c
Dr. Zeldenrust weet
nog niet van wijken..
Reported
„...dat blijf je proeven"
Patholoog-anatoom 75 jaar
DONDERDAG 8 APRIL 1982
Varia
Denkt u niet dat ik ongevoelig ben
voor humoristisch proza, inte
gendeel, een verrassende formu
lering, een onverwachte ontkno
ping aan het eind van een zin,
zijn aan mij welbesteed. Daarom
lees ik liever Mulisch dan Her
mans, liever Reve dan Wolkers,
om me even tot de Goden op een
even hoge Parnassus te bepalen.
„Lenig proza", gevarieerd proza,
gedurfde gedachtensprongen
roepen dikwijls een glimlach bij
mij op, soms grinnik ik, maar het
kan ook gebeuren dat ik ver
maakt zit te lezen, zonder dat dit
voor een onbespiede toeschouwer
merkbaar is. Maar aan de ande
re kant: hardop lachen om proza,
zoals ik zo dikwijls hardop lach
neelstuk of een tv-programma,
gebeurt me toch maar zelden.
Daarvoor is proza (of poëzie, ik
wil hierin geen onderscheid ma
ken tussen proza en poëzie) van
zichzelf toch te stil: letters op pa
pier, je hoort ze niet (zoals de ca
baretier, de toneelspeelster met
haar uitgekiende timing, de sti
mulerende achtergrondgeluiden
in de tv-serie), en in feite zie je
ook niet wat ze bij elkaar beto
gende ziet alleen, in steeds ande
re volgorde, die 26 letters van het
alfabet. Door langjarige oefe
ning weetje wat ze in die specia
le volgorde betekenen, daar kun
je je iets bij voorstellen, en die
voorstelling van zaken kan je
dan weer aan het lachen maken.
Daarom beschouw ik het altijd als
een bijzondere gebeurtenis (ook
een bijzonder verheugende ge
beurtenis) als ik om enkele regels
proza hardop, hoorbaar voor
huisgenoten, in de lach schiet.
Dat gebeurde laatst midden in de
boekenweek, op zaterdag 27
maart, bij het lezen van het voor
kantje van de Bescheurkalender
van Kees van Kooten en Wim de
Bie. Onder het kopje „Zaterdag
avond" stond daar:
„Hij marmerde het water met slier
ten gifgroen badschuim, klopte
zijn warme bad op, nam erin
plaats met de nieuwe VN en liet,
bij het openvouwen, de bijlage
eruit glijden, die onmiddellijk
zonk".
„Alles is grappig zolang het maar
een ander overkomt", zei Will Ro
gers. Mij is het inderdaad nog
nooit overkomen dat de kleuren-
bijlage van Vrij Nederland, bij
het openvouwen van dat blad, in
het badwater viel, dus in zoverre
had ik recht en reden om te la
chen.
„Humor is het getrouw weergeven
van de natuur. Hij toont de ern
stige en belachelijke zijde der
dingen, beide tegelijk: hij zet een
hansworst op de nek. van de mar
telaar, of daar zijn plaats was",
zei Multatuli. Mij is het dikwijls
overkomen dat ik Vrij Nederland
pakte en dat die kleinere bijlage
met zijn gladde papier er toen
tussenuit viel. Wie gewend is Vrij
Nederland op het station of in
een inloopwinkel te kopen, zal
zich dikwijls hebben moeten buk
ken om de bijlage van de grond
op te rapen. Wie, zoals op de Be
scheurkalender wordt beschre
ven, zich neerlaat in het iets te he
te, met donzig badschuim ver
sierde water, zich bij voorbaat
verheugend op het lezen van Vrij
Nederland in de meest ideale om
standigheden, en dan die bijlage
(de boekenbijlage wellicht!) in
het schuim ziet wegzinken, is
martelaar en hansworst tegelijk.
Het Bescheurkalenderstukje
beantwoordt dus ook in alle op
zichten aan Multatuli's definitie
van humor.
Humor is opgeruimdheid zonder
optimisme en ironie zonder bit
terheid", zei Allard Pierson, en
ook deze definitie past perfect op
de beschreven gebeurtenis in het
bad. De opgeruimdheid wordt
uitvoerig geëtaleerd bij het mar
meren van het water met de slier
ten gifgroen badschuim (hier
was een geducht schrijver aan
het werk, zoals u ziet), het gebrek
aan optimisme daarbij voorvoel
je al in dat „gifgroen", en trou
wens ook in die opeenstapeling
van behaaglijke zaken: bad
schuim, warm bad, nieuwe VN...
