niet bij arm te nemen' 'Jongens durven me nog Blinde kinderen naar 'gewone' school Blinde Jolande functioneert goed op Bonaventura ÜJZiQi Instituut experimenteert ZATERDAG 17 OKTOBER 1981 Slechts een handjevol blinde- en zeer slechtziende kinderen heeft tot nu toe de kans gekregen om in Nederland op een 'normale' school voortgezet onderwijs te volgen. Niet meer dan vijf leerlingetjes mochten, bij wijze van experiment, naar de lagere school. Eén van hen redde het niet De meeste scholieren studeren aan een instituut waar blinden-onderwijs wordt gegeven. Maar de roep van de ouders om hun gehandicapte kind thuis te hebben en waar mogelijk naar een 'gewone' school te laten gaan, wordt steeds groter. Het Koninklijk Instituut tot Onderwijs van Blinden in Huizen steunt die hartekreet van de ouders. Heeft ruim een jaar geleden een rapport geproduceerd waarin alle zaken eens op een rijtje werden gezet. Met deze informatie is men daadwerkelijk aan de slag gegaan. Haak is 'visiting teacher' (bezoekend onderwijzer). Hij is in dienst van het instituut en vormt samen met enige deskundigen een groepje, dat een aantal blinde- en zeer slechtziende leerlingen begeleidt. Thuis en op school. Zowel het onderwijs als maatschappelijke problemen houdt Haak nauwlettend in de gaten. Over het waarom een blinde leerling naar een 'normale' school moet zegt hij: "Dan is het kind thuis en kan het meedoen aan het sociale leven. Dit zijn de twee hoofdmoten waarop onze ideeën zijn gebaseerd. Natuurlijk, er zijn negatieve kanten aan Die verliezen het echter van de positieve. Ik geef toe, dat een blinde scholier op een lagere school meer problemen heeft dan een leerling die naar een middelbaar school gaat. Kleinere kinderen spelen tikkertje of fietsen. Daaraan kan een blinde niet meedoen Bij het voortgezet onderwijs doen ze die spelletjes niet meer. Ze groeien hier steeds meer naar elkaar toe." Driejaar Het 'experiment' om blinde leerlingen te laten meedraaien in het gewone school-patroon, noemt Haak 'bevredigend'. Voegt er snel aan toe: "Waarmee ik niet wil zeggen, dat het allemaal gladjes verloopt. Overzie ik het totaal, dan mogen we niet ontevreden zijn. Er zijn resultaten die je met een ziende scholier kunt vergelijken: goede, middelmatige en slechte." Tekortkomingen, ze zijn er. Zoals ouders die hun kinderen van het instituut halen, terwijl het beter zou zijn als ze daar blijven. Haak: "Loopt dit uit de hand, dan hoefje een volgende keer bij zo'n school niet meer aan te kloppen of zij een blinde scholier wil opleiden." De ouders zijn en blijven verantwoordelijk voor hun kind, het instituut adviseert alleen. Een dat advies is niet bindend. Haak: "Ik vind dit wel goed. Moetje niet aan een ander overlaten. Want die loopt dan de kans zich op ontzettend glad ijs te begeven. Bovendien, een blinde leerling mag óók mislukken. Net als een ziende. Ze moeten de kans hebben te ervaren waar hun beperkingen liggen." Een schoher(e) krijgt een positief advies als mag worden verwacht dat hij of zij de stof geestelijk kan verwerken. Haak geefi toe, dat dit soms heel moeilijk is te bepalen. "Van de één denk je. die redt het gemakkelijk, van de ander weetje haast zeker dat het niet lukt. Ja, dat wil wel eens heel anders uitpakken." Grijpen de ouders té hoog dan gebeurt er precies hetzelfde als met een kind dat kan zien. Dat de klap voor een visueel gehandicapte harder aankomt, beaamt Haak "Wat er gebeurt9 Ik weet het niet. 't Is een kwestie van verwerken Het kan zeker spanningen in een gezin oproepen." Niet iedereen Hoewel het niet vaak voorkomt, is het toch al een enkele keer gebeurd, dat een school een blinde leerling weigerde. "Niet omdat hij blind was", maakt Haak duidelijk, "maar louter en alleen omdat dit kind niet de capaciteit had het gewenste onderwijs te volgen. Dan moetje voor zo iemand wat anders zoeken." Een school, die een blinde of zeer slechtziende leerling aanneemt, legt zichzelf wél de nodige verplichtingen op. De mede-scholieren moet worden geleerd dat ze hun tas niet zo maar laten slingeren; hulpmiddelen (braille-boeken, brailleermachine) moeten worden aangeschaft en niet in de laatste plaats, de leerkrachten bij wie het kind in de klas komt, moeten bereid zijn volledig mee te werken. Het rijk steunt die scholen financieel. Met 120 lesuren per leerjaar plus vijfhonderd gulden om de eerste leermiddelen te kopen en vijftienhonderd gulden voor het aanschaffen van een brailleermachine. Dat extra geld (120 lesuren) wordt