c Afwijzing is spookbeeld voor Oegandese vrouw Zimbabwe zoekt select toerisme Status in ruil voor geploeter en vernedering MAANDAG 4 JANUARI 1982 Extra Door Reinier van de Loo Zij was oogverblindend, in telligent en van hoge aris tocratische afkomst. Prin ses Bagaya van Toro. Ze bracht het tot minister van buitenlandse zaken onder dictator Idi Amin. Vooral omdat hij haar zo aan zijn haremachtige col lectie echt- en bedgenotes dacht te kunnen toevoe gen. Sinds het midden van de jaren zeventig leeft Bagaya echter in Kenia. In ballingschap. Amin kreeg zijn zin niet en „pakte" de prinses door een schandaal te verzinnen. Ze zou in een openbaar toilet op het Parijse vliegveld Charles de Gaulle met een westerse diplo maat seks hebben bedreven. Amins belachelijke hersenspin sel haalde de wereldpers. Het lot van honderdduizenden Oegan- dese vrouwen nooit. En toch staan zij in dit Oostafrikaanse tropenland aan precies dezelfde mannelijke willekeur bloot. Verlegenheid Als bezoeker in een Oegandees huis of op het platteland in een gastvrije hut krijg je een ere plaats. De gastheer strooit wat bevelen rond en zijn vrouwen draven aan. Met drank, geroos- terde pinda's, gebraden kip. Op twee meter van je vandaan knielt een van hen neer, de ogen neer geslagen, de handen gevouwen. Pas als je zelf een hand uitsteekt en tot verbijstering van de man ook nog opstaat om haar te be groeten, schuifelt ze met gebo gen hoofd wat dichterbij om zich daarna in de grootste verlegen heid terug te trekken naar waar ze hoort: buiten, op de stoep bij de houten pot om cassave te stampen, «gono-bier te brouwen of het houtvuur onder de water ketel aan te houden. Als het meneer belieft te eten knielt zijn vrouw, of een van de dienstdoende bijvrouwen, als een slavin naast zijn stoel om zijn handen te wassen. Een plaats aan tafel is er natuurlijk niet voor haar bij. Je geneert je behoorlijk als je een zelfde behandeling moet onder gaan. Weigeren is een belediging. Van de man omdat je zijn gast vrijheid kennelijk niet waar deert. Van de vrouw omdat je laat blijken datje haar als onaan trekkelijk of als slechte huis vrouw afwijst. Afwijzing is voor de Oegandese vrouw een spook beeld. Het land heeft een enorm vrou wenoverschot. Acht jaar moord dadig bewind van Amin en een bevrijdingsoorlog die tiendui zenden mannen het leven kostte, hebben tot een ware mannen jacht geleid. Een beetje huisheer permitteert zich vier vrouwen. Trouwt met de eerste en neemt de meestal veel jongere bijvrouwen gewoon in huis. Hoewel natuurlijke jaloe zie wel degelijk meespeelt, aan vaarden de vrouwen hun lot en proberen elkaar te verdragen. Zo hebben ze tenminste onderdak, eten, een man die bij haar kinde ren kan verwekken en haar dus status bezorgt. Outcast „Webale njo ssebo", hoor je dage lijks vele malen: dank je wel, Een vrouw zonder kinderen is een outcast. Ik hoorde een Oegande se academicus letterlijk de kin derloze vrouw die met een hono rabel accountant samenwoonde, betitelen als „die is niet van hem, die is van ons allemaal". Naast een levendige traditie van vrijheid-blijheid is ook het vrou wenoverschot beslist oorzaak van een opvallend soepele sa menleving, waarin mannen gre tig profiteren van de vlotte be reidheid van zeer veel vrouwen om relaties-voor-één-nacht te aanvaarden. Het gold kennelijk als het sum mum van gastvrijheid dat een paar vrienden bij wie ik te gast was - geen leden van een primi tieve plattelandsstam, maar heu se notabelen - mij zonder omhaal een vrouw voor de nacht aanbo den. „Als een vrouw bij je wil zit ten om te praten, betekent dat dat ze ook bereid is met je naar bed te gaan", gaf men als uitleg. Je begrijpt het gemak waarmee Wrange bijkomstigheid: als de Kleermakerij