Apotheker in loondienst is werkelijk vrij Koppel vergoeding fonds los van hoeveelheid voor schreven medicijn Werkloze moeder en borstvoeding „Militairen moeten goed nadenken over gevaren voor vrede" UTRECHT - Apothekers spelen een belang rijke ról in de gezondheidszorg, maar in de praktijk zijn het vaak een soort winkeliers. Dat kan tot spanningen leiden tussen een algemeen belang (bijvoorbeeld het afrem men van het geneesmiddelenverbruik) en een privé-belang: een zo hoog mogelijke omzet halen. Voor een apotheker die in een gezondheidscentrum werkt, speelt deze re latie tussen omzet en inkomen niet. Hij is gewoon in loondienst en daarmee, vindt de Werkgroep Farmacie Nederland, vrijer dan zijn collega, de vrije ondernemer. WOENSDAG 25 NOVEMBER 1931 „Beter een klein baasje dein een grote knecht". „Buitenstaanders moeten zich niet bemoeien met wat des apothekers is". „De onaf hankelijkheid van de apotheker mag niet in gevaar komen". Als het gaat om loondienst en vrij ondernemerschap in de farmacie zijn dat een paar opmerkingen en argumenten die in een of an dere vorm aan één kant van de tafel vaak gehanteerd worden. „Samenwerking in loondienst: de ware winst voor de apotheek". „Farmacie bedrijven waarin voorlichting aan patiënten over geneesmiddelen en samenwer king met andere gezondheids werkers een centrale plaats in neemt: daar gaat het om". „De ideale vorm voor zo'n samenwer kingsverband is een gezond heidscentrum waarin alle werkers in loone' i^nst zijn". Dat zijn uitgangspunten die aan de andere kant van de tafel gehan teerd worden. Het zijn met name uitgangspunten van de Werk groep Farmacie Nederland, een vereniging van voornamelijk apothekers en farmaciestuden- ten die van Utrechtse oorsprong is, die tien jaar bestaat en die ter gelegenheid daarvan zich nu lan delijk begint te manifesteren. ker of zijn assistente: zonder meer de gevraagde pijnstiller ge ven? Of een gesprek beginnen, wijzen op mogelijke bijwerkin gen en een ander middel aanra den, bijvoorbeeld Aspirine of Fi- nimal? Of misschien zelfs: pol sen of dat sliktabletje nou echt wel nódig is? Gesprek? Een willekeurige klant komt bij een willekeurige apotheek en vraagt een pijnstiller, waar schijnlijk een van de meest gang bare: Saridon, wittekruispoeder, Chefarine 4. Wat doet de apothe Ander probleem: twee apothekers staan ieder voor een financieel probleem. Pe één, vrij gevestigd, wordt geconfronteerd met de wenselijkheid gebruik te maken van een computersysteem dat ragscherp de medicamentatie van zijn hele klantenbestand re gistreert en a la minute kan op hoesten. Mooi, maar 't kost wél tienduizenden guldens. De andere apotheker wordt ermee geconfronteerd dat het gezond heidscentrum waaraan hij is ver bonden een fysiotherapeut wil aantrekken. En 't schuift „zijn" computermogelijkheden naar een wazige toekomst, want zijn apotheek loopt lekker, maar de winst gaat in de centrale pot van het gezondheidscentrum en hij kan niet- zelfstandig over die winst beschikken. Vragen Twee vragen rijzen dan: welke apo theker is het meest „vrij?". En: welke apotheker werkt in een structuur met de beste garanties voor de gezondheidszorg? Voor de voorstander van vrij on dernemerschap is het duidelijk. De vrij gevestigde ondernemer kan zonder meer kiezen voor de door hem wenselijk geachte computeraansluiting, zonder re kening te houden met zaken die niet „des apothekers" zijn. Bij hem zijn de farmaceutische be langen dus in de beste handen. Maar kiezen voor de computer be tekent