Eigenbelang won het van vredelievendheid Koopmansgeest en huichelarij troef in conflict tussen Nederland en Indië ZATERDAG 1 AUGUSTUS 1981 EXTRA PAGINA 15 Nog geen 35 jaar geleden verstrikte Nederland zich in een koloniale oorlog met het naar onafhankelijk heid strevende Indonesië. In augus tus 1945 was de Republiek Indone sië uitgeroepen door Soekarno. Er kwamen moeizame onderhandelin gen op gang over een geleidelijke overgang naar onafhankelijkheid, maar tot twee keer toe zette Neder land zijn 100.000 soldaten tellende leger in tegen de Republiek. Het conflict beheerste destijds de voorpagina's van alle kranten ter wereld, maar wat er precies achter de schermen gebeurde raakte nooit goed bekend. In opdracht van de Rijkscommissie voor Vaderlandse Geschiedenis is een groep historici al jaren bezig daar verandering in te brengen. Alle officiële nota's, tele gramwisselingen, opdrachten en rapporten die betrekking hebben op het conflict (van 1945 tot 1950) worden in chronologische volgorde gepubliceerd, ook wat tot nu toe ge heim was gehouden. Dezer dagen kwam het negende deel uit. net als de vorige zo'n achter honderd pagina's dik. Het behan delt de laatste twee maanden voor de eerste militaire actie, van 21 mei tot en met 20 juli 1947. Er staan fei ten in die de toenmalige machtheb bers angstvallig verborgen hielden En er blijkt een Nederlandse poli tiek uit die meer door eigenbelang dan door werkelijk streven naar vrede werd bepaald. Ad van Liempt verdiepte zich in deze wei nig fraaie periode van onze geschie denis. Door Ad van Liempt Op 17 juni 1947 bracht de Raad van State aan de Nederlandse regering advies uit over het te voeren beleid inzake de Indische kwestie. Het waren eigenlijk twee adviezen: de meerder heid pleitte ervoor niet langer te onderhande len, maar met militaire middelen de Republiek tot de orde te roepen. Tw socialistische leden van de Raad van State adviseerden precies het tegenovergestelde: een oorlog zal tot rampzali ge consequenties leiden, was het oordeel van de staatsraden Albadra en Van Poelje. Veel invloed hebben hun adviezen niet gehad. Want minister Jonkman van Overzeese Gebieds delen, die de adviezen op 19 juni ontving, liet ze per ongeluk in een la liggen en deed er hele maal niets mee. Pas op 30 juni 1948, ruim een jaar later dus, merkte hij dat. Hij stuurde de stukken naar de top ambtenaar van zijn mi nisterie en schreef er wat verschrikt op: „Heer Secretaris-Gene raal, heb ik dit eenvou dig laten liggen"? Het parlement heeft van deze afhandeling van het advies nooit iets ge weten. Aan het eind van een slo pende discussie in de mi nisterraad, op zaterdag 28 juni 1947, gebeurt er iets onverwachts. De minis ters staan op het punt een dramatische beslissing te nemen: ze zullen de land voogd in Indië, dr. Huib van Mook, machtiging ge ven om een militaire actie te beginnen tegen de Re publiek, waarmee de on derhandelingen zijn vast gelopen. Dan neemt mi nister Hein Vos van ver keer en waterstaat het woord. Deze vooraan staande socialist zegt dat hij niet zal meewerken aan het verlenen van de machtiging. Hij zal in dat geval aftreden. Lichte paniek onder de andere mi nisters, premier Beel (KVP) voorop. Hij doet een beroep op ir. Vos zijn mening te herzien. Minister Jonkman van Overzee se Gebiedsdelen (centrale figuur in het conflict om Indië) zoekt koortsachtig naar een oplossing. Minister Drees (sociale zaken) vindt er een: er moet nog maar geen machtiging voor een mili taire actie de deur uit, eerst moe ten er maar een paar scherpe vra gen aan de Republiek worden gesteld. Bij een onbevredigend antwoord kan dan altijd nog een militaire actie volgen. Hiermee gaat Vos akkoord. Voorlopig is de actie afgewend dankzij zijn standpunt: de regering wilde on derweg niemand verliezen, dat zou in het buitenland een ver- keerde indruk maken. Dat door toedoen van ir. Vos dit uitstel werd verkregen is nooit bekend geworden. Het staat te lezen in de notulen van de minis terraad, die zijn 'openbaar ge maakt in een deze dagen gepu bliceerd nieuw deel van de bron- nenpublikatie over het conflict om Indië. Daarin staan alle offi ciële stukken, geheime telegram men, nota's, privé-brieven en an dere correspondentie van de hoofdrolspelers uit die tijd. Alle toen