Als badnimf,
feministe en
uitgebuite
arbeidskracht
„Natuurlijke cosmetica" uit
supermarkt proberen waard
Ongevallenverzekering vooral
belangrijk voor gehuwdevrouw
De vrouw in „Het Leven"
In vrijwilligerswerk
OOK VROUWEN BIJ
DE RIJKSWACHT
Vitamine E geen wondermiddel
VOENSDAG 19 AUGUSTUS 1981
PAGINA 19
„Wat gaat er van een land wor
den dat zóó zijn vrouwen
eert, zóó zijn jong, lief vrou
welijk Nederland te koop
aanbiedt aan de begerige
blikken van de gedegenereer
den? Wat moet er van een
volk worden, waarvan de
jonge dochters toestemming
geven om zóó afgebeeld te
worden
Zonder de verouderde spelling
zou het een reactie van con
servatieve zijde kunnen zijn
op het anno 1981 al aardig in
geburgerde topless of geheel
naakt zonnebaden. Maar het
is een ingezonden stuk uit
1925, geschreven door een
mevrouw die het zogenaamde
Badnummer had gekocht van
Het Leven, het vooroorlogse
geillustreerde weekblad dat
de sensatie en het bloot niet
uit de weg ging tijdens zijn be
staan tussen 1906 en 1941. De
verontwaardigde briefschrijf
ster heeft nog meer op haar
hart: in de trein heeft ze „een
ouderen man" gezien die het
badnummer zat te bekijken
met „een wellustigen grijns"
die hem „de uitdrukking van
een gier" verleende.
Mevrouw staat, anno 1925, niet
alleen in haar verontrustheid
over de dreigende verwor
ding der vaderlandse zeden.
Vanaf het verschijnen van het
eerste bad- en strandnummer
(in 1913) zijn er mensen en in
stanties geweest die deze spe
ciale nummers van het popu
laire weekblad (er zijn er in
totaal ruim twintig versche
nen) als „zedekwetsende por
nografie" beschouwen. Van
uit katholieke kerkelijke
kringen stoort men zich niet
alleen aan deze activiteiten
van het weekblad, maar ook
in het algemeen aan „de mo
derne strand-ergernissen",
zoals het opkomend bad- en
strandleven wordt gekarakte
riseerd.
Wat was er nu helemaal te zien
in de gewraakte badnummers
die het strandleven van zo'n
vijftig tot zeventig jaar gele
den in beeld brachten? Naar
huidige begrippen, uiteraard,
bar weinig opwindends. In
een overzicht van de geschie
denis van het tegen puriteinse
schenen aanschoppende
weekblad (tot 9 augustus te
zien als onderdeel van de ten
toonstelling Massacultuur in
het Haags Gemeentemu
seum) zijn ook de tussen 1911
en 1938 gefotografeerde bad-
nimfen nog eens te bezichti
gen. Aardige opgewekte
meisjes, die lacherig en zon
der een spoor van zwoelheid
of raffinement recht in de ca
mera kijken, in badpakken
die eerder de naam badkos
tuums verdienen.
In 1911 is dat badkostuum nog
een vormloos, tot aan de hals
gesloten hansop dat echter
(zoals de foto verraadt) een
onbedoeld-doorzichtig effect
krijgt als het nat wordt. Een
seizoen later is de hals al wat
lager uitgesneden, en ver
sierd met galons of witte bie
zen. De snit blijft verhullend,
in het begin van de jaren twin
tig gaat men nog preuts te wa
ter in een soort nachthemdje
met kantjes en stroken. Het
badnummer van augustus
1923 heeft op zijn voorpagina
een frèïe dame die in het
duinzand zit in een kennelijk
luxueuze stranduitrusting:
een soort kort doorzichtig
cocktailgewaad met één blote
schouder en lange kralenket
tingen.
