De dubieuze methoden van
voorstanders kernenergie
Positie Egyptische president niet benijdenswaardig
AOW-uitkering in het buitenland
Fiscale strijd
om huurwaarde
ZATERDAG 17 OKTOBER 1981
Egypte zal zich op internatio
naal politiek gebied houden
aan de weg die in het verle
den door president Sadat is
uitgestippeld. Het politieke
beleid blijft gericht op onder
meer de bevordering van
goede betrekkingen met Is
raël en het Westen. Deze be
lofte van de nieuwe Egypti
sche president Moebarak is
door veel politici in West-Eu-"
ropa en Amerika met vreug
de ontvangen. Immers, Egyp
te speelt in het westerse poli
tiek en militair-strategisch
beleid een belangrijke rol.
Het beheerst strategisch be
langrijke verbindingswegen
tussen de Middellandse Zee
en de Indische Oceaan; be
schermt Israël in het Westen
en vormt een springplank
voor Europese en Ameri
kaanse strijdkrachten wan
neer de westerse (olie)belan-
gen in het Midden-Oosten
met militaire middelen moe
ten worden verdedigd.
Binnen de Arabische wereld
zal Moebaraks politieke keu
ze bepaald minder positief
worden gewaardeerd. Het be
leid van president Sadat
heeft in het Midden-Oosten
veel verzet opgeroepen. Een
van de verwijten is dat het
vredesverdrag, getekend tus
sen Israël en Egypte op 17
september 1978. Israël de
ruimte heeft gegeven om op
agressieve wijze op te treden
tegen de Palestijnen. Sadats
politiek - zo meent men -
heeft de zaak van de Palestij
nen meer kwaad dan goed ge
daan. Een voortzetting van
deze politiek belemmert de
verbetering van de betrek
kingen tussen de Arabische
volkeren en houdt Egypte in
een zeker politiek isolement.
De meest uitgesproken tegen
stander van de Egyptische
buitenlandse politiek is onge
twijfeld de leider van het
buurland Libië, kolonel Kha-
daffi, die streeft naar de ont
wikkeling van een groot mo
hammedaans (anti-Westers)
rijk in Noord-Afrika, van Se
negal tot Somalië. Ik geloof
niet dat dit streven van Kha-
daffi op korte termijn een di
recte militaire dreiging voor
Egypte inhoudt. De Libische
machtsbasis is (nog) te be
perkt om een eventuele mili
taire confrontatie met Egypte
succesvol af te ronden. Libië
télt niet meer dan 8,1 miljoen
inwoners (Egypte. 43,1 mil
joen) en de omvang van de
Libische strijdkrachten
wordt geschat op 55.000 mili
tairen (Egypte: 367.000).
Ik wil hiermee niet zeggen dat
Egypte de toekomst gerust
en met de armen over elkaar
tegemoet kan zien. Integen
deel. het land worstelt met
grote problemen, ook op mi
litair gebied. Een ervan is dat
de strijdkrachten zich bevin
den in een proces van om
schakeling van Russische
hulp bij de opleiding en uit
rusting van de strijdkrachten
(beëindigd in 1972) naar
steun van het Westen, en met
name van Amerika. Het vre
desverdrag met Israël is be
loond met Amerikaanse mili
taire hulp in de vorm van on
der meer gevechtsvliegtui
gen, gepantserde personeels-
voertuigen en luchtdoel- en
anti-tankraketten, met een
waarde van rond 1,5 miljard
dollar. Een gevolg van deze
omschakeling is dat de strijd
krachten hun werk moeten
doen met Russisch, Ameri
kaans, Engels en Frans mate
rieel en dat geeft in de prak-
Door generaal b.d.
M.H. von Meijenfeldt
tijk de nodige moeilijkheden.