zorgvuldig geheim gehou den conflicten, tegenstellingen en trucjes staan erin: voer voor historici. Drie weken later begon Nederland toch een miltaire actie tegen de Republiek Indonesia. Op enige van de vragen was een naar Ne derlands inzicht onbevredigend antwoord gekomen. Opnieuw moest het kabinet er een lange vergadering aan wijden, nu op donderdag 17 juli. En opnieuw neemt Hein Vos het woord. Hij vindt dat buitenlandse mogend heden als de Verenigde Staten en Groot-Britannië maar moeten bemiddelen, dan krijgt Neder land volgens hem toch zijn zin wel. Vos staat alleen, maar hij houdt stand en stemt tegen. Uit eindelijk zal hij in het kabinet blijven en zal hij zijn tegenstand niet aan de grote klok hangen: zo zal minister-president Beel altijd naar buiten de indruk kunnen wekken dat het Nederlandse standunt eenstemmig is. Dat is dus niet zo: Vos heeft tegenge stemd. Geheim Maar er is meer geheim gehouden. Bijvoorbeeld het gehannes rond landvoogd Van Mook, de man die in Nederland niet erg best werd begrepen, maar die door zijn kunde en intelligentie op vir tuoze wijze overeind bleef in de gecompliceerde situatie. In het voorjaar van 1947 wilde de Ne derlandse regering hem kwijt. Beel en Jonkman reizen in mei naar Batavia met de bedoeling hem tot aftreden te bewegen. Maar Van Mook liet ze inzien dat hij nog onmisbaar Was en ze lie ten hem dan ook met rust. Nu blijkt uit de geopenbaarde do cumenten dat Beel al een opvol ger had gepolst: mr. J. Meynen, de toenmalige directeur van de Algemene Kunstzijde Unie, een volslagen leek op het gebied van Indische zaken. „Als hier iemand nieuw komt, klapt hij' in een week in elkaar", zei Van Mook eens. Beel ging Meynen vragen of hij „in de wachtkamer kon blijven" tot het moment dat Van Mook kon worden ontslagen, maar Meynen vond dat niet zo'n stabiel vooruitzicht en bedankte voor de eer. „Uw voornemen mij per 1 juli te benoemen is kenne lijk vervallen", schreef Meynen in een lange, persoonlijke brief aan Beel. Van Mook kon dus blij- Van Mook zelf voerde vanuit Indië ook pittige correspondenties met Nederland. Vooral met prof. dr. J. H. A. Logemann, ex-minister, lid van de Tweede Kamer voor de PvdA. Dat ging soms heel fel, vaak zeer vertrouwelijk. Zo gaf Logemann aan Van Mook gere geld het advies om er in Indië eens een paar ambtenaren uit te gooien, omdat die de zaak maar ophielden. Op 30 juni 1947 schreef Logemann bijvoorbeeld: „Het kwaad zit van hoog tot laag, dat behoef ik jou niet te vertel len, maar een paar spectaculaire ontslagen van saboterende of volstrekt tactloze heren zou de atmosfeer opfrissen". Ook binnen de PvdA dit soort ad viezen. De Nederlande toponder handelaar in Indië, prof. Wim Schermcrhorn, kreeg een brief van PvdA-kamerlid Koos Vor- rink met dit welgemeende ad vies: „Treden jullie toch op tegen de dwarsdrijvers en de oorlogs hitsers. Gooi er een paar van die onwillige honden en saboteren de en provocerende elementen uit". Wie zei daar dat de politiek tegenwoordig zo grof werd? Verdacht Nog meer kritiek werd er langs siinkse wegen geuit op de ambte lijke staf van Schermerhorn. Vooral twee jonge socialisten, dr. Ivo Samkalden en dr. Piet San ders. moesten het ontgelden. Zij waren secretaris van de commis sie-generaal, de commissie- Schermerhorn die de onderhan delingen voerde namens Den Haag. Sanders en Samkalden waren echt uit op een vergelijk met de republikeinse regering. Dat maakte hen verdacht in de ogen van hen die vonden dat Ne derland er maar op moest slaan. Onder hen de hoogste man van buitenlande zaken in Batavia. T. Elink Schuurman. Deze topamb tenaar seinde op 8 juni 1947 in het diepste geheim naar Den Haag dat een van de brieven van de republikeinse regering mede was geschreven door... de Neder landse ambtenaar Piet Sanders. Dit soort verklikkerbrieven naar de minister hebben de sfeer tus sen Den Haag en Batavia stellig niet positief beinvloed. Elink Schuurman schreef dat hij zijn informatie uit betrouwbare bron had, maar dat die niet geveri fieerd kon worden. Bij Elink Schuurman sloegen ken nelijk toch al een beetje de stop pen door, want op een gegeven moment seinde hij naar buiten landse zaken in Den Haag een codetelegram waarin hij voor stelde een extra code in te bou wen. Alle betrokkenen kregen een