'Toen besefte ik: Yan der
Kamp, je bent een nummer
Lezers schrijven
-C
D-
De vergankelijkheid van een loopbaan
Wijn weg
Leiden
VRIJDAG 22 JANUARI 1
De WD-ers De Vries en Zonne-
vylle en de D'66-ers Hoekema
en Witteveen hebben het colle
ge van B. en W. in Leiden vra
gen gesteld over bepaalde, op
vattingen van de Besturen-
raad Protestants-Christelijk
Onderwijs. In een commen
taar op het voorontwerp voor
een anti-discriminatiewet
had de bestuursraad gezegd
dat het bij het christelijk on
derwijs mogelijk zou moeten
zijn homosexuelen en onge
huwd samenwonenden van
de scholen te weren.
De vier bovengenoemde raads
leden vinden dat "zedenmees
terij" en een vorm van mis
bruik van de vrijheid van on
derwijs. Ze vragen B. en W
dat oordeel aaii de besturen
van het prot'. chr. onderwijs
in Leiden over te brengen.
Het lijkt me goed dat dat ge
beurt. Ik ben benieuwd hoe
het christelijk onderwijs in
Leiden reageert. En ik ben
ook benieuwd naar het oor
deel van het CDA.
Ik vind het zeer verdrietig wat
die Besturenraad heeft ge
zegd. Het is zo'n stap terug.
We komen weer in zo'n be
nauwd sfeertje terecht.
Hoewel ik zelf geenszins de pro
testantse gezindheid ben toe
gedaan, belandden mijn kin
deren destijds, door een over
weging die er hier even niet
toe doet, toch op een christelij
ke school. Mijn vrouw en ik
zaten daar even mee. Maar
het toenmalige hoofd van de
chr. school zei dat christelijk
onderwijs in zijn ogen niet
moest aansturen op een soort
godsdienstigheid, maar de
basis vormde voor een levens
houding. "Het verspreiden
van warmte" noemde hij het.
Ik hoor het hem nog zeggen.
Het sprak ons wel aan. Mijn
kinderen hebben er ook met
plezier schoolgegaan (eentje
zit er trouwens nog op). Zelf
heb ik jaren deel uitgemaakt
van het oudercomité. Ik ben
zelfs nog eens gepolsd om
voorzitter te worden (Vermoe
delijk hadden ze dat predi-
kanterige in me ontdekt; wet
houder Tesselaar maakt me
niet voor niets voortdurend
uit voor "calvinist").
Ik heb dat geweigerd, omdat
naar mijn gevoel alleen een
volbloed protestants-christe
lijke man of vrouw die func
tie kon bekleden. Maar dat
men mij vróeg vond ik getui
gen van de milde (ik zou bij
na zeggen: in wezen christe
lijke) sfeer die er heerste en
zonder twijfel nu nog heerst.
Als ik nu weer onder de omstan
digheden van toen voor de
schoolkeuze stond, zou ik dan
weer in zee gaan met het
christelijkt onderwijs? Ik
vrees van niet. En niet omdat
ik denk dat de onderwijzers
en onderwijzeressen ineens
zijn veranderd. Verie van
dat. Als ik hen goed ken, zul
len ze zich net zo verbijten als
de Gemeenschappelijke Rege
ling Antenne-energievoorzie
ning Leiden gepleit voor een
selectief afsluitingsbeleid
waarbij piraten die eigen
programma's brengen niet
uit de ether worden geweerd.
Het PvdA-raadslid Peter zei
dat het hem er niet om te doen
is om de piraten te helpen
"maar omdat ik vind dat wij
zoveel mogelijk signalen die
ons via de mast bereiken in
z'n geheel moeten doorgeven.
Niet wij maar de PTT-opspo-
ringsdienst moet de piraterij
aanpakken". Hij werd daar
in bijgevallen door Glaubitz
(D'66), Bleijie (CDA) en El-
zenga (WD).
Ik begrijp de heren niet.
Als gemeenteraadsleden zitten
ze er mede voor om er op toe te
zien dat wetten, besluiten en
Leidse kroniek
door Ruud Paauw
nu eenmaal voor
die willen stelen te arresteren.
