Controle op werk artsen moeizaam van grond "Goed Geld" geestige expositie over rug en geeltje Medische specialisten lopen voorop bij toetsing kwaliteit werkzaamheden 'OENSDAG 27 MEI 1981 EXTRA PAGINA LEIDEN/UTRECHT Met een zekere regelmaat ke ren berichten over de ontmaskering van een nep- arts in de krantenkolommen terug. En direct na de ontdekking van zo'n nep-medicus (zoals enkele maanden geleden het geval was in een ziekenhuis in Heerenveen waar iemand zich voor radioloog uitgaf) wordt dan altijd de vraag gesteld: hoe kan zoiets gebeuren in ons overgeorganiseerde landje met z'n uitgebreide bureaucratie en z'n vele contro le-instanties? Tekst: Bert Paauw Ongetwijfeld een terechte en interessante vraag die niet zelden leidt tot wat overspan nen reacties van ziekenhuis directies of gezondheidsin specteurs die plotseling in grote haast 'papiertjes' gaan opvragen en controleren. Maar wellicht belangwekken der is een andere vraag: hoe zit het met de controle op de kwaliteit van het werk van medici? Immers, de arts staat tegenwoordig niet meer op een voetstuk en het bezit van een artsenbul wordt niet meer automatisch be schouwd als een absolute garantie voor medische kwa liteit. Anders gezegd, iedere arts met de vereiste diplo ma's is niet vanzelfsprekend een goede arts. Enkele weken geleden nog maakten twee medewerkers van de Amsterdamse Vrije Universiteit na een onder zoek onder ruim 300 huisartsen bekend dat 65 pro cent van de ondervraagde artsen de basisopleiding tot arts het predikaat 'matig tot slecht' meegaf. Toch is controle, of zo men wilt, toetsing van het werk van medici nog altijd een uiterst delicate en moeizame aange legenheid. Dr. J.Kinkert, me disch socioloog in Amster dam, schreef daar onlangs in de Volkskrant het volgende over: "Onderlinge controle van eikaars werk bestaat nau welijks. Wanneer er moge lijkheden voor controle be staan worden die nauwelijks benut. En waar controlesys temen worden ingevoerd gaan deze met grote moeilijk heden gepaard. Die weer stand tegen controle is niet goed maar wel (gedeeltelijk) te begrijpen: de onzekerhe den die inherent zijn aan het medisch werk zijn zo groot dat elke arts het gevoel krijgt dat hijzelf de enige is die over de kwaliteit van zijn eigen werk kan oordelen". Bereidheid Enige bereidheid om tot toet sing van de kwaliteit van het werk over te gaan is er overi gens wel. Het zijn de medi sche specialisten die in dit opzicht vooroplopen. Sinds 1979 werkt vanuit Uttrecht op initiatief van de Landelij ke Specialisten Vereniging (LSV) en de Geneeskundige Vereniging tot Bevordering van het Ziekenhuiswezen een onafhankelijke stichting DEN HAAG (GPD) - Twee he ren aan een bar. Zegt A tegen B: ,,Die Jansen, hè, die heeft alles! Een fabelachtige villa, een ongelooflijk mooie vrouw, drie Cadillacs voor de deur én een paar miljoen op de bank. Maar denk je dat-ie gelukkig is?" Voordat B kan antwoorden, geeft A al uit sluitsel:,,Nou, reken maar van yes!" i' In de loop der ecuwen zijn er ontelbare grappen gemaakt over weelde en rijkdom en is er wat afgelachen over an dersmans (gebrek aan) kapi taal. Die vrolijkheid beheerst ook de tentoonstelling „Goed Geld", die tot 13 september aanstaande in het Haagse Museum voor het Onderwijs te zien is. Al bij de ingang wordt men toegelachen door Oom Dagobert die zo graag in de bankbiljetten zwemt. Hij kijkt recht in het gezicht van Ollie B. Bommel die vindt dat „geld geen rol speelt Vervolgens wordt ogenblikke lijk de aandacht getrokken door een recht opstaande, reusachtige ronde steen in het midden van de zaal: een uit de hand gelopen munt met een gat in het midden. Zulke