Een vergelijking tussen de Li
bische en Egyptische strijd
krachten leert dat Libië een
voorsprong heeft voor wat
betreft tanks (2700 tegen
1700) en gevechtsvlietuigen
(408 tegen 290). Egypte is
sterker als het gaat om artille-
gepantserde personeels-
voertuigen en gewapende he
likopters. De achterstand van
Egypte op deelgebieden van
de bewapening betekent
vooralsnog geen aantasting
van de veiligheid, omdat
Egypte in geval van een mili
tair conflict kan rekenen op
daadwerkelijke steun van
Amerika en anderen die
graag bereid zijn om de Libi
sche kolonel een lesje te le
ren. Libië kan bij een derge
lijk conflict op heel wat min
der hulp rekenen. De meeste
Arabische vrienden zijn al
betrokken bij conflicten el
ders. en Rusland - de voor
naamste wapenleverancier
van Libië - is weinig ingeno
men met de wijze waarop
Khadaffi zich gedraagt op in
ternationaal politiek gebied.
Directe militaire agressie van
de zijde van Libië tegen
Egypte is dus onwaarschijn
lijk. Dat betekent niet dat er
voor Egypte geen externe
dreigingen zijn. Met grote
zorg volgt het ongetwijfeld
de ontwikkeling in het meer
zuidelijk gelegen Soedan, dat
in het westen wordt bedreigd
door Libische troepen in
Tsjaad en in het oosten
grenst aan Ethiopië, dat zich
binnen de invloedsfeer van
Rusland bevindt Militair is
Soedan zeker niet tegen Li
bië opgewassen. Het Soeda-
nese leger telt 71.000 militai
ren en beschikt over slechts
300 tanks en 44 gevechtsvleg-
tuigen. Bovendien worstelt
Soedan met grote interne
problemen. Libië heeft dus
zeker mogelijkheden om met
zijn militaire macht Soedan
in meer radicale vaarwateren
te brengen. Succes van Libië
in dit gebied betekent echter
een volledig isolement van
Egypte in Afrika en een ver
sterking van de greep van an
ti-Westerse krachten op de
verbindingen in de Rode Zee.
Het is om die redenen dan
ook begrijpelijk dat Egypte
met steun van Amerika alles
doet om het huidige bewind
in Soedan in het zadel te hou
den.
De nieuwe Egyptische presi
dent treedt aan in een moei
lijke periode. De opgaven
waarvoor hy op nationaal en
internationaal politiek ge
bied staat zijn niet eenvou
dig. Hij wordt niet alleen ge
confronteerd met externe.
maar ooit met interne
gingen. Een van zyn belang
rijkste taken lykt my het on
der controle brengen van de
meer radicale elementen bin
nen de Egyptische samenle
ving. die hun kans afwachten
om. met hulp van onder an
dere Libië en profiterend van
de sociale onrust, een greep
naar de macht te doen. Dat
vraagt aandacht voor onder
andere de economische situa
tie en voor de verbetering
van de betrekkingen met de
Arabische landen Zeker, een
voortzetting van Sadats poli
tiek is nodig om het laatste
deel van de Sinai terug te
krijgen en om verzekerd te
blijven van Amerikaanse mi
litaire hulp Maar om do ont
wikkelingen in eigen land in
de hand te kunnen houden
mag de president zich niet
beperken tot het volgen van
Sadat. Er moet meer gebeu
ren. De politieke koers moet
ook worden bijgestuurd, on
der andere in de richting van
de meer gematigde Arabi
sche staten en van de Pale
stijnen Te hopen is dat het
Westen president Moebarak
voor deze bysturing de nodi
ge ruimte geeft.
natuurlijk zijn er in ons land niet
alleen demonstranten tégen
kernenergie en het hele maat
schappijbeeld, dat daarbij
hoort. Er is ook een kernener
gielobby 8 een groep mensen en
instellingen, die propaganda
maken vóór kernenergie. Daar
is niets tegen maar hun metho
den en strategie verdienen min
stens oveel aandacht als die van
de demonstranten.
De strategie van de kernenergie-
lobby - waarin het Energie-on
derzoek Centrum Nederland
(ECN) en de NV KEMA een
hoofdrol spelen - begint zich nu
wat duidelijker af te tekenen.
Men heeft kennelijk deze volgor
de in het hoofd: eerst de natuur
kundigen overtuigen, daarna de T
ingenieurs, dan de industriëlen lngCIllGUrS
en de vakbeweging. Gelijktijdig
dient dan de publieke opinie
voorzichtig en liefst via de pers
nog over gehoord. Wel signaleer
de ik, dat Dodewaard-exploitant
GKN zijn voorlichtingsbladen al
op de EPRI-studie baseert:
slechts een paar doden bij het
grootst denkbare ongeluk wordt
ons daarin nu als maximum
voorgehouden.
