"Dat zo'n amateurke zoveel fans heeft "Kinderprogramma mag niet kinderachtig zijn" Antwerpse namaak-Elvis kan het maar niet gelwen 99 Leoni Jansen blij met jeugdmagazine 'Roffel' ZATERDAG 10 APRIL 1982 Extra PAGINA 17 Steevast als hij optreedt heeft hij twee lijfwach ten tot zijn beschik king. Net als Elvis Presley. Alleen Elvis had er aan twee niet ge noeg. Vick Beasley wel. „Ik heb ze eigenlijk he lemaal niet nodig", zal hij later bekennen. „Ze staan er zuiver voor de show." Ook die zondagmiddag zijn ze er. In een dun bevolkt zaaltje in Gouda staan ze (in witte Vick Beasley-t-shirts) met de gespierde armen over elkaar pontificaal naast Vick, wiens ware naam Victor Baelus luidt. Gehuld in een wijd uit lopende witte jump-suit voert hij er zijn Teddy Bear live-show op. Het handjevol publiek dat er is, reageert enthousiast op de manier waarop Beasley (43) Elvis doet 'herleven'. Al zevenentwintig jaar imiteert de Antwerpenaar The King. Vorig jaar werd hij verkozen tot Europa's beste imitator van Elvis. En het aardige is: Vick playbackt niet. Hij zingt écht. Van de zomer gaat hij naar Amerika. In Las Vegas is hij te gast op het Amerikaanse dubbelgangersfestival. Ook wacht hem een optreden in New York en is hij uitgeno digd in Memphis, de stad waar Elvis opgroeide en waar zijn laatste rustplaats is. Daar zal hij meedingen naar de we reldtitel Elvis imiteren. Deze wedstrijd wordt gehou den ter herdenking van het feit dat Elvis er precies vijf jaar geleden in zijn eigen Heartbreak-Hotel stierf. Eindelijk kan ik nu eens zijn graf gaan bezoekenzegt Beasley. „Dat vind ik belang rijker dan die verkiezingen.' Openbaring Hij denkt er een redelijke kans te maken. Gelet op zijn optre den in Gouda slaat hij geen gek figuur als imitator van Elvis. Toch zal hij aan de ver kiezingen in Memphis een zware dobber hebben, al was het maar vanwege het feit dat in Amerika niet minder dan negenhonderd imitatie-Elvis- sen rondlopen. En wat daar van in Memphis opdraaft, is ongetwijfeld het neusje van de zalm. Sommigen van hen verdienen er een goed belegde boter ham mee. Vick Beasly doet dat niet. Bewust. „Ik vind dat niet schoon", zegt hij. „Ik vind dat een beetje lijkenpik- kerij. Laat mij maar op m'n camion (vrachtauto). Ziet u: Vijf dagen in de week loodst hij, terwijl de cassetterecor der louter muziek van Elvis speelt, een vrachtwagen met aanhanger door het Belgi sche verkeer. Bouwkranen vervoert hij; bijna evenlang als dat hij Elvis imiteert. „Ei genlijk is het heel onnozel be gonnen". verhaalt hij. „Ik was zestien, loopt me in het café een vrouw tegen het lijf. Ze was zojuist teruggekeerd uit de Verenigde Staten. En ze zei: „Gij lijkt krek Elvis Presley." „Pas veel later begreep ik wie ze bedoelde. Toen pas werd Elvis ook in Europa bekend en aanschouwde ik in de ga zet voor het eerst zijn por tret." Evenals voor zovele ancfcren betekende de muziek van El- vis voor Victor Baelus een openbaring. Binnen afzien bare tijd waren de wanden van zijn kamer van onder tot boven beplakt met posters van Elvis. En elke grammo foonplaat die Elvis uitbracht, kocht de jonge Baelus. Gewoon Zijn bakkebaarden liet hij pre cies zo groeien als zijn idool. En om nóg meer op hem te lijken brengt hij sedertdien elke drie maanden een be zoek aan de friseur en laat hij zijn haar gitzwart verven. Vanaf die tijd is Victor ook voor het voetlicht gaan tre den. Elke talentenjacht, of wat daarvoor moest door gaan, bezocht hij. Altijd ging zijn moeder mee. En al die tijd was hij trouw lid van de Elvis-fanclub. Nu heeft Vick zijn eigen fan club. Een internationale met een Nederlandse afdeling en een Belgische. Elke drie maanden geven die een blad uit, dat bol staat van informa tie over Vick. „Ergens", glun dert Vick, „kan ik het me ge loven. dat zo'n amateurke als ik zoveel fans heeft. Waar dat aan ligt? Ik weet het nie. Ik blijf gewoon hè. heel gewoon. Ik dcnkfciat 't 'm dat is." Onderuitgezakt in zijn kleedka mer, zuinigjes lurkend aan een Balmoral, vertelt hij heel amusant over zijn drie stoute dromen. „De eerste was dat ik een grammofoonplaat zou maken. Dat is gelukt (Vick heeft met eigen composities één