Liever een
actiegroep
dan Philips
Orion krijgt slechts defensieve taak
Eerste toestellen eind juli in Valkenburg verwacht
MAANDAG 15 MAART 1982
Een grachtenpand in
Amsterdam. Geen pluche,
geen zilveren presenteerdoos
met Balmorals erin. Geen
koffie in goudomrande kopjes,
geen mensen in snelle kleren
en toch een reclamebureau.
reclamewereld.
De naam zegt het eigenlijk al
een beetje: Wrik, afkorting
van Welzijnskritische
Reclame en Ideèle
Kommunikatie'. In zoverre
ideëel dat Wrik geen reclame
voor produkten maakt. Ook al
wil iemand een nog zo gezond
hondevoer op de markt
brengen, dan zal Wrik hem
daar niet bij helpen, ofschoon
het daar best een goede
campagne voor zou kunnen
bedenken. Feit is dat de zes
mensen van het Amsterdamse
Wrik hun talent niet (langer)
willen verspillen aan
zeeppoeders en tandpasta's.
Wrik-Amsterdam is een recla
mebureau voor actiegroepen,
welzijnsinstellingen en ande
re niet-commercièle instan
ties. Het rekent niet alleen
Greenpeace, Solidaridad, de
Rutgersstichting, Pax Christi
en de Club van Actieve Niet-
Rokers tot z'n klantenkring,
maar ook SOS-Wereldhan-
del, verscheidene buurthui
zen en bijvoorbeeld het yoga-
centrum in Delft. „We zijn
een kleinschalig bedrijf',
zegt copywriter René Da-
men.
Het reclamebudget van Wriks
cliëntele is over het algemeen -
aan de krappe kant, maar de
tijd dat het Amsterdamse bu
reau bereid was onder de
prijs te werken is voorgoed
voorbij. Ook al betreft het
een nog zo nobel doel, Wrik
houdt zich aan de geldende
tarieven. „Wij zijn een com
mercieel bureau", is de sim
pele verklaring van René Da-
Minimumloon
Damen zegt nog wel eens cliën
ten te krijgen, die ten onrech
te denken dat Wrik op niet-
commerciële leest is ge
schoeid. Verwonderlijk is dat
misverstand niet. Immers, in
een achterafstraatje in het
centrum van Utrecht heeft
een gelijknamig niet-com-
mercieel reclamebureau zijn
domicilie. „Wij werken wel
voor actiegroepen en tegen
een redelijk tarief', zegt Elly
Hees, die samen met Han
Hoekstra, Anna Garssen en
Hans Althuis het Utrechtse
Wrik draaiende houdt.
Elly Hees: „We zijn een coöpe
ratieve vereniging zonder
winstoogmerk en willen onze
kennis en ervaring ter be
schikking stellen om de so
ciale en culturele omstandig
heden van de mensen te hel
pen verbeteren. En dat doen
we tegen het minimumloon.
Kan de ene actiegroep iets
minder betalen, dan vangen
we dat op met hetgeen een
andere actiegroep méér kan
betalen. Zo houden we alles
in evenwicht."
De behoefte waarin het
Utrechtse bureau voorziet
mogen we volgens Elly niet
onderschatten. „Bij verreweg
de meeste reclamebureaus
worden actiegroepen doorge
stuurd. Soms uit vrees dat de
actiegroep niet kredietwaar
dig is. Het gebeurt ook dik
wijls andersom. Dan haakt de
actiegroep af omdat het tarief
veel te hoog is."
Waar het doorsnee reclamebu
reau (belangrijk) meer dan
honderd gulden per uur in re
kening brengt, daar schrijft
Wrik-Utrecht 45 gulden of
soms zelfs 25 gulden op de
nota. „De laatste keer dat wij
rood stonden, is een behoor
lijk poosje geleden", herin
nert Elly zich. „Het gaat nu
zeer redelijk", zegt ze. „Toen
we vijf jaar geleden begon
nen. was dat wel anders."
