"Feyenoord wint geen
belangrijk duel meer"
m
Weggestuurde manager Peter Stephan: Ik hen
door dat aües sterker gewordenmaar:
"Er loeren veel wolven in het Feyenoord-bos"
Door
Paul de Tombe
VRIJDAG 26 FEBRUARt?A-
Goede keus
Misschien slaagt Hans kJ
erin, als de nieuwe trai
Stephan vindt in elk gi
„dat dit bestuur geen bei
keus had kunnen doen",
bedoelt het enerzijds
nisch, anderzijds opree
„Er moest op dat gebied ilmi
gebeuren", legt hij uit, „nfofrc
ik ken beide partijen. Het i.p
heel anders moeten gaan (rKe
nu. anders komt tot het giborr
fricties. Maar misschien Z6g
dat wel in het belang
Feyenoord: dat het snel
een ontknoping komt w"^
de problemen werkelijk
gen". pllyi
Dat een ander beleid gevoi fil
zal moeten worden in jr d
Kuip, staat voor hem buil in c
kijf. Hij hoeft er alleen miot i
zijn eigen werk bij op najdul
slaan. „Jezek en ik moest we
Feyenoord uit een diep ne F
halen toen we kwamen. IPC
is gelukt en we waren men
steeds op de goede weg, ma bc
na twee jaar is het allemihet
ineens anders geworden, üerst
ter of slechter, dat moeten Som
deren maar uitmaken, maeft
in elk geval anders. Door lie 1
komst van het nieuwe tvari
stuur. Bij zijn entree zei Cdine
wenberg al dat hij zich daascri
werkelijk met de zaken wilm c
gaan bemoeien en dat is ootst
gebeurd. Dit bestuur is e
actief, zoals ik het maar z
noemen, omdat de leden ve
tijd hebben aangezien ze nw
meer in de dagelijkse maa^-r
schappij betrokken zijn. Dt
komen ze veel naar het st
dion. Ik had liever gezien d;
ze een grote sponsor haddil-,
binnengehaald, in plaats vi*-l
de professionals voor de vo<
ten te lopen. Maar dat g<
beurde niet. Dit bestuur is ïh
„actief' dat het geen direwjS
teur meer nodig had en heef^ei
Het loopt vol met profs in d^g
Kuip, maar de belangrijkst^
post wordt niet meer doe
een prof bezet".
„Er zijn bestuursleden die mijf5r
werk graag willen doen e:
misschien kunnen ze he?
even goed of beter dan ikjJJ
maar problemen zullen er koÊ®
men", voorspelt hij alweei
„Het is niet meer geconcen^
treerd op een persoon, hej~
versnippert en de tijd heef:"
uitgewezen dat het zo nie 1
functioneert. Bovendien is ei
bij de bestuursleden nie X'
mand die de taken over kar
nemen die belangrijker z(jiie
en waar de kern van het pro-y,
bleem ligt".
Half werk J
Half werk is er geleverd, kan hij p
dus vaststellen. Hij herhaalt c
het. „Ik kan begrijpen dat
Feyenoord iets nieuws wilde,
maar doe het dan ineens S(
goed. Doe alles, of doe niets.
Maar draag wel je eigen ver- f
antwoordelijkheid. Dat heb
ik gemist. Als je gezamenlijk t
schuld hebt, ga dan gezamen- i
lijk weg. Volg je een deskun-
dig advies niet op, trek dan je j
consequenties. Daar is geen
sprake van geweest. Kijk, als 5
de supporters bij Twente de
kop van de manager eisen, j
dan stapt het bestuur naar
buiten om te zeggen dat het
hun beleid is en dat de mana-
ger geen lui is. Hier zijn die
zaken omgedraaid".
Alleen de sponsors van het Rot- r
terdam-toernooi deden dat
niet. Zij boden Stephan en
zijn vrouw een diner aan en
een reis naar een zuidelijk
land. Zodra zijn dochter uit
h^t ziekenhuis is, zal hij er ge
bruik van maken. Intussen
en daarna wacht hij op de k
dingen die gaan komen. Na
een carrière als betaald voet
baller, als trainer en als ma
nager (bij een Amerikaans c
bedrijf, de Staatsmijnen, drie 1
jaar Go Ahead Eagles en 1
Feyenoord) is hij nog vol goe-
de moed.
Hij wil zó aan de slag. Liefst in
het binnenland, vanwege zijn
gezin, al weet hij nog niet
waar het naar toe gaat met
het betaalde voetbal hier.
„Naar een profliga mis
schien, met een combinatie
van commercie en subsidie.