op straat in Kampala. Veel Afrikaanse vrouwen zorgen i dig nakomelingschap. Rechten hebben ze nauwelijks. hier over een vrouw wordt be slist een klein beetje als je weet wat in de meeste zwarte Afri kaanse staten haar waarde is: op het platteland kost een huwbaar meisje tien koeien. Als haar ou ders van stand zyn zeker het dubbele. In de steden en het meer ontwikkelde zuiden van Oeganda betalen de ouders van de bruidegom met geld, kleren en drank. Inruilen vrouw niet meer voldoet, stuurt de man haar zonder meer naar huis en eist zijn bruidsschat te rug. Voor haar gemakkelijk vier anderen, en alles heeft zijn prijs - ook een inruil-vrouw. Het gevaar door de man te worden verstoten, bedreigt elke vrouw. Dagelijks. Deze eenzijdige man nenmaatschappij eist totale toe wijding. Hutten bouwen, het land verzorgen, liefst meer dan tien kinderen baren en groot brengen (als het even kan zoveel mogelijk dochters, vanwege die bruiloftskoeien), dagelijks bood r inkomen, huishouden en overvloe- schappen doen en dat betekent vele kilometers ver door het oli fantsgras of de bush naar de markt en terug met volle mand of kruik in perfect evenwicht op het hoofd, kind op de rug. een tas in elke hand. Thuis wacht dan het manvolk, gezapig koutend rond de ajono-pot, op gebraden vlees, bananenstamp en waragi (jenever). De vrouw die na zo'n dag het lef heeft de veelvuldige paringsdrang van meneer te weerstaan, kan de volgende mor gen bont en blauw geslagen haar biezen pakken. Ik ontmoette een ervaren verpleeg ster die er rond voor uitkwam dat ze kort geleden heel doelbe wust de man van haar vriendin had verleid. Niet omdat ze hem zo aantrekkelijk vond, maar om dat ze „een kind nodig had". Het kostte haar bijna het leven, want de vriendin wachtte haar de vol gende dag met een vlijmscherpe panga op. Ze kon nog net van haar wraakactie worden afge houden. Een kind bezorgt je respect, is een investering. Levensverzekering. Als je ouder wordt, trek je bij je kinderen in, die ouders en groot ouders altijd hoogachten. Jon getjes zorgen voor het vee, meis jes zijn net spaarbrieven: als ze trouwen, vangen de ouders de „rente". Buurman In het grensgebied tussen Karamo- ja en Teso in Noordoost-Oeganda zag ik een vrouw haar man afwij zen die op bezoek kwam uit het verre ziekenhuis waar hij ver pleegd wordt wegens 'n ernstige lepra-aandoening. Ze had hem niet meer nodig. Niet alleen van wege zijn ziekte, maar omdat hy haar geen kinderen meer bezorg de, zo ver van huis. Ze was, zei ze openlijk, al naar de buurman ge weest die haar gelukkig wel be zwangerd had. Als we wegrijden, de ernstig ver minkte en nu ook nog van zijn erf gejaagde man achterin, hol len dertien kinderen, gierend van de lol een tijdje achter de mo- toka (motorcar) aan. De meesten weten nooit wie hun vader is. Het omgekeerde bestaat ook. In Moroto, Karamoja, ontmoet ik een Moesoga (man uifBoesoga). Heeft vier vrouwen Had er vroe ger nog meer. Rond de drie ver sleten autobus-stoelen in de modder op zijn erf dartelt een tiental kinderen. Na twee lang durige bezoeken aan dit door taal- en stamgrenzen gespleten land, leer je spraakverschillen te onderscheiden. Stomverbaasd vraag ik myn reisgezel of ik me vergis: spreekt het ene kind Swa- hili, een ander Iteso, een derde Loesoga en een vierde Karamo- jong? Jazeker, ze hebben alle maal verschillende moeders, elk kind spreekt zyn moeders taal. Fa verstaat ze maar gebrekkig. Een deel weet niét wie hun moe der is, die is jaren terug versto ten. Het verbaast je al lang niet meer als een Nederlandse arts je haar me dicijn-voorraadkamer laat zien en een beetje schamper op een stapel dozen wijst: de pil, goed bedoeld geschenk van een far maceutische industrie, maar hier volslagen