„Overal zie je
Loeki's"
Gezocht: pleeggezinnen voor jonge geleidehonden
Het bekroonde goudmijntje
van Joop Geesink
ZATERDAG 5 DECEMBER 1981
EXTRA
PAGINA 17
Loeki de Leeuw bestaat
deze maand precies tien
jaar. Met zijn geboorte in
1971 hielp hij zijn vader
Joop Geesink alras uit de
nesten. Sedertdien heeft
het koddige leeuwtje hem
allesbehalve windeieren
gelegd. Nederland blijkt
verzot op Loeki. Het
buitenland eveneens.
Vorige week sleepte Loeki
de eerste prijs weg op het
Internationale Film- en
Televisiefestival in New
York. Voor Joop Geesink
alle reden om een extra
dikke sigaar op te steken
en breed te grijnzen. Een
portret van een ideeènman.
Loeki de Leeuw was nog
geen drie, toen hij z'n
gewicht in goud al had
verdiend en z'n vader
vol trots zei: „Ik zit net
zolang te sappelen, tot
dat ik de perfectie heb
bereikt. Ik ben wat dat
betreft net Picasso. Die
schijnt te hebben ge
zegd: ik zoek niet, ik
vind. Natuurlijk ben ik
geen Rembrandt, maar
gewoon Joop Geesink
die met zijn poppetjes
Jansen de taxichauf
feur en moeder de
vrouw moet bereiken.
Het is ook fijn als de in
genieur en professor
geïnteresseerd zijn,
maar de hoofdzaak is:
Hoe bereik ik Jansen
en hoe reageert die?"
Over enkele dagen vertrekt
Joop Geesink naar New York
om er de gouden medaille in
ontvangst te nemen, die zijn
creatie Loeki de Leeuw er op
het 24ste Internationale
Film— en Teleinsiefestival vo
rige week in de wacht sleepte.
In het bekroonde poppen-
filmpje ligt Loeki in een
hangmat en speelt op de gi
taar het door Marian de Gar-
riga gecomponeerde melo
dietje, waarmee de STER-re-
clame steevast begint.
In zijn tiende levensjaar is Loe
ki thans helemaal terug van
weggeweest. Afgelopen zo
mer was hij plotsklaps van
het toneel verdwenen en za
gen we zijn avonturen bij wij
ze van proef twee maanden
lang vervangen door goedko
pe Zwitserse animatiefilms.
Een onderzoekje leerde toen,
dat zoveel kijkers het koddi
ge leeuwtje misten, dat de
STER in allerijl Loeki weer
optrommelde.
Goudmijn
„Zoiets streelt je wel", zegt
Joop Geesink met een brede
grijns en in z'n hand z'n onaf
scheidelijke sigaar. „We zijn
juist bezig Loeki in een wat
moderner jasje te steken. De
begintune wordt disco-ach-
tig en Loeki gaat kreetjes sla
ken. Onverstaanbaar hoor,
want praten mag hij niet. De
filmpjes zijn per slot van re
kening ook voor het buiten
land bestemd."
Loeki is een goudmijn geble
ken. Jaarlijks worden naar
Geesinks idee driehonderd
afleveringen van vier secon
den gemaakt, hetgeen bete
kent dat er thans drieduizend
filmpjes van Loeki zijn, en
die vinden hun weg over de
hele wereld. „Momenteel",
zegt Geesink, „verschijnt
Loeki op de buis in Amerika,
Argentinië, Brazilië, Enge
land, Frankrijk, Italië, Oos
tenrijk en Zuid-Afrika." In
het ene land wisselt het
leeuwtje de reclames af en in
het andere land verschijnt hij
tussen de programma's door.
Voor Geesink betekent dat
allemaal: kassa.
Tien jaar geleden waaide de
wind nog uit een heel andere
hoek en dreigde voor Gee
sink de ondergang. Jarenlang
had hij gewerkt aan zijn film
studio 'Dollywood' in Dui-
vendrecht, waar hij met een
team van 150 man een reputa
tie had opgebouwd in het ma
ken van alle mogelijke ani
matiefilms. Geesink bleek
echter meer pijlen op zijn
boog te hebben. Gebiolo
geerd als hij was door Disney
land in Florida („een geniale
schepping"), wilde hij een
soortgelijk pretpark in Ne
derland van de grond krijgen.
haal van de krantejongen en
de miljonair. „Ik ben in Den
Haag geboren en ging er naar
de Mulo. Maar na twee jaar
werd ik er al van verwijderd,
omdat ik alleen maar tekende
en de boel aan het Lacherf
maakte."
Als twaalfjarig knaapje mocht
hu piccolo worden in het chi
que Haagse Hotel des Indes.