afgesproken nummer, wat kennelijk iets gemakkelijker roddelde. Zo seinde de topamb tenaar op 12 juni naar Den Haag: „Fifteen en sixteen zullen echter zeker door eighteen en nineteen worden bewerkt". Dat beteken de dat Schermcrhorn en Van Poll (leden commissie-generaal) door hun ambtenaren Samkal den en Sanders zouden worden bewerkt- De berichten van Elink Schuur man misten hun uitwerking niet. Zijn minister Jonkman nam ze voor waar aan. Toen hij kort erop aan zijn ambtenaren verslag deed van de stand van zaken in Indië, weidde hij uit over Sam kalden en Sanders: „Zij zijn er zozeer op uit het vertrouwen van de republikeins leiders te win nen, dat zij er niet tegenop zien kritiek te uiten en mee te praten over fouten aan onze zijde Dan heeft men toch bepaaldelijk de grens overschreden", vond mi nister Jonkman volgens het ver slag van deze bespreking. Maar het meest gebeten op San ders en Samkalden was toch wel de admiraal van onze vloot in In dië, de in de oorlog geridderde commandant A. S. Pinke. Hij on derhield een geheime briefwisse ling met zijn directe chef in Ne derland, admiraal C. Helfnch. In deze brieven ging het er keihard aan toe over de politieke en amb telijke top. Op 17 juni schreef Pinke aan Helfrich „Ze matigen zich steeds een oordeel over mili taire zaken aan waar zij niet het minste benul van hebben" "Roden joden" In dezelfde brief aan zijn meerdere begaat Pinke een ongehoorde grofheid. Als hij het over San ders en Samkalden heeft schrijft hij tussen haakjes: „beide rode joden". Een schandelijke uitdrukking, twee jaar en een maand na de Tweede Wereldoorlog, maar in zijn antwoord komt Helfrich daar met geen woord op terug. Hij blijkt zich geheel te kunnen verenigen met het politieke oor deel van de vlootvoogd in Indie. Dat is wel begrijpelijk als men bedenkt dat de naam van Helfrich herhaaldelijk is ge noemd in verband met plannen voor een staatsgreep in Neder land, rond die tijd. Bewezen zijn die plannen nooit. Wel werden ze twee jaar geleden weer actueel toen in Amsterdam een papier werd ontdekt dat bij de Amster damse burgemeester in de kluis had gelegen: een uit 1947 date rende oproep aan de bevolking niet mee te doen aan de staats greep. Overigens is niet opgehel derd wanneer en waarom precies de toenmalige burgemeester D'Ailly die oproep al had klaar liggen. Zeker is dat een staats greep toen werd gevreesd. Dom Van Mook wist wel wat voor vlees hg in de kuip had met Pinke In een brief aan prof Logemann schreef hij eens: „Pinke is alleen maar dom, hg heeft weinig in vloed". In ieder geval zat Pinke geheel op één lijn met zijn meerdere. Hel frich. Deze schreef aan Pinke op 4 juni: „De enige militaire actie is recht op het doel af, tot het uiter ste doorzetten. Het is onbegrijpe lijk dat men nog langer wacht" In een latere brief gaat Helfrich on der luid wapengekletter nog even te keer over Van Mook en Schermerhorn. „Van Mook wil Indië losmaken van Nederland en zelf over de nieuwe staat rege ren", schreef Helfrich. En ver der: „Ik weet dat Schermerhorn een onbekwame idealist is (of is hij communist?), die zich beter had kunnen houden bij het doce ren van landmeten..." Hier spreekt een admiraal tot zijn on dergeschikte „Waar zijn onze nationale fierheid en zelfbewust zijn gebleven9 Als we erop slaan, sla dan door totdat deze commu nisten kapot zijn". Aldus de ad miraal. In een later stadium greep de leger top nog naar andere middelen om invloed uit te oefenen op het beleid. De problemen tussen Ne derland en de republikeinse re gering spitsten zich toe op de vraag wie de orde zou moeten handhaven in een overgangstijd' het Nederlandse leger of een ge mengde politie, waarin Neder land weinig te vertellen had Ge neraal Spoor, de Nederlandse le gercommandant. had daar een duidelijk voorstel over gedaan dat voor ons leger een belangnj- ke rol inhield. In het spel van ge ven en nemen week landvoogd Van Mook daar nogal van af. Waarop generaal Spoor, naar nu pas bekend wordt, op 15 juli 1947 zijn ontslag aankondigde Pinke volgde onmiddellijk Ben tussen regering en leger, dat was wel het laatste waar Nederland in die spannende dagen op zat te wachten. De stap van Spoor werd dan ook geheim gehouden. En Van Mook probeerde de he ren weer op zijn lijn te krijgen Nadat