„We zijn fatsoenlijke mensen" Schippersechtpaar Dekker ZATERDAG 15 AUGUSTUS 1 PR 1 ROTTERDAM - De Noorse toerist in zijn camper heeft het toch maar niet afge wacht. Woensdagochtend was hij met zijn kampeerauto verdwenen. Schip per J. Dekker (40): ..Hij zei dinsdag dat hij de laatste vier dagen van zijn vakan tie langs de kade zou blijven staan. Hij wilde het wel meemaken als de ME zou ingrijpen, zei-d-ie" Zijn vrouw vult aan: „Je hebt van die mensen aan de wal, die denken dat we er hier een feestje van maken of zo. Maar dat is natuurlijk flauwekul. Je gaat hier niet voor je lol staan. Als het niet de enige manier was, zouden we hier niet staan". Haar man: ..Tenslotte wil je allemaal blijven drijven. Daar gaat het toch om?" Temidden van de boten die de Nieuwe Maas in Rotterdam ter hoogte van de Willemsbrug af sluiten, ligt de Licorjo van het echtpaar Dek ker. „Daar zit de namen in van eerst m'n doch ter dan zij hier en dan ik," verduidelijkt Dek ker. „Ja, ie zoekt een beetje bijzondere naam. Dan weten ze bij bruggen ook gelijk wie je bent" Licorjo dus. Niet te verwarren met een ander binnenschip, de Licordo en ook niet met de Licordio. Wie weet liggen die ook in een blokkade. De Licorjo van het echtpaar Dekker is al hun derde schip met die naam. Enige biografi sche gegevens: het is een schip van 700 ton, 20 jaar oud, 67 meter lang en als Dekker het nou zou verkopen, zou hij er acht ton voor willen heb ben. De Licoijo vervoert alles. Dek ker: „Behalve oud ijzer dan. Want dat wordt er met een magneet uitgehaald. Dan wordt je hele schip magne tisch, en dan kan je je kom pas wel weggooien. Maar voor de rest alles hoor" Schoenen Wie de roef binnenkomt, moet eerst z'n schoenen uitdoen. Mevrouw Dekker met een ac cent dat haar Zeeuwse her komst verraadt: „Da's voor de olie. Dat heb je vaak. dat er olie op schepen ligt. En dat wil ik niet binnen hebben" Haar man: „Nee, dat is zonde, 't Is toch een prima spul hier? Ik ben dik tevreden met die boot. Ik zou wel een grotere willen hebben, maar ja, het gaat slecht, hé? Hoe moet je de rente opbrengen als je a. een boot van anderhalf mil joen koopt, en b. telkens twee, drie weken stilligt. Dat kan toch niet?" We kijken om ons heen. Een ruime zitkamer annex open keuken met een zeg maar Belgisch aandoende inrich ting. Aan de muur twee tegel tjes met teksten. Op de linker staat: Wie sturen kan zeilt bij elke wind. Op de andere: De Zeeuwse taal is de mooiste taal van allemaal. „Daar komt zij vandaan", ver duidelijkt Dekker. En zij: „Van Sint Philipsland. Dat ken je toch wel? Allemaal champignonkwekers en wit loftelers daar. M'n eigen fa milie ook. M'n dochter woont nou in Zeeland. Die is secre taresse. Die was altijd al zo goed met 'r talen en zo" Propje Dan vraagt de Siamese kat weer nadrukkelijk de aan dacht. Hij probeert z'n klau wen op het electrisch orgel. „Nee. niet doen. Hou je op?" En de schipper: „Die zijn heel anders dan gewone kat ten. Deze is soms net een hond, meer. Als je een propje weggooit, haalt-ie het op. En fel dat-ie is. Kijk hier maar Hij wijst naar zijn onderarm waarop een indrukwekkende verzameling krassen en litte kens te zien valt. „Ja, 't is een felle hoor". Gezellige men sen, die van Dekker. Koffie met jodenkoeken, en babbels voor tjen. Goed op elkaar in gespeeld ook. Als de een op houdt, neemt de ander snel het wooM. Zij: „Z'n broer heeft een schip, dat is nog veel groter. Daar staan twee bankstellen in. Met hun rug tegen