misschien wél: afzien van dat eigen vakantiehuis in Frank rijk, want ook een apotheker kan zijn geld maar één keer uitgeven. En die apotheker in loondienst van een gezondheidscentrum dat de voorkeur geeft aan een fysiothe rapeut boven een apotheekcom puter: heeft die reden zich ge dwarsboomd te voelen in een ei gentijdse uitoefening van de far macie? Of voelt hij eens te meer dat hij lid is van een samenwer kingsverband waarin een zo goed mogelijke gezondheidszorg centraal staat? Privébelang De Werkgroep Farmacie Neder land stelt vast dat de vrye onder nemer bij het maken van keuzes in zijn bestedingen rekening zal houden met zijn privébelang. Dat kan leiden tot onverantwoor de bezuiniging. Daarnaast kan de relatie farmaceu tisch belang-privébelang de apo theker ervan weerhouden om, bijvoorbeeld via samenwerking met artsen en door gerichte voor lichting aan het publiek, te pro beren de geneesmiddelencon sumptie af te i •Dat laatste laat zich vertalen in een prozaisch voorbeeld. In de anti- chemiestemming van vandaag de dag zijn artsen en patiënten zich meer dan vroeger bewust van bijwerkingen en nadelen die aan al die fraaie preparaten van de chemisch-farmaceutische in dustrie zijn verbonden. De apotheker verkoopt ze. De vrij gevestigde ondernemer voelt het in zijn eigen portemonnee als hij artsen wijst op de nadelen van forse hoeveelheden van prepa raat A, als hij mevrouw B of me neer C overhaalt wat kalmer aan te doen met dat handverkoop- middel waar ze nu al 't zoveelste buisje van halen in een paar we ken tijd. Het salaris van de apotheker in loondienst by een gezondheids centrum ligt vast. Hij hoeft niet te vechten tegen de verleiding zijn eigen inkomen te bescher men als hij een afbouwadvies wil geven. Natuurlijk zijn er ook vrije ondernemers die dat op brengen. Maar de werkgroep Farmacie Nederland gaat ervan uit dat je van een ondernemer nauwelijks kan vergen dat hij mensen stimuleert zo min moge lijk van zijn produkten te kopen. Niet alleen stichting Loondienstverband voor apothe kers wordt door wettelijke bepa lingen sterk geremd. Tot nu toe mag alleen een stichting tot ex ploitatie van een gezondheids centrum apothekers in dienst hebben, mits aan bepaalde eisen wordt voldaan. De Werkgroep Farmacie Nederland pleit voor wijziging van het besluit Uitoefe ning Artsenijbereidkunst, waar door ook andere bestuursvor men een kans krijgen, bijvoor beeld gemeentelijke gezond heidscentra. Foto Holvast Het belangrijkste probleem bij het opzetten van gezondheidscentra met een apotheker in loondienst is op het ogenblik van financiële aard: extra samenwerkingskos ten, dure huisvesting, ontbreken van belastingaftrekmogelijkhe den (waarvan vrije ondernemers gretig gebruik maken), geen pre mies in het kader van de Wet op Investeringsrekening. Op de Ziekenfondsraad kan een beroep gedaan worden voor sub sidie uit het Algemeen Fonds Bijzondere Ziektekosten. Voor huisartsen zijn in dat verband duidelijke normen opgesteld, voor apothekers niet. Duidelijke regeling van de apotheeksubsi die staat op de lijst van zaken waar de Werkgroep Farmacie Nederland voor pleit. Loskoppeling Een ander punt op de verlanglijst van de WFN is de wijziging van de ziekenfondvergoeding. Op het ogenblik is die gebaseerd op de hoeveelheden afgeleverde medicijnen. Voor 30 tabletten f2,05, voor 300 tabletten tien keer zoveel, terwijl de hoeveel heid werk nauwelijks méér hoeft te zijn. Omgekeerd: bij terug dringen van medicijngebruik te genover gelijkblijvende kosten