 MEI 1982 Leidse kroniek door Ruud Paauw holpen en wie gaat het beta len. "Overwogen zal worden of de bouwers aansprakelijk kunnen worden gesteld", al dus wethouder Tesselaar. Je zou denken dat dat met dit genre knoeiwerk niet zo moei lijk moet zijn. Maar de prak tijk leert anders. In elk geval zal er een proces van jaren mee gemoeid zijn. Het eind van het lied zal wel zijn dat rijk en gemeente voor de op- knapkosten opdraaien. Enfinstraks maar eens goed opletten wie er voor de Ste- venhofjespolder aan de slag gaan. Voorwaarts en niét vergeten wethouder Tesselaar hoort er alles van af te weten. Verzet Op 5 mei de tentoonstelling in de schaduw gebleven on derwerp. Het gaat als we het over de oorlog hebben vrijwel altijd over kerels, hetgeen ze ker niet terecht is. De tentoonstelling heeft een Ne derlands, Frans. Joegosla- visch en Russisch gedeelte. Het buitenland laat ik even ter zijde, van de Nederlandse afdeling was naar mijn ge voel meer te maken geweest. Of het materiaal ligt zo ver spreid dat er niet gemakke lijk aan te komen is. Dat zou dan nog eens op een schrij nende manier onderstrepen hoe verwaarloosd de aan dacht voor de rol van de vrouw in het verzet is ge weest. De afdeling Sow jet-Unie van de tentoonstelling toont o.a. een aantal portretten van pronte, linkse zaak is geweest, iets wat zeer onjuist is. Het zal wel zeer naief zijn, maar ik had er niet op gelet. Zoals men zich ook in de oor log niet afvroeg of iemand zich nu uit gereformeerde, rooms-katholieke of socialisti sche overwegingen tegen het beest verzette. Die etiketten- plakkerij is van na de oorlog en leeft bij sommigen kenne lijk nog steeds voort. In het restaurantgedeelte van De Burcht hielden de oud-le den van de Leidse verzets- groep-Lex een reünie. Vijf van hen hadden die ochtend het Verzetskruis ontvangen, onder hen de leider van de groep mr. A.M.G. Bernhard. Op die bijeenkomst sprak de Leidse hoogleraar dr. I. Schöffer hij leidde het histo De Middelstegracht in 1932, toen die nog open water had. In de verte (wazig) de toren van Tieleman en Dros. Van de Nieuwe Rijn af ziet men achtereenvolgens de St. Annabrug, de Duivels- hoornbrug en de Huibertsbrug. Het is allemaal nog maar pas vijftig jaar geleden (Uit "Leiden, Leienaars en hun stadsbeeld", deel acht van het seriewerk "Hutspot, Haring en Wittebrood"). risch onderzoek in de zaak- Menten) over het onderzoek dat hij op het ogenblik samen met 30 studenten doet om het verzet in Leiden en naaste omgeving te beschrijven en in kaart te brengen. "Er is maar heel weinig over bekend", al dus prof. Schöffer. Dit jaar en volgend jaar wordt er een se mester aan hel project be steed. De Leidse hoogleraar toonde zich "onder de in druk" van de eerste resulta ten die het onderzoek heeft op geleverd. Iedereen die beschikt over gege vens over het Leidse verzet doet er goed aan contact op te nemen met de universiteit. Hoe breder het onderzoek des te beter. Zal dat boek over "Leiden in oorlogstijd" er dan toch nog komen? Hutspot deel 8 Vandaag is deel 8 verschenen van het verzamelwerk "Hut spot, Haring en Wittebrood dat de geschiedenis van Lei den beschrijft. Deze afleve ring gaat over "Tien t Leiden, Leidenaars en hun stadsbeeld', een schets van de wijze waarop de stad zich in de loop der jaren heeft uitge breid. De auteurs zijn B. Le- verland. R. van Maanen en eindredacteur Dick de Boer. Het is zeker een belangwekkend