elkaar. Dat kunnen de mensen maar niet begrijpen dat het zo ruim kan zijn". Hij: „Ze vragen vaak of ze binnen mogen kij ken. Maar dat doe je toch niet Het echtpaar Dekker in de royale woonkeuken van hun schip. Zij: ,.Ze denken dat je haast geen-woonruimte hebt. Datje holenmensen bent. Als je aan de wal ligt, dan zie je ze vaak door de ramen kijken en dan hoor je weer: o, kijk eens, ze hebben ook een bank". Hij: „Ze weten er echt niks van" School Schipper Dekker is op het wa ter geboren, zo ongeveer. Zijn vader had ook al een schuit en daarop heeft hij le ren lopen. Met z'n achtste naar school en met z'n 13e daar weer van af. ..Ik kwam om half elf van school en om twaalf uur zat ik al weer op de boot. M'n vader was toevallig in de buurt. Zodoende" Na militaire dienst („Daar heb ik ook gevaren") werkte Dek ker als zetschipper (zo heet dat als je voor een ander vaart) voor een baas in Dordt. ..Je hebt er ook bij die zich kapitein noemen als ze zet schipper zijn maar dat vind ik flauwekul", zegt hij. „Ik zit nu dus 33 jaar op het wa ter en ik denk dat dit m'n tiende of elfde boot is. Het is de derde van mezelf. De eer ste was 375 ton, de tweede 776 ton maar die was 85 jaar oud. En hou heb ik dus deze, van 700 ton. Die heb ik in '76 geKocht". Zijn vrouw: „In ok tober was het" Hij: „Dit is een aardig spul bij elkaar, hoor". Rond datzelfde jaar werd Dek ker lid van de ONS, de Onaf hankelijke Nederlandse Schippersvakbond. „Als on georganiseerde kun je geen commentaar geven". Zijn vrouw: „Er zijn schippers, maar die zitten zelf bij de Fe deratie (een conservatieve bond die niet meedoet met de blokkades - red die zeggen: dat zijn communisten. Maar dat is niet waar. Wij zijn zelf ook gelovig" Dekker weer: „Eendracht maakt macht. Zo is het toch? In de ONS zat toekomst. Alle maal varende mensen heb je daar. Als je wat hebt kan je bellen". Voorlopig waren na '76 telefoontjes naar de ONS niet zo nodig. Dekker: „Het is een tijd best redelijk ge gaan." „We hebben veel kunstmest vervoerd, veevoer, kolen. Veel naar België, naar Duits land. Nee, bijna geen grind. Daar kom je zowat niet aan. Met onze eerste boot hebben we nog wel grind vervoerd met de tweede ook maar met deze niet. Dat gaat allemaal naar vaste vervoerders. Naar die relatievaarders, hé" Contracten Waarmee we midden in de pro blematiek zitten die het we reldje van binnenschippers zo in opstand heeft gebracht. Het aanbod van zand en grind (goed voor 60 procent van de totale markt voor de binnenvaart) loopt niet via de schippersbeurs maar via vas te contracten. Dekker: „Twee jaar geleden ben ik nog eens alle bevrach ters afgegaan voor grind maar niks. Ik denk dat ik al vijf of zes jaar geen grind meer heb vervoerd. Er wor den alleen nog wel eens vrachten afgeroepen als ze echt niet anders kunnen". De truc is dat bevrachters hun relatievaarders tegen een la gere prijs dan ze via de beurs zouden moeten betalen, zand en grind laten vervoeren Daar staat dan tegenover dat die relatievaarders wel steeds verzekerd zijn van vaarten Dekker: „Je hebt er bij die twee reizen per week doen" Mevrouw Dekker verontwaar digd: „De relatieschippers zeggen tegen ons: jullie zijn lui. Jullie willen niet eens va ren. Maar toen wij nog grind vervoerden, gingen wc ook drie nachten per week door Wij willen best werken" Lange werkdagen zijn, zeggen Dekker en zijn vrouw, geen uitzondering. Dekker: „Het is heel normaal als je van vijf uur 's morgens tot tien uur 's avonds