"Linkse beer
verstaat z'n plicht
Verkleining
praktijken
biedt geen
soelaas voor
beginnende
huisartsen
éfëkü
Rotterdams burgemeester Van der Louw nu minister CRM
ZATERDAG 12 SEPTEMBER 1981
PAGINA
I?ijna zeven jaar was hij
burgemeester van de
stad, waar menigeen
hem „onze André"
noemde. Maar deze
week is André van der
Louw dan toch terug
gekeerd naar de stad.
waar hij 48 jaar geleden
als zoon van een melk
boer werd geboren:
Den Haag. Van der
Louw heeft ja gezegd
op het beroep, dat zijn
partij, de Partij van de
Arbeid, op hem heeft
gedaan en verruilde de
Rotterdamse ambtske
ten voor het minister
schap van cultuur, re
creatie en maatschap
pelijk werk.
Een baan. waarvoor hij volgens
velen uitermate geschikt is.
„Hij is er diep van overtuigd,
dat een leven zonder cultuur
geen volwaardig leven is",
schreef de Friese columnist
Laurens ten Cate deze week
over hem. En hij voegde er
aan toe: „Als het aan Van der
Louw ligt, zullen alle mensen
in het land de kans krijgen
kennis te maken met de mo
derne cultuur en daaraan
deel te hebben."
In zijn hart was Van der Louw
liever nog enige tijd burge
meester van de Maasstad ge
bleven. Toen hij er in 1974 be
noemd werd, zei zijn voor
ganger Thomassen dat de
PvdA, door Van der Louw
naar Rotterdam te sturen, het
pronkstuk uit haar bestuur
lijke uitstalkast had afge
staan.
Waagstuk
In de havenstad werd Van der
Louw echter niet met open
armen ontvangen. Hij gold.
zoals weekblad De Tijd het
vorige week zo mooi om
schreef, „als de rode schrik
van Nieuw Links, een prole
tarisch geweldenaar met een
bolsjewiekensnor. een linkse
beer."
Dat imago had Van der Louw
overgehouden aan de periode
dat hij één van de voorman
nen was van Nieuw Links in
de PvdA. Hij heeft in die club
wezenlijke bijdragen gele
verd aan een andere, nieuwe,
betere cultuurpolitiek. „En
verder", zo schreef Laurens
ten Cate deze week. „was hij
toen al een geharnast voor
stander van een werkelijke
democratisering, waarin het
voetvolk, dat tegenwoordig
..basis" heet. aan zijn trekken
komt."
Niet veel later werd de man
met de snor en de pijp voor
zitter van de PvdA. In die po
sitie lukte het hem die partij
radicaal te democratiseren.
Een korte periode als lid van
de Tweede Kamer volgde en
toen viel de benoeming tot
eerste burger van 's werelds
eerste havenstad. Bij zijn be
noeming zei Van der Louw
dat hij voor elke andere stad
bedankt zou hebben. ..maar
in Rotterdam het waagstuk
wel aandurfde."
Gedropt
Echter alles wat in Rotterdam
geen vriendjes was met de so
cialisten schreeuwde bijkans
moord en brand. Vanuit die
kringen klonk het al gauw
dat Van der Louw in de Maas
stad plompverloren was „ge
dropt". om hem mooi op tijd
aan één van de belangrijkste
banen in het land te helpen.
Van der Louw. zo klonk het,
viel in het niet vergeleken bij
zijn voorganger Thomassen,
die Rotterdam in de vaart der
volkeren had opgestuwd.
Men schuwde er zelfs niet
voor te voorspellen dat Van
der Louw door de havenba
ronnen met huid en haar zou
worden opgevreten.
Niets bleek echter minder
waar. In zijn bijna zeven bur-
eemeestersiaren slaaede Van
der Louw erin de positie van
Rotterdam als wereldhaven
te versterken. En moesten
ook de havenpotentaten in
zien dat hun nieuwe burge
meester niet over zich laat lo
pen. Dat hij best bereid is an
deren hun gelijk te geven,
maar alleen als er redelijke
argumenten voor zijn. Dat hij
precies weet wat hij kan.
maar ook goed wat hij niet
kan. Dat hij prima ideeèn
heelt over hoe eeir behoorlu-
ke samenleving er zou moe
ten uitzien, en die ook wil
verwezenlijken.
