„Dit land is
vermoord
door Amin"
WHOM
Door
Reinier v.d. Loo
WOENSDAG 16 DECEMBER 1981
PAGINA 15
Vijftien op een rij. Op de
stoeprand van één van
Kampala's door kratergrote
kuilen bijna onberijdbaar
geworden hoofdstraten.
Straatventers achter hun
koopwaar op gammele
tafeltjes. Ze verkopen alle
vijftien hetzelfde.
Stempelkussens. Waardeloos
westers overschot, door een of
ander ministerie voor
ontwikkelingshulp in het van
honger en armoe zieltogende
Oeganda gedumpt.
Een riante schoenenzaak,
eindje verderop. Ramen al
sinds de oorlog tegen Amin
(1979) versplinterd. Tralies
ervoor in de plaats, tegen de
gewapende straatrovers die
Kampala na zonsondergang
terroriseren. En binnen, in de
tientallen meters lange
uitstalkasten zeventien paar
schoenen. Zeventien.
Gympjes, crisis-sandalen en
enkele in Europa acht jaar
geleden nog modieuze en
vervolgens voor een Derde
Wereld-spotprijs aan de
evenaar nog winst opleverende
afdankertjes. Een paar
herenschoenen kost hier 950
shilling (bij de bank zo'n 15
gulden, op de zwarte markt
nog geen drie riksen).
Exclusief belastingaftrek.
Oeganda's minimumloon
bedraagt 950 shilling.
Exclusief belastingaftrek).
In Kumi, een stadje in de
oostelijke provincie Teso,
zitten 25 haveloos geklede
stamgasten in de plaatselijke
bar. Afro-disco schalt tegen de
kale muren. Achter de tap
toont de eigenaar trots een
paar kratten bier. Maar
niemand drinkt. Zitten, praten,
roken (als ze van de mzunpu.
de blanke bezoeker, tenminste
een sigaretje krijgen), maar
geen pilsje pakken. Zo'n pijpje
kost namelijk 250 shilling
Staatsprijs. Wie drie vrouwen
en tien kinderen heeft te
onderhouden - en dat zijn hier
doodgewone
gezinssamenstellingen - en
naast de dagelijkse
bananenstamppot of kleffe
rijstballen nog wel eens een
stukje kip (200 shilling) op tafel
wil, die kan alleen maar van
pils dromen.
Guerrilla's in de heu
vels rojid Kampala: de
trauma's van de bevrij
dingsoorlog. (foto AP)
runda, minister van binnenlanse
zaken, hoofd van de politie en se-
cretans-generaal van de regeren
de partij.
In Kenia noemen ze hem een boef,
een agressieve massa-moorde
naar, een terrorist die zyn gehei-
me dienst en politie misbruikt
om tegenstanders op te ruimen.
Hij hert in spontane wanhoop de
handen ten hemel als ik hem
vraag hoe groot de schade in de
wereld is die de veiligheidssitua
tie in Oeganda zijn land berok
kent.
„Dit land. mijn Oeganda, is ver
moord door Amin En kan ik het
helpen, kan H. E. het helpen (His
Excellency, de president) dat er
op de puinhopen van diens
moordenaarsregime een nieuwe
maatschappij wordt opgebouwd
waarin ook ex-Amin-\Tiendjes
meedraaien7 Mannen die de les
van de dictator maar al te goed
hebben geleerd: de snelste ma
nier van njk worden is het mis
bruiken van macht, de hand aan
de trekker. Verkoop een koe
voor een magazijn Russische ko
gels en morgen versier je daar
mee met gemak dne nieuwe
koeien".
"Ja natuurlijk, zulke jongens zitten
ook in ons nieuwe leger, bij de
politie. Je kunt aan iemands
neus niet zien of-ie vroeger fout
was. En een burgerlijke stand,
persoonsgegevens, justitiële dos
siers, die zijn mét Amin verdwe
nen. Spelden in een hooiberg
zoeken dus. Geef ons in gods
naam de tijd én het geld om leger
en politie weer fatsoenlijk op po
ten te zetten, om officieren en
korporaals te trainen, om de wa
pens weer onder controle te krij
gen en de hier en daar inderdaad
leidingloos losgeslagen legeron
derdelen weer terug te krygen in
de kazernes''
"En als jij een objectieve kyk wilt
krijgen op mijn Oeganda, kom
dan volgend jaar zomer nog eens
terug, en kijk dan hoe we hebben
gewerkt. Oeganda wordt weer
Oeganda". Hij herhaalt het en
het klinkt melodramatisch. Een
bijna kinderlijk geloof in wat Kj-
runda zelf „onze missie, onze hei
lige opdracht" noemt: het weer
m het spoor brengen van een op
hol geslagen land.