Zoveel geluk, dat kan nooit goed
aflopen, denk je als lezer! De iro
nie („Een vrije geest moet één po
litieman hebben: Ironie" zei El-
bert Hubbard) van de geschetste
gebeurtenis zit hem in het feit dat
de persoon in kwestie de met
bloed, zweet en tranen bijeenge
schreven inhoud van een serieus
weekblad tot zich wil nemen in
de decadentste Hollywoodse film-
sterrensituatie die zich denken
laat (het warme bad met bad
schuim), en dan het lid op de neus
krijgt! Maar de formulering van
al dit leed is toch weer zo ge
speend van bitterheid (er wordt
niet geklaagd, niet gevloekt, niet
beschuldigd, het gewelddadige
slot - de bijlage wordt niet nat of
met badschuim bezoedeld, nee, ze
„zinkt onmiddellijk", gelijk de
„Titanic", er rest geen enkele
hoop - wordt niet bejammerd
maar zonder meer geconsta
teerd), dat ook de definitie van
Allard Pierson in alle opzichten
op de beschreven gebeurtenis
past.
Was het wonder dat ik hardop
moest lachen? Diezelfde zaterdag
heb ik Kees van Kooten gevraagd
hoe dat voorkantje van de Be
scheurkalender ontstaan was.
Uit het leven gegrepen, zei hij.
Het was hem zelf een keer overko
men! Het enige blad, had hij na
jaren experimenteren vastge
steld, dat in het bad gelezen kon
worden, was Vrije Geluiden.
Klein formaat, stroef papier, en
het wordt wel nat maar dat geeft
niet zo erg...
RIJSWIJK - Zijn naam
duikt steevast op bij
onwelriekende voor
vallen als moorden,
misdrijven en mishan
delingen en daarom
heeft die naam in de
loop van de jaren een
wat macabere bijklank
gekregen. Het zij zo. De
persoon van dr. J. Zel-
denrust zelf is in elk ge
val allervriendelijkst en
beminnelijk. Daaraan
doet de collectie li
chaamsdelen op sterk
water in zijn werkruim
te, een handjevol stille
getuigen van duizen
den onderzoeken, niets
af.
Deze week werd dr. Zelden-
rust', patholoog-anatoom
in dienst van justitie, 75
jaar. Een leeftijd waarop
menig ander al minimaal
tien jaar een teruggetrok
ken bestaan zal leiden.
Zeldenrust hoe toepasse
lijk is zijn achternaam
denkt echter nog niet aan
zijn pensionering. De au
toriteiten kunnen hem nog
niet laten gaan: er is voor
hem nog geen full-time op
volger. Hij oefent dan ook
geen vak uit dat door vele
van zijn collega's wordt
geambieerd.
Vandaar dat de patholoog
anatoom ook op deze ver
gevorderde leeftijd zijn da
gen slijt met het ontleden
van lijken. Een meer dan
druk bezette baan, die hij al
34 jaar uitoefent. De onna
tuurlijke dood, waarvan de
oorzaak door middel van
een sectie moet worden
vastgesteld, komt nooit al
leen op werkdagen tussen
negen en vijf uur. Niet zel
den wordt dr. Zeldenrust
's avonds of gedurende de
weekeinden opgeroepen en
moet hij lancet, schaar en
microscoop weer oppakken
om aan een snijtafel te gaan
staan.
Een luguber vak, dat van dr.
Zeldenrust? De buitenstaan
der vindt ongetwijfeld van
wel. Zeldenrust zelfheeft zijn
vak nog nooit luguber gevon
den. Ook niet toen hij in 1933
met de opleiding begon.
Dr. Zeldenrust over die nare
bijsmaak aan zijn beroep:
"Luguber, nee, dat vind ik
ADVERTENTIE
Douwe Egberts koffie, lekkere koffie.
geen goede kwalificatie. Mijn
werk is hetzelfde als dat van
een chirurg. Ik zie het als nor
maal medisch werk, met dit
doel dat wij juristen, in casu
de rechter of officier, infor
matie over onze bevindingen
geven. Je bent in ons vak ten
slotte bezig met het opsporen
van een doodsoorzaak, opdat
een moord kan worden opge
lost. En men vindt het ver
richten van een maagoperatie
toch ook niet luguber?"