Na 1925 wordt het badpak
nauwsluitend, maar het blijft
voorlopig allemaal nog oer
degelijk. Met beenpijpjes,
met dwarsgestreepte tunie-
Strand en badolie die een halve eeuw geleden de mensen naar de pen
deed grijpen met de vraag wat wordt er van "een land dat zóó zijn vrou
wen te koop aanbiedt".
ken tot ver over de heup, met
vreemdsoortige schortjes en
rokjes die over het broekge
deelte vallen. Maar een zekere
vorm van emancipatie wint
veld, in die zin dat er mannen
(zij het aanvankelijk geheel
gekleed in keurig kostuum
met hoed en wandelstok) bij
de bad- en stranddames op de
foto's verschijnen, en dat de
vrouwelijke fotomodellen op
foto's van omstreeks 1930
plotseling allemaal met een
sigaret in de mond vereeu
wigd zijn tegen de decors van
badkoetsjes en zwemsteiger-
Pas omstreeks 1936 verschijnen
de eerste tweedelige badpak
ken in beeld, maar ook die
zijn, afgemeten aan de huidi
ge bikini, nog toonbeelden
van degelijkheid: broeken
met pijpjes die aan de boven
kant tot in de taille reiken, en
ruim uitgevallen bovenstuk
ken.
De pret „schalde vrolijk op,
overal van zee en strand", al
dus de teksten bij deze bads-
cénes. Het weekblad be
schouwt zich als een pionier
op het gebied van het weg
werken van de taboes ten aan
zien van het (blote) lichaam.
In 1912 schrijft de redactie,
naar aanleiding van het feit
dat in 1911 de Nederlandse ze
delijkheidswetgeving was
verscherpt: „Als ons blote li-
Een van de eerste
"Het Leven".
chaam in den jare 1912 in ons
land al voor onzedelijk geldt,
mogen we wel van regerings
wege toestemming vragen,
ons 's avonds voor 't naar bed
gaan uit te kleden". Een jaar
later brengt het weekblad een
reportage over de gang van
zaken in Weense badplaatsen,
waarbij het zich afzet tegen
„de preutschheid der Hol
landse badplaatsen en de
stijfheid onzer baddirecties".
Was er in de jaren tussen de Eer
ste en de Tweede Wereldoor
log niets belangrijkers te mel
den van het vrouwenfront?
Dat was er zeker, en het is een
merkwaardige combinatie
dat een blad dat enerzijds
vrouwen opvoerde als uitslui
tend decoratieve en onmondi
ge elementen, anderzijds toch
ook vaak (in positieve zin)
aandacht heeft besteed aan
diverse facetten van de vrou-
wenstrijd. Met flinke reporta
ges over de strijd voor het
vrouwenkiesrecht (in binnen-
en buitenland, met verslagen
over internationale congres
sen over vrouwenkiesrecht,
over het werk van de vereni
ging voor Vrouwenkiesrecht,
en over de in 1916 gehouden
grootscheepse demonstratie
voor het vrouwenkiesrecht in
Nederland ter gelegenheid
waarvan de redactie zich uit
spreekt voor de zaak van de
vrouwen.
Als dat doel eenmaal bereikt is,
verflauwt de belangstelling
van het weekblad voor de
emancipatie; de room is van
het nieuws af. (In de vrouwen
wereld zelf zal de matheid in
de daana volgende jaren trou
wens ook binnensluipen).
Opvallend is dat het blad gerui
me tijd hetzelfde heeft gedaan
wat in de tweede emancipa-
tiegolf in de media is gebeurd:
het schrijven over vrouwen
die als eerste in een bepaald
(mannen)beroep aan de slag
gaan. Ook wordt af en toe een
reportage gemaakt over de
vrouw als uitgebuite arbeids
kracht, bijvoorbeeld over de
beroepswasvrouwen, die in
hun eigen eenkamerwoning
waar een heel gezin woonde,
voor anderen de was deden.
„In het vrijwilligerswerk zijn twee
punten vrijwel overal van belang
de vrijwilligers moeten kunnen
meedenken en meebeslissen
over dc gang van zaken in een or
ganisatie. en ze hebben recht op
een volledige onkostenvergoe
ding, alsmede een verzekering te
gen hun vrijwilligerswerk (in elk
geval een wa-verzekering, in
sommige gevallen misschien ook
een ongevallenverzekering).