Evenals de PvdA-top moet ook
Peters maar eens eentijdje
gaan wandelen in de denne-
bossen bij Garderen.
Baropbrengsten
De gemeenteraad van Leiden
zal maandag de discussie be
sluiten over het sociaal-culïu-
reel plan. De eerste zitting,
veertien dagen terug-, heb ik
met grote aandacht gevolgd.
Wat me toen (weer) opviel is
de afstand die er gaandeweg
gegroeid is tussen het wel
zijnswerk en zeg maar de
geïnteresseerde leken. Niet
dat raadsleden dat ooit open
lijk zullen toegeven, hoor. Ze
praten rustig over "iteratieve
processen", "jam-sessions om
de intenties in elkaar te
ik. Maar ik zou anders kiezen
omdat ik het klimaat bóven
de leerkrachten niet meer ver
trouw. De enghartigheid, de
gevoelloosheid, ja, de on
barmhartigheid.
"Het verspreiden van warmte",
zei dat schoolhoofd eens.
Maar waar komt dan toch,
1982 na Christus, in góds
naam, die gure tegenwind
vandaan?
Rommelen
Rond het al of niet geheel afslui
ten van het kabelnet voor pi
raten blijft het rommelen.
Vooral afgevaardigden van
de Leidse gemeenteraad heb
ben onlangs tijdens een ver
gadering van het bestuur van
verordeningen soms naar de
letter en soms naar de geest
worden uitgevoerd. De kabel
is er voor om ongecensureerd
signalen door te geven van
organisaties waarop een re
delijke democratische contro
le mogelijk is. Op piraten is
geen enkele controle mogelijk
en het verbaast me dat mr. dr.
Peters daar zo gemakkelijk
overheen stapt. Zijn oogmerk
"zo veel mogelijk signalen"
doorgeven is in dit verband
van een poverheid die je bij
een kritische socialist niet zou
verwachten. Zijn opvatting
dat "niet wij maar de PTT de
piraterij moet aanpakken"
vind ik ook vreemd. Je hoeft 's
nachts dus ook je huis niet af
te sluiten want de politie is er
schuiven", "zwerf- en rand
groepen" enz. Maar de sug
gestie die op zeker moment
werd gedaan om tot een wel
zijnsinspectie te komen wijst
wel degelijk op onduidelijk
heid en ongrijpbaarheid. Een
inspectie is er te-nslotte voor
om te ordenen en te controle
ren. Ook de hier en daar le
vende gedachte om de doel
matigheid van de subsidies te
toetsen wijst op huiver en
licht wantrouyoen.
Ach ja, ooit waren speeltuinen
gewoon speeltuinen, nu zijn
het soms centra voor ik-weet-
niet-wat.
Ook in het sociaal-cultureel
werk zullen de bezuinigingen
zeer doen. Een aardige bij
verdienste voor de clubhui
Het Levendaal in 1939. Zie hoe de fietsers midden op de weg rijden en hoe schaars is nog het aantal
auto's. Geen enkel teken op het wegdek, niet eens een zebrapad. De heren dragen nog pak met hoed
en de dames onverbiddelijk een jurk. De doorsteek voor de city-rirtg is nog ver weg.
De zon schijnt. Hoe vredig is dit alles. Niemand beseft dat de wereldoorlog al vlakbij is
zen, waaruit bepaalde zaken
kunnen wordén bekostigd,
zijn de baropbrengsten. Maar
het zou toch wel absurd zijn
om, zoals iemand voorstelde,
de gemeente een bepaalde
hoogte van die baropbreng
sten te laten garanderen. Een
rare manier van subsidiëren
voor de overheid. Liever zag
ik dat erkende kroegtijgers in
de raad de verplichting kre
gen wekelijks de clubhuizen
af te stropen.
