„Grafkistenmakers
maken elkaar kapot"
Prijsaf
spraken
zijn
er niet
ZATERDAG 4 JULI 1981
EXTRA
PAGINA 23
TIEL/LEIDEN - Een begrafenisondernemer zegt
bits: „Goed meneer, de kistenmakers maken me
kaar kapot. Maar dat is hun zaak. Laat u mij daar
buiten, ja!"
Bij BV grafkistenfabriek 'De Arend' in Noordwijk is men al even
min bereid het deksel van de put op te lichten. „Jullie journalis
ten willen onze branche alleen maar afschilderen als een rotte
appel. Nou, daar werken wij niet aan mee."
Vier dagen later: „Ach meneer, bent u daar nou alweer. Ik heb u
vorige week al gezegd, dat u van mij niks zult horen. Daar blijf ik
bij."
„Geen commentaar", kunnen we dus schrijven?
„Nee, u schrijft niks. Hoort u mij? U schrijft helemaal niks. Wat
zullen we nou krijgen. Het is hier geen politiestaat."
De spijker op z'n kop.
Alsof het allemaal koek en ei zou zijn in de grafkistenbranche.
Pais en vree als de één de ander van bedrijfsspionage beschul
digt. Luister naar wat de twee onderdirecteuren van de Noord-
wijkse grafkistenfabriek A. van den Busken BV zich onlangs in
een schoolkrant lieten ontvallen: „Er is hier wel eens meer een
student binnen geweest. Die beweerde dat hij op een marketing-
opleiding zat. Maar achteraf bleek hij een spion van Bruynzeel te
zijn."
Bruynzeel echter weet van de prins geen kwaad. „Lariekoek", zegt
de heer Meervoort van deze Zaanse houtindustrie, „Wat moeten
wij met grafkisten? We zijn daar totaal niet in geïnteresseerd.
Ook nooit geweest."
Hoe dan wel de vork aan de steel zat, wenst A. van den Busken jr.
desgevraagd niet te vertellen. Sterker: hij wil niks vertellen,
want journalistenAjax-voorzitter Harmsen zou hier nog het
woord „rioolratten" in de mond hebben genomen, maar zelfs
daartoe laat Van den Busken zich niet verleiden.
Van den Busken is niet de enige in de grafkistenbranche, die het
achterste van zijn tong weigert te tonen. Sommige van zijn colle
ga's vertikken zelfs het voorste ervan te laten zien. Pas in Tiel
vinden we een grafkistenmaker bereid opening van zaken te
geven. Wim Scholtus (37) ziet dat zelfs als een welkome aflei
ding: een hernia houdt hem al enige tijd te bed.
In een ruime garage in het hartje van Tiel heeft Scholtus zijn fa
briek. Met drie personeelsleden en een produktie van zo'n 1500
kisten per jaar, behoort de Betuwenaar tot de schaarse kleine,
nog zelfstandige grafkistenfabrikanten van Nederland. Echt
grote fabrikanten zijn Van den Busken en Boon's Houtindus-
trie-Bogra BV in Enkhuizen (met filialen in Montfoort, Ensche
de en Alkmaar). Zowel Bogra als Van den Busken waren vorig
jaar goed voor zo'n 35.000 kistén. Dat is ieder één derde van de
totale markt.
Ondanks zijn geringe marktaandeel zegt Scholtus (hij levert kis
ten aan ondernemers in Tiel, Utrecht, IJsselstein en Groningen)
zijn hoofd nog wel boven water te kunnen houden. „Momenteel
heb ik zelfs werk genoeg", verklapt hij.
Aanbiedingen van grote bedrij
ven om depothouder te wor
den, slaat de Betuwenaar dan
ook consequent in de wind.
„Dan zou ik hun kisten kun
nen kopen voor prijzen waar
voor ik ze zelf niet kan ma
ken. Ik zou dan slechts het
beslag en de bekleding hoe
ven aan te brengen. Als ik er
dan dezelfde prijs voor zou
vragen als voor mijn eigen
kisten, zou ik er een goede
boterham aan hebben. Zo
spiegelen ze je dat voor. Maar
over de geringere kwaliteit
reppen ze met geen woord."
„Trouwens", voorziet Scholtus,
„als je eenmaal ophoudt met
kistenmaken, is het zo met je
gebeurd. En daar is het die
Volgens Scholtus ontbreekt
het de grafkistenbranche aan
collegialiteit. Naar de oor
zaak daarvan, kan hij slechts
gissen. „We zijn niet het toon
beeld van lieden, die elkaar
alles gunnen. Integendeel
zou ik zeggen."