Die ongevallenverzekering voor
vrijwilligers kan vooral erg be
langrijk zijn wanneer het om ge
huwde vrouwen gaat. die geen ei
gen inkomen hebben. Deze vrou
wen zijn meestal niet verzekerd
tegen tijdelijke of blijvende ar
beidsongeschiktheid. Met deze
verzekering zijn ze daar wel tegen
verzekerd in de tijd dat zij vrijwil
ligerswerk doen".
Duidelijkheid
De stichting pleit voor het maken
van duidelijke afspraken tussen
vrijwilligers en organisaties Niet
alleen omdat dan een heleboel
misverstanden en onduidelijkhe
den kunnen worden voorkomen,
ook omdat een vrijwilliger in een
meer gelijkwaardige positie staat
wanneer rechten, plichten en af
spraken duidelijk zijn vastge
legd. Hoewel er genoeg vormen
van vrijwilligerswerk zijn die ook
zonder het vastleggen van afspra
ken uitstekend lopen, ziet Werk
winkel daarnaast in de praktik
ook regelmatig situaties waarin
het allemaal minder soepel loopt
Als voorbeeld worden oramsaties
genoemd waar het meeste werk
door vrijwilligers wordt gedaan,
terwijl betaalde krachten het
coordinatiewerk doen (zoals ïr.
buurthuizen en bij telefonische
hulpdiensten). Als er geen duide
lijke afspraken zijn gemaakt over
de scheiding der verantwoorde
lijkheden. willen in deze werksi
tuatie nog wel eens problemen
rijzen tussen de betaalde mede
werkers en de vrijwilligers. Ook
bij organisaties waar een groot
aantal betaalde krachten werkt
en vrijwilligers dus meestal in de
minderheid zijn. is het in het be
lang van de vrijwilliger dat er goe
de afspraken worden gemaakt.
De Werkwinkel-map bevat een lan
ge lijst van punten waar vrijwilli
gers en organisaties werkafspra
ken over zouden kunnen maken
Zoals het werk dat de vrijwilliger
gaat doen, de tud die voor deze
taak nodig is. de mogelijkheden
van inwerkperioden. cursussen
en trainingen, de regeling van
werktuden, vakantie-afspraken
en opzegtermijnen en, niet te ver
geten. de al eerder genoemde on
derwerpen onkostenvergoeding
en verzekering. Een lijst met vra
gen voor vrijwilligers haakt even
eens op al deze punten in.
De map „Afspraken van en met
vrijwilligers" kost (verzendkos
ten inbegrepen) f3,- en kan be
steld worden door storting van
dit bedrag op postgiro 44377 van
de Landelijke Stichting Werk
winkel in Utrecht.
Dit advies geeft de Landelijke
Stichting Werkwinkel in haar
nieuwe informatiepakket „Af
spraken van en met vrijwilligers"
Werkwinkel is een in Utrecht ge
vestigde instelling voor opbouw
en ondersteuning van werk door
vrijwilligers. Omdat de stichtng
vanuit de praktijk veel vragen
krijgt die de samenwerking tus
sen vrijwilligers en beroeps
krachten betreffen, heeft Werk
winkel (in samenwerking met de
sectie Vrijwilligers van de Neder
landse Organisatie Welzijnswer
kers) deze map samengesteld
over rechten en plichten van de
vrijwilliger, toegelicht met mo
dellen voor „vrijwilligerscontrac
ten". De map is bedoeld als hand
leiding bij het maken van duide
lijke afspraken tussen vrijwilli
gers en de organisaties waar ze
voor werken.
