Kalkoen als groothoen naar nieuwe toekomst Nederlander heeft liever karbonade Kalkoen verwerkt in dertig produkten Fokker Foppen: "De naam deugt niet" DONDERDAG 24 DECEMBER 1981 r Kerstmis is voor velen altijd het vreetfeest bij uitstek, Q maar temidden van alle gastronomische geneugten in de eetmaand december neemt de kalkoen in Nederland nog maar een bescheiden plaats in. Gelukkig voor het beest, helaas voor de fokker. Deze laatste begrijpt eigenlijk niet waarom de kalkoen in buurlanden als Engeland en Frankrijk een ware 'must' aan de feestdis is, terwijl de Hollander maar niet van zijn karbonade is weg te slaan. Fokker Foppen uit Ermelo meent nu het ei te hebben r gevonden. Als we de naam kalkoen nu eens schrappen, r! meent hij, en we maken er 'groothoen' van, zou het dan lukken? 3 een vervelende virusinfectie. Ze kunnen er zelfs dood aan gaan. Je bent dus wel verplicht goede j] voorzorgsmaatregelen te nemen. De hokken dienen ruim te zijn en er moet een frisse wind doorheen kunnen waaien. Erg belangrijk is de periodieke vernieuwing van het stro. Bij mij kunnen de jongens van het scharrelkippenverbond gerust een kijkje komen nemen, ik heb niks te verbergen". Is Pim er zelf lid van? Geen sprake van. Hy kan geen begrip opbrengen voor de acties, die overal in het land ten bate van de kip in nood worden georganiseerd. "Ik kan me behoorlijk ergeren aan de verontwaardiging tegen de legbatterij. Waarom? Geloof maar niet, dat de foto's in de krant over zielige kippen in een klein hokkie de werkelijkheid weergeven. Weet je hoe dat gaat? Er komt een fotograaf in zo'n kippenkolonie, die links en rechts loopt te flitsen. Kan je nagaan wat er dan gebeurt. Die dieren beginnen van paniek in hun kooien te fladderen. Als je ze op dat moment fotografeert lijkt het inderdaad of ze in doodsnood verkeren. De werkelijkheid is doodgewoon, dat een kip alleen een ei legt als zij zich lekker voelt. Worden in een legbatterij veel eieren geproduceerd dan hebben de hennen het dus prima naar hun zin. Zo zit dat. Het komt wel eens voor, dat een pluimveehouder de kippen te dicht op elkaar stouwt. Ook dan is er geen reden om ach en wee te roepen, want de man komt vanzelf van zijn dwaling terug. De daling van de eierenopbrengst brengt hem gauw genoeg tot het in zicht, datje niet mag beknibbelen op de leefomgeving". Intolerant In zijn korte bestaan heeft de kalkoen het niet zo kwaad als je over de verminkingen heen kijkt, die hem worden aangedaan. Behalve het lewieken (vleugeltje knippen) pioet in een later stadium ook een stukje van de bovensnavel worden afgeknipt om te voorkomen, dat ze elkaar afmaken. Kalkoenen hebben namelijk geen idee van tolerantie. Als de haan, die koning kraait, een slechte dag heeft moet hij wel een eind uit de buurt zien te blijven van de mannetjesputters, die hem naar de kroon steken. Er is een nooit aflatende strijd om de macht. Het dier, dat zijn positie moet verdedigen en zijn pretentie niet waarmaakt, wordt door zijn rivaal onverbiddelijk doodgepikt. Het verhaal gaat, dat de Schepper bij het versieren van de dieren het varken had overgeslagen. Knorretje had zich verslapen en kwam pas aanzetten toen God zijn penseeldoos al had opgeborgen. De Heer legde toen maar een krul in zijn staart om hem niet helemaal voor joker te laten lopen tussen de prachtig opgetutte beesten. Toch valt veel te zeggen voor de stelling, dat ook zonder krul het varken een vorm van absolute schoonheid is vergeleken met een witte kalkoen. Een lange, hobbelige lel slobbert onder een blauw-paarse kale kop, waarin twee vinnige kraaloogjes opperste wraakzucht uitstralen. Het is een te"ken van barmhartigheid, dat zij nooit enig begrip zullen hébben van hun monsterlijke verschijning. Maar indrukwekkend zijn ze ook. Kalkoenen zijn zo volstrekt ongenaakbaar, dat hun magistrale fierheid het gemis aan schoonheid redelijk goedmaakt. In de braadpan tellen schoonheid en fierheid niet mee. Daar komt het aan op de smaak van het vlees. De kip en het konijn hebben de proef al lang doorstaan. De kalkoen moet zich nog steeds bewijzen. Twiddle kon tevreden zijn, Engeland had zijn nationaal symbool niet te schande gemaakt Idee In Nederland hoef je zoiets niet te proberen. Er zijn genoeg mensen, die nog nooit kalkoen hebben