Van Oosten (PPR) sprak nog
enkele relativerende woorden
over de professionalisering
van het welzijnswerk. "Dat
kan soms uitgesproken nade
lig uitpakken". Ik vond dat
heel moedig van hemt want in
zijn achterban zit nogal wat
welzijnsvolk. Maar Van Oos
ten is dan ook een heel goed
raadslid, dat na de verkiezin
gen beslist moet terugkeren.
Gracht
Twee weken geleden had ik de
discussie over het raadsel van
de Leidse gracht in oorlogs
tijd ("maart 1945"), voorko
mend in deel 10b van 'Het Ko
ninkrijk der Nederlanden in
de Tweede Wereldoorlog" van
dr. L. de Jong, gesloten ver
klaard. Maar ja, ik kan wel
zo veel doen en willen, de
reacties bleven gewoon ko-
Eén daarvan kwam van de
heer Fransen uit Oegstgeest
nauw verbonden aan de voet
balclub Lugdunum, zo zei hij.
"Toen ik de eerste keer de foto
in de krant zag, wist ik bin
nen vijf seconden wat het
was. Maar ik heb toen niet ge
reageerd, want ik dacht: laat
ze het zelf maar'eens uitzoe
ken. Nu u de discussie sluit
zeg ik toch maar even wat het
is: de Steenschuur van de
Groenebrug gezien, richting
Gangetje, nog voor dat over
kluisd was. Het gebouw op de
achtergrond is de koekfa-
briek van Nutrix. Die knik in
de wallekant is er later uitge
haald. Geen twijfel aan".
Geen twijfel aan. Dat heeft me
wel gefrappeerd bij deze
speurtocht: de onwankelbare
zekerheid die ik bij velen
aantrof. Het was absoluut de
Oude Rijn, beslist het laatste
stukje Levendaal, ongetwij
feld de Oude Vest.
Meneer Fransen, het Stadsar
chief meldt mij dat het Gan
getje in 1938 werd over
kluisd...
Een belangwekkende brief
kreeg ik van W.J. Roosdorp,
Debussystraat 31 in Leiden.
Hij schrijft dat dezelfde foto
voorkomt in het werk "De
Binnenlandse Strijdkrach
ten" van G.J. van O jen uit
1972 en daar is voorzien van
het bijschrift: "De bevolking
in het westen des lands voor
zag zich o.m. door het kappen
van bomen voor brandstof'.
De naam Leiden wordt niet
genoemd. De foto is volgens
de bron-opgave afkomstig
van de Sectie Krijgsgeschie
denis Kon. Landmacht" in
Den Haag. Daar meteen naar
toe gebeld. De documentaliste
bij de sectie bleek zelf uit Lei
den afkomstig, wist al van de
hoed en de rand en zei: "Als u
het mij vraagt is het 't Rapen
burg". In het archief speurde
ze de foto snel op. Op de ach
terkant stond precies te lezen
wat Van Ojen had vermeld,
met de toevoeging: "Te..?". De
plaats van herkomst was duS
niet bekend. Later belde de
documentaliste mij op met de
mededeling dat iemand uit
haar omgeving er een stukje
Schiedam in herkende.....
Nóóit zullen we het weten.
LEIDEN Ook tijdens deze koffiepauze is Bram van der
Kamp weer eens de centrale figuur. Hij vertelt met
smaak hoe hij in de jaren dertig een patroon verliet. Ter
wijl het einde van de pauze in zicht komt neemt een col
lega het woord. "Ja Bram, nu je met pensioen gaat kun
nen we jou ook in de antiekwas zetten". De aangesproke
ne lacht homerisch. Op weg naar zijn domein zegt de
scheidende textielrestaurateur van de Lakenhal: "Ja joh,
zo gaat dat in het leven", en hij hult zich even in een
stilzwijgen.
Bram van der Kamp
A.J. van der Kamp - Bram voor
vrienden, familie en collega's -
wilde vroeger graag kunstschil
der worden. Het zat in de familie.
Zijn vader, die vrij snel na de ge
boorte van zijn zoon stierf aan de
Spaanse griep, was een goed de
coratieschilder. Hij heeft in een
kerk de lijdensweg van Christus
nog uitgebeeld. Van der Kamp:
"Er kwamen eens Franse schil
ders en die wilden mijn vader
graag meenemen naar Frank
rijk".