elpee en vier singles vol- gezongen). M'n tweede wens was dat ik op televisie zou ko men. Ook dat is gelukt. En de derde was dat ik Elvis zou worden. Dat is dus niet ge lukt. Maar dat geeft niks, ik zijt content zo. Zeer content." Optreden doet hij tegen onkos tenvergoeding. Niet om het geld dus. Wél om de lol en ter nagedachtenis van Elvis. Het optreden beperkt hij trou wens tot één keer per maand. „Méér kan ik fysiek niet aan", bekent hij, „ik ben niet zo jong meer. Ik zie d'r wel jong uit. maar dat komt van de ze nuwen" Ontluisterd Pratend over het boek van de Amerikaanse journalist Al- bert Goldman, waarin Elvis helemaal wordt ontluisterd, zegt Vick dat hij helemaal „naturel" is. „Ik begin niet aan drugs en al die rommel. Zó bekend wil ik niet wor den. Maar met Elvis was het anders. Hij was niet meer vrij." „Ik vind ook dat we die man met rust moeten laten en niet verder afbreken. Per slot van rekening was hij The King hè?" Evenals The King draagt hij een paar opzichtige ringen. Met daarop grote stenen- van plastic. Duurder is zijn jump-suit. „Tweëenveertig- duizend francs, meneerke. Elvis ging ermee op de grond liggen, maar u begrijpt wel dat ik dat niet doe." Beschikte Elvis over een cape. Beasley heeft er eveneens één. Als het optreden zijn ein de nadert, hangen de twee lijfwachten hem die om de schouders. Even later hangen ze hem ook een opgerolde Twee "lijfwachten22 hangen Beasley een cape om de schouders, net zoals dat bij Elvis gebeurde handdoek om de nek. Dan buigt Vick Beasley diep... om de bloemen en zoentjes van enige vrouwelijke fans in ont vangst te nemen. Moe maar voldaan begeeft hij zich vervolgens naar de kleedkamer. Daar vertelt hij heel beminnelijk over zijn show, over zijn pasjes, over de wijze waarop hij het pu bliek bespeelt. „Ik denk hup en het is gebeurd. Weet u: El- vis geeft me raad." Het scheelde slechts een haar of hij had Elvis in 1958 in le vende lijve ontmoet. „Elvis was toen gelegerd in Frank furt en ik m Keulen. Een keer was ik er vlak in de buurt, maar op twintig kilometer af stand gebood de comman dant me rechtsomkeert te maken." Teddybeer Mocht Elvis tijdens zyn optre dens menige teddybeer van zyn fans in ontvangst nemen, Vick Beasley doet het omge keerde. Kinderen in het pu bliek verrast hij met rode beertjes „Als ik iemand kan blij maken, dan doe ik dat hè." Zegt vervolgens' „Eén dag zet ik er een streep onder. Als ik dat doe, zal dat niet met schande zyn. Evenals Eddy Merckx en Cassius Clay wü ik op m'n hoogtepunt stop pen." „Maar vooralsnog vind ik het allemaal heel erg plezant hè. Tenminste: zolang ze me niet van kant maken natuurlijk. Want dat vrouwelijke pu bliek is soms fanatiek, hoor Vervolgt: „Jazeker, vaak kun je zo met ze op stap" Lacht: „Maar nu niet... ziet u". fluis tert hij dan met pretoogjes, „m'n vrouw is er vandaag ook bij." Speciaal voor tieners zendt de VARA sinds kort maandelijks het jeugdprogramma Rof fel uit. De omroep vond dat in het huidige tele visieaanbod te weinig plaats was gereser veerd voor leerlingen uit de hoogste klassen van lagere scholen. Roffel wordt gepresen teerd door discjockey (VARA's Popkrant), zangeres, actrice en danseres Leoni Jansen. Met dit programma heeft ze haar echte tele visiedebuut gemaakt. Voor Leoni is het werken met kinderen niet nieuw. Geruime tijd heeft ze in Amsterdam met tieners toneelstuk jes in elkaar gedraaid. De eerste kennisma king met het medium televisie is haar niet meegevallen: „Je moet op alles letten. Soms maakte ik te snelle be wegingen waardoor ik uit beeld verdween. Het is in het begin moeilijk jezelf een juis te houding te geven. Dat is voor degene die het programma regis seert een ontzettende handicap". Toch is ze blij dat ze als een van de weinige jon geren de kans heeft ge kregen een televisie programma te presen teren: JÈÊÊÊMÊKBBt- Wk'iW "'ito. Leoni Jansen: "Je kunt niet doen alsof je achterlijk bent" „Gelukkig", vervolgt ze, „be seffen steeds meer program mamakers dat het geen goe de zaak is dat veel tieners vaak alleen naar uitzendin gen kyken die niet voor hen zijn bestemd. Want ook 10- tot en met 13-jangen hebben recht op eigen