Controle
De concurrentiestrijd in de
grafkistenbranche is hevig.
Zo hevig dat een kleine graf
kistenfabrikant als Wim
Scholtus in Tiel slechts tien
procent winst op zijn kisten
kan berekenen, teneinde zich
niet uit de markt te prijzen.
Tekst:
Sjak
Jansen
Foto:
William
Hoogteyling
Marius Gijsen en Ger-
rit Gijsen in de kleine
grafkistenfabriek van
Win» Scholtus, in het
hartje van Tiel.
Door die concurrentie kunnen
grafkistenmakers al evenmin
een hoge prijs vragen aan de
begrafenisondernemers.
Maar deze begrafenisonder
nemers zelf verdienen er vol
gens Scholtus goed aan. „Ze
vragen een prijs die bedui
dend hoger is, dan die van
ons. Maar wat wil je ook: con
trole is er niet."
„Als wij een massief eiken kist
leveren voor laten we zeggen
450 gulden zonder btw, reke
nen zij er gerust het dubbele
voor", aldus Scholtus.
Spaanplaatkist
Nog geen halve eeuw geleden
was dat wel even anders.
Toen was het begrafeniswet
zen nog niet de industrie, die
het nu is; werkte men op veel
kleinere schaal. Gespeciali
seerde kistenfabrieken en
uitvaartcentra of mortuaria
waren er nog niet. Uitvaart
verzekeringen bestonden
evenmin. Toen was er nog de
spaarpot, werd je thuis opge
baard en maakte de plaatse
lijke timmerman de dood
kist.
Toen bestond evenmin de
spaanplaatkist, waarin de
grote kistenfabrikanten, vol
gens Wim Scholtus, „thans
een complete oorlog voeren."
Die spaanplaatkist is vanwe
ge z'n lage prijs thans ook de
meest gangbare. Voor 135
gulden kan Scholtus er al één
leveren, maar die is dan
slechts aan de buitenkant ge
fineerd.
De spaanplaatkist is bij uitstek
geschikt voor crematie, maar
in het buitenland heeft ie am
per een voet aan de grond ge
kregen. In ons land daarente
gen des te meer. Hier heeft
zelfs de kartonnen kist het te
gen de spaanplaatkist moe
ten afleggen.
Prijsafspraken
Aan prijsafspraken ontbreekt
het dan ook in de grafkisten
branche en Wim Scholtus be
treurt dat enigszins. De Tiel-
se kistenmaker verwacht ook
niet dat die prijsafspraken er
ooit zullen komen. Reden
volgens hem: het gemis aan
collegialiteit.
De gebroeders A. en M. van den
Vooren, grafkistenmakers te
Leiden, kunnen daar niet zo
over oordelen en hebben
daar ook geen bijster grote
boodschap aan. „Wij zijn zui
ver aangewezen op de Leidse
regio. En met de kistenfa
briek van Korenhoff, de an
dere in Leiden, hebben wij
gelukkig goede afspraken."
Korenhoff, in zee gegaan met
Van den Busken, is niet meer
zelfstandig. Van den Vooren
is dat wel. „Ook wij krijgen
geregeld vertegenwoordigers
van de grote fabrieken op be
zoek met de vraag of wij de
zaak niet willen overdoen.
Maar geen denken aan,
hoor", verzekert A. van den
Vooren.
Ruzie
Van den Busken verwacht
evenwel dat over tien jaar alle
kleine kistenmakers in de
concurrentiestrijd ten onder
zullen zijn gegaan. Wim
Scholtus strijdlustig: „Als de
groten met hun prijzen gaan
zakken, doe ik het ook. On
geacht of ik het my kan ver
oorloven of niet. Dan wordt
het een prestigekwestie."
En ten slotte algemeen secreta
ris drs. H. Peters van de Cen
trale bond voor Meubelfabri
kanten, waaronder ook de
grafkistenmakers ressorte
ren: „Goed, in de grafkisten-
branche is het nooit gezellig
toegegaan. Er is veel ruzie ge
weest en nóg maken de kis
tenmakers het elkaar allesbe
halve gemakkelijk. Maar wat
geeft dat nou?"