Maar je bent gnf geneigd hem te
geloven als ie zegt: „In 1979, toen
Amin was verslagen, hebben de
bevrijders alle kerkers openge
gooid. Allerlei schooiers en cri
minelen kwamen op vrije voeten
samen met duizenden onschuldi
ge politieke gevangenen. Die
wisten de weg naar de onbe
waakte wapenkamers en leger-
arsenalen. Geweren vielen bij
duizenden in de verkeerde han
den. Gewapende incidenten na
men hand over hand toe. Wie
moest ze tegenhouden"'
En als ze dan in Nairobi van een
ordinaire schietpartij hoorden -
via de telefoon dus - heette dat
meteen een „moordaanslag op
de president" of „groeiend on-
dergonds verzet tegen de socia
listen van de UPC" en dat gaat
vandaag de dag nog steeds zo".
Herstel
Kirunda's ogen schieten vuur ais
hy besluit „We hebben geen be-
vrydingsoorlog gevochten om
ministers- of gouverneurs baan
tjes te krygen. maar om ons volk,
dat onbeschryfelyk had geleden,
een nieuwe toekomst te geven
En we hebben de verkiezings-
stryd gestreden om ons doel te
bereiken veiligheid om onze
economie te herstellen"
Te vrezen is dat er nog heel wat wa
ter uit het Victonamcer in de
daar ontspringende Nyl zal moe
ten storten voordat in Kampala
de nachtelyke geweerschoten en
in de omringende landen de
kwalyke geruchten verstommen
en Oeganda krygt wat het na alle
ellende verdient massale hulp
van buiten. Van Ons Als het van
die allerlaatste plaats op de wc
reldranglyst af wil. Als het niet
wil degraderen naar het niets
Dr. Obote kon niet anders. Een paar maanden terug presenteerde hij zijn geruïneerde
land de rekening voor acht jaar Amin, één jaar bevrijdingsoorlog en twee hulpeloze
overgangsregerinkjes (eerst van Luie en toen van Binaisa, die beiden weinig meer pres
teerden dan eigenbelang dienen en tegenstanders arresteren.
De rekening voor de waanzinnige
wapenaankopen van de bloed
dorstige dictator Idi Amin. De
bezeten dictator had vermoede
lijk zwart-Afrika's modernste le
ger bijeengekocht. Toen hij door
Tanzania's bevrijdingsleger niet
temin op de vlucht werd gejaagd,
brandden en stroopten zijn ver
slagen soldaten het halve platte
land af. Hijzelf graaide zijn door
non-stop draaiende bankpapier
persen volgepropte staatskas
leeg, en nam één van de twee
Boeings-707 mee die Uganda
Airlines rijk was. De verzekering
betaalde de schade, maar het toe
stel vliegt, overgeschilderd met
Ghadaffi's nationale kleuren,
nog steeds binnen Libie's staats
grenzen. Amin liet zijn land ver
woest, bankroet en stuurloos
achter.
Bitter
De rekening ook voor de wapens
die Nyerere's bevrijdingsleger
nodig had, maar grotendeels stie
kem aan de bevolking doorver
kocht in ruil voor eten en drank.
De rekening voor de bewapening
van Oeganda's eigen nieuwe le
ger, volksmilitie en politie.
De rekening voor de totaal aan de
grond gelopen landbouw, indus
trie en export. In Kampala's in
dustriewijk staan honderden fa
briekshallen leeg, doet bijna
geen enkele machine nog dienst,
zijn de wegen bemodderde
maanlandschappen en de goede
rensporen verroest en overwoe
kerd met metershoog onkruid.
Geld voor vernieuwing, voor de
wederopbouw is er niet.
Obote's bittere pil: er zat veel te
veel geld onder het volk, de
zwarte handel - magendo - tierde
welig, maar de overheid was
platzak. De shilling ging zweven,
geen vaste koers meer dus, en
devalueerde met maar liefst 900
procent, dat wil zeggen tegen de
wisselkoersen die de banken
aanhouden. Op straat was het
nog erger: een dollar kostte vóór
de devaluatie 8 shilling, nu 80 en
zwart 250.