een geringere vergoeding. Als de werkgroep zijn zin krijgt wordt de vergoeding losgekoppeld van de voorgeschreven hoeveelheid geneesmiddel. Ten slotte is er nog het probleem bij de vestiging van apothekers in een loondienststructuur dat een wettelijk vestigingsbeleid nog steeds op zich laat wachten. Maatgevend is op het ogenblik het vestigingsbeleid van de apo thekersorganisatie KNMP. Dat beleid geeft voorrang aan het vrije ondernemerschap en staat alleen bij uitzondering loon dienstverband toe. De WFN wil dat in een wettelijk vestigingsbe leid loondienst als tenminste ge lijkwaardig zal worden beoor deeld. Tien jaar Met tien jaar ervaring achter zich gaat de oorspronkelijke Werk groep Farmacie Utrecht hu lan delijk opereren als Werkgroep Farmacie Nederland. Daarbij wordt gerekend op medewer king van velerlei instanties en op steun met name van apothekers uit Groningen en Leiden, waar soortgelijke clubs hebben be staan. Die mogen als gestructu reerde groepen zijn weggeëbd, de ideeën leven nog. Westduitse generaal tegen NAVO-besluit BONN „Wij doen vooral ook een beroep op onze m de strijd krachten dienende kameraden nog eens goed na te denken over de gevaren die de vrede bedreigen. Als je in actieve dienst bent, bestaat namelijk een zeker gevaar dat de blik wordt verengd Er zit veel waarheid in de uitspraak dat de soldaat de wereld door de loop van een kanon aanschouwt. Dat is geen verwijt aan de soldaten. Maar de ervaring leert dat dit meestal opgaat" Dat zegt de Westduitse generaal Gert Bastian. die onlangs na me ningsverschillen met minister van defensie Apel uit actieve dienst is gegaan. De in 1923 geboren Bastian was en is krachtig tegenstander van het zogenoemde NAVO-dubbelbesluit van de cember 1979. Twee jaar geleden maakte hij dat in een bnef aan de minister kenbaar. Het gevolg daarvan was een onfrisse cam pagne tegen de bevelhebber van een tankdivisie in Zuid-Duits- land met als uiteindelijk gevolg dat Bastian uit de Bundeswehr verdween. Sindsdien is hij een onvermoeibaar strijder voor de vredesbewe ging. Hij is een van de oprichters van het Krefelder-Appell, een oproep om nee te zeggen tegen het modernisenngsbesluit van het Noordatlantisch bondgenootschap. Die actie heeft tot nu toe in de Bondsrepubliek ruim 1,5 miljoen handtekeningen tegen de kernwapens opgeleverd. Memorandum Samen met de Nederlandse generaal b.d Von Meyenfeldt, de Ita liaanse generaal Pasti en de Franse admiraal Sanguinetti heeft Bastian een memorandum opgesteld dat vandaag in Den Haag aan de pers wordt aangeboden. De gepensioneerde ofTicieren, die allemaal in zeer verantwoordelijke posities binnen de NAVO werkzaam waren, richten zich in eerste instantie tot de ministers van buitenlandse zaken en defensie van de NAVO-hdstaten en zoals gezegd tot hun vroegere collega's militairen. Doel van de brief, waarvan het verschijnen toevallig samenviel met het bezoek van de Russische staats- en partijchef Breznjnev aan Bonn. is volgens Bastian een aanzet te geven tot een soort nieuwe veiligheidspolitiek, die met uitgaat van militaire oplos singen in het levensgevaarlijke Oost-West-conflict, maar juist van politieke oplossingen. „Het pnncipe dat oorlog de voortzet ting van politiek met andere middelen is, heeft zijn betekenis in het nucleaire tijdperk verloren", staat in het 19 bladzijden tellen de memorandum. De opstellers van de bnef willen, aldus Bastian, dat de bedreiging van het Oosten door het Westen reëler wordt ingeschat. „Bij de discussie over het