uitbetaald aan de docenten die het meest voor de blinde scholier doen. Naast Nederland doet ook Denemarken er veel voor om blinde kinderen een zo normaal' mogelijk leven te laten leiden. Maar in Duitsland is het 'gewoon', dat zij in een instituut verblijven. De wet schrijft dit bij onze Oosterburen zelfs voor. Wat in Nederland gebeurt, noemt Haak uniek. "En het fijne is. dat we de zaak zo goed kunnen overzien. Omdat ons land niet groot is." Kansen Hoe groot de kansen zijn voor een blinde in deze maatschappij. Haak heeft er geen ervaring mee. Problematisch is het in deze tijd voor iedereen om aan de slag te komen. "Ik weet dat er behoorlijk wat leerlingen terechtkomen. Zeker, ik ken er wel. Maar ik ken ook blinden die niét aan de bak kunnen komen. Dat zul je altijd blijven houden." Het Leidse Bonaventura-college weet een week of zeven wat het betekent een blinde scholier in de gelederen te hebben Jolande den Dubbelden (achttien jaar) uit Oegstgeest deed eerst, op 'Duinzicht', mavo. Schoof door naar de havo en koos voor het niet gemakkelijk wiskunde-pakket Wil, als zij slaagt, fysiotherapie gaan studeren. School en leerlinge geven hun eerste indrukken weer. Door Jan Westeriakeri Sporadisch neemt een jongen haar bij de arm om 'r van het ene naar het andere lokaal te brengen. Dus doen de meisjes het maar. Zelf kan Jolande den Dubbelden de weg in de lange gangen van het grote Bonaventura niet vinden. De jongens nemen haar brailleermachine mee. Dat wel. Maar het blinde meisje een arm ge ven.... nee.... zo ver zijn ze nog niet. Jolande begrijpt best hoe dat komt. Lachend: "Ik denk, dat ze een beetje verlegen zijn. Ja, ze moeten me een arm geven en door de gang lopen. Dan krijgen ze al gauw te horen, hé joh, loop jij met die en dieDaar schamen ze zich een beetje voor, denk ik." Op 'Duinzicht', waar Jolande haar mavo-diploma haalde, was zij nó schooltijd samen met een jongen nagebleven. Om wat stof door te nemen. Toen de leraar de knaap vroeg of 'ie Jolande wilde meenemen, schrok hij zich een bult. Hoe dat dan toch wel moest. Enfin, de jongen deed het. Van de opmerkingen buiten trok hij zich niet zó veel aan. De kogel was door de kerk. Later vond hij het normaal om Jolande bij de arm te nemen en haar te brengen waar ze moest zijn. Jolande den Dubbelden uit Oegstgeest heeft op het Bonaventura nog geen nare ervaringen opgedaan. "Iedereen is aardig en helpt me. Natuurlijk, het zal beter zijn als ik zelf de weg in school leer kennen. Daar gaan we gauw aan werken. Moeilijk zal het wél worden met al die trappen." Voorlopig draait het allemaal soepel. Haar eerste indruk ken van de nieuwe omgeving zijn goed. Met de havo-stof heeft ze geen al te grote pro blemen. Geeft toe, dat na tuurkunde niet gemakkelijk is. Het gesjouw met de brail le-boeken bezorgt Jolande meer moeite. "Steeds die tas met die grote boeken meenemen is een klus hoor", zegt ze. "Het moeilijke is, dat ik nooit een heel boek tegelijk kan mee nemen. De leraren noemen de nummers van de pagina's die we behandelen. In 'Duin zicht' had ik een boodschap- penwagentje waarin ik ze kon leggen. Hier gaat dat niet. Je kunt met een wagen tje niet de trap-op." Bij het maken van nuiswerK heeft Jolande heel wat meer tijd nodig dan een ziende scholier. Ongeveer anderhalf maal zoveel. Ondanks dit eu vel rijdt ze in haar schaarse vrije uurtjes paard en is sinds twee maanden aan het ju doën. Samen met andere leerlingen huiswerk maken is er niet bij. Snapt ze iets niet, dan klampt ze een docent aan. Aan praktijklessen (scheikunde bijvoorbeeld) hoeft Jolande niet mee te doen. Ze is er wel bij. De leer lingen vertellen haar precies wat er gebeurt. Pas nog is zij meegeweest naar een werk week. Het is haar prima be vallen. Leraren reiken, waar mogelijk, de helpende hand. Bestaat er op die manier geen kans op positieve discriminatie? Met andere woorden: medelijden hebben dus maar een hoger cijfer geven. De gevolgen blijken dan op het exa men Haak: "Dat gevaar bestaat. Maar niet bij Jolande. Het ge beurt, dat de leraren zeggen, we slepen je er wel doorheen. Nee, goed is dit zeker niet. Een blinde scholier moet zijn beperkingen leren ontdek ken." Huiverig Conrector Frijters van Bona ventura geeft het eerlijk toe. "We stoYiden er huiverig te genover toen werd gevraagd of Jolande bij ons op school kon komen. Alle leerkrach ten hebben we erin gekend. Twee van hen (wiskunde en Nederlands) hebben speciaal braille geleerd om het meisje te begeleiden. We hebben be- hoorlijk wat informatie bij 'Duinzicht' kunnen opdoen. De kop is er at. Het loopt soe pel." Zestienhonderd leerlingen telt Bonaventura Hoe functio neert daarin, in zijn ogen, de blinde scholier? 