schijven werden ge bruikt als steengeld op het ei land Yap in de Grote Oceaan. Ze waren soms 50 centimeter dik en 4 meter hoog. Ze had den geen enkele nuttige func tie, maar schonken wel veel aanzien. Hoe ze op Yap kwa men is voor de deskundigen nog steeds een raadsel, want op het koraaleiland Yap kwam (komt) geen natuur steen voor. De afzichtelijk zware brokken moeten der halve zijn geïmporteerd uit een 400 kilometer "an Yap verwijderd eiland. Onze oud jes hebben wat afgesjouwd Een ander in het oog springend fenomeen op de expositie: een in de vorm van een spaar- die zich met toetsing en con trole van het medisch hande len van specialisten bezig houdt. Die stichting draagt de wat moeizaam in de mond liggende naam 'Centraal Be geleidingsorgaan voor de in tercollegiale toetsing', kort weg CBO. Volgens CBO-di- recteur dr. E.Reerink is de stichting uniek voor Neder land en Europa en een voor beeld voor andere medische beroepsgroepen en voor niet- medische beroepen als nota rissen, makelaars en advoca ten. Reerink:"In de loop der jaren is het inzicht gegroeid dat de medische studie niet meer is dan een basis—opleiding. Er wordt niet iemand afgeleverd die alles kan. Vroeger leefde dat idee wel. Maar de gezond heidszorg is nu zo complex geworden dat de kans op fou ten ook is toegenomen. Daar om is controle nodig. En dan is er ook een maatschappelij ke noodzaak. Immers, de sa menleving brengt veel geld op voor de gezondheidszorg. En nog een reden voor toet sing is naar mijn mening de morele verplichting van art sen om voor hun werk ver antwoording af te leggen aan de samenleving". pot gegoten hoofd van één van onze bekendste minis ters van financiën, de legen darische Lieftinck, Piet voor zijn naasten, de man die aan het eind van de oorlog ver antwoordelijk was voor de zuivering van ons verloeder de geld. Iemand, niet geheel gespeend van humor, heeft er een versje bij gemaakt: Minister Lieftick. ik zal sparen, Alles in uw hoofd bewaren, Maar wordt mijn leven tot een hel Door uw angstwekkend dwangbevel. Hoedt u dan voor uw vreselijk lot, Want dan... sla ik uw hoofd ka pot. Het is niet bekend of de verre opvolger van Lieftinck. de huidige staatssecretaris Van Amelsvoort, tijdens de door hem verrichte opening van Overigens geeft Reerink toe dat ondanks de hierboven gege ven redenen en ondanks de oprichting van het CBO toet sing nog bepaald geen volle dig geaccepteerde zaak is bij alle specialisten en zieken huizen. Reerink:"We moeten inderdaad de nodige weer standen overwinnen. Ener zijds natuurlijk wel begrijpe lijk. Niemand houdt van pot tenkijkers. Iedereen is blij na een opleiding van die verve lende examens af te zijn. Toetsing wordt als bedrei gend ervaren. En bovendien kost toetsing tijd. Er wordt een bijdrage van de artsen ge vraagd". Twee zaken Reerink legt uit dat het bij toet sing om twee zaken gaat. Enerzijds de zogenaamde 'omission-zaken'. anderzijds de zogenaamde 'commissio- n-zaken'. Bij omission gaat het om zaken die niet zijn ge beurd maar wel hadden moe ten gebeuren, bij commission gaat het om dingen die de arts heeft gedaan maar die hij achterwege had moeten la ten. De termen 'omission' en 'commission' zijn afkomstig uit Amerika waar men op het gebied van toetsing Europa de tentoonstelling voor het hoofd is gestoten. Wel viel de zorgelijke gelaatsuitdruk king van de bewindsman op bij de vitrine „Vals geld waar een perfect nagemaakt briefje van 100 de toeschou wer op slechte gedachten brengt. Menig door geldge brek geplaagd museumbe zoeker staat opvallend langer op deze plek stil dan strikt noodzakelijk is. Trouwens, even verderop kan men zijn