evenwicht tussen de NAVO en het Warschau pact wordt veel te veel alleen maar over het militaire evenwicht gepraat. Het gaat toch ook om de attractiviteit van maatschappe lijke systemen en de bereidheid van de mensen die te verdedi gen. Die bereidheid is in het Westen zeker groter dan in het Oosten. Verder moeten factoren als het bruto sociaal produkt, de economische kracht, de financiële kracht, de culturele ver scheidenheid, de persoonlijke vrijheid bij de discussie over het evenwicht een rol spelen. Dan blijkt toch dat het Westen toren hoog boven het Oosten uitsteekt", zegt Gert Bastian. Evenwicht Overigens vindt Bastian dat op het militaire vlak het evenwicht tussen Oost en West geenszins verstoord is. Alleen ten aanzien van de hoeveelheid tanks is het Warschaupact volgens Bastian in het voordeel. Maar op zee en in de lucht is de NAVO sterker en ten aanzien van de hoeveelheid kernwapens kan er, zegt de generaal buiten dienst, geen sprake van zijn dat het Oostblok een grote voorsprong heeft. Hij verwijt westelijke politici als de Amerikaanse president Reagan en de Duitse bondskanselier Schmidt dat die bijvoorbeeld op zee gestationeerde kernwapens van de NAVO bij hun berekeningen buiten beschouwing laten. Bastian vindt het „verschrikkelijk bedrukkend" dat er zoveel verschillende cijfers in de discussie over ontwapening en wa penbeheersing worden genoemd. In dit verband noemt hij het beangstigend dat er kennelijk zo'n grote afstand is ontstaan tussen vele politici en de mensen die zij vertegenwoordigen. Hij wijst op de massale vredesdemonstra ties the de laatste tijd overal in Europa zijn gehouden en op een deze week door het Duitse weekblad Der Spiegel gepubliceerde enquête waaruit blijkt dat de bevolking eigenlijk heel iets an ders wil dan de regering doet. Bastian wil overigens graag kwijt dat de bewapeningspolitiek van de Sowjet-Unie natuurlijk mede schuldig is aan de toenemende bedreiging van de vrede „Natuurlijk gedraagt ook Moskou zich niet verstandig. Maar zelfs als de andere kant dat doet. kan ons antwoord daarop niet anders dan wel verstandig zijn. Dat bete kent dat het NAVO-moderniseringsbesluit moet worden terug genomen. Dan moeten we eventueel maar op de koop toenemen dat Russische SS-20-raketten gestationeerd blijven. De NAVO is nog altijd buitengewoon goed uitgerust om terug te slaan. Daar voor is het niet nodig dat nieuwe Amerikaanse middellange af standsraketten in West-Europa worden gestationeerd. Dat ver hoogt slechts het gevaar", aldus Gert Bastian. HANS AMESZ Met zoon Keesje van net 4 we ken in de "easy-rider" kwam Joke Visser op ons spreek uur. De vraag, die ze ons voorlegde, had met haar èn Keesje te maken. Wat was na melijk het geval? Toen Joke 6 maanden zwanger was, was ze werkloos gewor den. Dat kwam doordat haar tijdelijke dienstverband af liep. Gewoonlijk is zo'n ont slag tijdens zwangerschap nietig. De vrouw, die er mee te maken krijgt, doet er goed aan direkt (wettelijk moet dat binnen 2 maanden) schrifte lijk bij de werkgever te pro testeren. Maar die nietigheid geldt nu net niet, als de werk neemster in kwestie maa voor tijdelijk in dienst geno men is en bij het verstrijken van de termijn wordt ontsla gen. Joke kon dus "rechtsgel dig" ontslagen worden er kwam zonder problemen ir ADVERTENTIE QUARTZWEKKER OP MINI-FORMAAT Deze 10 van die bijzondere Philips Postk ode'plaats PHILIPS Postbus 90050. 