Vlektyfus
Dankzij zijn benijdenswaardi
ge eigenschap zich snel en
gemakkelijk te kunnen oriën
teren op de hem nog oifbe-
kende terreinen, zette Van
der Louw zich alras stevig m
zijn Rotterdamse zadel. Zelfs*,
de anti-PvdA gezinde partij
en moesten reeds spoedig er
kennen dat de man. die het
uit acht PvdA-wethouders
bestaande college in de Maas
stad voorzat, geknipt was
voor die taak.
Voorzitter van de notterdamse
VVD-fractie W. Baggerman:
„Van der Louw is een poli
tiek en bestuurlijk dier. dat
uitstekend personen van za
ken weet te scheiden, en zijn
hart laat spreken." En ook de
Rotterdamse CDA-fractie,
die er nooit een geheim van
heeft gemaakt zich door de
Rotterdamse socialisten be
handeld te voelen als „ratten
met vlektyfus". moet nu het
enig leedwezen bekennen dat
het vertrek van deze PvdA—
burgemeester „niet goed is
voor de stad."
Van der Louw wordt geroemd
om zijn bereidheid naar an
deren te willen luisteren. In
Rotterdam gooide hij daartoe
de deuren van het stadhuis
letterlijk en figuurlijk open
en haalde de bevolking naar
binnen.
Zeperds
bespaard gebleven. Denk aan
de affaire rond Bouwe Kalma
bijvoorbeeld, de Rotterdam
se politiechef die door het
korps werd uitgekotst van
wege zijn activiteiten binnen
de PSP Of de staking bij het
havenbedrijf, waarbij uitein
delijk de ME haar gummik
nuppels liet voelen. Ook was
er de staking bij de Shell, die
eveneens met geweld werd
gebroken, hetgeen Van der
Louw veroordeelde.
Zeperds van enig formaat heeft
Van der Louw in zijn ambts
periode niet hoeven halen.
Ook niet bij het Rotterdamse
bedrijfsleven, dat aanvanke
lijk maar weinig vertrouwen
had in de nieuwe eerste bur
ger. maar nu spreekt van
„een onvervangbare burge
meester."
Overdreven natuurlijk, want
niemand is onvervangbaar.
Dat besef leeft ook bij de
PvdA.
cue op het tsinnennof nu ae
man heeft teruggehaald, wel
ke volgens velen binnen die
partij is voorbestemd als
troonopvolger van Den Uyl
w;\m Kok
En Kotterdam De Maasstad
zoeK t een opvolger. Heel wat
namen doen al de ronde. Wim
Kok v an de FNV zou al heb
ben bedankt. Vrede ling en
Ien vaM den Heuvel zouden
ook voor de ambtsketen in
aan meriting komen. Evenals
de burgotneesters Lems van
Zaanstad. jBuiter van Gronin
gen. Wieret.'ga van Enschede
en Rijnmor/vd-voorzitter Oe-
le. Do beslissing is aan com
missaris van ö'e koningin mr.
Vrolyk.
Rotterdam weet in elk geval al
wat het wil. lenrsmd als Van
der Louw. En zo.1»Is het Rot
terdams Nieuwsblad het deze
week al in een commentaar
schreef, ligt in die wens het
beste getuigschrift besloten,
dat de Maasstad aan Van der
Louw kan meegeven.
UTRECHT - Al jaren wordt
gesproken over praktijk
verkleining en een vesti
gingsbeleid voor
huisartsen. Tot nu toe is
het voornamelijk bij pra
ten gebleven. Een eerste
concrete stap om althans
met praktijkverkleining
ernst te maken werd ech
ter onlangs gezet door de
Landelijke Huisartsen
Vereniging (LHV) en de
Vereniging van Neder
landse Ziekenfondsen
(VNZ).
Zij kwamen eind vorige
maand overeen dat grote
huisartsenpraktijken met
ingang van 1 september
tot maximaal 3000 zieken
fondspatiënten zullen
moeten worden inge
krompen.
Een man die de discussies over dit
onderwerp nauwgezet heeft ge-
volgd is socioloog Peter Groene-
wegen, als onderzoeker verbon
den aan het in Utrecht gevestig
de Nederlandse Huisartsen Insti
tuut (NHI). Volgens Groenewe-
gen heeft het akkoord tussen
LHV en VNZ veel te maken met
het toenemende aantal afgestu
deerde huisartsen dat op zoek is
naar een eigen praktijk.