Hongerloon
De moeder van Bram dwarsboom
de de plannen van haar zoon ech
ter. Zij wist wel beter: hoe begif
tigd met talent haar man ook
was, hij had wel een hongerloon-
tje verdiend en ze wilde niet dat
haar kroost eenzelfde lot zou zijn
beschoren.
Bram van der Kamp legde zich bij
de beslissing van zijn moeder
neer. En - hoe vreemd dat ook
moge klinken - nooit meer heeft
hij daarna de behoefte gehad om
te schilderen of te tekenen, nooit
meer. Wonderlijk hè".
Bram van der Kamp leerde een
vak, stofferen. Heel wat patroons
heeft hij versleten in de jaren
dertig. Hij werkte niet alleen in
Leiden, maar ook in Winschoten
en Alkmaar. Hij hield het meest
al niet gauw voor gezien, omdat
hij zo'n lastig knaapje was, nee,
als hij vertrok dan was dat omdat
z'n baas hem geen nieuwe din
gen meer leerde. En leergierig
was hij. Zijn dagindeling in die
tijd: overdag werken en 's
avonds naar de ambachtschool.
Ternauwernood had hij tijd om
te eten.
De jaren dertig. Van der Kamp
weet die jaren treffend te be
schrijven. Twee anekdotes om te
bewijzen dat hij een geboren ver
teller is. Over de armoe: "Ik
werkte bij een baas, die het niet
breed had. Dat wist ik, want we
Restaurateur
De Lakenhal
met pensioen
hadden het geen van allen breed.
Die man komt op een dag naar
me toe en zegt: luister jongen,
m'n vrouw en ik hebben ons elf
de kind gekregen en dat bete
kent dat jij twee kwartjes minder
gaat verdienen. Waarop ik: nou
bedankt, gaat u vooral zo door,
dan kan ik straks geld meene
men". Over hard werken: "Ze ge
bruikten me vaak als loopjon
gen. Soms moest ik zelfs een gro
te meubelwagen trekken naar
Oegstgeest. Verschrikkelijk, dat
werk. Dat moest een keer fout
gaan En ja hoor, op een dag werd
ik aangereden. Door de Blauwe
Tram nota bene. Alle meubeltjes
de lucht in".
Oorlogsjaren
Eind jaren dertig vertrok Van der
Kamp naar Dordrecht. Hij zat
zonder werk en kon in het Dordt-
se een baan krijgen als vertegen
woordiger. Tijdens de oorlogsja
ren was het gedaan met dat
werk: Van der Kamp ging in het
verzet. "Ik, opgegroeid in het mi
lieu van de AJC, was sterk anti
fascistisch. Ik was geen held,
maar heb wel geprobeerd zoveel
mogelijk te doen voor mijn me
demensen". Vijf keer werd hij
opgepakt, vijf keer vluchtte hij.
De laatste keer ontsnapte hij uit
een stilstaande.wagon, ergens in
de buurt van Amsterdam. Later
hoorde hij wat de eindbestem
ming was: Dachau. Af en toe
heeft hij nog last van een inzin
king, dan flitsen de oorlogsjaren
aan hem voorbij. "Ik ga dan tus
sen de middag altijd even slapen.
Het personeel heeft daar veel-be-
grip voor. Bram mag niet ge
stoord worden, weten ze".
Na de oorlog ging Van der Kamp in
de scheepsstoffeerderij werken.
Ook in Dordrecht. Hij stoffeerde
danszalen, ontspanningsruimtes
en maakte wandbekledingen. Hij
vertelt: "Ik heb nog op een Ar
gentijns passagiersschip ge
werkt. De stof die ik gebruikte
kostte in die tijd 200 gulden per
meter. Prachtig zag het eruit.
Maar wat gebeurt er? Dat schip
verliet de werf en werd ter hoog
te van Hamburg aangevaren
door een Amerikaans schip.