RIJSWIJK - Met invoering van
de mogelijkheid het theore
tisch rijexamen al op 16-jarige
leeftijd te laten afleggen, zoals
het Centraal Bureau Rijvaar
digheidsbewijzen (CBR) be
gin deze week heeft bekend
gemaakt, wordt doelbewust
gestreefd naar invoering van
het leervak verkeer op de
middelbare school. Dat is
geen overdaad. De Europese
ministers van verkeer zijn al
in 1972 overeengekomen dat
verkeer onderdeel van het on
derwijs moet worden, reeds
vanaf de lagere school. In Ne
derland liggen Verkeer en
Waterstaat en Onderwijs en
Wetenschappen over dit on
derwerp echter al bijna tién
jaar in slapend conflict over
de vraag wie de kosten voor
zijn rekening moet nemen.
Woordvoerder H. W. M. Fok
kink van het CBR zegt zich
niet bewust te zijn dat het
plan om het theoretische
rijexamen te herzien, tegelijk
als knuppel blijkt te kunnen
fungeren om een ren hoen
ders wakker te maken. „Wij
hadden, in 1977, verschillen
de aanleidingen contact te
zoeken met deskundigen om
te bezien in hoeverre het
rijexamen vatbaar is voor ver
betering. Tenminste zo we
zenlijk als de wijzigingen in
het theoretisch examen zelf,
is de mogelijkheid het theore
tisch examen vanaf 16-jarige
leeftijd te laten afleggen".
Leervak
„Dat was een aanbeveling van
verkeersdeskundigen die
door het CBR zijn geraad
pleegd. Zij betoonden zich
voorstander van een examen
op school. Wanneer je de mi
nimum-leeftijdsgrens voor
het theoretisch examen
(praktisch examen blijft ge
handhaafd op 18 jaar) tot 16
jaar verlaagt, wordt in elk ge
val de mogelijkheid ge
creëerd verkeer als leervak op
school in te voeren. Doen de
scholen dat niet, dan kan de
16-jarige het theoretisch exa
men natuurlijk te allen tijde
in zijn vrije tijd afleggen -
maar dan wel voor eigen reke
ning".
Is dit onderdeel van het totale
pakket wijzigingsvoorstellen
eenmaal aanvaard, dan hoort
daarbij dat een theorie
diploma tenminste twee jaar
geldig moet blijven. „Ja, maar
niet al te veel langer, niet drie
of vier jaar. Het is wel de be
doeling dat iemand die op 16-
jarige leeftijd voor het theore
tisch examen is geslaagd, zo
dra hij 18 is rijlessen gaat ne
men en examen doet", zegt
Fokkink.
Er zit nog een ander aspect aan
de vervroeging van het exa
men voor de theorie. Het CBR
vindt het geen juiste gang van
zaken dat iemand kan slagen
voor zijn praktijk en vervol
gens kan zakken voor de theo
rie. Toch komt dat veelvuldig
voor, met alle protesten die
dan voor de hand liggen.
Eerst bewijzen datje de theo
rie beheerst, daarna de prak
tijk, is nu het uitgangspunt
van het CBR, mede vanuit het
besef dat het bezit van een rij
bewijs een bewijs is van mo
gen rijden, maar nog lang niet
van goed kunnen rijden en
deelnemen aan het verkeer.
Theorie
Bijgevolg is het CBR van oor
deel, en dat is ook opgenomen
in de voorstellen voor de mi
nister van verkeer en water
staat, dat het theoretisch
rijexamen in het vervolg nog
maar één keer hoeft te wor
den afgelegd. „Wie eenmaal
theorie heeft gedaan voor per
sonenauto en caravan (BE),
moet diezelfde theorie niet
nog eens doen wanneer hij
Het rijexamen; mogen rijden betekent lang niet altijd goed kunnen rijden. (Foto: Dick Ketting).
opgaat voor A (motoren), CE
(vrachtwagens en aanhan
gers) en D (bussen)".
„Beter zou het zijn", zegt Fok
kink, „de theorie eens in de
tien jaar te herhalen. Bij de
wijzigingen die op stapel
staan voor de geldigheid van
het rijbewijs zou dat mooi
kunnen. De bedoeling is dat
het rijbewijs voor altijd geldig
wordt, maar eens in de tien
jaar moet er een andere foto
op. In tien jaar verandert er
ook wel het een en ander op
het gebied van verkeersvoor-
schriften. Herhaling van het
theorie-examen, elke tien
jaar, is dan niet te weinig en
niet te veel".
Het meeste opzien baarde het
plan van het CBR het theore
tisch examen zelf om te woe
len. Fokkink: „Zoals gezegd
er was bij het CBR onvrede
over de manier waarop het
amen op het ogenblik ver
loopt. We hebben een 900.000
examens per jaar. Maar in 16
tot 20.000 gevallen komt het
voor dat een kandidaat niet
uit de voeten kan met de tekst
die hij bij het theoretisch exa
men voor zich krijgt".