Die subsidie wordt nu alleen
verkeerd gegeven. Ze is
noodzakelijk en het voetbal
heeft er recht op, maar ik mis
het doel. Nu wordt het in een
bodemloze put gestort, om
dat het betaald voetbal die
subsidie zelf mag besteden.
Het zou alleen nuttig zijn als
ze wordt gericht op het instel
len van een professioneel ap
paraat, gericht op de toe-
komst. Voor iedere club
evenveel geld en evenveel
kans. Wie het goed doet staat
dan bovenaan, wie het slecht
doet staat onderaan. Alleen
zo red je het voetbal".
Sterker
Daarin zou hij graag willen
functioneren. In een zelfde,
maar tegelijkertijd toch ande
re functie. „Niet meer als buf
fer, maar in een baan waarin
je echt de schuld hebt, als je
de schuld krijgt. Dat kun je
best met iemand samen
doen, als je dan maar samen
de verantwoordelijkheid
draagt. Doe je het goed, dan
juich je met elkaar, doe je het
slecht, dan stap je samen op.
Daar heb ik echt zin in, want
het hele functioneren van een
voetbal bedrijf boeit me. On
danks alles. Bij Feyenoord
functioneert het niet meer zo
als het moet, dat wint geen
enkele belangrijke wedstrijd
meer. Ik ben door het hele ge
beuren daar alleen maar ster
ker geworden. Veel sterker".
BARENDRECHT In de tijd vóór zijn gedwongen afscheid heeft hij het
herhaaldelijk voorspeld. Niet uit rancune, niet uit nijd, maar gewoon
omdat hij wist waar de structurele fouten liggen, kon Peter Stephan
het bestuur van Feyenoord geregeld voorhouden: „U wint geen be
langrijke wedstrijd meer".
Feyenoord werd uitgeschakeld voor het Europa Cup-III-toernooi,
„door een laag geplaatst clubje uit Joegoslavië", Feyenoord werd uit
de nationale bekerstrijd geknikkerd door PEC Zwolle en Feyenoord
voetbalt tegenwoordig zo belabberd dat de miljoenen wegvliegen.
De feiten hebben hem tot nu toe dus nadrukkelijk in het gelijk gesteld,
maar Peter Stephan („ik kon de verantwoording daarvoor niet meer
nemen") is er niet blij mee, hoewel hij daar alle reden toe zou hebben.
Hij treurt er eerder om, „want wat er nu gebeurt is voor die club een
schande. Dat doet me pijn omdat er wel degelijk een binding is ont
staan in de vijfjaar dat ik er heb gewerkt. Geen persoonlijke binding,
maar een binding met de historie, de naam, het gebeuren. Een bin
ding uit het voethalhart. Daarom doet het zeer. Omdat ik weet waar
de pijn zit. Alles wat oud is vertoont ziektes. En Feyenoord is ziek. De
diagnose is gesteld en was juist, maar er is niet geopereerd. Zolang
dat niet gebeurt, zal de pijn niet weggenomen kunnen worden".
Eén ingreep is tot nu toe slechts uitgevoerd. Peter Stephan (51) zelf
werd er het slachtoffer van. Hij moest een afvloeiingsregeling accep
teren, nadat zijn directeurstaken beetje voor beetje waren uitgehold
en overgenomen. Hij heeft het zien aankomen. „Er waren bestuursle
den die mijn werk graag wilden doen", beseft hij achteraf, „en als je
bij zo'n club komt, moet je ook incalculeren dat je gaat. Vijfjaar is al
lang bij Feyenoord". De manier echter waarop hij moest vertrekken
heeft diepe sporen gekerfd in zijn ziel.
Zeven dagen per week was hij in touw voor de club, zegt hij. Zijn
vakanties schoten er te vaak bij in, maar aan het einde dat hij „niet
zo snel en niet zó" had verwacht, restte slechts stank voor dank. Hij
is in een vacuum gevallen, kent lege dagen nu in zijn huis in Baren-
drecht, dat allang te koop staat omdat hij zijn ontslag zag naderen.
Hij vult zijn tijd met karweitjes, het bezoeken van zijn dochter (het
enige meisje tussen zijn zes kinderen) in het ziekenhuis, het lezen van
voetballectuur. Hij heeft de kans om na te denken. Over de toekomst:
„Ik wil in de voetballerij blijven en ik heb veel contacten, maar er is
nog niets concreets". Over de periode die voorbij is, over de trappen
na die hij kreeg. Van het bestuur, van trainer Jezek.