Naar de bodem. Al mijn werk
naar de haaien". Hij heeft er veel
plezier om en zegt: "Ja jongen zo
gaat dat in het leven: de één
bouwt en de ander breekt af, niet
eens altijd met opzet".
Stadhuis
In '55 kwam hij terug naar Leiden.
De ambtenaar van de burgelijke
stand had dat indertijd al voor
speld. "Toen ik naar Dordrecht
ging zei die man: u komt wel te
rug, want een Leidse vrouw
krijgt altijd heimwee. En het was
nog waar ook. Mijn vrouw kreeg
heimwee!" Hij werkte een tijd
voor een zaak op de Breestraat,
alvorens hij in '63 een betrekking
op het stadhuis kreeg.
"Ik heb de trouwzaal nog gestof
feerd en bekleed. Toen ik daar
mee bezig was zei een bode tegen
mij: u moet uw naam op de muur
zetten en als ze het over honderd
jaar dan gaan vernieuwen lezen
ze: Bram van der Kamp. Ik heb
mijn naam dus op de muur gezet.
Maar toen ik laatst weer op het
stadhuis kwam, zag ik dat de
trouwzaal helemaal was ver
bouwd. Daar zat nu de burgerlij
ke stand. En dan pas besef je wat
dat is, het vergankelijke. Maar nu
komt het mooie. Terwijl ik nog
wat onwennig om me heen stond
te kijken - was mijn naam nog
ergens te zien? - trok ik een
nummer om aan de beurt te ko
men. Nummer 54 las ik en tege
lijkertijd besefte ik: Van der
Kamp, je bent een nummer".
In '64 verruilde Van der Kamp
weer eens van baan, want ambte
naren - vertel hem wat. Zeven
opzichters had hij en die kwa
men dan in ganzepas zijn werk
inspecteren. Via connecties kon
hij een baan krijgen in de Laken
hal. Het leek hem wel wat, tex
tielrestaurateur worden en hij zei
ja. Mogen we uit het feit dat hij
voor zijn doen zo lang is geble
ven afleiden dat hij het uitste
kend naar z'n zin heeft gehad in
de Lakenhal?
"Zeker, ik heb hier al m'n talent
kunnen ontplooien. Zo moet je
dat( zien. Uiteindelijk ben ik
dank zij dit werk toch nog in de
kunst terecht gekomen". Kon hij
z'n eigen gang gaan, of werd hij
ook hier voortdurend op z'n vin
gers gekeken door mensen die
het liefst andermans werk in
specteren? "Hier, hier was ik vol
komen vrij", antwoordt Van der
Kamp. "Ik kon geheel zelfstan
dig werken. En m'n collega's, fij
ne mensen zijn dat".
Vaandels
Het leukste karwei dat hij deed
was het restaureren van veertig
vaandels. Hoewel, ook de kamer
die hij inrichtte voor de viering
van het vierhonderdjarig bestaan
van het Leidens ontzet mag niet
worden vergeten. "Als je die ka
mer zag kon je precies te weten
komen hoe de mensen vroeger
woonden. Prachtig was dat.
Maar ja: de boel moest weer wor
den afgebroken. Zo gaat dat in
het leven hè". En weer barst hij
uit in een homerisch gelach.
Tijdens de rondgang - "die kus
sens heb ik nog gemaakt" - ver
telt hij dat de directeur hem
heeft gevraagd of hij de opvol
ger, die overigens nog niet is ge
vonden - niet af en toe les zou
willen geven. Hij twijfelt, maar
aan de andere kant: het is nu ook
welletjes geweest. "Ik zal voor
m'n familie nog wel eens wat
doen, voor m'n twee.zoons bij
voorbeeld, die allebei predikant
zijn".
Wat de rondgang betreft: daar
komt ook een einde aan, want
het loopt tegen twaalven en Van
der Kamp mag dan zondag 65
worden, hij moet deze dag nog
wel een karwei afmaken. Kwiek
loopt hij de trap op om, zoals hij
het zelf zegt, met de kracht van
Simson, het geduld van Job en
de wijsheid van Salomo voor de
laatste keer aan de slag te gaan.