waardeloos. Geen vrouw die ze gebruikt Traditie In de grote stad vindt de Italiaanse non in de missieschool nog wel gehoor en begrip als ze vraagt: „Wat betekent status als je om al die kinderen honger moet lij den?". Op het platteland, en dat is in Oeganda net als bijna overal in zwart-Afrika bijna 90 procent van de natie, ontbreekt het de ontwikkelingswerkers aan vol doende overtuigingskracht: kin deren maken, tegen de klippen van de ellende op, is een niet te verwoesten traditie Zelfs in het lepra-ziekenhuis van Kumi krij gen patiënten baby's. Niet dat die gevaar lopen dezelfde ziekte te erven, maar wat voor toe komst hebben moeder en kind? Als je in Kampala mooie, jonge Ba- ganda-vrouwen ziet flaneren, be hoorlijk erotisch-uitdagend in hun strak om het lichaam ge spannen, vliesdunne lange ja ponnen, denk je aan een nieuwe, zelfbewuste generatie. Vergeet het. Gevraagd naar het waarom van haar tamelijk opzienbarende uiterlijk, zegt een secretaresse in het hoofdkantoor van president Obote's UPC-party „Ik zit vier uur bij de kapper (voor het inge nieuze miniatuur-vlechtwerk waarmee Afrikaanse vrouwen hun haar verfraaien), ik koop du re kleren en ik heb make-up. Kost me mijn hele salaris. Maar als tk daarmee een man kan krij gen is het toch een goede inves tering?". De hele maatschappij, de econo mie, drijft op de vrouw. Op haar slavenarbeid, haar verzorgende taak. haar geploeter op akker en markt, haar veelvuldig moeder schap. Haar loon: status. De prijs: onderwerping, uitbuiting, vernedering. Mosi-oa-tunya, zo noemden de leden van de Kololo-stam de indrukwekkende watervallen, waar de Opper-Zam bezie zich in een spleet in de aarde met donderend geweld honderd meter naar beneden stort. Mosi-oa-tunya: de rook die dondert. In 1855 werd dit natuurwonder voor het eerst door een blanke aanschouwd. De beroemde ontdekkingsreiziger David Livingstone hoorde, varend over de verraderlijke Zambezie, de donder en zag een wolk van opspattend water aan de horizon. Hij legde aan op het laatste eiland voordat de rivier in het ravijn stort en noemde de watervallen naar zijn koningin, Victoria. Deze majestueuze plek is een must geworden voor de verwende toerist die al het andere op aarde al heeft gezien. Hij is welkom in Zimbabwe. Kudden olifanten zijn kenmerkend voor de wildparken in Zimbabwe. Er zijn er zelfs teveel. Een zesde deel van het grondge bied van de jonge staat Zimbab we bestaat uit wildparken. Nu de bevrijdingsoorlog voorbij is en de zwarte partizanen uit de bush tevoorschijn zijn gekomen en ontwapend, wachten de blanke rangers op safariklan ten. Tijdens de oorlog is het toerisme naar dit wonderlijke land tot het nulpunt gedaald. In het eerste jaar nadat de de vrede was gete kend stroomden 275.000 toeris ten het land binnen. Voor dit jaar worden er 400.000 verwacht. Er mogen er niet teveel komen. Het mag niet zo zijn dat de vreemde lingen elkaar staan te verdringen in het majestueuze regenwoud aan de overzijde van de Victoria- watervallen. Of dat een olifant of rhinoceros slechts gefotogra feerd kan worden met tientallen met zebrastrepen beschilderde safaribussen op de achtergrond, zoals in Kenia het geval schijnt te z\jn. Blank Mevrouw Victoria Fikile Chitepo is als onderminister van het minis terie van voorlichting belast met het toerisme. Zij is de weduwe van een van de leiders van het eerste uur van de regeringspartij ZANU. In 1975 kwam haar man om het leven nadat onbekend ge bleven tegenstanders een land mijn hadden gelegd onder de op rit van zijn huis. Een bijzondere vrouw en aan haar leg ik mijn er varingen met het toerisme in haar land voor. Wie met het geor ganiseerde reiswezen Zimbabwe bezoekt, kan gemakkelijk in de waan komen dat hij