'Het begon allemaal wat schuchter. Nu gaat het goed. Een paar meisjes van haar vo rige school zijn ook hier ge komen. Heeft ze zich bij aan gesloten. Problemen? Nee, dat kan ik niet zeggen. Ze la ten Jolande zeker niet aan haar lot over." Doorzetten. Een standpunt dat het meisje zeker huldigt. Ze gaat ook meedoen aan gymnastiek. Frijters vindt het niet helemaal zonder ge vaar. Als zij en haar ouders geen bezwaar hebben, zal Jo lande ook aan de ringen slin geren en grondoefeningen doen. Nog niet één keer heeft Frijters gehoord, dat een leerling ver velend tegen het blinde meis je heeft gedaan. "Ik verwacht ook niet, dat dit zal gebeu ren", zegt de conrector. "Net als iedere andere scholier functioneert ze. Wel weet ik, dat het tempo in haar klas een tikkeltje aan de lage kant is. Ja. een leraar gaat bewus ter lesgeven. Ach, nee, een probleem is het zeker nog niet." Voor Jolande zullen de proble men, verwacht Frijters, toe nemen. Vooral als straks in een bepaald tempo naar een examen wordt gewerkt "Dan kun je je afvragen hoelang houdt zij het zelf vol. Omdat ze zoveel meer tijd nodig heeft met het maken van haar huiswerk, dan andere kinde- Niet somber Waarmee Frijters bepaald niet wil zeggen, dat hij de toe komst voor Jolande somber inziet. Helemaal niet zelfs. "Misschien doet ze over die opleiding wat langer dan een ander. Maar wat maakt dat uit? We hebben op school meer leerlingen die wat ou der zijn dan de gemiddelde. Ze heeft in elk geval een uit stekend geheugen en een pri ma gehoor. Het meisje hoort aan de stappen wie eraan komt. En afgeleid wordt ze niet in de klas. Omdat ze niet ziet wat er om haar heen ge beurt." #Voor de docenten die Jolande in de klas hebben, is het altijd niet even gemakkelijk. Een les moet nu extra goed wor den voorbereid voor de blin de scholier en de ziende leer lingen. Uren gaan daar inzit ten. Frijters: "Vantevoren al moet je de problemen onder vangen die zich kunnen aan dienen. In dit geval kun je dat niet tijdens de les doen. Met een klas ziende kinderen, ligt dit een stuk eenvoudiger. De leraren moeten inventief zijn. Iets dat Jolande niet kan zien, tastbaar maken. Daar heeft ze wat aan. Nee, zoiets kun je niet in geld uitdruk ken." Steun Eén van de docenten aan wie Jolande erg veel steun heeft, is wiskunde-leraar Elferink. Hij maakt figuren voor haar 'zichtbaar' die andere scho lieren van het bord of in het boek kunnen lezen. "Heel de les zit ik met het pro bleem, dat ik iets zó moet ver tellen, dat iemand die niét ziet het ook kan volgen En materiaal maken. Geeft een heleboel extra werk. Soms wel tien uur in de week ben ik ermee bezig Speciaal voor haar heb ik wiskunde-braille geleerd. Jolande zit vlak voor me. Zo kan ik zien of ze de tekens wel goed brailleert." Elferink praat over een 'ongelo felijke ervaring'. Steeds denkt hij aan dat meisje dat niets ziet Ten koste van an dere klasgenoten? "Nee, hoor. Tijd voor speelse din getjes heb ik niet. Ik beperk m'n programma tot de exa men-eisen En ik heb een sys teempje de goede leerlingen laat ik de wat mindere hel pen. Zo krijg ik wat meer tijd om Jolande te helpen." Elke minuut, beweert Elferink. geniet hij van het lesgeven aan het blinde meisje "Wel heb ik steeds het gevoel of ik voor de eerste keer voor de klas sta. Je komt soms in zul ke vreemde situaties te rechtJa. dan is het impro viseren geblazen. Dat is een gekke ervaring In die dertig jaar, dat ik bij het onderwijs werk, heb ik dit nog nooit meegemaakt. Vooral in het begin zag ik tegen elke les op. Moeilijkheden die je niet ter plekke kon oplossen Heel de dag was ik ermee bezig Nuis dat wel over. 't Loopt behoor lijk." Consequenties Wat betekent het voor Jolandes moeder om haar blinde doch ter weer thuis te hebben? "Consequenties", vertelt ze. "heeft het altyd. Ik heb het drukker gekregen. Maar dat is niet erg We moeten haar naar school brengen en ha len. Doen we op de tandem De wiskunde-leraar haalt haar ook wel eens op Jolan de kon niet buiten thuis en ik niet buiten haar Daarom hebben we haar uit het insti tuut gehaald. Ik moet er ge woon niet aan denken, dat zc weer zou vertrekken Jolande den Dubbelden: "Ik denk dat ze een beetje verlegen zijn..." (Fou ju Holvast*

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1981 | | pagina 19