Er was overigens wel aanleiding op
de EPRI-studie terug te komen,
ook als de KEMA zelf nog niet
uitgerekend is. De Amerikaanse
instantie, die toezicht houdt op
het kernenergiegebeuren in de
VS. de Nuclear Regulatory Com
mission NRC, heeft namelijk de
EPRI-studie al in juni verwor
pen. De NRC ziet dan ook blij
kens haar publikatie NUREG-
0772 geen enkele aanleiding haar
richtlijnen te veranderen.
te worden bewerkt.
Door Kees Wiese
Vandaar, dat de voorjaarsvergade
ring van de Nederlandse Natuur
kundige Vereniging op 21 april
in Delft prof. ir. P Mostert (KE
MA) als spreker had. Hij onthul
de daar, dat de Amerikanen M.
Levenson en F. Rahn van het Ca-
lifornische Electric Power Re
search Institute EPRI (een soort
KEMA) een belangrijke les had
den getrokken uit de gebeurte
nissen in Harrisburg.
Die les was, dat bij een groot reac
tor-ongeluk de radio-actieve
splijtingsprodukten niet vrij ko
men, maar in het smeltende
splijtstof opgesloten blijven. Er
komt alleen xenon en krypton
vry, maar dat is gasvormig en
verwaait. De bevolking kan dus
beter thuis blijven met de ramen
dicht, dan evacueren.
„Het laatste woord is hierover nog
niet gezegd: we zullen het bij de
KEMA nog eens doorrekenen",
zei prof. Mostert toen. Ik heb
hem. noch de KEMA er nadien
Na de natuurkundigen de inge
nieurs. De afdeling Kerntech
niek van het Koninklijk Instituut
voor Ingenieurs (de afdeling
woont op hetzelfde adres als de
KEMA), organiseerde onlangs in
Den Haag, samen met ECN een
symposium. Vertegenwoordi
gers van ECN en de Franse op
werkingsfabriek Cogema be
spraken daar - het is haast niet
te geloven „de verworvenhe
den bij opwerking en opslag van
kernsplijtingsafval".
„Verworvenheden" het lijkt een
cynische grap van Dodewaard-
demonstranten als men weet hoe
afschuwelijk onveilig de Franse
opwerkingsfabriek is, welke
slechte bedrijfsresultaten er wor
den geboekt en hoe onoplosbaar
het steeds nijpender wordende
probleem van het kernsplijtings
afval is.
Het was geen grap. Heel ernstig en
arrogant wordt daar beweerd,
dat men in het Noorden de kans
op hoogwaardige werkgelegen
heid en deviezen verspeelt als
men daar zich blijft verzetten
hoog radio-actieve afval in een
noordelijke zoutkoepel te stop
pen.
Van Aardenne
Daarna de industrie en de vakbe
weging. De kernenergielobby
had in de vorige minister van
economische zaken, de WD-er
Van Aardenne, een belangrijke
steun. En gelukkig zag deze op 9
De kerncentrale in Dodewaard
september, op het nippertje dus,
nog kans twee rapporten aan de
Tweede Kamer aan te bieden
over de Canadese zwaarwater
reactor CANDU.
Een van die rapporten is behalve
door vertegenwoordigers van
twee ministeries opgesteld door
vertegenwoordigers van Nera-
toon, VMF-Stork. RVS. Brede-
ro's Bouwbedrijf Nederland en
Holec. En ziet: de CANDU-reac-
tor blijkt aantrekkelijker voor de
Nederlandse industrie dan de
met gewoon water gekoelde
reactoren, zoals die van Borssele
en Dodewaard. Maar alleen als er
samen met Canada minstens vier
i" ons land worden gebouwde
Ik citeer: „De ontwikkeling van
een eigen nucleaire industrie,
mede gericht op het maken van
grote drukvaten voor de water-
gekoelde reactoren, leek des
tijds, ook bij een beperkte eigen
markt, industrieel een aantrek
kelijke zaak te zijn. Thans is
die situatie veranderd. In de laat
ste vijf jaren is de markt voor
kernenergiecentrales in een aan
tal westerse landen praktisch stil
komen te liggen. In zekere
zin is daarmee een tijdperk afge
sloten".