door een blank land reist. De reis g wel geheel per vliegtuig; melijk dertig jaar oude Vickers Viscounts, met het vertrouwen wekkende merkteken van Rolls Royce op de motoren en onge twijfeld de laatste toestellen met nog een soort scheepsbetim me ring. De passagiers van deze vliegtuigen zyn zonder uitzondering blank. Dat is dus ook de bevolking op de vliegvelden alsmede de inzit tenden van de transferbussen. Hotels blijken eveneens slechts door blanken te worden be woond, evenals de Safari Lod- Victoria Chitepo glimlacht. „Onze Afrikaanse bevolking kan het zich gewoonweg niet permitte ren een dag op vakantie te gaan. Toen ik voor het eerst met mijn familie in het Wankie Safari Park was, hebben wii ons suf gezocht naar een goedkoop onderko men". „Natuurlijk mag het toerisme op den duur niet alleen maar een zaak voor blanke buitenlanders zijn. Wij zullen onze eigen men sen moeten opvoeden in de his torische en natuurlijke rijkdom men van hun land. Maar dat kost tijd. Overigens zijn wij helemaal niet geinteresseerd in massatoe risme. Zimbabwe zou Jumbola dingen vreemdelingen niet aan kunnen. Wii hebben behoefte aan selecte gasten; mensen die voor ons de moeite waard zijn en genoeg geld kunnen uitgeven". Zuid-Afrika Het toerisme in de jonge staat Zim babwe is, het verbreken van de diplomatieke betrekkingen ten spijt, in handen van Zuidafri kaans kapitaal. De belangrijkste hotels worden gecontroleerd door de Southern Sun-group, die eigendom is van Zuidafrikaanse bierbrouwerijen. De Safari Lod ges in de wildparken zijn even eens van de gehate zuiderburen. De meeste busondernemingen en de reisbureaus niet minder. Simbarasha Mumbengegwi, on derminister van buitenlandse za ken in de regering van Robert Mugabe, haalt zijn schouders op. „Die handelsbetrekkingen met Zuid-Afrika zijn een erfenis. Het is een historisch gegeven dat ons land voor de bevrijding een soort provincie van Zuid-Afrika was. Daar kunnen wij vooropig niet veel aan veranderen. Wij moeten daarmee leren leven, totdat wij onze economie in eigen handen kunnen nemen". John Robinson, adviseur van het ministerie voo economische planning heeft een minder poli tiek antwoord. Inderdaad veran dert de houding ten opzichte van Zuid-Afrika. De absolute vijan digheid van na de machtsoverrta me heeft plaats gemaakt voo een pragmatische instelling. Bui tenlandse investeringen uit an dere landen verdringen lang zaam maar zeker de overheersen de positie van Zuid-Afrika. De minister van transport, Daniel Ngwenya, knikt instemmend als zijn blanke secretaris-generaal verklaart dat de verbeterde ver houding met het zuiden ertoe heeft geleid dat een recent con flict over in bruikleen afgestane locomotieven, na uitvoerige on derhandelingen is opgelost. Lucratief Zuidafrikaans kapitaal of niet, de op safari beluste toerist en de wildparken leggen Zimbabwe geen windeieren. De zorg voor het met uitsterven bedreigde grote Afrikaanse wild is een lu cratieve zaak aan het worden. De wildstand neemt in de be schermde parken zeer snel toe. Olifanten, buffels, antilopen, ïm- De Victoria watervallen. pala's, wildebeesten en leeuwen gedijen als nooit te voren en zoe ken weide- en jachtgrond buiten de parken, op het land van blan ke boeren in de omgeving. In Zimbabwe is de eigenaar van het land ook de bezitter van al het wild dat zich daarop bevindt. Hij mag het afschieten. Alleen als hy het verhandelen wil, heeft hij toestemming nodig van de beheerders van de wildparken. En die wordt maar al te graag ge geven. Vooral voor olifanten, want daar heeft het land er teveel van, zodat het dreigt te worden kaal gevreten. Buck de Vries is zo'n boer aan de periferie van het Wankie Safari Park in het zuiden van het land. In de