Wie zijn eigen sjamba heeft (stukje
land waarop cassave, millet,
sorghum, pinda's, bananen en
mais kunnen worden verbouwd)
voorziet nog wel in eigen levens
behoefte, maar in de stad is
schraalhans keukenmeester.
Kleren koopt niemand meer, een
shirt kost een maandloon, voor
een radiootje of een fiets (15.000
shilling) moet je met nauwelijks
te krijgen dollars naar Kenia.
Overvallen
Koffietelers in het zuidelijke Boe-
ganda planten liever dingen die
ze kunnen eten, zijn bovendien
als de dood om zichtbaar winst te
maken, omdat dat zonder man
keren gewapende overvallen uit
lokt, en voelen er tenslotte wei
nig voor een regering financieel
te ondersteunen die voorname
lijk bestaat uit noordelijke Langi
Op de ranglijst die de interna
tionale bankwereld heeft op
gesteld van alle landen in
volgorde van hun krediet
waardigheid (hoe safe en ren
dabel is een daar geinvesteer-
de gulden of dollar?) staat
Oeganda als allerlaatste ge
noteerd. In de sport heet dat
een degradatieplaats.
Verslaggever Reinier van de
Loo maakte een ongemakke
lijke drieweekse journalistie
ke safari tussen de tien elkaar
nauwelijks verstaande, maar
in één koloniale grens samen
gepakte volksstammen van
Oeganda. Het land voert een
wanhopige strijd om uit de
kringloop te komen van ar
moe, geweld, onveiligheid,
dus buitenlandse investe
ringsangst, dus grotere ar
moede, meer geweld. Kan
een land werkelijk uit onze
wereld degraderen?
en Acholi, stammen met wie de
Baganda al sind mensenheugnis
op voet van minstens discrimina
tie, maar meestal pure vijand
schap leven. Koffie is echter toe
vallig wel Oeganda's beste ex
portartikel, naast katoen, koper
en tabak.
En het buitenland? Obote kwam
met zijn maatregelen de geld
schieters van IMF en Wereld
bank weliswaar tegemoet, kreeg
ook aanzienlijke leningen los,
maar ziet tegenover 's lands reus
achtige schulden nog geen eigen
inkomsten.
Als je een hotel binnenstapt, ver
waarloosd, verveloos, nu vaak
zonder water, zonder licht, me
nukaarten met alleen matoke
(banaan) en thee of soms een kip-
pepootje; als je een Nederlandse
missionaris na 18 jaar harde
werkelijkheid zonder enige emo
tie hoort vertellen dat er in de
bergen van Bugisu de laatste
drie weken 60 kindertjes stierven
door typhus, mazelen, cholera of
tetanus omdat er totaal geen me
dicijnen meer zijn, geen dekens
voor de koude nacht, geen eten;
als je Noordoost-Teso doorkruist
en ziet dat het gebied vry wel ver
laten is door doodsbange men
sen die zijn gevlucht voor de on
grijpbare en zwaarbewapende
veedieven uit het naburige Kara-
moja, beroofd van koeien, huis
en sjamba: als je de totale verloe
dering van Oeganda ziet dan
vraag je je af wat er daar nog
meer mis moet gaan voor de por
temonnees in de rijke landen
opengaan.
Ontwikkelingsministeries, FAO,
Europese Gemeenschap, Unicef,
de VN, Rode Kruis, Internatio
naal Monetair Fonds en Wereld
bank, ze helpen wel, maar het is
allemaal marginaal
Oeganda draagt nog altijd het
Amin-stigma, heet te gevaarlijk.
Krepeert dus.
Geweld
De trauma's van de bevrijdingsoor
log, de inderdaad waanzinnige
hoeveelheid wapens in de bush
en in de stedelijke sloppen, het
nog ongedisciplineerde leger van
nu, de honderden roofmoorden
en politieke vergeldingsacties,
de duizenden arrestaties, marte
lingen in de gevangenissen,
stemmentegenstellingen die met
■panga (hakmes) of pistoolmi
trailleur worden uitgevochten,
de terreur van Kampala's privé-
mafia's die geheime diensten he
ten én de valse geruchtenstroom
uit het buurland Kenia, dat alles
schrikt investeerders en hulpver
leners af.