Mensen die actief zijn in het vrijwil
ligerswerk zijn tot op zekere
hoogte „vogelvrij". Wettelijke re
gelingen bestaan voor hen (nog)
niet, en van enige rechtszeker
heid kan dus eigenlijk niet ge
sproken worden. „De rechten
van vrijwilligers zijn vaak ver te
zoeken, maar bij diverse instellin
gen krijgen ze wel plichten opge
legd. Soms is dat meer een kwes
tie van onbekendheid dan van
onwil bij de betreffende organisa
ties", meent men bij Werkwinkel-
In België
„In het gloednieuwe uniform worden het met-onelegante verschijningen,
maar de dames zijn vóór alles „gendarm", vertegenwoordigsters van de
wet en de orde". Met dit commentaar brengt het Belgische dagblad
„Gazet van Antwerpen" het nieuws, dat komende herfst in Belgie waar
schijnlijk de eerste vrouwelijke „rijkswachters" op straat zullen ver
schijnen (de rijkswacht is het militair politiekorps, ofweg de gendarme
rie bij onze zuiderburen).
Het blad meldt dat de vrouwen „flink m opmars" zijn, sinds de minister
van landsverdediging begin van dit jaar de nodige maatregelen heeft
getroffen ter opheffing van alle discriminatie tussen mannen en vrou
wen. De eerste lichting vrouwen doet op het ogenblik, groepsgewijs,
„examens en proeven", en het valt nog niet te zeggen hoeveel geslaag
den in september het uniform zullen mogen aantrekken.
De toekomstige vrouwelijke rijkswachter moet tenminste 1 68 meter lang
zijn. In alle categoneen (officieren, hogere en lagere onderofficieren)
worden voor vrouwen dezelfde aanwervingsvoorwaarden gehanteerd
als voor mannen. Ook wordt beloofd dat in camère en salaris geen
onderscheid zal worden gemaakt
In de Verenigde Staten is al vele jaren een discussie gaande rondom de (al
dan niet vermeende) „verjongende" eigenschappen van het vitamine E.
Het zou de veroudering van het lichaam tegenhouden, het zou spieren,
huid en haar in betere conditite kunnen brengen en het seksueel presta-
tievermoge n opvijzelen. Op zeker ogenblik heeft vitamine E dan ook de
reputatie gekregen dat het hét middel zou zijn in de strijd tegen de
specifieke klachten die vrouwen in de overgangsleef Ujd kunnen heb
ben. Vaak wordt daarbij het begnp „celvernieuwend'gehanteerd, een
term die tegenwoordig ook nogal eens kan worden gesignaleerd in de
reclame voor huidverzorgingsmiddelen.
Volgens deskundigen op dit onderzoeksterrein die aan het woord komen
in een beschouwing in het Amerikaanse vrouwenblad McCall's zun er
echter (nog) weinig of geen wetenschappelijk-veran twoorde bewijzen
voor dergelijke theoneen. Volgens hen zijn de positieve beweringen
over de werking van vitamine E tot nu toe voornamelijk gebaseerd op
studies van de resultaten van dierproeven, zodat er nog weinig zinnigs
valt te zeggen over het effect van het innemen van vitamine E tijdens
bepaalde levensperioden van de mens.
Bruine glazen potten en flessen. Geen verfraaiing van de toilettafel maar wel een betaalbare verzorgingslijn
In de gezellige kruidenwinkeltjes.
waar salie, tijm en munt een
plaats hebben naast versnaperin
gen uit grootmoederstijd en was
kaarsen, begonnen ze het eerst
op te vallen: eenvoudige bruine
flessen en potten met "natuurlij
ke cosmetica". Of eigenlijk na
tuurlijke verzorgingsprodukten
want een lipstick of vloeibare
make-up kom je er doorgaans
niet tegen.
En zonder dure reclame-campag
nes of introductiefeesten zijn die
bruine glazen potten doorge
drongen tot de grootwinkelbe
drijven. Met in inrichting van
een hoekje met "reformproduk-
ten" deed ook de verzorgingslijn
op natuurlijke basis zijn intrede
op de supermarkt.