Anders zou het volgens hem
zijn als er doelloos in lijken
zou worden gesneden. "Dan
zou het een zeer verwerpelijk
beroep zijn. Maar zo ligt het
niet".
De 'staatspatholoog', zoals hij
in de wandelgangen wordt
genoemd, oefent zijn vak uit
sinds 1933. Vijftien jaar later
werd hij benoemd tot direc
teur van het gerechtelijk ge
neeskundig laboratorum, dat
ressorteert onder het ministe
rie van justitie.
Stille wens
Daarmee ging een stille wens
van hem in vervulling. Hij
noemt het "een samenloop
van de wil en de omstandig
heden" dat juist hij de lege
plek van de Leidse dr. J.P.L.
Hulst, die tot zijn 83ste(!) pa
tholoog-anatoom was. kon
opvullen.
Zo lang als zijn voorganger
hoopt dr. Zeldenrust toch
niet aan te blijven. "Als je een
goede opvolger hebt, moet je
niet tot in het oneindige door
gaan". Alleen: die opvolger ts
er nog niet, tenminste: niet
full time. Zeldenrust denkt
dat de functie van patholoog
anatoom van justitie collega's
om een aantal redenen af
schrikt. De gerechtelijke ge
neeskunde komt heel vaak in
de openbaarheid, immers, de
rechtspraak is een openbare
aangelegenheid. "Je timmert
altijd aan de weg." zegt hij,
"omdat je onderzoeksresulta
ten altijd in de publiciteit ko
men of tijdens een rechtszit
ting aan de orde komen. Daar
hebben veel artsen grote
moeite mee Het medisch be
roepsgeheim, begrijpt u".
Daarnaast kunnen pathologen-
anatomen in de ziekenhuis
wereld aanzienlijk méér ver
dienen. "Maar ik verwacht
dat binnen zeg maar een jaar
of twee de zaak gesetteld is.
Tegen die tijd zal mijn opvol
ging wel zijn geregeld".
zyn werk uitgekeken, om in
die 'oneerbiedige' termen te
spreken. "Ik sta er nog net zo
tegenover als in het begin.
Telkens die vragen, die je
door het hoofd schieten als je
met een sectie bezig bent.
Het gaat zo vaak om ogen
schijnlijk onbelangrijke din
gen. maar voor de rechtbank
zijn ze van wezenlijk belang"
Zeldenrust doelt op vragen als
wat was de exacte tijd waar
op het slachtoffer overleed?
Heeft hij, nadat de verwon
ding werd toegebracht, nog
iets kunnen doen? Waaraan,
met welk wapen of werktuig
is hij precies van het leven
beroofd?
Voetangels
Uiteraard heeft Zeldenrust in
de loop van tientallen jaren
zoveel ervaring opgebouwd
dat hij met het stellen van de
diagnose de plank praktisch
nooit meer zal misslaan. Des
ondanks is hij voorbereid op
de "voetangels en klemmen"
die het geven van de enige
juiste doodsoorzaak in de
weg kunnen zitten. "Door je
ervaring loop je daar niet zo
snel meer in, maar ze blijven
natuurlijk wel bestaan en
daarmee moet je rekening
houden". Daar staat tegen
over dat de patholoog-ana
toom zegt er geen moeite mee
te hebben om er voor uit te
komen dat ook hij het niet
weet. "Als ik twijfel laat ik
dat ook uitkomen. En je hebt
vaak genoeg redenen om te
twijfelen".
"Om e
i voorbeeld te
Ik moest eens sectie verrich
ten op een vrouw die ogen
schijnlijk was gewurgd door
haar man. Ze had wonden
aan haar hals, dus het leek er
inderdaad op dat de dood
was ingetreden als gevolg
van een samendrukkend ge
weld op de hals, verenigbaar
met wurging. Zo heet dat in
officiële termen. Maar toen
we verder gingen zoeken
constateerden we dat de hals
inwendig géén verwondin
gen had. En dat die plekken
in haar hals waren ontstaan
door een halsketting met
scherpe puntjes. Achteraf
bleek dat ze wel was vastge
pakt door haar man, maar dat
ze was overleden aan een toe
val, net op het moment dat
haar man, de verdachte, haar
in zyn woede beetpakte. Het
betrof dus geen wurging,
maar een dodelijke afloop
van een ruzie. En daardoor
zag de veroordeling van de
man er ineens héél anders
uit. Want dergelijke feiten
zijn natuurlijk van grote i
vloed op de beoordeling v
de verdachte".