program- Een van die programma's is Roffel. Een uitzending met een educatieve (leerzame) en een amusementskant. Of zo als regisseuze Flory Anstadt zegt: „Leerzame onderwer pen verpakt in hagt Llag" Toeloop Getuige de reacties op het eer ste programma is Roffel bij de doelgroep ingeslagen. Vooral de rubriek de Boeken hoek heeft z'n uitwerking niet gemist. Hierin behandelt Leoni Jansen maandelijks een prenten-, doe- en lees boek. Ze las een spannend fragment uit een boek voor en sloeg het toen de ontkno ping naderde dicht. „Dat is me heel kwalijk genomen door de kinderen", zegt Leo ni lachend. „Ze gingen de volgende dag di rect naar de bibliotheek of boekhandel. Zochten in het boek de bewuste pagina op en lazen de afloop van het hoofdstuk Ik hoorde van een filiaalhouder van een biblio theek dat er de volgende dag een ware toeloop op het door ons gekozen boek was ge weest Dat vind ik prachtig Zonder dat je een bock echt aanprijst, breng je kinderen ertoe boeken te lezen. Dat is toch mooi meegenomen?". Het maken en presenteren van dergelyke programma's is volgens Leoni Jansen geen eenvoudige opgave. Voor ou dere mensen en ouders is zo'n uitzending al snel verte derend. „Maar", zegt ze fel. „het is juist belangrijk dat ook kinderen het leuk vinden naar leeftijdsgenoten te ky ken. Zonder dat ze de neiging hebben de knop van het toe stel om te draaien". Moeite „Je kunt wel een programma met kinderen maken Dat is niet zo moeilyk. Maar om zo'n uitzending ook voor de doelgroep aantrekkelijk te maken kost veel moeite Kin deren zyn kritisch en willen niet op een kinderachtige wyze worden benaderd Dat vraagt ook veel van degene die het programma presen teert". „Kyk". vervolgt ze. „ik ben Leoni Jansen Zesentwintig jaar. Zoals ik nu ben, met din gen die ik nu weet benader ik ze. Ik ben geen 12 jaar Tus sen de kinderen en my ligt dus een groot leeftijdsver schil. Maar dat wil ook weer niet zeggen dat ik het recht heb daarvan een machtsposi tie te maken. Ik probeer daar om een middenweg te vin den" „Ik kan best zeggen Jongens ik heb een raar gevoel en weet niet wat het is'. Zy zeg gen dan: 'Je bent verliefd Met dit gegeven ga ik dan verder spelen. Maar je kunt niet doen alsof je achterlijk bent en niet weet wat verliefd zijn is". Ramp „Kyk", zo laat ze er op volgen, „ik kan me byvoorbeeld nog heel goed het moment herin neren waarop het uitraakte met m'n eerste vriendje. Dat was voor my een ramp 111 later heb je de neiging dat te relativeren. Je was tenslotte pas dertien jaar. Maar ik heb dat toen net zo erg gevoeld als iemand die op 25-jange leeflyd een vriend of vrien din kwytraakt. Dat realiseer ik me nu". „Misschien omdat ik de laatste jaren veel met kinderen heb samengewerkt in theaters Mogelijk dat ik daarom ook goed met kinderen van een jaar of dertien kan praten, en dat ze het gevoel hebben dat ik ze serieus neem Ik kan me een beetje in hun gedachten- wereld verplaatsen" Leoni Jansen voelt zich ook ze kerder wanneer kinderen in de buurt zyn „Laatst kwam byvoorbeeld een jongetje naar me toe We raakten oen beetje aan de praat Ik vroeg hem of hy nog broertjes of zusjes had 'Ik heb nog een zusje', antwoordde hy 'Myn broertje is pas overleden Vervolgens vroeg ik direct of hy nog een beetje verdrietig was. Op dat moment dacht ik. als dat jongetje een vol wassen iemand was geweest, had ik gezegd: o. sorry Je zou wel willen praten, maar je bent veel banger dat je ie mand op de een of andere r zult kwetsen" Verliefd Toch erkent Leoni dat de im mer geprezen spontaniteit van kinderen de volwassenen ook in een verdraaid lastig pakket kan brengen. Ook zy heeft dat aan den lyve onder vonden Zy behandelde in h. VAK A i',: i" Dubbellisjes, dat elke zon dagmiddag wordt uitgezon den. het onderwerp verliefd heid. „Plotseling", zegt ze lachend, „nep een meisje live in de uit zending: 'Zeg hoe zit het ei genlyk met jezelf? Je steil ons wel vragen maar wat zyn jouw ervanngen. Ben jy ook verliefd?'. Dat vind ik leuk. Ook al zit je in een uitzen ding. toch durven ze op zo'n moment dergelyke vragen aan je te stellen

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1982 | | pagina 17