Maar met de CANDU breekt voor
de Nederlandse industrie een
nieuw tijdperk aan als CANDU-
leverancier voor Europa. De
CANDU is 8 volgens het eerste
rapport 8 zo mogelijk nog wat
veiliger ook. Dat moet bij een op
lopende werkloosheid toch ook
de vakbeweging over de streep
halen...
Publieke opinie
De publieke opinie tenslotte Om
die te bewerken heeft de KEMA
een geoloog ingehuurd, dr. A. J.
van Loon, die zich uitgeeft voor
„wetenschapsredacteur" hoewel
hij gewoon een voorlichter is die
de KEMA-propaganda moet ver
kopen. Hij biedt o.a. gratis stuk
jes over energieproblemen aan
kranten aan. En uiteraard pleit
hij daarin voor kernenergie.
Dat mag. Maar hij schrijft afgrijse
lijke absurditeiten. Citaat: „Er
bestaat een mogelijkheid - hoe
wel die gering lijkt - dat de zuur
stoftoevoer niet meer in de hand
gehouden kan worden; dat zou
leiden tot het smelten van de he
le kolengestookte centrale en tot
het vrijkomen van grote hoeveel
heden giftige gassen. Dit is een
zwaar argument tegen het ge
bruik van steenkool en vóór het
gebruik van kerncentrales die
hun veiligheid gedurende dui
zenden jaren bewezen hebben'
Als doctor Van Loon zulke baarlij
ke nonsens zelf gelooft, man
keert hem wat en verdient hij
ons medelijden. Als hij niets
mankeert verdient hij geld (dat
wy via de elektnciteitsreke ning
en de KEMA betalen) op een
noogst onwaarschijnlijke wy-
Tal van bezitters van eigen woningen ondervinden nog steeds moeilijk
heden met de inspecties van de belastingen over het vaststellen van de
huurwaarde voor de inkomsten- en vermogensbelasting Zoals bekend,
werden sinds 1971 de bedragen van de huurwaarde vastgesteld aan de
hand van de waarde van de woning „in het economisch verkeer".
Als zodanig gold de waarde van een woning in bewoonde staat, veelal
gesteld op 60 tot 70 procent van de waarde bij vrije oplevering Meerma
len is er op gewezen, dat deze huurwaarde-regel dringend moest wor
den herzien, te meer daar in de afgelopen jaren de inspecteurs nogal
eens met bezwaarschriften inzake deze materie werden geconfronteerd.
Ook was liet mogelijk dat de ene inspectie 60 procent en een andere
inspectie 70 procent berekende, terwijl in het algemeen de meeste in
specties 67 procent hanteerden. Nu is wettelijk bepaald, dat de waarde
in het economisch verkeer voor een als hoofdverblyf dienende eigen
woning (waarde bewoond) steeds gesteld moet worden op 60 procent
van de waarde bij vrye oplevering.
Een duidelijke en juiste maatregel, waarvan de inspecteurs normaal niet
meer kunnen afwijken. Daarmee is meer eenheid gekomen in het vast
stellen van de huurwaarde Wellicht dat in de toekomst ook voor ande
re aftrekposten voor de inkomstenbelasting duidelijke en begrijpelijke
regelingen kunnen worden vastgesteld.
De inspecties en de belastingbetalers zouden hiermee ten zeerste gebaat
zijn en tal van moeilijkheden en onbillykheden zouden dan kunnen
worden voorkomen.
Bittere pil
Met het vaststellen van de huurwaarde door de belastingdienst over het
belastingjaar 1980 worden alweer vele klachten gehoord Een bittere pil
was het vooral een lezer die ongeveer acht jaar in het bezit is van een
eigen woning
Tot 1980 was zijn „huurwaardeforfait" vastgesteld op (890.-; passend b(j
een woningwaarde tussen f 30 000 - en f 60 000 - Uitgerekend over het
jaar 198U. waarin de klad kwam in de verkoop van woningen en de
waarde van de panden sterk verminderde werd het huurwaardeforfait
verdubbeld en door de inspecteur vastgesteld op f 780
Bij deze huurwaarde bedraagt de waarde van de woning f 60 000 - tot f
90.000 - De waarde was door de betreffende inspecteur even boven de f
100.000 - gesteld, echter zonder een taxatierapport. Met deze waarde
vaststelling komt men bij de nieuwe regeling van 60 procent juist bo
ven de f 60 000 -, zodat de huurwaarde volgens de tabel moest worden
verdubbeld.