eigen munten slaan, maar het resultaat is niet erg echt Grof gesproken gaat het bij de ze florissante expositie m het Museum voor het Onderwijs, dat behalve door kinderen in schoolverband steeds druk ker door individuele oude- ren-met-kroost uit alle delen van het land wordt bezocht, om een historische doorsne de van de betekenis van geld. duidelijk vooruit is. Reden ook waarom de Amerikaan dr. James Hudson, onder meer lid van de medische fa culteit van de Johns Hopkins universiteit in Baltimore, eind vorig jaar door het CBO is aangetrokken om te helpen bij het van de grond brengen en coördineren van de toet sing in de Nederlandse zie kenhuizen. Reerink en Hudson benadruk ken dat zij er niet op uit zijn om specialisten op de vingers te tikken. "Wij stellen ons methodologisch op. Wij ont werpen methoden en midde len waarmee fouten in de toe komst kunnen worden voor komen. Wij vragen artsen eventuele fouten op te schrij ven, te beargumenteren waarom de zaken zo zijn gelo pen en aan te geven welke verbeteringen men heeft aan gebracht. Wij proberen in ie der geval de houding te door breken van: laten we dat maar binnenshuis houden. Onze taak is het methoden aan te geven die tot verbete ring leiden. Als dat lukt krijg je vertrouwen en meöewei- king. Dat vertrouwen en ge zag moeten we bij de onge veer 6000 specialisten zien te verwerven. Zodra men resul- Geld als ruil- en betaalmiddel vroeger en nu, geld in de vorm van munten, papier geld, aanverwante aspecten van geld: inflatie, oorlogs- geld, noddgeld, valsemunte rij en sparen. Omdat het uitgeven van een in teressante begeleidingsbro chure in kleurendruk een kostbare aangelegenheid is, heeft het onderwijsmuseum in dit geval gekozen voor sa menwerking met twee com merciële instellingen, die al les met geld of het ontvreem den ervan te maken hebben. Zo is de Nutsspaarbank zeer zichtbaar aanwezig met aller hande oude en nieuwe spaar bankboekjes en dito varkens, zegels en potten. Een aange past video-programma laat horen dat .juist in een tyd dat de economische toestand slechter wordt het belangrijk taten ziet raakt toetsing geac cepteerd". Vrijwillig Het CBO heeft geen machts middelen om medewerking van specialisten en zieken huizen af te dwingen. Toet sing is een vrijwillige bezig heid en Reerink is daar eigen lijk niet rouwig om. "Je kunt je geen sancties veroorloven. Dat zou een heel slechte ver- kooppolitiek zijn. De motiva tie voor de toetsing moet van binnenuit komen. De LSV moet zelf haar leden warm- maken. Als je dingen wilt gaan afdwingen dan dreigt het gevaar van oneigenlijke activiteiten. Dat heeft de er varing in Amerika geleerd waar ziekenhuizen verplicht werden jaarlijks een aantal toetsingsstudies te verrich ten. Dat leverde diverse nep studies op". Daarom beperkt het CBO zijn bezigheden in eerste instan tie tot die ziekenhuizen die positief op de aanwezigheid van de stichting hebben ge reageerd. Dat zijn ongeveer 60 van de 240 ziekenhuizen die Nederland rijk is. Ree- nnk:"De ziekenhuizen waar is de jongeren te benaderen en ze te leren dat sparen nog steeds niet ouderwets is". Dat „modern" gespaarde geld dus zit, zo toont brandkasten- fabriek Lips niet zonder trots op de tentoonstelling, veilig achter de 15 000 kilogram zware en 90 centimeter dikke bankkluisdeur, die zojuist is ontworpen en voor de eerste maal in Nederland wordt geexposeerd. De verschillen de lagen bepantsering moe ten weerstand bieden tegen moderne aanvalstechnieken. merkt de slotenfirma snedig op. De bezoeker heeft allang gevoeld dat de deur van kar ton is. Een crimineel stripfi guur op de zijkant van de kluis meldt: „Als ik