gegeten. Dat beweert Pim Foppen uit Ermelo. En hij mag het zeggen, want wat hij niet weet van een kalkoen kan een naaister in een vingerhoed stoppen. Zijn vader begon vijfendertig jaar geleden het eerste kalkoenbedryf van Nederland. Senior is inmiddels overgegaan op de fokkerij van vossen en nertsen. Een gouden greep, want zijn bedoening groeit en bloeit ondanks de treurige recessie tegen de klippen op. De zoons Pim en Dick gaan door met het proberen van de kalkoen op de vaderlandse markt, maar de smaak van ons volk laat zich moeilijk manipuleren. Pim denkt dat zijn handel volgend jaar een grote klapper kan maken als zijn briljante idee wordt overgenomen. "Mensen eten geen kalkoen, omdat die naam niet deugt", zegt hij, "Ik heb op een vergadering gepleit voor het veel vriendelijker klinkende "groothoen". Ik heb hier en daar een goedkeurend knikje gezien, maar verder is met mijn suggestie weinig gebeurd. Toch moeten we er serieus over denken. Als "groothoen" aanslaat gaat de verkoop misschien verticaal omhoog. Net als bij de kippedijen. Toen ze daar "kipkarbonades" van hadden gemaakt kon de handel de vraag niet bijhouden. Tja, het succes zit in een klein hoekje". Het werd hoog tijd dat de man met het gouden idee opstond, want sappelen is troef in de kalkoenerij. Tot voor twee jaar telde ons land nog negentig bedrijven, nu zijn het er nog maar vijfenvijftig. Geen teken dat de turkey beide poten tussen de keukendeur heeft kunnen krijgen. Dat Pim en Dick zich redelijk kunnen redden danken zij aan hun voorzichtige benadering van de markt. Pim Foppen: "Een kwestie van doorfokken". Elke dag Hun expeditie begon bescheiden met de verkoop van wat kalkoenen aan boertjes in Barneveld, die er op hun beurt een paar centen mee verdienen op de plaatselijke markt. Van lieverlee drongen de Foppens door tot de kop van Groningen. De prachtige zwarte kalkoenen lagen aanvankelijk het best in de markt, maar vanaf '53 heeft het witte, uit Amerika geïmporteerde exemplaar steeds meer de aandacht op zich gevestigd. Per jaar fokt Pim zo'n 70.000 kalkoenen, waarvan maar een klein deel ongeschonden door de consument wordt afgenomen, de meeste dieren worden verwerkt in allerlei produkten. Er zijn wel dertig recepten waarvan de kalkoen een belangrijk bestanddeel vormt. In huize Foppen verschijnt viermaal per week het "groothoen" in een andere vorm op tafel. Huisvrouw Hennie telt de dagen op haar vingers af: "Dinsdag eten we kalkoenrollade, woensdag kalkoen-schnitzel, donderdag kalkoen in goulash en vrijdag gevulde kalkoen". Wie dan najaren nog over de kalkoen kan praten als over de kroon der schepping heeft ongetwijfeld een bijzondere relatie met dat beest. Pim: Jazeker, ik heb gevoel voor de kalkoen. Als het aan mij ligt gaat-ie dan ook regelrecht naar de top van de hitlijst. Hij zit toch veel beter in het vlees dan een kip of een eend? Ze kunnen wel dertig kilo zwaar worden. Vroeger bracht een hen het niet verder dan 4 en een haan hoogstens tot 11 kilo. Tegenwoordig wegen de beestjes gemiddeld twee keer zoveel. Een kwestie van doorfokken". "De kwaliteit is er ook stukken op vooruit gegaan. Dus wat let de consument? Niks. Alleen is d* Nederlander niet van zijn karbonade weg te branden. Dan is de situatie in Frankrijk en Engeland toch heel anders dan bij ons. Daar staat bij wijze van spreken de kalkoen naast het fornuis. Bovendien heeft Frankryk van zijn kalkoen een gewild exportprodukt gemaakt." Pan Volgens het bestuur van de Kring Kalkoenhouders is het gevaar alleen maar te keren als we de Fransen in eigen huis met onze leldragers de dampen aandoen, maar helaas- daartoe zijn we niet in staat. "Het gat, dat wij in andere landen achterlaten wordt thans duidelijk door Frankrijk opgevuld", aldus het bestuur. "Kalkoen-Napoleon" Bourgoin, baas van de mammoetslachterij in Morbihan, heeft zelfs in Engeland, het vaderland van de turkeys, grote omzetten kunnen halen. In Groot-Brittanniè was in vijfjaar tijd (van '75 tot '80) het verbruik van kalkoen gestegen van 1,5 tot 2 kg. per hoofd van de bevolking, de Britse producenten konden de vraag niet meer bijbenen. Intussen begint de kalkoen ook in Oostenrijk, Polen en Italië de weg naar de pan al aardig te vinden, maar in Duitsland is het weer mis. De kerstkalkoen