zeventiende eeuw verlieten zyn voorouders Friesland om te gaan boeren in Zuid-Afrika. Drie eeuwen later liet Buck de boede- ry van zijn voorouders aan zijn vele broers en trok naar Rhode- sie. Daar kocht hij 15 000 hecta ren land, grenzend aan een rivier en met een omtrek van 47 kilo meter. een soort eigen provincie dus eigenlyk. Hy begon als vee boer met zesduizend stuks vee de verwende toerist. (Foto GPD» Jaarlijks verloor hij meer dan duizend koeien aan de vraat zucht van de leeuwen uit het aan grenzende wildpark. Hy liet de koeien voor wat zy waren en ging leeuwen vangen met de be doeling een groot leeuwenpark in Rhodesié in te richten. Wildhandel Dat was een waanzinnig idee, vond Ian Smith indertyd Een leeu wenpark naast een wildpark werd door hem als te bizar van de hand gewezen Daarna wierp Buck de Vries zich op de jacht en de wildhandel. Het werd een suc cesstory. Het grote Wankie Sal'.i n Park kan zo'n zestienduizend olifanten huisvesten. Met méér wordt het te vol, of liever te kaal. De afgelopen jaren worden er minstens achttien- tot twintig duizend geteld, zodat er een paar duizend naar de andere wereld moeten worden geholpen. Buck de Vries neemt er zo'n slordige zevenhonderd voor zyn rekenin- ,K Hoe gaat dat in zyn werk? Wie is geïnteresseerd in een dode oli fant? Voornamelyk zyn dat ja gers uit Amerika, Weet-Duits- land en zelfs Rusland Om een olifant te mogen afschieten, moet die jager eerst bereid zijn om ongeveer 10.000 gulden neer te tellen. Voor dat bedrag is Buck de Vries bereid hem te be geleiden. Hy moet van dat be drag 3500 gulden aan het wild park afdragen. Het vlees moet hy afleveren by het dichtstby gele gen dorp. De jager, die na beta ling van deze bedragen zyn ego heeft opgevijzeld met een al dan niet trefzeker schot, kan vervol gens met de hulp van Buck de Vries nog wel enig profijt maken. Huid en slagtanden van de olifant brengen goed geld op. Van wild is alles te gebruiken, het id en het karkas als jachttrofee. Het levert aanmerkelijk meer op dan vee, dat verzorgd moet worden en ge weid. De wilde beesten zorgen voor zichzelf en houden zichzelf raszuiver in stand. De winst die de wildparken opstrijken uit de jacht, komt onder het nieuwe be wind rechtstreeks ten goede aan de dorpen en gemeenschappen aan de rand van de wildparken. Het afgelopen jaar is byna twee miljoen gulden aan de nederzet tingen afgedragen en dat geld wordt gebruikt voor de bouw van scholen en ziekenhuizen. Rennen Op die manier hoopt het de pare - ment van nationale parken en wildstand belangstelling en res pect van de inheemse bevolking voor de wilde dieren op te wek ken. „Dat is een moeilijke zaak", zegt Victoria Chitepo „De Afri kaan bekykt het wild niet met dezelfde nieuwsgierigheid als de blanke toerist. De wilde beesten hebben voor hem iets bedrei gends. Voor de meesten bete kent het zien van een leeuw dat je voor je leven moet rennen. Maar het overgrote deel van de bevolking heeft nog nooit een leeuw gezien Ik ben in myn jeugd aan de aanwezigheid van olifanten gewend geraakt, maar miin eigen kinderen hebben er by voorbeeld nog nooit een ge- „Wy moeten ook in dit opzicht on ze mensen leren met dieren om te gaan Zy moeten er respect voor krygen en niet langer met de meest primitieve methoden op jacht gaan. Er lopen honder den olifanten met afgesneden slurven rond. Die zijn pynlyk vastgelopen in door inheemsen gespannen yzerdraad, nadat zy op de vlucht zyn gejaagd door hun weidegrond in brand te ste- k'-n Door de pt ir toegestane jacht aan de dorpen in de omgeving af te staan, ho pen wy dat de bevolking gaat in zien dat het in hun eigen belang is het wild te beschermen".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1982 | | pagina 13