5600 PB EINDHOVEN Philips Nederland B V Afd Klokken, VB 1-34, de WW terecht. Solliciteren bleek daarna zinloos. Ze pro beerde het wel, ook omdat de bedrijfsvereniging dat nu eenmaal van haar verwacht te. Maar geen werkgever nam haar aan, zodat ze nu, na de geboorte van Keesje, nog steeds werkloos was Het ein de van haar bcvallingsuitke- ring was in zicht en Joke zag een nieuw probleem rijzen. Ze gaf Keesje borstvoeding en wilde dat graag nog een tijdje zo houden. Zou ze vrij zijn om uit te kijken naar werk, waarin ze de gelegenheid zou hebben Keesje zelf te blijven voeden? Of zou die "voor waarde" haar misschien haar WW-uitkering gaan kosten? Verzorging We hebben Joke eerst gevraagd hoe ze de verzorging van Keesje dacht te regelen, als ze weer buitenshuis zou werken. Dat bleek geen pro bleem. Ze kon en wilde zich voor een volledige baan be schikbaar blijven stellen. Pe ter, haar man, studeerde. Hij moest alleen in de avonduren colleges volgen. Ze hadden afgesproken, dat Joke de kost zou blijven verdienen, ook als de baby er was. Peter hield voldoende tijd over om de baby, Keesje dus intussen, te verzorgen. Als Joke weer werk zou hebben, zou Peter Keesje zonodig ook voor de voedingen naar het werk kunnen brengen en weer "Borstkind" Vervolgens bleek het antwoord op Jokes vraag eenvoudig, juist omdat de Centrale Raad van Beroep, de hoogste rech ter op het gebied van de so ciale verzekeringen, hierover net een principiële uitspraak had gedaan. Die uitspraak betrof een vtouw, die geen WW-uitkering kreeg, o.a. om dat ze de eis stelde, dat ze haar pasgeboren baby op het werk borstvoeding zou kun nen geven. De bedrijfsvereni ging vond haar alleen al om die reden "niet reëel bemid delbaar". De bedrijfsvereni- Koornbrugsteeg 2 2311 EK Leiden ging was dus bang, dat de vrouw op die manier niet of heel moeilijk weer aan de slag zou komen Dat zou dan haar eigen schuld zijn en dat moest dan ook maar voor haar eigen rekening komen, zo vond de bedrijfsvereni ging In de beroepszaak, die volgde, wees de Centrale Raad van Beroep de bedrijfsvereniging terecht De Raad haalde daar voor een oude wet van stal, de Arbeidswet van 1919. In artikel 11 van die wet staat: "Het hoofd of de bestuurder eener onderneming is ver plicht te zorgen, dat aan eene vrouwelijke arbeider, die een borstkind heeft en hiervan aan hem kennis gegeven heeft, behoorlijk gelegenheid Dat betekent dus, dat de werk gever de moeder tijd en gele genheid moet geven haar kind te voeden. De vrouw in die situatie heeft dus omge keerd het recht deze eis aan haar werkgever te stellen. De Centrale Raad van Beroep vond die regel ook van bete kenis voor de werkloze vrouw met een "borstkind" De Raad gaat daarop niet concreter in. De vtouw, om wie het in deze uitspraak ging, had volgens de Raad namelijk om een andere re den geen recht op WW-uitke- ring (Ze had de verzorging van haar kind niet goed gere geld, terwijl ze daarvoor ruim de tijd had griltd) Maar de uitspraak van de Raad laat o.i. aan duidelijkheid niets te wensen over de werkloze vrouw, die haar kind zelf voedt, mag aan het aanvaarden van werk de voorwaarde verbinden, dat ze haar kind op het werk mag voeden, zonder dat ze daar mee haar uitkenng in gevaar brengt. Dat betekent dus ook. dat ze over deze voor waarde in sollicitaties open kaart mag spelen. Aktueel Voor Joke was het een hele op luchting te horen, dat ze "in haar recht stond" De makers van de Arbeidswet hadden in 1919 waarschijnlijk ook niet gedacht, dat "hun" wet anno 1981 nog zo aktueel zou blij ken.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1981 | | pagina 17