Door
Henriette v.d. Hoeven
Gewend aan gemiddeld toch viji-
tien tot vijfentwintig gulden te
moeten neertellen voor een be
scheiden tube dagcrème van een
min of meer gerenomeerd merk,
valt de prijs, zo tussen de vier en
de tien gulden vooreen forse pot.
natuurlijk als eerste op. Eerst
aarzel je om dat vertrouwde
maar toch wel prijzige merk crè
me nu zomaar te "laten vallen"
maar de nieuwsgierigheid wint
het dan toch en laten we eerlijk
zijn, ook de portemonnee
spreekt een woordje mee. Stel je
voor dat deze crème net zo goed
bevat als degene die drie keer zo
duur is, dat is dan toch mooi
meegenomen.
Na jarenlang trouw cosmetica ge
bruik en geregelde bezoeken aan
de schoonheidsespecialiste is het
niet al te moeilijke het juiste pro-
dukt uit het rek te vissen. De eti
ketten hebben duidelijke na
men; kamille, oranjebloesem, ha-
mamelis, enz. zodat in elk een
voudig boekje over cosmetica of
kruiden wel is na te gaan wat de
werking van bepaalde stoffen is.
Want cosmetica is niet iéts van
de laatste honderd jaar. Al eeu
wenlang hebben mannen en
vrouwen naar middeltjes ge
zocht om het schoonheidsideaal
van hun tijd zo dicht mogelijk te
benaderen. De meeste cosmeti
sche produkten zijn dan ook in
de praktijk ontstaan. Van de
meer dan zesduizend grondstof
fen die in de cosmetische indus
trie kunnen worden gebruikt is
maar een heel klein deel echt we
tenschappelijk op "effectiviteit"
onderzocht. Tegenwoordig is er,
vooral in Amerika, veel onder
zoek naar werking van bepaalde
stoffen. Maar dit soort klussen
kosten zeeen van tijd en geld. En
hoewel de industrie heus niet te
beroerd is er wat geld in te ste
ken, zal het toch nog wel een hele
tijd duren eer de inventaris echt
helemaal is opgemaakt.
Hoe puur
Hoe natuurlijk zijn nu die "pure"
verzorgingsprodukten vroegen
wij het hoofd van de afdeling
cosmetica van de keuringsdienst
voor waren in Enschede de heer*
Lim. Hij vertelt dat wanneer de
fabrikant het woord "natuurlijk"
op zijn etiketten gebruikt, je er
van kunt uitgaan dat het hoofd-
bestandeel van de betreffende
crème of lotion inderdaad na
tuurlijk is. Wettelijk ligt hierover
chter niets vast.Het is een soort
stilzwijgende afspraak van de fa
brikant met de keuringsdienst oi
misschien beter gezegd met zijn
klanten.
De keuringsdienst in Enschede is
trouwens best tevreden over dc
contacten die er op het ogenblik
met de fabrikanten bestaan. De
keuringsdienst beschikt over
een gigantische informatie over
grondstoffen die in de cosmeti
sche industrie worden gebruikt
en fungeert daardoor dikwijls als
vraagbaak voor fabrikanten die
een nieuwe produkt met voor
hun onbekende grondstoffen
willen gaan lanceren. Dat voor
een fabrikant sommige grond
stofnamen volslagen onbekend
zijn is niet zo verwonderlijk als je
hoort dan één grondstof wel on
der twintig verschillende namen
in dc handel wordt gebracht.
Nadeel vindt de keuringsdienst
voor waren wel dat dit soort con
tacten uitsluitend op vrijwillige
basis is. Een nieuw produkt dat
wordt vervaardigd of geïmpor
teerd - vijftig procent van de cos
metische produkten komt uit het
buitenland - hoeft niet bij de keu
ringsdienst van waren voor on
derzoek te worden aangeboden.
De controle gaat niet verder dat
zo uitvoerig mogelijk steekproe
ven en klachten van consumen
ten.
Deze klachten komen vaak binnen
via de huidspccialist. Ook hij tast
vaak in het duister bij klachten
over cosmetica. Voor hem zou
het al een stap vooruit zijn als fa
brikanten worden verplicht - zo
als o m. in Amerika nu het geval
is - de samenstelling het produkt
op de verpakking te zetten.