deeltje, maar niet zo spranke lend als menige voorganger. Het anekdotisch element dat De Boer normaal als een heer lijk sausje over het hoofdge recht drapeert, is dit keer vrijwel afwezig. Misschien leende het onderwerp er zich ook niet zo voor. Daar staat tegenover dat er van fraai il lustratiemateriaal te genie ten valt. In de laatste regelen van deel acht verstrekt historicus De Boer zijn traditionele waar schuwende boodschap: "Bij onze waardering voor de waardevolle elementen uit het verleden moeten we er voor waken naar het andere uiterste door te slaan. Het stadsbeeld is altijd een sa menspel tussen heden en verleden geweest. Het zou ver keerd zijn de omstandighe den van de 20ste eeuw ineens in een 17de eeu ws keurslijf te willen dwingen. Dat geldt voor pogingen het Kort Ra penburg weer open te graven; dat geldt evenzeer voor kneu terige stijlloosheid van zoge naamd aangepaste bouw bij de Pelikaanstraat of aan de Morssingel Als dat nou ook maar tot het Stadsbouwhuis doordringt. Volgens Wim Piasmeijer van uitgeverij De Kler-Waanders (de produktieleider van "Hutspot, Haring en Witte brood") loopt de verkoop van het werk nog altijd goed. De oplaag van elk deel is 10.000 en er worden er steeds zo'n 7000 verkocht. Het eerste deel tje. "Leiden en zijn feesten", heeft tot dusver de meeste af trek gevonden. Het minste is deel 4 gegaan, "Leiden en zijn rampen". Plasmeijer vindt dat onbegrijpelijk, hij uit daar steeds weer zijn ver bazing over, omdat hij het zelf één van de beste van de serie vindt. Maar ja, wie leest er in malaise- tijd, met zo veel onthutsend nieuws, nu graag over rdm- pen? Ooit was het project Heren- gracht-Zijlsingel het parade paard van de stadsvernieu wing - tot ver buiten Leidens grenzen bekend. Nog zien we Jan Schaefer. toen nog staatssecretaris volks huisvesting, zich naar de kaalslag spoeden om de eerste paal te boren. De lucht was vol aangenaam getsjilp en schone beloften. De poezie van het verleden is in middels verdrongen door het gramstorige proza van de harde actualiteit. Al heel lang klagen de bewoners in dit gebied over de kwaliteit van de woningen en vooral de verwarming is een steen des aanstoots geworden. Hoe slecht het allemaal is blijkt uit een (voorlopig) rapport van het ingenieursbureau Ve- nema uit Voorschoten dat een onderzoek heeft ingesteld. Hel resultaat ervan stond in de krant van woensdag. Het is huilen met de lamp uil. Als je de waslijst van gebreken leest, vraag je je af waarom Venema niet gewoon heeft neergepend wat er wel deug de. Dan zou hij sneller zijn klaar geweest. Op zoek naar een oplossing voor de problemen rond de verwarming is Venema, zo krijg je de indruk, verder gaan kijken dan zijn neus lang is. Daarbij is hij op nog al wat onvolkomenheden ge stuit. Misschien bedriegt de schijn, maar de Directie Volkshuis vesting van de gemeente Lei den lijkt hem dat niet in dank te hebben afgenomen. Vene- ma schrijft althans in een brief dat gemeenteambtena ren hem zeer onheus hebben behandeld. Ach ja, niet iedereen wil weten hoe hoog de uitwerpselen lig gen, nietwaar. Op zijn beurt verwijt ambte naar Schilder Venema de problemen te hebben opge klopt. Of ddt werkelijk zo is, zullen de bewoners van Oran jegracht en Waardgrachl wel het beste weten. Het zou goed zijn als B en W eens lieten nagaan wat zich tussen de Directie Volkshuis vesting en het ingenieursbu reau heeft afgespeeld