de minister van marine aan Pinke had laten Wéten I M die op zijn post moest blijven en het land niet in de steek mocht laten, bond deze in. Krachten Kort erna werd toch besloten tot een militaire actie, zodat Spoor en Pinke aan het werk konden. Hun politiek was beloond. Het bewijs voor de invloed die de actie van Spoor en Pinke wel de gelijk heeft gehad staat te lezen in een nu bekend geworden frag ment uit het dagboek van de al eerder genoemde Sanders (nu professor in Rotterdam) In aller laatste instantie probeerde San ders bij Van Mook een gewapen de actie ongedaan te maken. Maar Van Mook. die zich de mili tairen toch altijd van het lijf had gehouden, zei tegen Sanders: ...Als ik nu weer een toenadering betoon, krijg ik het helemaal aan de stok met mijn militaire bevel hebbers". De conclusie is duidelijk achter de schermen waren allerlei krach ten actief in het ingewikkelde conflict tussen Nederland en In- die. En de stelling dat Nederland in dat conflict alleen maar uit was op een rooskleurige toe komst voor het Indonesische volk is zeer eenzijdig, zo blijkt uit allerlei vergaderingen, telegram men en brieven. Er duiken tal van staatljes van Hollandse koopmansgeest op. van huiche larij zelfs, die tot dusver met suc ces verborgen waren gehouden. Illustratief is bijvoorbeeld de kabi netsvergadering van 29 mei 1947. De ministers bespreken dan al een eventuele militaire actie te gen de Republiek, waarvoor de plannen al kant en klaar zijn. De vraag die aan de orde wordt ge steld is: wat voor een motivering voor een actie brengen we naar buiten? De ministers verzinnen er samen wel vijf, bespreken hoe die motiveringen het in de we reldopinie zullen doen. Een van de ministers wijst op de rijstvel den op republikeins gebied, die nodig bevrijd moeten worden en werpt op dat „het wereldvoedsel probleem een militair ingrijpen noodzakelijk kan maken". Hij krijgt nog steun voor zgn idee ook. Een ander staaltje op 2 juni. De mi nisterraad is weer uren bijeen voor bespreking van de Indone sische kwestie. Minister Jonk man meldt dat landvoogd Van Mook zich bereid verklaard heeft om persoonlijk naar Djokja (re geringscentrum van de Repu bliek) te reizen om de heren daar op de ernst van de situatie te wij zen. Dat lijkt een mooie methode om de druk op de Republiek vergroten. Maar nee, zo blijkt uit de notulen van deze vergadering „Veel leden zouden een dergelij ke t.ip tactisch onjumt vinden en in strijd met het Nederlandse prestige Want daar ging het om prestige, meer dan om een echte oplossing. Veelbetekenend is ook een notitie van de topambtenaar van buiten landse zaken, jhr. mr H. van Vre- denburch. Hij meldt dat hg in een gesprek met de Engelse mi nister van buitenlandse zaken el ke gedachte aan arbitrage in het geschil heeft afgewezen De re den? „Een arbitrale uitspraak zou ons in de positie kunnen brengen waarbij ons verplichtin gen werden opgelegd die niet zouden opwegen tegen de voor delen aan de bestendiging van een band tussen Nederland en Indonesië verbonden". Een zin om goed te lezen eigenbelang gaat vóór de mogelijkheid vrede te bewaren De toenmalige minister zonder pi»rt.-l.-ui!l< Van Kl< M'-n lat» i jaren actief op buitenlandse za ken) valt in de verschillende ver gaderingen van de ministerraad op door zijn slimmigheidjes. Zo stelt hij op een gegeven moment voor om ergens nog geen officië le mening over te geven, maar wel aan de pers te laten uitlek ken hoe de Nederlandse regering erover denkt. Een ander idee van Van Kleffens is om de mil.taire actie toch vooral altijd een „poli tionele actie" te noemen in de publiciteit. Die term moet uit drukken dat er sprake is van or de herstellen, niet van een offen sieve aanval Maar uit de notulen van tientallen vergaderingen blijkt dat alle kopstukken zelf zonder uitzondering over militai re actie spreken, ook in hui) U h grammen aan elkaar een stuntje voor de etalage dus. Veel heeft het allemaal met geholpen Toen een paar dagen later de Neder landse militaire machine over de Republiek heen walste, was de hele wereld even verontwaar digd Nederland stond alleen, voor de hele wereld te kgk als een agressieve koloniale mo gendheid. Generaal Spoor Admiraal Helfrich

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1981 | | pagina 15