Verstandelijk kan hij het alle
maal best beredeneren. „Bij
Feyenoord is geen ruimte
voor sentiment", onderkent
hjj. „Dat grote stadion eist
groot voetbal; er was een
splitsing die niet is geslaagd
en de wereldsuccessen heb
ben de mensen uit elkaar ge
dreven. Dat heeft Feyenoord
onrustig gemaakt. Die onrust
is er altijd geweest en zal er
altijd blijven. Er worden top
prestaties verlangd en lever
je die niet dan word je niet
béoordeeld maar véroor-
deeld. Er lopen veel wolven
in het Feyenoord-bos. Die
wachten op het moment dat
ze je kunnen aanvallen en af
maken. Win je, dan blijven ze
wachten, verlies je dan wordt
je afgemaakt. Daar heeft elke
generatie tegen moeten vech
ten, daar zal elke generatie te
gen moeten blijven vechten".
De manier waarop „de wolven"
hem na de aanval achterlie
ten, heeft wel zjjn gevoelens
gekwetst. „Meer dan teleur
gesteld", is hij door de wijze
waarop hij moest gaan.
„Zoiets doe je nog geen sup
poost aan", sneert hij, zonder
denigrerend over suppoosten
te willen zijn. „Als je nou ge
stolen of gevochten hebt, dan
kun je dat verwachten, maar
nu? Ik heb dit rtiet verdiend".
Verbitterd
Verbitterd is hij dus ook. Niet
ten opzichte van Feyenoord
als geheel, maar ten opzichte
van het bestuur, dat hem als
de „alleen-schuldige" offer
de.
„Dat heeft Feyenoord kwaad
gedaan", constateert hij
koud, „want dit heeft ner
gens waardering gevonden.
Niet in het binnenland, niet
in het buitenland. Overal
wordt begrepen dat ik niet al
leen schuldig ben. Dat kan
toch ook niet? Het bestuur
bepaalde het beleid, ik voer
de alleen maar uit. Als je dan
gaat zoeken naar schuldigen,
dan moet je het direct goed
doen. Dan moet je alle be
trokkenen tegelijk wegstu
ren, of niemand. Maar doe
het niet zo, want dit kost mil
joenen".
„Daarom", voorspelt hij, „weet
ik ook zeker dat de gerechtig
heid eens zal zegevieren. Dat
blijkt wel uit het verleden en
het heden, dat zal blijken uit
de toekomst. Er zal meer
moeten veranderen dan mij
naar huis te sturen om Feye
noord gezond te maken. Véél
meer".
Kern
Het brengt hem op de kern van
het probleem dat de schei
ding tussen directeur en club
bewerkstelligde, het tech
nisch beleid. Dat moest ver
anderd worden, een andere
invulling van de taken was
nodig, daar was bijna ieder
een het over eens. Vorig sei
zoen al. Spelers en trainers
waren op elkaar uitgekeken,
het geheel functioneerde niet
meer, „ook niet naar het me
disch team toe". Het profes
sionele apparaat dat Stephan
en Jezek in de eerste twee
jaar van voorbeeldige samen
werking hadden opgebouwd,
bestond nog wel, maar vorm
de geen team meer. De dood
steek voor elke organisatie.
Intriges, geroddel en ach
terklap gedijen goed in zo'n
sfeer, die door allerlei be
stuurlijke noodmaatregelen
een verpestend karakter
kreeg. Het gesol met trainer
Jezek sproot daaruit voort,
de toezeggingen aan zijn as
sistent Westerhof ook. Er
werden voortdurend com
promissen gesloten; de kern
van het probleem bleef onge
moeid.
„Terwijl dat allang onderkend
was", blikt Stephan bitter te
rug. „Ook door bestuursle-
Peter Stephan, in de tuin van zijn huis in Barendrecht: "Ik had misschien wel kunnen blijven. Als jojo en als paljas, maar dan had
ik mezelf verloochend"
den. Er komt in de voetbal
wereld onherroepelijk een
dag dat je op elkaar bent uit
gekeken. Niets nieuws, dat
gebeurt overal en dat heeft
niets te maken met het feit of
je goed of slecht bent. Het ge
beurt gewoon, maar dat moet
je wel op tijd onderkennen.
Daar moet je op tijd iets aan
doen. Anders gaat het mis".
„Het Feyenoord-elftal van van
daag heeft nou eenmaal elke
week motivatie nodig. Er is te
weinig creatief vermogen,
dus moet je de spelers weke
lijks kunnen inspireren tot
keihard werken. Geen enkele
trainer kan het opbrengen
dat vier, vijf jaar vol te hou
den. Daar lag het probleem.
Dat heb ik op tijd besproken
met het bestuur en met Je
zek, maar de meerderheid
van het bestuur stond er niet
achter. Ze zijn toch zo door
gegaan".