Onbegrijpelijk, want had men bij een hogere waarde in 1978 (de verkoop
prijzen van de huizen stegen in dat jaar enorm) en dan gerekend met 67
procent, het huurwaardeforfait in dat jaar zeker moeten verdubbelen
Eigenlijk een onverteerbare zaak. daar dit naar onze mening nooit en te
■jp door dezelfde inspecteur kan zyn beslist
Collegialiteit
Het moet ook niet mogelijk zijn dat dit op eén en dezelfde inspectie kan
voorkomen. Een zekere collegialiteit en bovenal een ongeveer gelijke
interpretatie van de voorschriften moet toch ook bij de inspecteurs
aanwezig zijn.
In bovenstaand geval zou de eigenaar van deze woning, wellicht zyn huis
liever vandaag dan morgen voor het getaxeerde bedrag verkopen Zou
het daarom in geval van twijfel, zoals hier toch duidelijk sprake is net
onder of boven de f 60 000.-, de inspecteur niet voorzichtiger te werk
moeten gaan?
Een mogelijkheid is ook om de woning te laten taxeren. By een dergelijk
taxatierapport, zou zowel de inspecteur als de belastingbetaler niet van
mening kunnen verschillen Maar van belang is dan vooral, dat de be
lastingbetaler zich niet „genomen" voelt. En daarmee zyn beide party-
en, de fiscus en de belastingbetaler gediend.
HARRY BOUTS.
Bezoek aan geëmigreer
de kinderen ir het bui
tenland kan oudere
mensen heel wat
hoofdbrekens bezor
gen. Afgezien nog van
de spanning die een
lange (vlieg)reis voor
hen met zich mee kan
brengen, zijn er heel
wat praktische en ad
ministratieve zaken die
goed moeten worden
geregeld. Dat geldt ze
ker als er in Nederland
geen familieleden of
kennissen zijn, die zon
odig zaken kunnen re
gelen als zij in het bui
tenland verblijven.
Praktijkgeval
Voor de heer Kras die een tijdje
bij zijn dochter in Amerika
ging logeren, was het noodza
kelijk dat hij tijdens zijn ver
blijf aldaar de beschikking
had over zijn AOW-uitkering
Hij wilde nl. niet financieel
afhankelijk van zijn dochter
zijn en de AOW-uitkering
was het enige inkomen dat
hij genoot.
Aan de Raad van Arbeid gaf hij
door dat hij van begin mei tot
half augustus in Amerika ver
bleef en dat hy zijn AOW-uit-
kenng over mei, juni en juli
op dezelfde wijze als hij die in
Nederland ontving nl. per
cheque daar wilde ontvan
gen.
Hoe een en ander in Amerika
verliep is niet goed na te
gaan. De heer Kras ontving
volgens zijn zeggen de AOW-
uitkeringen over de bewuste
maanden pas kort voor zyn
terugkeer naar Nederland.
Dat betekende dat zijn doch
ter gedurende zijn verblijf al
les moest voorschieten, het
geen de heer Kras nu juist
niet had gewild
Terug in Nederland dacht de
heer Kras omstreeks 25 au
gustus van de Raad van Ar
beid de bekende cheque met
zyn AOW-uitkering te krij
gen. Toen dat niet gebeurde
nam hij contact op met de
Raad van Arbeid, die hem
echter niet kon helpen omdat
zijn dossier zich bij de Socia
le Verzekeringsbank in Am
sterdam bevond De Sociale
Verzekeringsbank verzorgt
nl. de AOW-betalingen in het
buitenland en had dat ook ge
daan in het geval van de heer
Kras. Blijkbaar dacht de So
ciale Verzekeringsbank dat
de heer Kras het gewone ge
val was van iemand die zijn
AOW-uitkering niet ontvan
gen had, want men stuurde
hem een stencil met een aan
tal vragen. De heer Kras
stuurde dat stencil ingevuld
retour, maar dat had niet tot
resultaat dat hij zijn AOW-
uitkering ontving. Dat was
nog steeds zo toen hy op 9
september op ons spreekuur
kwam.