Contact
Doorgaans heeft Zeldenrust
geen contact met de mogelij
ke dader van een misdrnf.
Van het verdere verloop van
een rechtszitting wordt hij of
ficieel ook niet op de hoogte
gebracht. "Meestal lees ik in
de krant dat er een straf is
geeist. gebaseerd op de be
vindingen van de sectie. En
dat is al".
Zijn werk brengt met zich mee
dat Zeldenrust soms in actie
moet komen als getuige-des-
kundige voor de rechtbank.
Meestal gaat het dan om aan
vullende vragen naar aanlei
ding van hetgeen de verdach
te wel of juist niet beweert.
Zeldenrust reist het hele land
af om aan diverse ziekenhuis-
tafels zijn snijwerk te verrich
ten. Hij reist dan met een au
to, waarin ook het nodige in
strumentarium aanwezig is.
Daarnaast verricht hij identi
ficaties na ongelukken Een
afgepaald werkgebied heeft
hij uiteraard niet, of het zou
den de landsgrenzen moeten
zijn. Zo zegt hij over het on
derzoek dat hij verricht naar
de stoffelijke resten van de
vier journalisten, die in El
Salvador werden vermoord,
dat hij bijvoorbeeld "vanuit
Nederland wel kan zeggen
dat ze zijn neergeschoten.
Maar het échte onderzoek ge
beurt natuurlijk daér. Ik kan
hooguit melding maken van
welke afstand ze zijn neerge
schoten, maar meer ook
niet"
In de praktijk beperkt zijn
werkterrein zich tot de Rand
stad, met een uitloop naar
Brabant "Niet dat daar de
meeste misdrijven plaatsvin
den", zegt hij haastig, "maar
de Randstad is nu eenmaal
het meest dichtbevolkte ge
bied"
Spectaculair
Opmerkelijk is dat Zeldenrust
met lancet, schaar en micro
scoop zijn werk verricht. Dat
zijn dezelfde instrumenten
waarvan hij veertig jaar gele
den al gebruik maakte. "Met
dit verschil dat tegenwoordig
uit onze onderzoeken veel
meer dan vroeger andere on
derzoeken voortkomen", zegt
hij. "Met name om te kijken
aan welk soort vergif of welk
soort drug iemand is overle
den staat de toxicologie (de
leer over vergiften, red.) een
uitgebreide reeks van gea
vanceerde apparatuur ter be
schikking".
Jaarlijks zyn er 450 tot 550 sec
ties te verrichten. Een aantal
dat door de jaren heen vrij
wel constant is gebleven, en
dat verbaast de patholoog
anatoom niet in het minst.
"Geweld is er altijd al ge
weest. Ik zou zeggen dat er
wat de hoeveelheid betreft
niets is veranderd, maar het
sóórt geweld is wel anders
geworden. De maatschappij
wordt veel meer dan vroeger
geconfronteerd met het zoge
naamde spectaculaire ge
weld messteken, schietpar
tijen en vechtpartyen"
Duizenden
Zo'n tachtig procent van die lij
ken wordt door hemzelf ge
opend. Gemiddeld neemt
zo'n sectie (ook wel autopsie
genocm.il één anderiulf
uur in beslag Ettelijke dui
zenden heeft de 75-jarige er
verricht, enkele honderden
zal hij de komende paar jaar
nog onder het mes krijgen. Al
die gestikte, gewurgde of
neergeschoten lichamen ko
men hem onder ogen zonder
dat Zeldenrust daarvan gede
primeerd raakt ("nee, per
soonlijke betrokkenheid heb
ik daar niet bij"), maar ook
zonder dat hy het respect
voor de mens en zyn lichaam
heeft verloren.
Mensen
Zeldenrust daarover tenslotte:
"Mijn werk in dl nicta dm d
sonterend. En het is echt niet
zo dat ik minder waardering
heb gekregen voor het li
chaam op zich. Die lichamen
zyn toch allemaal ménsen ge
weest, dat is iets wat ik altyd
heb onthouden. Toen ik pas
begon als assistent zei de
hoogleraar tegen onze groep:
denk eraan, heb Altyd respect
voor de doden Die opmer
king heb ik altyd by me ge
dragen".