en of van gemeentewege inder daad is gedreigd het inge nieursbureau niet te betalen. Pas dan zullen we weten of de term "flauwekul" door Schil der terecht is gebezigd. De vraag is nu: hoe worden de bewoners van het bewuste ge bied het snelst en het best ge- "Vrouwen en Verzet" in De Burcht bekeken. Ik vond het niet zo'n indrukwekkend ge heel. Wie iets van de oorlog af weet. vindt er heel weinig nieuws; wie er niets van af weet, zal waarschijnlijk nog al tegen de buitenkant van de dingen blijven aankijken. Het uitgestalde materiaal is zeer fragmentarisch. Hel zal hem niet altijd in pure held haftigheid, waar nu enigs zins het accent op is komen te vallen. Over het initiatief overigens niets dan lof. "Vrouwen en verzet" is tot dusver een nogal zwaar met medailles behan gen vrouwen. Ik houd niet zo van die staatsiefoto's. Zo kil en onaangedaan. Maar er blijkt wel één ding uit: de Russen hebben hun verzet strijders en -strijdsters wat sneller onderscheiden dan wij de onze, want die hebben meer dan 35 jaar op hun ver zetskruis moeten wachten In het boek, waarin je je gevoe lens over de tentoonstelling kwijt kunt, had iemand bitter geschreven dat de organisa toren de indruk willen wek ken alsof het verzet louter een J. Bogaarts: Het evangelie doet wat met je, LEIDEN - Je hebt het natuurlijk niet op de muur staan, zegt J. Boogaarts aan het eind van het gesprek. Maar, zegt-ie: het zit wel steeds in je achterhoofd. Met een ruim hand gebaar: "Noem het een zendingsopdracht, voor mijn part". Onder de Christelijke Jon gemannen Vereniging (CJMV) zeggen ze het zo: 'Door Jongemannen - Voor Jongeman nen - Samen tot Christus' gemeente Centrum genoteerd worden. Jaren van geweldige bloei braken aan. Nu was er voor de jeugd verder ook niet zoveel te doen. "Het jeugdwerk was vroeger was ook allemaal veel meer wijkgericht. Die wijkge- bouwen waren zo'n beetje wat nu buurthuizen zijn". Zo'n 450 kinderen zochten destijds hun ontspanning aan de Hooglandse Kerkgracht. Wel zeven jongens clubs, rekent Boogaarts in de gauwigheid uit. Dan. als een soort intermezzo ka rakteriseert hij zichzelf. "Ik ben een Schorpioen en een Rotter dammer, dus dan weetje het wel. Een doorzetter. Al moet de on derste steen boven, het moet ge beuren. Maar let wel: dan wel al les samen. hè. Niet een echte lei der, anders krijg je despoten, ik weet nog wel dat we toen vooral met de oudere jongens hele dis cussies hadden". Hij belandt weer in het heden: "Dat is nu een beetje in, hè. Nou ik moet je ook zeggen: op die scholen van nu, daar kun je wel jaloers zijn. Het is toch heerlijk om nu op school te zitten. Die vrijheid, samen din Veertig jaar is Boogaarts - door jon gemannen voor jongemannen - actief als leider van jongens- clubs. Eerst voor de CJMV bij de Leidse Chr. Jongensvereniging 'Phebe', later werd dat jongens werk 'De Valkeniers' in de Mo- lenwijk. Zaterdag is de dag dat Boogaarts daarvoor in wijkge- bouw De Goede Herder (Oude Vest 13) in de bloemetjes wordt gezet. Het begon in de trein van Leiden naar Haarlem, zo kan Boogaarts zich nog wel herinneren. Hij zat daar op de HTS en, terwijl de trein zich door de bollenstreek spoedde, vertelde een oudere studie-genoot over de CJMV en het jeugdwerk in 'Phebe'. Van het "Kom es kijken" kwam het ander en na wat baantjes als jeugdbibliothecaris werd hij 1 mei 1942 leider van een jongens club. Lachend: "Toen ze het vroegen, heb