Wij zyn toen voor heer Kras
gaan bellen en werden daar
bij aanvankelijk van het kast
je naar de muur gestuurd.
Eerst deelde men ons bij De
Sociale Verzekeringsbank
mede dat de heer Kras by
hen niet bekend was en dat
diens dossier bij de Raad van
Arbeid moest zijn.
De Raad van Arbeid daarente
gen wist te vertellen dat het
dossier wel degelijk bij de
Sociale Verzekeringsbank
was, zodat wij wederom met
de Sociale Verzekeringsbank
contact opnam. Na veel tele
foontjes en lang zoeken wist
men daar het dossier op te
duiken van de afdeling die de
betalingen naar Amerika ver
zorgt. En wat bleek toen: niet
alleen de cheque voor de
maand augustus, maar ook
de cheque voor september
was nog naar Amerika ver
zonden. Daar op naam gestel
de cheques toch niet door
derden verzilverd kunnen
worden, stelden wij voor om
de heer Kras zyn niet ontvan
gen AOW-uitkering alsnog te
verstrekken. Dat was een on
mogelijke zaak. Het enige dat
men wilde doen was bewerk
stelligen dat de overmaking
naar Amerika voor de toe
komst werd stopgezet.
Voorts zou men het dossier
van de heer Kras weer naar
de Raad van Arbeid sturen,
zodat die voor de AOW-beta-
lingen vanaf oktober kon
zorg dragen.
Dat de heer Kras intussen geld
nodig had om te leven, zag
men wel in, maar voor dat
probleem kon noch de Socia-
Koornbrugsteeg 2
2311 EK Leiden
Ie Verzekeringsbank een op
lossing aandragen Gelukkig
heeft de Sociale Dienst de
heer Kras geholpen met een
bedrag, dat hij te zijner tyd
moet terug betalen.
Tijdig
Het bovenstaande verhaal
toont aan hoe belangrijk het
is dat mensen met een AOW-
uitkenng, die die uitkering
tijdens een verblyf in het bui
tenland aldaar willen ontvan
gen. tijdig de Raad van Ar
beid op de hoogte stellen. Tij
dig wil niet zeggen vlak voor
men naar het buitenland ver
trekt, maar het liefst geruime
tijd (bijv. tenminste een
maand) van te voren Wan
neer u voor uw vertrek weet
wanneer u terugkomt in Ne
derland is het uiteraard raad
zaam ook die datum meteen
aan de Raad van Arbeid me
de te delen. U heeft uw uitke
ring het snelst en het goed
koopst. wanneer u de naam
van de bank en het bankreke
ning nummer van een fami
lielid in het buitenland op
geeft, zodat uw uitkering
daarop kan worden gestort
Het beste kunt u altijd een
brief schryven. waarvan u
zelf een afschrift bewaart
Andere mogelijkhe
den
Wanneer u slechts voor korte
tyd naar het buitenland gaat,
verdient het aanbeveling om
uw AOW-uitkering hier in
Nederland op uw giro- of
bankrekening te laten storten
en zelf voldoende girobetaal
kaarten of eurocheques mee
op reis te nemen Gaat u naar
een land waar u girobetaal
kaarten en eurocheques niet
kunt inwisselen (in principe
zyn dat landen buiten Euro
pa). dan kunt u ook aan uw
bank opdracht geven om uw
AOW uitkering - zodra die
op uw rekening is bygeboekt
- over te maken naar een
bank in het buitenland Heeft
u alleen een girorekening dan
is het moeilijker U kunt dan
een familielid in Nederland
machtigen om het geld te in
nen en u het geld via een bui
tenlandse postwissel over te
maken Wellicht is een rege
ling via de Raad van Arbeid
dan toch nog gemakkelijker
Beschikt u over voldoende
kontanten dan kunt u natuur
lyk ook in Nederland travel
ler-cheques kopen en die
mee op reis nemen