Niet evenredig
Toch een beetje vastzittend in het
cliché "goedkoop is duurkoop"
rijst ook de vraag kun je voor
pakweg zes zeven gulden ver
koopprijs een produkt maken
dat de vergelijking met een drie
maal zo duur artikel kan door
staan? De heer Lim meent van
wel. "Dure merken gebruiken
wel vaak wat duurdere grond
stoffen maar daarmee zijn de
grote prijsverschillen niet ge
rechtvaardigd". Met ander woor-
den:de kwaliteit is niet evenre
dig aan de prijs.
Cosmetische produkten worden
trouwens in Enschede niet op
hun werking onderzocht. Daar
stelt men in eerste instantie al
leen de vraag: zijn de gebruikte
grondstoffen toegestaan. Komen
er klachten over een bepaald
produkt binnen dan duikt men
wat dieper in de materie. Men
gaat uitzoeken welke stoffen als
boosdoeners kunnen worden
aangewezen. Twee groepen wor
den er dan al snel uitgelicht: de
conserveringsmiddelen en de
parfums.
Conserveringsmiddelen zijn, ook
in de natuurlijke produkten, bij
na onvermijdelijk, al valt aan
hoeveelheid en type veel te sleu
telen. Dc industrie is er ondanks
grote onderzoeken nog steeds
niet in geslaagd een conserve
ringsmiddel te vinden dat met
het predikaat "volstrekt onscha
delijk" de wereld in kan.
Met parfums is het een geheel an
dere zaak. Elke creme, ot lotion
kan zonder deze toevoeging wor
den gemaakt. Dat hebben de
consumenten eigenlijk zelf in de
hand. Maar als de aspirant-koper
zegt: "dit produkt wil ik niet om
dat het stinkt" wie kan het dan
de fabrikant kwalijk nemen dat
hij er een geurtje aan geeft dat
wel in de smaak valt.
Ook op dit terrein - er zijn ook een
kleine drieduizend grond toffm
voor parfums - is de industrie be
zig de aller schadelijkste elemen
ten te liquideren al zal het ook
hier nooit voor honderd procent
lukken. Ieder mens kan anders
reageren op een bepaald pro
dukt Een kreet als op allergie ge
test wil helemaal nog niet zeggen
dat het produkt ook voor ieder
een geschikt is. Zullen honderd
mensen er geen klachten over
hebben, de eerst volgende kan er
bosjes problemen mee krugen
Gevoelig
Ben je eenmaal gevoelig voor be
paalde stoffen dan helpt het ook
niet of je natuurlijke of synteti-
sche gebruikt. Iemand die bij
voorbeeld niet tegen rozenolie
kan zal net zoveel problemen
hebben met de dure Bulgaars-
olie als met het in de fabriek ver
vaardige produkt
De in het groot fabricerende con
cerns zullen vaak alleen al om
het pnjsverschil kiezen voor een
syntetische produkt maar er kan
ook nog een praktische reden
bijkomen. Een syntetische pro
dukt heelt een constante kwali
teit Een klein voorbeeld daarvan
is bijenwas In de natuur zal de
samenstelling steeds een tikje
anders zgn Bij de fabriekswas is
dat vrijwel altijd hetzelfde. In re
cepturen die zeer nauw steken
kan een geringe verandering ca
testrofale gevolgen hebben
Het is dus niet zo dat alle dure pro
dukten op syntetische basis nu
met de "wedergeboorte van na
tuurluke verzorgingsprodukten
volslagen waardeloos zijn gewor
den Maar wie zo'n duur produkt
koopt moet wel beseffen dat hu
of zu daarmee niet een tien keer
beter produkt heeft gekocht In
die prijs is vooral verdisconteerd
het mooie potje, de schitterende
reclame-campagnes, het chique
verkooppunt en maar een klein
deel van die grote prus wordt ge
stopt in de ontwikkeling van vei
ligere of betere produkten En
dat is allemaal niet erg zolang je
er het geld voor over hebt. Jezelf
een beetje verwennen mag best
eens een keertje Maar het kan al
lemaal een heel stuk goedkoper