ik ja gezegd. Niet wetend dat ik het veertig jaar zou blijven. Ach. waarom ook niet. Je was jong. boordevol idealen. En, zeg ik altijd: het evangelie doet wat met je, maar je moet er zelf ook wat mee doen" Boogaarts weet het nog goed: "We kwamen bij elkaar, meestal za terdagmiddag en soms vrijdag avond. En dan het eerste half uur bijbelbespreking. Nee inder daad, daar zou je nu niet meer mee aan moeten komen. Dan daarna een spelletje of een voor dracht". Het waren de oorlogsja ren. "En ik had de tijd. Ik was klaar met de studie en in die tijd zocht je geen werk". Pas in_het laatste jaar werd het moeilijk. "De kinderen hadden andere dingen aan hun hoofd. Eten bij elkaar krijgen. Bovendien, we konden ons lokaal aan de Oude Vest ook niet verwarmen". Dat jaar werd ook de organisatie an ders. Het jeugdwerk moest on der kerkelijke vleugels, kon niet langer zelfstandig zijn. "We heb ben ons toen aangesloten bij de Hervormde Kerk. want de mees ten voelden zich daar het sterkst bij betrokken." Bloei Na '45 werd de draad weer opgevat en in het jaar 1952 kon de verhui zing van de Oude Vest naar wijk- gen uitzoeken". Terug weer naar het verleden: "Dat hadden wij toen ook wel, hoor. Eigenlijk wa ren we onze tijd ver vooruit. Wat nu op school gebeurt, dat ge beurde bij ons ook. Samen naar de gasfabriek, samen sporten op tweede pinksterdag". Hij spfingt weer naar het heden: "Ach, het is nu allemaal veel meer verspreid. Elke speeltuinvereniging heeft wel een club. Als je die kinderen ook hoort. De ene dag dit, de an dere dag dat. Ik denk wel eens. eigenlijk is het teveel van het goede" Molenwijk Boogaarts vat zijn verhaal weer op bij het jaar 1960. Dominee Kleer maker vertrok en dat betekende tevens het einde van wijkge- meente Centrum. Via dominee Van der Berg en later dominee De Jong werd de Oude Vest weer het domein van het jongeren werk, ditmaal in het kader van de Molenwijk. Boogaarts komt op de rol van de kerk in het ge heel. "Die is niet zo groot en dat is ook niet zo nodig. Niet dat ze zich echt afzijdig houden, dat niet. Maar ze staan ook niet be paald te springen om je te hel pen. Zelf hebben we met de Ma- rekerk nog weinig te klagen, hoor. Lokaliteiten en geld altijd tot onze beschikking gekregen. Terwijl je bij andere kerken wel hoort: moet dat nou, is dat nou wel nodig". Na de piek in de jaren vijftig is de belangstelling langzamerhand steeds minder geworden. Behal ve drie jongensclubs zijn er nu twee meisjesclubs en een zon dagschool. Wat dat laatste be treft: "We speelden al een tijdje met de gadachte om er maar eens mee te stoppen. Maar de laatste tijd zijn er weer wat kleintjes bij gekomen. Nu een stuk of twaalf zo bij elkaar. En daar ben je dan al heel blij mee". Maar, vraagt de verslaggever wat betreft meisjesclubs en jongens clubs. is dat nog wel van deze tijd. "Die scheiding is niet zo strikt, hoor. Er zit bijvoorbeeld een meisje in de hobbyclub en er zit er ook ééntje in de fotogroep Maar aan de andere kant: het hoeft toch ook niet zo per sé ge mengd. Je moet niet zo vreselijk in rolpatronen denken. En vraag ik me wel eens af: zit het er met gewoon ingebakken? Ach, al dat feminisme, ik weet het niet". Andere tijden, andere gewoonten. Ook andere kinderen? "Nee, niet echt. Ik zeg altijd: een kind is een kind. In hun kind-zijn zijn ze niet veranderd. Ze hebben dezelfde problemen als veertig jaar gele den. Ik bedoel: als