Onhoudbaar
Omdat er twee trainers op het
elftal waren gezet, ontstond
een onmogelijke situatie. Ste
phan: „Je kunt niet werken
met twee trainers die beiden
gezegd is dat ze de leiding
hebben en van wie de tweede
ook nog eens de ambitie
heeft om eerste te worden.
Dat gaat eenvoudig niet,
want heb je twee trainers,
dan heb je ook twee elftallen.
De ene speler kijkt naar de
ene trainer, de andere speler
kijkt naar de andere. Een on
houdbare situatie".
Ondanks de komst van Van Ha-
negem en Jeliazkov ging het
er dan ook puur slecht in de
voorbereiding op en tijdens
het lopende seizoen. Het spel
was belabberd, het publiek
bleef weg. „Al na zes wed
strijden wilde het bestuur
iets veranderen, maar de
keus was beperkt. Of een
eenmaal genomen bestuurs
besluit moest worden terug
gedraaid" (ten aanzien van de
contractverlenging van Jezek
en de beloften aan Wester
hof). „of er moest iets anders
gebeuren".
Stephan adviseerde het eerste,
wilde een andere invulling
van de taken, maar daarmee
zou het bestuur zich zelf te
kijk hebben gezet na alles
wat er rond de trainers was
gebeurd. „Dus", werd voor
de tweede „oplossing" geko
zen. „Op aandrang van de oe-
fenmeesters, die de bui zagen
hangen, en gestimuleerd
door het bestuur werd met
Blankemeijer een elftalbege
leider binnengehaald".
Het begin van het einde voor
Stephan. „Tussen twee trai
ners die beiden dachten dat
dat beide partijen zich met
negatief over elkaar mochten
uitlaten in de media, hield al
leen de oud-directeur zich
daaraan.
„Direct na myn vertrek heb ik
het vliegtuig genomen en ben
ik veertien dagen weggegaan.
Dat deed ik om me te oriënte
ren en om stoom af te blazen.
Om te proberen de betrekke
lijkheid van alles in te zien. Ik
denk dat je dan sterker start
in een nieuwe baan. Maar ik
deed het ook om te voorko
men dat ik uit rancune din
gen zou gaan vertellen. Daar
om heb ik tot nu toe nage
noeg alle interviews gewei
gerd. Het bestuur hoef ik niet
te sparen, maar Feyenoord
wil ik na vijf jaar per sé niet
natrappen".
Hij zou het gemakkelijk kun
nen, constateert hij „want ik
heb in die tijd een dagboek
bijgehouden waar alle feiten
in staan. Dat boek heb ik niet
geschreven uit verweer, of als
stok achter de deur, maar
omdat ik niet alles kon ont
houden. Ik wil het niet ge
bruiken, maar als ze het
bloed onder m'n nagels van
daan halen, weet je het maar
nooit. Als ik ze dan onderuit
haal, haal ik ze direct goed
onderuit".
Roddel
Zover is het nog niet. Stephan
wil alleen over feiten praten,
niet over mensen. Maar de
„indianenverhalen" die over
hem worden rondverteld,
moeten niet blijven aanhou
den. Eens komt ook voor
hem het moment dat de maat
echt vol is. Vooral als het be
stuur blijft aanvallen.
Openlijk verklaarde Aad van
der Laan, zonder nadere toe
lichting, al eens dat Stephan
trainer Jezek zou hebben ge
manipuleerd. Openlijk gaf
ook secretaris Kok Dijk op de
oud-manager af. In besloten
kring zou Jezek geprobeerd
hebben de goede naam van
Stephan aan te tasten, met
uitlatingen tegenover een
groep verontruste suppor
ters. Stephan zou geld heb
ben verdiend aan de transfer
van Budding („maar die was
er al een jaar"), was één van
de uitspraken van de coach.
Dat alles begrijpt Stephan niet,
vandaar dat hij zijn advocaat
mr. Urlings verzocht heeft na
te gaan welke gerechtelijke
stappen kunnen worden on
dernomen. „In Engeland zou
Jezek voor een maand ge
schorst zijn door de voetbal
bond". stelt hy vast. „Hier be
staat zo'n erecode niet. Maar
op natrappen staat nog altijd
wel een rode kaart. Het be
stuur stond klem, omdat het
maatregelen had genomen
die niet populair en niet goed
waren, maar dan moet je niet
gaan wijzen naar anderen.
Dat is het gemakkelijkste".