„Hij komt er niet uit omdat hij
analfabeet is - en dat komt va
ker voor dan je zou denken -
hij komt er niet uit omdat hij
buitenlander is en geen Ne
derlands beheerst. Of hij
komt er niet uit omdat hij
leesblind is. Een leesblinde
begrijpt woord voor woord,
maar de samenhang, en dus
ook de vraag, ontgaat hem.
Wat daarvan ook de oorzaak
moge zijn. aanvaardbaar is
dat niet. In beginsel moet ie
dereen een rijbewijs kunnen
krijgen, dus dan moet het exa
men ook voor iedereen toe
gankelijk zijn".
Diapresentatie
Daarom benaderde het CBR in
1977 het Instituut voor Zin
tuigfysiologie van het TNO
(IZF-TNO), die het CBR
nogal voor de hand liggende
vraag voorlegde: als je de kan
didaten een praktijkexamen
afneemt waarin enkelvoudige
gedragsbeslissingen worden
gevraagd, waarom dan ook
niet bij de theorie?
Op grond van een theorie-
examen dat het IZF-TNO
juist ontwikkeld had voor de
Koninklijke Landmacht, is
nu een geheel andere opzet
gemaakt. In plaats van de
keus tussen een goede en een
aantal verkeerde oplossingen
voor verkeersvraagstukken
op papier die de kandidaat
worden voorgelegd, wil het
CBR nu een diapresentatie
van actuele verkeerssituaties
waarin van de kandidaten
wordt gevraagd wat hij nu
moet doen of niet mag dóen.
Gebleken is dat deze methode
prima aanslaat. „Ja, je moet
natuurlijk zo'n systeem uit
testen voordat je met een
voorstel aan de minister
komt, die er pas mee akkoord
kan gaan als de noodzakelijke
wetswijzigingen achter de
rug zijn. IZF-TNO heeft eerst
proeven op beperkte schaal
genomen in Utrecht. Daarna,
in april vorig jaar, hebben we
een grote test gehouden in
Amsterdam. Rotterdam en
hier in Rijswijk
„Dat ging dan weliswaar nog
niet met dia's, maar met een
fotoboek. De kandidaten wa
ren twee weken tevoren in
kennis gesteld. Hun mede
werking was op basis van vrij
willigheid. Een enkeling wei
gerde, maar veruit de mees
ten stemden ermee in. Zou ie
mand zakken, maar dat heb
ben wc tevoren niet gezegd,
dan kreeg hij de mogelijkheid
van een herexamen in oude
stijl. De reacties, zowel van
kandidaten als van rijschool
houders, waren zeer posi
tief".
EHBO
Een laatste toeveoging voor het
nieuwe examen is onderricht
in EHBO en de invloeden van
alcohol op weggebruik. In
omringende landen is dat
veelal reeds onderdeel van de
rijopleiding. In Nederland
schrijft de wet het niet voor
(zoals voor het examen trou
wens ook niets is voorge
schreven omtrent bromfiet
sers) en dus wordt er ook niet
in geëxamineerd.
Wanneer wil het CBR deze nieu
we theorie in praktijk bren
gen? Fokkink: „Dit najaar
gaan de voorstellen naar de
minister, want er moet nog
het een en ander aan gesleu
teld worden. Trouwens, ook
de Raad van Toezicht moet
het nog goedkeuren. En dan,
ja dat hangt af van de snelheid
van Verkeer en Waterstaat. Er
moeten wetswijzigingen wor
den ingevoerd en wijzelf moe
ten ook de nodige voorberei
dingen treffen. Wij mikken op
eind 1983. begin 1984. Maar
als de minister de zaak een
jaar laat liggen, dan kan het
CBR ook pas een jaar later
aan de slag".
Wat houden de voorbereidin
gen van het CBR in? „De hele
audio-visucle presentatie
moet worden opgebouwd, de
resultaten moeten kwalitatief
en verkeer^juridisch worden
beoordeeld, de examinatoren
en vooral de rijschoolhouders
moeten met het nieuwe sys
teem vertrouwd worden ge
maakt. En we moeten natuur
lijk een hele reeks presenta
ties maken. Want zouden we
het bij één serie laten, dan zijn
binnen de kortste keren in
heel Nederland alle antwoor
den bekend"
HARRY KUIPER