werkt. Of dat je een nachtje doorhaalt. Ja, je hebt wel schippers die pas om ze ven uur, beginnen. Maar die hebben een vrij spul. geen hypotheek erop dus. Die zeg gen: als ik het sneller, doe breng ik het alleen maar naar de belastingen". Wachten Het werk komt in deze tijden mondjesmaat. Toen de blok kade begon, lagen Dekker en zijn vrouw al twee weken in de Rotterdamse Rijnhaven op een vracht te wachten Dekker: „In Maasbracht heb je hetzelfde. Daar lig je rustig twee weken. Dan kom je ge woon niet aan de beurt". Voor het eerst wordt zijn luide stem wat zachter: „Maar zo slecht als nu hebben we het nog niet gehad. Als je al een vracht hebt, is het nauwelijks lonend om het te vervoeren. Want de vrachtprijzen gaan bijna niet omhoog en daar staat tegenover dat je vaste kosten wél omhoog gaan. En hard ook" Daarbij gaat het om verzeke ring. rente (de hypotheek op schepen ligt 0.75 tot 1 procent hoger dan die op huizen), olie en dergelijke. Dekker her haalt: „Zo is het niet lonend. Als je quitte speelt dan heb je geluk". „En dan, het klopt toch met? Hoe kan het nu dat de ene ploeg zich het lazarus vaart en dat de ander twee weken aan de kant ligt? Dat is toch niet normaal? Er is echt iets helemaal scheef' „Maar zou dat dan niet kunnen komen omdat er teveel sche pen zijn", vragen we. „Helemaal niet. Er moet een overschot zijn. Kijk, nou is het stil en dan blijven er sche pen over. Maar in '79 is het een tijd hardstikke druk ge weest. Je kon er met tegen aan varen. Toen kwamen ze juist schepen tekort". „En bovendien, denk erom wij ontlasten de weg ook. Die 700 ton van mij. dat zijn toch gauw 20 vrachtauto's vol. Ik ga wel eens onder de Bne- nenoord door. Die staat toch nou al altijd vol? Kun je na gaan wat er gebeurt als wij niet meer varen," zegt hij. Nog een argument: „En de werkgelegenheid dan? Daar moet je ook aan denken. Als wij niet meer varen, dan kun nen al die werven ook wel plat. Aan de wal heb je zo dui zenden mensen die leven van de scheepvaart. Daar mogen ze ook wel eens aan denken" Trek Met „ze" wordt vooral bedoeld: staatssecretaris mevrouw Ne- lie Smit-Kroes. Zij is in de zienswijze van Dekker en zijn vrouw overduidelijk de gebe ten hond. Mevrouw Dekker: „Heb je 'r op de tv gezien? O, wat heeft ze toch een gemene trek op 'r gezicht! Je kan het zo zien, he? Daar heb je niks Haar man: „Met Van Huiten. daar kon je mee praten Dat was tenminste iemand die z'n woord hield. Maar mevrouw Split-Kroes? Als zij haar zin krfigt. gaan we allemaal fail liet Een hoop beloftes maar er is niks uitgekomen. Geen evenredige vrachtverdeling, niks". „En daarom liggen we hier". Mevrouw Dekker: „Dat kost nog geld ook hoor. Je mort havengeld betalen. Dat gaat gewoon door en dat is elf cent per ton per week. Voor ons dus 77 gulden per week. Bo vendien. het is helemaal niet lollig om hier te liggen. Wij zijn geen schooiers of oproer kraaiers". Dekker weer: „Ja, dat denken de mensen wel. Woonwagen bewoners, zigeuners, schip pers die staan op één noemer Maar de mensen aan de wal vergeten dat wij nik* krijgen. Wij pan met onae hand op houden". Zij: „Daar zijn we ook te trots voor Wij zijn ff' door. Het is nu of nooit soenlijke mensen". Hij: „Dat doe je gewoon niet, naar de sociale dienst gaan". Maar we waren nog niet uitge praat over de staatssecretaris. Dekker „We hebben haar half '76 nog horen zeggen dat zij het veel beter zou doen dan Van Huiten. Alles zou ze beter doen. Maar weet je wat ze heeft gedaan? Helemaal