Crisis
Wrik-Utrecht en het Amster
damse Wrik werken volko
men onafhankelijk van el
kaar. Vroeger was dat niet zo.
Toen was Wrik een keten van
publiciteitswinkels met ves
tigingen ook in het noorden
en zuiden des lands. Het ini
tiatief ertoe was afkomstig
van een stel kritische recla
mejongens. Jongens die een
opbouwende bijdrage wilden
leveren aan een welzijnskriti-
sche en ideële maatschappij.
Klanten bij wie het guldente
ken in de pupillen stond ge
graveerd, werd de deur gewe
zen. En cliënten, bij wie het
gladde reclamejargon de ha
ren te berge deed rijzen, wer
den met open armen binnen
gehaald.
Echter: alle goede bedoelingen
ten spijt, bleek de praktijk
wel even anders. Bijster veel
ideëler werd de samenleving
er niet op. Eén van de gevol
gen was een identiteitscrisis
bij Wrik. Na zes jaar bleek de
„spirit" verdwenen en brak
men bijkans het hoofd over
de bekende vragen: 'Waar
ben ik mee bezig' en 'Waar
doe ik het allemaal voor'.
Wanneer René Damen en zijn
vrouw Silvie Lucas het Am
sterdamse Wrik op dat kritie
ke moment niet op het droge
hadden getrokken, zou het
evenals andere vestigingen
vast en zeker in die twijfel
zijn verdronken. De moeite
van René en Silvie was niet
voor niets: Wrik-Amsterdam
is inmiddels een florerend
bedrijf, waar werk is voor zes
mensen en een computer
(„die hebben we nodig voor
de administratieve romps
lomp").
Het willen verbeteren van de
wereld voert het Amsterdam
se Wrik nog wel in zijn vaan
del, maar lang niet meer zo
hoog. Qua werkwijze ver
schilt het niet veel van ande
re reclamebureaus: veel op
drachten worden uitbesteed
aan een los-vast bestand van
creatieve thuiswerkers.
Integer
Het verschil zit 'm in de op
drachtgevers. Volgens René
Damen zijn die doodsbe
nauwd om voor commercieel
te worden versleten. Tegelijk
is dat de reden waarom ze
hun drukwerk zo sober mo
gelijk willen houden. Niet al
tijd is het dus een kwestie
van geld, wanneer men een
mededeling op kringlooppa
pier in plaats van full-color
drukwerk in de brievenbus
aantreft.
Om diezelfde reden zijn radio-
en televisiecommercials bij
Wriks cliëntele doorgaans uit
den boze. Een Ster-spotje
past niet bij de Aktie Lekker
Dier of het Guatamala Komi-
tee. René Damen vindt dat
niet terecht. Ofschoon hij ter
dege beseft dat een welzijns-
instelling niet schreeuwerig
aan de weg kan timmeren,
hoeft volgens hem een Ster
spotje met een op kalme toon
uitgesproken recht-voor-zijn-
raaptekst niet tot de onmoge
lijkheden te behoren. Als het
integere van de boodschap
maar geen geweld wordt aan
gedaan, luidt zijn standpunt.
De werknemers van Wrik-Am
sterdam vormen evenals hun
collega's in Utrecht een col
lectief. In overleg wordt be
slist welke opdrachten wor
den aangenomen en welke
niet. De commerciële recla
mebureaus kunnen er vol
gens René Damen „nog wel
eens wat doordrukken."
De denktrant van hun cüéntele
is evenwel volstrekt anders
dan de manier van redeneren
van Wnks klandizie. Deze wil
nog wel eens voor eigen paro
chie preken. Zonodig pleegt
Wrik daar op te attenderen,
want ook voor een alternatief
reclamebureau geldt de on
geschreven wet: iets waar
niemand op zit te wachten
kan zelfs met de duurste re
clamecampagne met worden
gekocht.