Groenewegen: "Van degenen die
na hun medicijnenstudie de één
jaar durende huisartsenoplei
ding hebben gevolgd - en dat zijn
er momenteel ongeveer 450 - kan
maar de helft met een eigen
praktijk beginnen. De andere
helft kan niet aan de slag als
huisarts omdat er onvoldoende
praktijken vrijkomen. Dat wil
overigens niet zeggen dat die
mensen werkloos zijn. Ze kun
nen best een baan vinden, bij
voorbeeld als verzekeringsarts of
als arts in een verpleeginrich
ting. Maar ze hebben nu eenmaal
die huisartsenopleiding gevolgd
en het merendeel van hen wil
dan ook huisarts worden".
De LHV voert zelf als hoofdmotief
voor de praktijkinkrimping aan
de kwaliteitsverbetering die dat
zal opleveren. Immers,
huisartsen krijgen dan meer tijd
voor onder meer nascholing en
contacten met andere huisartsen
en werkers in de eerstelijns ge
zondheidszorg zoals fysiothera
peuten en sociaal werkers.
Groenewegen is nogal sceptisch
ten aanzien van dit argument.
"Als de arts door praktijkverklei
ning meer tijd krijgt is het maar
de vraag of hij die vrijkomende
tijd ook zal gebruiken voor ver-
Van huisartsen met meer dan 3000 zieken
fondspatiënten wordt sinds kort verwacht
dat zij hun praktijken zullen gaan inkrim
pen. De ziekenfondsen en de Landelijke
Huisartsen Vereniging bereikten hierover
vorige maand een akkoord. Volgens socio
loog Peter Groenewegen, als onderzoeker
werkzaam bij het Nederlandse Huisartsen
Instituut, zal de nieuwe regeling weinig soe
laas bieden voor het tekort aan beschikbare
huisartsenpraktijken waardoor jaarlijks
zo'n 200 afstuderende huisartsen naar een an
dere medische baan moeten uitzien. "In de
regeling staat niet dat een arts met meer dan
3000 ziekenfondspatiënten zijn overschot
moet doorsturen naar een nieuwe arts. Hij
kan ook gewoon doorsturen naar andere be
staande praktijken. Dan krijg je dus een her
verdeling van patiënten bij al gevestigde art
sen".
betering van zijn praktijk. Je
kunt je voorstellen dat een dok
ter minder gehaast zal zijn als er
40 in plaats van 80 patiënten in
de wachtkamer zitten. Maar het
is ook voorstelbaar dat hij, in
plaats van meer tijd voor de pa
tiënten te nemen, de vrijkomen
de tijd gebruikt om een partijtje
te gaan tennissen. In het akkoord
tussen LHV en VNZ zijn in dat
opzicht totaal geen garanties in
gebouwd.
Wat ook een zwak punt in het ak
koord is: de samenstelling van
het patientenbcstand is niet mee
gewogen. Je kunt wel een be
paalde grens aan het aantal pa
tiënten stellen maar een praktijk
met relatief weinig ouderen geeft
bijvoorbeeld veel minder werk
dan een praktijk met veel oude-
Weinig soelaas
Overigenss moeten aspirant
huisartsen volgens Groenewe-
gen nog niet al te veel verwach
ten van de afbouw regeling naar
3000 ziekenfondspatiënten. Op
de circa 5200 huisartsen die Ne
derland telt zijn er maar onge
veer 300 die een praktijk hebben
met meer dan 3000 ziefenfonds-
patiënten (cijfers uit 78)
Voorzitter Hendriks van de Cen
trale Raad voor de Volksgezond
heid
Groenewegen:"Het is twijfelachtig
of de nieuwe regeling soelaas
biedt voor jonge huisartsen die
aan de slag willen. In de regeling
staat niet dat een arts met meer
dan 3000 ziekenfondspatiënten
zijn overschot moet doorsturen
naar een nieuwe arts. Hij kan ook
gewoon doorsturen naar andere
bestaande praktijken. Dan krijg
je dus een herverdeling van pa-
tienten bij al gevestigde artsen.
Het akkoord biedt alleen soelaas
in diè gebieden waar artsen zit
ten die allemaal een grote prak
tijk hebben".
Een andere mogelijkheid voor een
beginnende jonge huisarts is de
zogenaamde gesteunde vrije ves
tiging. In '79 gebeurde dat zo'n
dertig keer. Een gesteunde vrije
vestiging houdt in dat een aantal
artsen gezamenlijk patiënten en
dus werk' toeschuift aan een
nieuwe collega zodat deze zich
de eerste jaren kan redden. Grote
voordelen hiervan zijn dat de
nieuwe arts in vrede met zijn col
lega's kan beginnen en hij een
woon- en praktijkruimte naar ei
gen draagkracht kan zoeken.
