Het spel of de knikkers 9S SS Üiilf M 00 39 i Ej tli!»; «3|t 24 FINISI ST. Zl W' m V. ^Sr' mm Het leven is een spel, zegt men wel. Een spel waarin de regels voor een ieder vaststaan, maar waarin men het tegelijkertijd met zichzelf en zijn geweten op een akkoordje kan gooien. Een spel waarin gegokt wordt en misstappen worden begaan. Maar ook een spel met wisselen de kansen, waarin het succes niet bij voorbaat voor de meest kansrijke is weggelegd. En zo is het ook met gezelschapsspel letjes. Ze doen ons even aan het gewone leven van alledag ont snappen, maar tegelijkertijd vormen ze het onschuldige slag veld van een klllersmentaliteit, die maar één winnaar mogelijk maakt. Op het onderstaande bordspel hebben we getracht genoemde twee ingrediënten sa men te brengen. Het symboli seert de loop van ons werkzame leven, waarin immers zo vaak de vraag opdoemt op welke kaart we nu eigenlijk moeten spelen. Op die van het geluk, of op die van roem en rijkdom? Of wel: gaat het nu om het spel of om de knikkers? •g£ aed do („aaisni aan '29% -snz »fj appi.ws *3fa ueuunng azog jara MdiAJdtui jaq udssn)u| saaq -Suiuaizaq %o% zy -ui|nj ijaaS iep 'idpJdA uds)«e|d 5 *9 uadpq n uagnz |33Aaj qO|Z a pch - jpjudvTh prnu pjf mm ma CO «- ilP 00 Is-5|ge c: 8 P 3 2. o S (6£ '3*d) aagaviaA j3ao sage Jirep n irejf 3*09 -0*2 jaauajM uBequaj ap do jaia iep ieeJ oz je bui 'uareq ai uauu]q Piaduazpud iaq jaus U3A3 iqaep A n «ao I W w uaijnaq La Tf ®'s ;*u?d°p I do ideaiag -» ft 2. cr c? er tf Mht» rg.g2gH b 2.3 -01 L_ kjo o y- Samenstelling en eindredactie: Willem Schram» Vormgeving: Henriëtte van der Hoeven - Lay out cover: Will van der Velde - Illustraties: Koos Heemskerk - Copyright: Leldsch /Alphens Dag- o er w a D inr b 8a B £0 BB aS B' 3 S ï.MHi JÈ! 2 SSB d 5 O "3 d O M WiJiJf Ia *du: CO siesr: S5-2S?IU Sskfli Ea?i»=ijï5 liliifflUi» (sÏRATECO) <w 4 f DETECTIVE Welk een vreemde vorm van broodwinning is dat toch: gluren en wroe ten ln andermans rom mel! Sla 1 beurt over. Overigens: de particu lier-detective staat breed uitgemeten op P«*. 34. Hoe dit spel te spelen? Er is slechts één dobbelsteen voor nodig en voorts dient iedere deelnemer (het aantal deelne mers maakt niet uit) over een pion of iets dergelijks te be schikken. Wie het hoogste aan tal ogen gooit mag beginnen. Daarna schuift iedere deelne mer met zijn pion zoveel vakjes op als hij ogen heeft gegooid. De bedoeling is om zonder al teveel kleerscheuren vakje 65 te berei ken. Bij de laatste worp moet het juiste aantal ogen worden gegooid om vakje 65 te berei ken. Gooit men teveel, dan moet er vanaf vakje 65 worden terug geschoven, waarna men op nieuw de eindstreep mag trach ten te bereiken. In elk vakje mag maar één pion staan. Komt men op een andere pion terecht, dan moet men terug naar waar men vandaan kwam. Wie op een fotootje (dus spelletje) terecht komt, mag daarna nóg een keer gooien. Wie daarentegen op de nevenstaande tekening terecht komt, wacht doorgaans een droever lot. De tekeningen zijn in dit spel de valkuilen, die in de vorm van een bonte serie ar tikelen op de volgende pagina's nog eens terugkeren.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1981 | | pagina 29