René Damen weet te vertellen
dat met name welzijnsinstel
lingen die ijzeren regel dik
wijls niet voetstoots willen
aannemen. Om hen baart hy
zich trouwens enige zorgen.
„CRM draait steeds verder de
subsidiekraan dicht en dat
houdt in dat het reclamebud
get van welzijnsinstellingen
beperkter wordt. Voor ons
heeft dat zeer zeker gevolgen.
Maar aan de andere kant: on
ze doelgroep is een nogal on
ontgonnen terrein. Er zijn
nog veel cliënten te i
En dat belooft veel."
op het droge.
René Damen (midden met baby) en andere medewerkers van Wrik-Amsterdam: na identiteitscrisis
In de Griekse mythologie was Orion een groot en gevreesd jager,
die na zijn laatste 'strijd' permanent een plaats tussen de sterren
kreeg toebedeeld. Naar deze legendarische figuur is het nieuwe
Amerikaanse onderzeebootopsporings- en bestrijdingsvliegtuig
genoemd, de Lockheed P-3C-2 'Orion'. De Nederlandse regering
heeft besloten dertien van deze zeer moderne vliegtuigen aan te
schafTen om de sterk verouderde Lockheed SP-2H 'Neptune' te
vervangen. De eerste toestellen komen eind juli aan op het
Marine Vliegkamp Valkenburg. Met de aanschaf van de Orions
Is een bedrag gemoeid van 700 miljoen gulden. Daarbij komt nog
eens 100 miljoen gulden voor de verbetering van de startbanen
en hangars van de marinevliegbasis in Valkenburg om ze
geschikt te maken voor het gebruik van de Orion.
De keuze van de Orion
was niet zo moeilijk. Er
waren in totaal drie mo
gelijkheden om de
Neptunes te vervan
gen. de Hawker-Sidde-
ley 'Nimrod', de verbe
terde versie van de be
staande Breguet 'Atlan
tic' en de 'Orion'.
De 'Nimrod' werd als veel te
duur beschouwd, zowel in
prijs als in brandstofgebruik.
De verbeterde versie van de
Breguet Atlantic, de Atlantic-
Nouvelle, kan pas in 1985
worden geleverd, zodat als
enige serieuze kandidaat de
Lockheed 'Orion* overbleef.
De Orion is ontwikkeld uit
een civiel passagiersvlieg
tuig, de Lockheed 'Electra'.
De marine is bijzonder inge
nomen met de aanschaf van
de Orion gezien de mogelijk
heden van dit vliegtuig.
Computers
Tot de taken van de Marine
Luchtvaartdienst (MLD) be
hoort namelijk het opsporen
en identificeren van 'niet-be-
vriende' onderzeeboten.
Vroeger moest men uren lang
op zee patrouilleren in de
hoop dat een onderzeeboot
aan de oppervlakte kwam.
De navigatie werd verricht
met behulp van potlood,
gummetje en rekenlineaal.
De Orion maakt het de mari
ne een stuk gemakkelijker.
Hoewel sommige landen niet
scheutig zijn met het geven
van informatie over de posi
ties van hun schepen kunnen
inlichtingendiensten toch
een groot aantal gegevens
vergaren. Vóór elke patrouil-
levlucht van de vliegtuigen
worden de plaatsen waar 'vij
andelijke' schepen zich ver
moedelijk bevinden op een
band gezet, samen met onder
meer informatie over weers
omstandigheden en radiofre
quenties. Die band wordt in
het vliegtuig verbonden met
een grote centrale computer.
Wanneer het vliegtuig zich
boven het doel bevindt wor
den twee soorten boeien uit
geworpen.
De eerste zogenoemde passieve
boei kan het geluid van een
scheepsschroef opvangen en
dat geluid aan het vliegtuig
doorgeven. De computer kan
het opgepikte signaal analy
seren en 'vertalen' in vriend
of vijand. De tweede 'actieve'
boei zendt zelf geluid uit.