het hondje dood is, hebben ze daar nu ook nog verdriet over. Maar het is na tuurlijk wel zo dat vroeger een groep van veertig kinderen mak kelijker hanteerbaar was. Nu zijn ze veeleisender, bewegelijker. Er wordt echter zo gauw moord en brand geschreeuwd, dat de we reld aan het verworden is. Nou, ik zie dat niet zo problematisch". Weet je, gaat hij op een andere tak springend verder, dat het het leukste is met een beetje verle gen kinderen. "Als zo'n kind dan en beetje los komt. Dat is echt het allerfijnste. Dat zo'n kind gaat voelen dat-ie mens is. Die dingen, dat is echt je onder grond, hè, daar werkje op. Het is niet alleen maar kinderen bezig houden. Zeker niet. Trouwens, dan houd je het ook geen veertig jaar vol". 'Afbouwen' Overigens, zo blijkt aan het eind van het gesprek, Boogaarts heeft zijn langste tijd gehad als jon- gensclubleider. Langzaam 'af bouwen' is nu het parool. Al het werk dat hij if* de loop der jaren heeft verricht - hij laat een vel letje vol bestuurswerk zien, veel al voor de CJMV - wil Boogaarts besluiten met het ouderling- kerkvoogdschap van de wijkge- meente Morskwartier, de wijk waar hij woont. Maar het jon gensclubwerk moet er binnen kort op zitten. Niet dat hij er zich echt te oud voor voelt, "wat is nou te oud", maar er moet zo langzamerhand toch eens plaats gemaakt voor jongeren. En slui mert in Boogaarts achterhoofd ook niet het credo 'Voor Jonge mannen - Door Jongemannen - Samen tot Christus'? BART JUNGMANN Volksdansinstuif In clubhuis Matilo aan de Zaanstraat wordt morgen avond een volksdansinstuif gehouden voor ouderen. De volksdansgroep van Matilo en een groep uit de Du Rieu- straat verzorgen de iristuif onder begeleiding van een Balkanorkestje. Alle wijkbe woners van Meerburg zijn welkom vanaf acht uur. Aniba Iain Mackintosh geeft zondag middag zijn jaarlijks concert voor de Leidse folkclub in Aniba's muziekkamer. Hij zingt Schotse ballades en be geleidt zichzelf op banjo, tin wistle, concertina en doedel zak. Aanvang half drie. Vrouwenarbeid, In het Rijksmuseum voor Vol kenkunde aan de Steenstraat wordt een aantal zondagen achter elkaar aandacht be steed aan vrouwenarbeid in de derde wereldlanden. Aan staande zondag staat Indone sië op het programma. De ga melan wordt bespeeld en Sas- kia Wieringa vertelt over Ba- tiksters op Java. Er wordt een film vertoond en er zijn voor beelden van batikwerk te Speelgoedbeurs In buurthuis 't Spoortje aan de Bernhardkade wordt dins dag een speelgoedbeurs ge houden door Speel-o-theek Pinokkio. Maandag van een tot vijf en van acht tot tien uur kan er speelgoed voor de beurs naar het buurthuis worden gebracht. Twintig procent van de opbrengst is voor de aanschaf van nieuw speelgoed voor de speel—o—- theek. LEIDEN - Nederland is lang niet meer zo gastvrij als vroeger. Vreemdelingen en vluchtelingen moeten steeds meer moeite doen het land binnen te komen. En als ze eenmaal in Nederland zijn hebben ze veel minder rechten dan Nederlanders en moeten ze aan steeds meer voorwaarden voldoen om in Nederland te blij- Dat is de conclusie van het over grote deel van de bezoekers van een forumdiscussie, gisteravond in de Hooglandse kerk. Uitgeno digd waren Nawijn van de afde ling asielzaken van Justitie. Tweede Kamerleden Buikema (CDA) en Lankhorst (PPR), Kruyt van het Nederlands Cen trum voor Buitenlanders en De Ruyter van de Vereniging Vluch telingenwerk Nederland. Zij