Na een half jaar werd hij en-
veloppenlikker bu een uitge
verij. Koos vervolgens voor
krullenjongen bij de Neder-
landsche Omroepvereniging
en monsterde daarna op een
vrachtschip naar Australië
aan als duvelstoejager.
„Ik kwam volkomen verwil
derd terug", vertelt Geesink
met pretoogjes, „en dat vond
mijn moeder maar niks. Zo
doende werd ik factunst op
een kantoor. Maar ik tekende
daar meer óp mappen dan er
in. Met mijn brutaliteit maak
te ik nog promotie ook. Ik
werd assistent-boekhouder
bü een fabriek van kippe-
voer. Toen ik daar wegging,
moesten ze extra mensen
aannemen om de boel weer
op orde te brengen, haha."
Uiteindelijk wordt hij voor 15
gulden per week decorateur
in een Dordts warenhuis.
Maar nog heeft hij geen rust
in zijn achterste: hij wordt re
clametekenaar Hij schildert
gevelreclames, komt zodoen
de in contact met de revue
werkt twee jaar in Parys, ver
volgens voor Snip en Snap en
wordt uiteindeluk maker van
teken- en poppenfilms.
Twaalf ambachten dus en
dertien ongelukken, maar
Geesink zelf zegt liever:
„Tien ambachten en nul on
gelukken."
Imperium
Als maker van teken- en pop
penfilms bouwt hij langzaam
maar zeker een heel impe
rium op. Hij sticht vijf pro-
duktiemaatschappijen. zet
miljoenen guldens om, reist
de hele wereld af en steekt
overal zijn licht op.
Ook verwerft hg een zekere
monopoliepositie in ons land
op het vlak van bioscoopre
clames. Maakt de ene film na
de andere en dan.. 'Holland
Promenade', het grote échec
Joop Geesink. de man van
Dollywood. van Joop Gee
sink Artists, van de wandver
sieringen in de Pargse Mou
lin Rouge en Folies Bergères
en ga zo maar door, is even
vrolijk (dót wel) weer waar hij
Dan zijn er z'n animatiefiguren:
Loeki de Leeuw, maar ook
Dusty het buideldier en
Trunky het olifantje, de laat
ste loot aan de Geesinkstam.
„Dusty draait nog altgd met
succes in Italic en Engeland",
vertelt Geesink over het bui
deldier, dat ons ertoe maant
geen papiertjes en ander af
val op straat te gooien. „Het
olifantje Trunky". zegt Gee
sink, „moet straks op speelse
wijze de energieproblemen
onder de aandacht van de
mensen brengen."
Loeki was het. die de verlos
sing bracht. „Op de Duitse tv
zag ik tussen de reclame die
Mainzelmanchen. Meteen
dacht ik aan de STER", aldus
Geesink. Met een blocnote
vol ideeën ging hij erheen en
aangezien de STER zelf al
enige tijd op zoek was naar
een vrolijke noot tussen de
reclamespots, was de zaak
vrij spoedig beklonken en
moest een beestje geboren
worden. „Een leeuw is Ne
derlands, dus werd het Loe
ki."
Charme
De frequentie en de charme
waarmee het leeuwtje op de
beeldbuis kwam (zes dagen
per week waarin hem bijna
niets lukte), bezorgden Loeki
alras een grote mate van po
pulariteit. De avonturen die
Hoewel de zorgen daarover niet
langer op zgn schouders rus
ten. heeft Geesink er nog wel
het nodige mee op. Evenals
met het sprookjespark 'De
Efteling', waarvan hij sinds
kort adviseur is. Zijn leefigd
(68) is voor hem allerminst
een reden om het rustiger aan
te gaan doen, zegt hg. „Mijn
werk is mijn liefde. En ik
mag dan wel een beetje op
leeftijd zijn, maar nog altijd
zijn er mensen die mij als een
verfrissing gebruiken. Ver
geet niet: ik heb de know--
how en de wijsheid, die de
jongere generatie nog moet
ontdekken."
Piccolo
Geesink kan terugkijken op
een lange en vooral kleurrij
ke loopbaan, die veel gelijke
nissen vertoont met het ver-
Geesink zit dus met stil. Welis
waar vertoeft hg ongeveer
dne maanden per jaar in z'n
villa aan de Cóte d'Azur,
maar ook daar heeft hg te
kenstift en schetspapier bg
de hand ..Mgn ontspanning
zit in de mooie dingen om me
heen", legt Geesink uit. „Een
keertje lekker gaan eten en
De tijden dat hij met een rood
vaantje stond te zwaaien zijn
voorgoed voorbg. Geesink:
„Ach ja, je woont aan de
Apollolaan. hebt een villa in
Frankrgk, rookt dure sigaren
en rgdt in een dikke Amen-
kaan Ik vind als je dat alle
maal doet, moet je niet hypo
cnet willen zgn Nee. dan
moet je juist consequent zgn
en ook gewoon WD stem
men."
waar hij een soortgelijk toe
ristenproject op poten zou
gaan zetten. Eveneens in een
kritiek stadium braken daar
onlusten uit. Het gevolg was
dat de toenstenmarkt als een
pudding in elkaar zakte en
Geesink wel kon inpakken.