WIM BRANDS
Longkanker
Het artikel "Meer overlevingskan
sen bij longkanker" in uw blad
van zaterdag 12 januari, waarin
Leidse artsen pleiten vo<?r rönt
genonderzoek, lijkt me onvolle
dig en daardoor minder juist. Er
zou duidelijker gesteld moeten
worden dat "vijf-jaar overleving"
niet hetzelfde is als genezing.
Het is logisch dat, indien men de
kanker vroeger ontdekt bij een
persoon, hij vanaf die datum lan
ger zal leven vergeleken met de
situatie waar bij hem de kanker
in een later stadium vastgesteld
wordt. Maar dit houdt niet auto
matisch in dat zijn sterftedatum
verandert. Hetzelfde geldt even
zeer voor het geval dat de patiënt
totaal geen behandeling zou on
dergaan.
Bij de vergelijking met tuberculo
se in het artikel zou de le2er ge
makkelijk tot de conclusie kun
nen komen dat slechts het syste
matisch borstonderzoek de' tu
berculose teruggedrongen heeft.
Het is toch algemeen aanvaard
dat de verbeterde levnsomstan-
digheden, waaronder hygiëne,
behuizing en voeding, een grote
rol gespeeld hebben bij de terug
gang van de tuberculose, zelfs al
in die periode toen het systema
tisch borstonderzoek nog niet
bestond.
Dit artikel mist elke positieve be
nadering om longkanker te voor
komen. Er wordt opgemerkt dat
wel zal blijven stijgen doordat
"de sterfte aan longkanker nog
Jazz
Het kwintet van saxofonist Bob
Rigter komt zondag naar het
podium van Jazz on Sunday.
Het concert begint 's middags
om drie uur in het bowling—
restaurant aan de Boshuizer-
laan.
Inde Vroolijcke Arke
Oude bekenden van clubhuis
nog steeds meer meisjes gaan ro
ken". Indien echter alle artsen,
longartsen voorop, eens een
overtuigende anti-rook campag
ne zouden voeren onder al hun
patiënten, dan zou zelfs bij een
bescheiden succes de (long)kan-
ker vermoedelijk sterker teruglo
pen dan door welke andere be
handeling ook. En dit is ook nog
de goedkoopste benadering.
Het argument dat "de mens toch
het advies van de arts niet zal op
volgen" lijkt me een te gemakke
lijke uitweg. In het onlangs ge
publiceerde boek van Brian
Ingliss: "The diseases of civilisa
tion" wordt gerefereerd naar de
gunstige resultaten van een
groepje Britse artsen die wel in
een anti-rook campagne onder al
hun patiënten geloofden.
J. Klinkhamer
Vincent van Goghlaan 57
Oegstgeest
LEIDEN - De eigenaar van een
perceel aan de Haarlemmerstraat
heeft bij de politie aangifte ge
daan van het verdwijnen van 460
flessen wijn ter waarde van drie
duizend gulden.
In het pand was een tijd geleden
een Italiaans restaurant geves
tigd. Omdat de eigenaar, een in
woner van Zeist, nog steeds huur
kreeg werd er beslag gelegd op
diverse goederen waaronder de
wijn.
Volgens de politie zijn twee dingen
mogelijk: of de wijn is meegeno
men door de vorige gebruikers of
de flessen zijn gestolen.
Inde Vroolijcke Arke kunnen
zich daar melden voor een
uitnodiging voor een reünie
op zondag 14 maart. Pieters-
kerkchoor steeg 15, telefoon
123271.
Bojo Band
In het Leids Vrijetijds Centrum
aan de Breestraat treedt van
avond de Bojo Band op. Deze
groep maakt muziek met rock
en funkinvloeden. Aanvang
negen uur. Morgen in het
LVC een optreden van de
new—wave groep Neon, aan
vang negen uur.
Sorry
In jongerenvereniging Augusti-
nus aan het Rapenburg
treedt morgenavond de band
Sorry op met rock 'n roll-mu-
ziek. na het optreden Disco
Prino met lichtorgel.