konden reageren op vragen en Conclusie na forumdiscussie in Hooglandse kerk: zoekers. Volgens Kruyt is het beleid van Nederland erop gericht zo min mogelijk buitenlandse werkne mers binnen te laten, een restric tief beleid. "Er wordt gezegd dat Nederland vol is. Bovendien is er angst voor rassenrellen wanneer er meer buitenlanders zouden komen. Buitenlanders hebben ook minder rechten: ze moeten twee keer zolang op huisvesting wachten, hebben geen kiesrecht, krijgen niet de gelegenheid hun eigen godsdienst te belijden en worden ook bij de sociale verze keringen achtergesteld" Nawijn van justitie, als verdediger van het Nederlandse beleid, was een van de weinigen die Neder land nog wel gastvrij vond: "De werkloosheid maakt het noodza kelijk dat er een restrictief beleid wordt gevoerd. En wat de huis vesting betreft, daar moet een Nederlander ook lang op wach ten". Volgens Lankhorst (PPR) wekt zo'n beleid vreemdelingen haat op. "De buitenlanders zijn ongewenst, terwijl ik vind dat zo veel mogelijk mensen van de welvaart in Nederland moeten meegenieten". Buikema van het CDA had iets meer reserves. "Als je mensen in Nederland toelaat, schep je ook verplichtingen jegens hen. Je moet wel een beperkt toelatings beleid voeren, anders kun je de mensen nooit werk en huisves ting garanderen". Vanuit de zaal kwamen reacties die de regeltjes van vreemdelingenwet nog min der mooi afschilderden dan ze in theorie al zijn. Vooral het trou wen van een Hollander met een buitenlander, wat de buitenlan der een verblijfsvergunning kan opleveren, heeft steeds minder Als het huwelijk al doorgang vindt (er zijn gevallen bekend waarbij de buitenlandse bruid of bruide gom nog voor het stadhuis wordt opgepakt) dan is het nog maar de vraag of de trouwpartij wordt er kend. Vaak krijgt de buitenlan der nog geen verblijfsvergun ning omdat het huwelijk een schijnhuwelijk zou zijn. "Hoe moet ik bewijzen dat ik echt van mijn man houd?", vroeg een Ne derlandse vrouw zich gisteren af. Bovendien is er onlangs een nieuw regeltje ingevoerd: de Ne derlandse partner moet minstens 1435 gulden verdienen, een be drag dat lang niet iedereen bij el kaar kan brengen. Wat betreft de vluchtelingen, men sen die in Nederland asiel aan vragen, heet Nederland iets gast vrijer te zijn dan wat betreft de buitenlandse werknemers Vol gens De Ruyter gaat ook het vluchtelingebeleid echter de ver keerde kant op. "De vluchteling moet steeds meer bewijzen dat het gevaarlijk is naar zijn land te rug te keren. Zijn verhaal wordt zelden meer direct geloofd". De heer Keuning, een bezoeker, kwam met cijfers die uitwezen dat Nederland veel minder asiel verzoeken honoreert dan de om ringende landen. Nawijn van justitie: "Dat mag zo lijken, maar Nederland is wel het enige land dat alle asielverzoe ken in behandeling neemt. An dere landen weigeren vluchtelin gen soms zonder pardon. Jullie zien alleen de negatieve beschik kingen. Sommige asielzoekers worden binnen enkele dagen toegelaten". Buikema (CDA) pleitte voor een verkorting van de procedure bij het toewijzen van een asielverzoek: "Nu moet iemand soms maanden of jaren wachten" Een mevrouw uit het publiek: "Je kunt de procedure verkorten hoe je wilt. Maar zo lang de humaniteit ontbreekt, maken al die regeltjes niets uit. Nederland zou eens wat mense lijker moeten worden".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1982 | | pagina 3