Daarmee kwam een einde aan
wat eens het Geesink-impe-
rium werd genoemd. Gee-
-Joop
9M%nk(S°>:
Werk is
mijn
hefde"
'and de
J
sink was genoodzaakt zijn
bedrijf te verkopen. In mate
rieel opzicht moest hij terug
naar af. Maar bij de pakken
neerzitten deed hij niet. „Dan
ken je Joop nog niet. Joop
kan successen incasseren,
maar ook tegenslagen",
sprak hij toen fier.
tekenaar Geesink hem tel
kens laat beleven, ziet deze
zelf dagelijks om zich heen.
„Waar je ook komt, overal zie
je Loeki's. In dit kopje koffie
zit een Loeki en in dit lepeltje
net zo goed. Als het maar
vriendelijke grapjes zijn en
geen grapjes waar je om scha
terlacht en ook geen door-
denkertjes, want die leiden
de aandacht van de reclame
af en dat staat de STER niet
toe."
Geesink maakt zijn Loeki--
grapjes overal. Als hij ze in
drie fasen heeft uitgetekend,
is hij klaar. De rest wordt ge
daan door animatietechnici
in de studio's van Marten
Toonder in Nederhorst den
Berg. Voor elke seconde film
wordt de 28 centimeter lange
Loeki 24 maal in een andere
stand gezet. Dat wordt alle
maal apart gefotografeerd en
gecontroleerd.
de pech dat die vierhonderd
gulden-kwestie zich aan
diende. M'n sponsors moes
ten al hun werknemers in
eens die vierhonderd gulden
uitkeren. Op dat moment
hadden ze vanzelfsprekend
geen oren meer naar mijn
project."
Inmiddels was in het project al
2,2 miljoen gulden geïnves
teerd. Dezelfde tegenspoed
had Geesink op Curacao.
Pudding
Zover kwam het niet. Geesink:
„Op het beslissende moment
lieten de bedrijven, die het
project voor zeventig tot
tachtig procent zouden finan
cieren, me in de steek. Ik had
Zijn zinnen had hij dan ook
gezet op 'Holland Promena
de', een roemrucht project
van vijftig miljoen gulden,
dat ooit bij Hoofddorp gerea
liseerd had moeten worden.
Het Koninklijk Nederlands Gelei
dehonden Fonds kan steeds
moeilijker aan honden komen
voor de opleiding tot blindenge
leidehond. Zo is men op het
idee gekomen om zelf geleide
honden te gaan fokken. Maar
om het karakter van de dieren
gunstig te beinvloeden, zouden
ze hun eerste levensjaar onder
gezinsomstandigheden moeten
doorbrengen. De vraag is: zijn
Nederlandse gezinnen bereid
om een toekomstige geleide
hond een spontane en onbezorg
de jeugd te bezorgen?
Directeur H M. de Groodt van het
Koninklijk Nederlands Geleide
honden Fonds: „Een geleide
hond werkt ongeveer tien jaar. Ik
ken een vrouw die al veertig jaar
geleidehonden heeft Zij zei
eens: „Elke keer als ik een nieu
we hond kreeg, dacht ik dat ik
opnieuw blind werd." Kijk, dat
illustreert de betekenis van een
hond voor een blinde. Maar het
toont ook aan hoe die twee een
team moeten vormen."
Door het raam is te zien hoe op een
trainingsveld een blind meisje
kennis maakt met haar nieuwe
levensgezel. Ze aait de hond en
spreekt het enigszins verwonder
de dier rustig toe. Daarna wande
len ze het terrein over. De zwarte
herder geleidt de jonge vrouw
wat onwennig langs obstakels en
laaghangende takken en blijft
even later keurig voor een zebra
pad staan. Na het bevel dóór te
lopen, keren ze samen terug bij
de instructeur.
Karakter
De Groodt: „Het moeilijkste is nog
niet eens het opleiden van de
hond. Dat is gewoon vakwerk.
Het moeilijkste is de hond te
koppelen aan de juiste persoon.
De karakters van de hond en de
blinde moeten bij elkaar passen.
Voor dit meisje hadden we eerst
ook een hond uitgezocht, waar
van na een week bleek dat ze
hem toch niet de baas kon. Nu
heeft ze een zachtaardig beest;
dit zal goed gaan."