niks". Enige tyd stilte, voor het eerst sinds we zijn binnengeko men. Dan n Idtkl „Daarom moet dit succes op leveren. Anders begin je er niet aan". Tweede Kamer „Als u nou helemaal eerlijk bent. denkt u dan echt dat u geluk gaat krngen0 U heeft toch de Tweede Kamer ge hoord - die begint er niet aan. En er zijn al blokkades opge ruimd. Vindt u echt dat het zin heeft, deze actie," vragen Hij: „Natuurlijk' Anders waren we er niet aan begonnen. Het is nu alles of niks. Als we nu opgeven, dan komt er nooit een evenredige vrachtverde ling. Dan gaan zand en gnnd nooit via de beurs. De Belgen hebben vorig jaar negen we ken actie gevoerd Voor de zelfde regeling. Dat kunnen wij ook" En zij „Het draaiboek heeft ve le bladzijden. Als we hier worden weggestuurd, zetten we gewoon ergens anders de zaak vast". Hij „En er komen nog steeds schepen bij Per uur komen er 20 bij die uit Duitsland komen We begon non met 300 schepen en nu. woensdag, zitten we al over de 500". „Bent u niet bang dat u zich gaat vervelen, als u al die we ken blyft actievoeren? Stel nou eens dat u ook negen we ken bezig blijft". Dekker lacht: „Man. eer ik alles in de verf heb, ben ik wel drie maanden verder En aan vraagt de machine ook nog onderhoud Nee hoor. je bent nooit klaar". Mevrouw Dek ker: ..'t Is je visitekaartje, hé. je boot. Je wilt je spullen niet verwaarlozen Als we door een brug komen, staan ze toch allemaal naar je te kij ken". Marifoon Het leven als actievoerder gaat al aardig wennen. Overdag werken, 's avonds tv kijken Een stapel Jerry Cottons in de stuurhut zorgt er voor dat er in noodgevallen altijd iets te lezen valt. En je kan ook nog naar de marifoon luiste ren waar deze dagen fraaie teksten uit komen Dekker: „Ze schelden maar Zo van: uitschot, hongerlijers. We komen zoutzuur erover gooien. We leggen er een bom op". Zij: „Dat is toch geen taal die ze uitslaan Wie7 Dat weten we ook niet. Daar zijn ze wel naar op zoek". Dekker: „Vannacht hebben ze op het verste schip, bij Noor- dereiland. de kranen openge draaid. De drinkwaterkranen en de buitenboordkranen Zijn WOUW: „Ja. dat is erg he Terwijl de mensen aan het slapen waren Ze hadden wel kunnen verdrinken". Hij „Nou. dat nou ook weer niet. Maar je hebt wel schade. Die machinekamer was een rava ge". „Heeft u er eigenlijk wel eens over gedacht om te stoppen?" Hij: „Ja met m'n 55e. Nou ja. dat dacht ik vroeger altijd. Dat ik met m'n 55e m'n schaapjes op het droge zou hebben. Maar dat zal nu dus wel op m'n 85e wordenZij „Je bent vrij. Dat is ook wat waard". Hij „En wat moet ik nou doen aan de wal? Ik heb altijd gevaren". Zij: „Het is mooi hoor als je |e anker uitgooit op het IJssel- meer. en dat je dan de vogel tjes allemaal hoort En elke keer andere buren Vandaag heb je die buren, morgen die Dat is gezellig hoor" Dekker „Je gaat er geen ruzie over maken. Je zegt wel eens het deugt niet wat jij doet Maar je helpt elkaar toch als je in nood zit Als er eentje over boord valt. spring je 'm na". Zijn vrouw knikt en zegt: „Je bent afhankelijk van je buren Je hebt je fa.m he er niet bij. Dat scheelt toch". Bord We mogen onae schoenen weer aan. want we gaan naar bui ten. Dekker loopt mee. Wijst op een bord waarop met gro te letters „LUCTOR ET EMERGO". Zegt Mooi. h. Heb ik speciaal laten maken Vanwege Zeeland" Even stilte Dan „En het is heel toepasselijk nu Want we gaan door. Het is nu of nooit.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1981 | | pagina 21