Wanneer zich in de buurt van
deze boei een onderzeeboot
bevindt wordt het geluid te
De fabrikagehal van Lockheed, waar de Orion wordt geproduceerd.
ruggekaatst. Met behulp van
deze gegevens kan de positie
van een schip worden be
paald. Voor het plaatsbepa-
len tot op enkele meters
nauwkeurig kan gebruik
worden gemaakt van de ver
andering van het aard-mag-
netisch veld, veroorzaakt
door de scheepswand. De
Orions zijn daartoe uitgerust
met een kenmerkend uit
steeksel aan de staart, de
Magnetic Anomaly Detector
(MAD).
Kernwapens
De Orions van de Amerikaanse
marine zijn uitgerust met ra
ketten, torpedo's, mijnen en
conventionele en nucleaire
dieptebommen om opper
vlakteschepen te bestoken.
De Nederlandse marine
vliegt op de Orion alleen met
uiterst geavanceerde torpe
do's. De voor ons land be
stemde Orions hebben geen
voorzieningen voor het arvu-
ren van andere conventionele
en nucleaire wapensystemen.
Niettemin is het slechts een
kwestie van enkele wijzigin
gen om de toestellen wèl voor
het dragen van kernwapens
geschikt te maken. De mari
nevoorlichtingsdienst bena
drukt dat de door de Konink
lijke Marine in gebruik te ne
men Orions slechts een de
fensieve taak zullen hebben.
Dat geldt ook voor de electroni-
sche oorlogvoeringappara-
tuur De vliegtuigen van de
marine zijn uitgerust met
'electronic surveillance mea
sures'. hetgeen betekent de
mogelijkheid om de 'vijand'
af te luisteren
De Onons zullen worden be
mand met officieren die na
drie jaar het vliegtuig verla
ten om weer dienst te gaan
doen op de marineschepen.
Gezien de snelle ontwikke
lingen op het gebied van de
technologie lijkt dat met be
paald efficient. Vóór men op
de vliegtuigen komt is een
opleiding noodzakelijk, zo
wel voor de vlieger als voor
de man die zich bezighoudt
met het opsporen en identifi
ceren. Wanneer de beman
ning na dne jaar vliegen gaat
varen, moet zij zich eerst op
de hoogte stellen van even
tuele veranderingen die zich
hebben voorgedaan. Komt de
officier op een gegeven mo
ment terug bij de luchtvaart,
dan zal hij wéér op 'herha
lingscursus' moeten. Het lijkt
minder omslachtig wanneer
de vliegtuigen door een vaste
bemanning worden gevlo
gen. Reden voor de marine
om een dergelijk beleid te
voeren is de behoefte aan uit
gebreide en optimale kennis:
een officier die wisselt weet
wat zich in de lucht èn op het
schip afspeelt
Bij aankomst van de eerste
Orions zal meteen een begin
worden gemaakt met een in-*
tensief trainingsprogramma.
Er zijn twee vluchtnaboot-
sers besteld, één voor de
cockpitbemanning en één
voor de bemanning die moet
opsporen en identicificeren.
Er kan apart worden geoe
fend, maar de twee naboot
sers kunnen ook worden ge
koppeld om gezamenlijk 'een
vlucht' uit te voeren
De Orion is niet alleen een zeer
modern, maar ook een bij
zonder veilig vliegtuig. Van
de honderden Orions die
over de hele wereld in ge
bruik zyn is er in 1981 slechts
één verongelukt tijdens de
landing zonder dat de be
manning een schrammetje
opliep
De Orions zullen overigens niet
alleen worden gebruikt voor
militaire doeleinden. Eén van
de taken van de manne is een
zeer dankbare de vluchten
die worden gemaakt in het
kader van de Opsponngs en
Reddingsdienst- Menig dren
keling heeft het leven te dan
ken aan het snelle ingnjpen
van deze OSRD.
JOHN ASSMANN