Groenewegen:"Nu is het vaak zo
dat de beginnende huisarts voor
enorme financiële lasten staat,
soms wel tot één miljoen gulden
toe omdat hij wordt geacht de
woon- en praktijkruimte van zijn
voorganger over te nemen terwijl
hij daarnaast een zogenaamde
goodwillsom voor overname van
de praktijk moet betalen. De
goodwillsom kun je beschouwen
als het kopen van een stuk inko
menszekerheid. immers bij over
name van de praktijk zullen dc
ziekenfondspatiënten wel ge
woon blijven komen. Die good
willsom bedraagt 90 procent van
de bruto-jaaromzet van de prak
tijk. dat is gemiddeld circa
200.000 gulden Over opheffing
van dit goodwillsysteem is eigen
lijk nog nooit concreet onder
handeld Op zichzelf is het wel
begrijpelijk dat artsen die stop
pen iets terug willen zien van ge
dane investeringen. Maar het
systeem draagt er mede toe bij
dat pas gevestigde artsen voor
grote financiële verplichtingen
komen te staan. Dergelijke art
sen komen in de problemen als
Door Bert Paauw
ze plotseling enkele honderden
patiënten zouden moeten afsto
ten. Daar is hun financiële sche
ma niet op gebaseerd. Vandaar
dat in het bereikte akkoord tus
sen LHV en NVZ een uitzonde
ring is gemaakt voor huisartsen
die zich na 1 juli 1977 hebben ge
vestigd.
Topinkomen
Nu is het zo dat huisartsen in het
begin van hun carrière een topin
Peter Groenewegen
komen moeten verdienen en dat
ze later wel met minder toekun
nen Dan zie je ook dat ze door
het afstoten van patiënten wat
meer vrije tijd voor zichzelf gaan
creeren. De situatie bij
huisartsen is precies omgekeerd
als in het bedrijfsleven waar een
geleidelijke inkomensopbouw is
Gezien het feit dat beginnende
huisartsen ook nog veel moeten
leren en moeten groeien in hun
baan is het eigenlijk ongewenst
dat ze gelijk zoveel gaan verdie-
Oud-staatssecretaris Hendriks,
thans voorzitter van de Centrale
Raad voor de Volksgezondheid,
deelt die mening met Groenewe-
g*en. Hij liet overigens enkele
maanden geleden doorscheme
ren te verwachten dat binnen
vie*" jaar alle Nederlandse
huisartsen een vast inkomen zul
len hebben omdat de huisartsen-
genees kunde in de naaste toe
komst ral worden ondergebracht
in de Algemene Wet Bijzondere
Ziektekosten (AWBZ) Het inko
men van de huisarts zal dan niet
meer gefraseerd zyn op een be
paald jaarlijks bedrag per zieken
fondsver zekerde plus de betalin
gen van particulieren maar op
een gegarandeerd, vast bedrag
Hendriks wil dan tevens van het
goodwillsysSeem af door in dat
Foto: Cees Otlen
Vestigingsbeleid
Zowel Hendriks als Groenewegen
zien in het akkoord tussen LHV
en VNZ een eerste aanzet voor
een vestigingsbeleid van
huisartsen. Trouwens, de LHV is
al jaren in die richting bezig. In
juni'79 stemden de leden van de
LHV in met een intentieverkla
ring over de wenselijkheid van
een vestigingsbeleid. In apnl'80
werd een aantal uitgangspunten
aangenomen zoals de noodzaak
van een maximum en minimum
aantal ziekenfondspatiënten en
het recht van een arts op vrye
tijd waarbij hu wel wordt geacht
voor een goede waarneming te
zorgen. In december'80 kwamen
enkele concrete punten ten aan
zien van patientenregistratic en
financiële gevolgen aan de orde.
Groenewegen De huisartsen wor
den stap voor stap betrokken bu
de totstandkoming van een vesti
gingsbeleid. Inmiddels is in de
Tweede Kamer de Wet Voorzie
ningen Gezondheidszorg aan
vaard. Die wet biedt ook een
handvat voor een vestigingsbe
leid. De overheid krijgt straks de
mogelijkheid om te zeggen: in
bepaalde gebieden mogen er
geen huisartsen meer bu"