Moeilijker nog heeft hij het met
de aanval van Jezek. „Van al
een, daar z,e voetoaiien meer
tegen elkaar en tegen zich
zelf, dan tegen Ajax, PSV en
AZ. Ga maar na. De suppor
ters zijn in opstand, de vrien
den van Feyenoord zijn uit el
kaar gevallen. Ik wil het niet
allemaal opnoemen, maar het
is wel treurig. En diep inge
worteld. Het probleem zit in
de structuur van de club".
,Let op je zaak, Feyenoord",
stuurt hij dan ook als nood
kreet naar de Kuip, die hij
sinds zijn vertrek overigens
mijdt. Hij heeft voldoende
tijd een angstwekkend voor
beeld uit zijn geheugen op te
diepen. „Ik heb zelf nog lan
ger dan een jaar getraind bij
Blauw Wit in Amsterdam.
Toen een topper. Maar de
club is weg en het stadion is
leeg. Feyenoord kan hier ook
niet mee doorgaan, dan kun
nen ze het stadion niet meer
houden. De neerwaartse spi
raal zal moeilijk af te stoppen
zijn".
ze de leiding hadden, kon ik
al niet meer functioneren en
door de komst van die elftal-
begeleider werd mijn functie
ook nog eens uitgehold. Ik
was best bereid dat te accep
teren, maar niet voor lang.
Zeker niet toen het nadien
nog slechter ging. Ik wilde de
verantwoording daarvoor
niet meer nemen. Daarom
heb ik tenslotte de voorkeur
gegeven aan een regeling".
Paljas
„Ach", beseft hij, „ik had mis
schien wel kunnen blijven.
Als jo-jo en als paljas. Maar
dan had ik mezelf nog meer
moeten verloochenen. Dat
had ik toch al moeten doen in
de tijd daarvoor. Nu eens was
er weer wel een PR-man no
dig, dan weer niet. Dan moest
Jezek weg, dan weer werd hij
teruggehaald. En ik moest de
spelers maar rustig houden
en het medisch team, waar
mee we de zaak nog op de
been hielden, laten functio
neren. Ik moest steeds maar
verhalen ophangen waarin ik
zelf niet geloofde. Ik mocht
meejuichen als het een keer
goed ging, maar als het slecht
ging werd ik alleen opgehan
gen".
„Begrijp me goed", benadrukt
hij, „ik wilde alleen een ande
re invulling van de taken. Je
zek hoefde voor mij niet weg.
Hij hoefde echt niet terug
naar een Oostblokland. Maar
had hem een lekker huisje
gegeven hier, ergens buiten.
Dan had op een andere ma
nier nog veel nut kunnen
hebben voor Feyenoord".
Dat advies werd Stephan niet
in dank afgenomen. Het na
trappen was er een gevolg
van. Hoewel bij de scheiding
contractueel geregeld was
les wat ik voor hem heb ge
daan, vind ik nu niets meer
terug. Ik heb er moeite mee
dat hij ineens zo populair
gaat doen tegen supporters.
Dat hij opeens gaat zeggen
dat hij Petursson wilde hou
den, terwijl ook hij weet dat
het financieel en medisch on
verantwoord was. Ik heb er
moeite mee dat hij nu roept
dat hij Kaczor nooit heeft ge
wild, terwijl die via zijn
vriend is gehaald. Hij wast
zijn handen in onschuld. Dat
heb ik nooit gedaan. Ik heb
nooit gezegd: ja, maar het be
stuur wil het nu eenmaal zo.
Ik werd betaald en deed mijn
werk, zonder commentaar of
ik had moeten gaan. Daarom
was ik vaak de schuldige
voor de buitenwereld, zonder
de schuldige te zijn".
Hij „was" dat in de zaak rond
Wim Jansen, achter wiens
vertrek hij echt niet stond:
„want hij zag Jezek niet meer
zitten". Hij „was" dat in de
zaak-Notten, die hij nog altijd
betreurd. „Het was echt een
groot verlies dat Notten weg
ging. Hoe groot merk je wel
aan de resultaten, want sinds
zijn vertrek is de goede tijd
voorbij. Maar hij moest wel.
Die affaire was op de spits ge
dreven. Het was Notten weg,
of de trainers weg en dan
vooral Westerhof'.
'JLTeurig
„Ik betreur zijn vertrek nog
steeds", zegt Stephan, „maar
het is mij niet te verwijten.
Maar hoe is het: als manager
moet je altijd tweemaal een
transfer doen. Eenmaal van
club naar club en eenmaal in
tern, want iedereen is aan het
oordelen en veroordelen. Ik
heb bij Feyenoord ook veel
meer gevoetbald binnen de
club dan tegen tegenstan
ders. En dat geldt voor ieder-