Het is er inderdaad, het Oegandese
geweld. Dagelijks ratelen in de
heuvels rond Kampala de salvo's
uit Russische AK-47-Kalasjni-
kows en Chinese SMG's. De no
maden (veedieven-per-traditie)
uit Karamoja hadden vroeger
nog speren en pijl en boog, maar
sinds kort ook tienduizenden au
tomatische wapens uit de ge
plunderde leger-arsenalen in Mo-
roto. Ontelbare kondo's (gang
sters) richten, vermomd als sol
daten, wegversperringen op en
beroven argeloze passanten, ma
ken ze niet zelden af en dumpen
de lijken in bos of moeras. In het
noordwesten zwerven nog tallo
ze ex-Amin-soldaten rond in ge
bieden die door honderdduizen
den bewoners in paniek zijn ver
laten.
De krijgers vechten zich letterlijk
een weg terug naar huis (Amin
haalde het merendeel van zijn
troepen uit het noordwesten en
uit Soedan) omdat ze in balling
schap in Noord-Zaire's pyg-
meeënland en straatarm Soedan
verhongerden. Legereenheden
die ze proberen te bestrijden
slaan zelf ook aan het „looten"
(brandschatten). Pubers van am
per 16 jaar, dertig centimeter lan
ge pantsergranaten losjes in de
broekriem en stuk voor stuk
voorzien van geweren of machi
nepistolen, worden - ongetraind
en onervaren - verondersteld als
Volksmilitie of Vigilantes de
plattelandsbevolking tegen ter
reur te beschermen, maar heb
ben zelf al lang de macht van het
vuurwapen ontdekt.
Leugen
Allemaal present in dit verminkte
land. Allemaal waar. Maar er is
één Grote Leugen. De leugen
van de guerrilla, van het georga
niseerde, gewapende, politieke
verzet tegen de regenng-Obote.
Die is er niet. De Grote Leugen
wordt gevoed door Kenianen,
die in hun profijtelijke leedver
maak over hun vroeger veel rij
kere buurman Oeganda nu nog
zwarter proberen te maken dan
het per definitie al is. Geruchten
die gretig worden opgetekend
door sommige correspondenten
van sommige internationale
persbureaus en andere media die
zelf geen stap buiten Kenia en ai
helemaal geen voet op Oegande
se bodem durven te zetten en
klakkeloos de Keniase baker
praatjes de wereld in telexen.
Je hoeft geen held te zijn om Oe
ganda te bezoeken. Als je maar
geen domme risico's neemt. Ge
vaarlijk gebied moet je niet zon
der gewapend escorte ingaan. De
avondklok van Kampala en Mo-
roto is er niet voor niets. Militai
ren moet je niet bruskeren door
ze, ondanks een uitdrukkelijk
verbod, brutaal met camera's te
bestoken. Dan kom je Oeganda
net zo springlevend weer uit als
je het via het befaamde Entebbe
bent binnengevlogen. En dan
knjg je de kans de eigen oren en
ogen de kost te geven om het
guerrilla-sprookje te ontzenu-
De president is terecht herhaalde-
lyk laaiend van woede uitgeva
ren tegen de geruchtmakers in
Kenia en tegen „sommige bui
tenlandse journalistieke vuil
schrijvers". En heeft duidelyk
gemaakt dat Kenia nu grof winst
maakt van wat Oeganda ook
heert, maar niet kwijt kan omdat
zyn produktiemiddelen ver
woest zijn.
Vermoord
Als je met dié wetenschap door de
nummer-laatst van de wereld
reist, begrijp je de terughou
dendheid van de hard-ploeteren
de, maar zonder buitenlandse
hulp vruchteloos tegen de bier
kaai vechtende regenngs-offi-
cials om een journalist te woord
te staan Puur geluk bracht me
niettemin in het Sabena-vlieg
tuig van Entebbe naar Brussel in
contact met Oeganda's op één na
sterkste man: John Luwuliza-Ki-
Het portret van presi
dent Obote op een smoe
zelig T-shirt mag dan
van enig vertrouwen in
de nieuwe leiding getui
gen, bananen zijn voor
alsnog het enige betaal
bare hoofdgerecht in Oe
ganda (foto GPD).