In Nederland bezitten ongeveer
driehonderd blinden een gelei
dehond. Dit aantal neemt toe.
Dat komt volgens De Groodt me
de doordat de instructeurs die op
de blindeninstituten de visueel
gehandicapten met een stok le
ren lopen, niet langer anti-recla
me voor de geleidehond maken.
Ze geven toe dat voor de één een
blindenstok beter is en voor de
ander een geleidehond.
Dat wil niet zeggen dat iedere blin
de zomaar over een hond kan be
schikken. Er worden eisen ge
steld. Basisvoorwaarde is dat
niet alleen de blinde maar ook
zijn gezin van honden houdt Te
vens dient hij geestelijk en licha
melijk in goede conditie te ziin!'
De blinde die geschikt wordt be
vonden. moet als het ware een
rijbewijs halen om met de hond
om te gaan. Voor twee weken
trekt hij in bij het Geleidehon
den Fonds. Gedurende die perio
de wordt hg geïnstrueerd door
een instructeur en bekijkt men
of het tussen hem en de hond
klikt. Het Fonds, dat eigenaar
van de hond blijft, pleegt regel
matig nazorg om te voorkomen
dat het beest verkeerde gewoon
ten worden aangewend. Medisch
blijft de hond ook onder controle
van de instructeurs.
Eisen
Het is duidelijk dat aan de geleide
honden strenge eisen worden ge
steld. Een reu is bij voorbaat on
geschikt. Mannetjeshonden gaan
vaak achter loopse teven aan.
ook al wordt hen geleerd dat niet
te doen. Geleidehonden zijn
daarom altijd vrouwtjes Dat
heeft bovendien als voordeel dat
ze het territoir van elke soortge
noot probleemloos kunnen be
treden.
De teef moet één tot twee jaar oud
zijn. een goed karakter hebben
en net als zijn toekomstige baas
evenwichtig zijn. Het beest moet
zich verder in het verkeer en te
genover kinderen en andere hon
den rustig gedragen. Jaarlijks
komen tachtig tot honderd op
onder andere deze kwaliteiten
geselecteerde honden in het op
leidingscentrum in de Amster
damse Watergraafsmeer. Ze be
zoeken dan eerst „de voor
school". waarin ze gedurende
vier weken medisch en karakte
rologisch worden onderzocht.
De helft valt af
De overige blaffers gaan de echte
opleiding in. die zes maanden in
beslag neemt De honden wor
den op zachtzinnige wijze ge
dresseerd. „Bij het dresseren
moet de staart omhoog", zeggen
de zes instructeurs, dat bete
kent dat ze er zin in hebben. Het
geleidewerk moeten ze straks
tenslotte ook met plezier verrich
ten." Niet iedere cursist haalt de
eindstreep. Ongeveer 5 procent
verlaat voortgdig de opleiding.
Dat gebeurt om verschillende ré
denen Nervositeit vanwege het
tuigje is er één van.
Fokken
Het fokken brengt echter een pro
bleem met zich mee. Wil een
hond evenwichtig en rustig wor
den. dan moet het dier in zgn eer
ste levensjaren worden..gesocia
liseerd". Dat houdt in kennis
hebben gemaakt met het ver
keer. met kinderen, kortom met
alle omstandigheden van het ge
zinsleven. Daarom is een in een
kennel opgegroeide pup onge-
schikt.De Groodt zoekt dus ge
zinnen die de pups grootbrengen
tot ze één jaar zijn. Engelsen vin
den het een eer ..puppie-walker"
te zgn. Zwitsers bleken ook na in
dringende oproepen via de tele
visie bereid een jong hondje op
te nemen De cruciale vraag voor
De Groodt is hoe reageert het
Nederlandse volk?
De directeur van het Geleidehon
den Fonds: „We vragen nogal
wat. dat beseffen we. Het is na
melijk geen grap om een pup in
huis te nemen De hondjes moe
ten nog zindelgk worden Overal
bgten ze in. En op het moment
dat je er plezier van krggt, moet
je hom afstaan Dat is moeilijk,
want veelal is er dan een emotio
nele band ontstaan
Om kort te gaan. pleeggezinnen
dienen garant te staan voor een
onbezorgde jeugd van de gelei
dehond. Ze mogen haar niet
dresseren. Dat zou ten koste
gaan van de spontaniteit Het
enige wat de hond in die tgd dui
delijk moet worden, is dat men-
in baas en vrienden zgn
Belangstellenden kunnen zich
schriftelgk wenden tot het Ko-
ninklgk Nederlands Geleidehon
den Fonds. Middenweg 333. 1098
AT Amsterdam.