zal waarschijnlijk onder de kostprijs moeten worden verkocht. Niemand maakt winsten er is geen consumptiestijging, hoewel sommige buitenlandse slachterijen tegen dumpprijzen hun produkten aanbieden. Pim ziet de ontwikkeling met lede ogen aan. Hoe kan het Hollandse "koentje" een stuk markt wegpikken als de verovering in eigen land nog moet beginnen? door Jos Bouten Waaraan is het gemis aan succes te wijten? De Ermelose fokker wijst op het hardnekkige verzet van onze vooroordelen. Die moeten eerst met een drilboor in puin worden geramd, voordat we de voortreffelijke kwaliteit van de moderne kalkoen naar waarde leren schatten. "Vroeger werd hij pas na een halfjaar geslacht. Inderdaad was het vlees gortdroog. maar tegenwoordig doen we het heel anders. Het beestje gaat na acht weken al naar de slachterij en levert dan precies het brokje vlees, dat past in ons op vetarm en mals afgerichte mondje" Ramp Fokken in Ermelo is zo ongeveer het fijnste wat men zich in dit ondermaanse kan voorstellen. Het bos heeft daar nog de maagdelijkheid van het paradijs. Heel af en toe hoor je de knal van een geweer, de andere geluiden zijn afkomstig van de honderden kalkoenen, die op hun laatste rit staan te wachten. De meeste zijn hun bestaan begonnen op de naburige broederij van Dick Foppen, die met acht mechanische broeders gekoppeld aan twee uitkomstmachines het bestand van broer Pim aardig op peil houdt. Het is één keer gebeurd, dat er een machine uitviel. Weinig minder dan een ramp, omdat de schade meteen in de tienduizenden gulden liep. Zo'n boerderij heeft de vorm van een grote stalen kast, waarin de eieren vier weken onder constant warme temperatuur opgesloten blijven. Aan het eind van die periode breken de schalen en komen de kuikens te voorschijn. Twee medewerkers van Pim staan klaar om de borelingen duidelijk te maken, dat ook zy in een tranendal terecht zijn gekomen. De een knijpt elk kuiken een stukje van de rechtervleugel af, zodat zijn leven nooit meer een hoge vlucht zal nemen, terwyl de ander in een razend tempo een spuit met antibioica in de lijfjes drukt teneinde hun weerstand tegen de nerveuze drukte van Groot Kalkoenenhof te vergroten. "Wij maken de diertjes stress-vrij", legt Pim uit, "Vooral de eerste tijd hebben ze 'n kick nodig om in het rumoer niet tenonder te gaan". Je moet een rondjelangs de stallen van per stuk duizend vierkante meter hebben gemaakt om te weten wat hij bedoelt. Watje hoort is een hoog, klagelijk geluid, dat in duizendvoud wordt herhaald. Toch hebben de kalkoenen het niet slecht. Ze zijn niet tot een grauw bestaan in een legbatterij veroordeeld. Ruimte Hoewel ze kort op elkaar staan heeft elk dier voldoende ruimte. Hij loopt op vers strooisel, waardoor de indruk ontstaat dat de fokkerij wordt geleid door een diervriendelijke ondernemer. Pim Foppen is zeker geen dierenbeul maar ook geen man, die elke kalkoen over zijn kruin aait, voordat-ie gaat slapen. Hij moet zijn beestjes wel zorgvuldig behandelen, omdat ze anders niet lang leven. Pim: "Kalkoenen hebben gauw een ziekte te pakken. Dit jaar worden ze bedreigd door Ondanks de kalkoenaria, waaraan de Britten voortdurend lijden, hadden de Engelse fokkers in september zoveel beestjes aangemaakt dat ze ermee bleven zitten. Een telefoontje naar mister Twiddle en het leed was geleden. Hij hield een praatje voor de beeldbuis over de hemelse heerlijkheden, die een goedwillende huisvrouw met delen van een kalkoen kan bereiden. Het effect was verbijsterend: de vele tonnen-voorraad waren in de kortste keren verhuisd van def mesterijen naar de keukens. Wie kent niet de prenten waarop een kalkoenfeest tot in detail is getekend. Hoofdpersoon is bijna altijd een vriendelijk, kalend mannetje. Blozende wangeh en de bril op de punt van het wipneusje. In de linkerhand het mes, in de rechter de vork. Zijn tong hangt uit de mond en de ogen vallen bijna uit de kassen. Het beeld is duidelijk: meneer beleeft het hoogtepunt van zijn bestaan. GANZENBORD Put: 15 fiches betalen en rustig af wachten. Doolhof: 5 fiches aan de pot betalen. Gevangenis: 10 fiches betalen en wachten tot men wordt bevrijd. Dood: 5 fiches in de pot storten en hele maal opnieuw beginnen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1981 | | pagina 36