nog eens zo'n deur tegenkom, dan kies ik een ander vak!" Voorts veel informatie over banken van lening, het in on- dr. Reerink: "Artsen hebben een morele verplichting om voor hun werk verantwoording af te leggen aan de samenle ving". (Foto: Jan Poulissen) we nu mee samenwerken zou je proeftuinen met willigen kunnen noemen Dat is uiter aard plezierig. Maar over een paar jaar wordt het waar schijnlijk moeilijker als we ons gaan richten op de cate gorie ziekenhuizen waar nu een houding heerst van: toet sing, aan m'n nooit niet. In Amerika doken de proble men ook pas in tweede in stantie op". Het betrachten van openheid speelt bij de toetsing een vooraanstaande rol. Zieken huizen worden door het CBO gestimuleerd in hun jaarver slagen op te nemen wat er zoal is misgegaan maar ook om aan te geven wat er is ge daan om verbeteringen aan te brengen. Incidenten Reerink:"Dat laatste is van be lang om toetsing geaccep teerd te krijgen bij de artsen. Bij het Academisch Zieken huis in Leiden heeft men in het laatste jaarverslag ver meld wat er in het ziekenhuis als een fout, ongeval of bijna- ongeval is aangemeld. Dit is een groot winstpunt en een voorbeeld voor andere zie kenhuizen. Maar daarmee zijn we er nog niet. Het is derpand geven van sieraden, huisraad en kleding, het ont staan van het woord „lom merd". het drukken van de eerste Nederlandse bankbil jetten bij Joh. Ensched in Haarlém (wat iets met de heer Michael Fleischman en muzieknoten te O lid I en inflatie. Over dit laatste onderwerp de inflatie in Duitsland tussen 1918 en 1923 - onder de titel „Hoe meer, hoe minder" een prachtige vitrine met biljet ten van bijvoorbeeld 10 mil jard mark. die de waarde van een pfennig hadden In 1923 kostte een brood 580 miljard mark Wilde men zich in die tijd dus eens te goed doen aan een smakelijke bo terham. dan diende men zich met kruiwagen of vrachtauto, volgegooid met bankbiljet ten, bij de bakkerswinkel te voor het totale overzicht er j een beter begrip van wat er u. het ziekenhuis aan toetsing gebeurt noodzakelijk dat ook vermeld wordt wat er is ge daan ter oplossing van die problemen of ter voorkoming van die fouten. Stel je voor dat de Nederlandse Spoorwe gen alleen maar zou publice ren hoeveel storingen zij per week heeft. Dan zou je toch met meer met de trein dur ven. Een moeilijkheid in ver slagen is bovendien vaak dat het bij de vermelde feiten om incidenten gaat en inciden ten in een groot ziekenhuis, waar dagelijks zo'n 10.000 handelingen worden ver richt, zijn niet te voorkomen. Het gaat ons om het opspo ren van dingen die chronisch fout gaan En nogmaals, wij doen dat niet om artsen aan de schandpaal te nagelen maar om artsen te helpen de kwaliteit van de gezond heidszorg op een hoger peil te brengen" Ondanks dc gigantische klus waar het CBO ten aanzien van de ziekenhuizen en spe cialisten voor staat wordt door het duo Reennk/Hud- son ook met een schuine blik naar de medische opleiding g«-k< ke n Wij hopen vurig dat er ook iets van toetsing in het onderwijs aan de univer siteiten wordt gebracht. Het is broodnodig dat 'de hou ding van getoetst .worden' vorm krijgt in het onderwijs. j Anders hebben straks de ou- dere specialisten zich de toet- j sing eigen gemaakt maar weet een nieuwe generatie er mets van af'. vervoegen. Op een bnef moest in die dagen 1,77 mil jard mark aan porto, wat de betreffende envelope een ui terst levendig karakter ver leende en een zeer vochtige tong vereiste Het beruchte Tientje van eer der genoemde Lieftinck. waar elke Nederlander in september 1945 één week van moest leven, ontbreekt uiter aard evenmin Zoals er ook bamboegeld uit Japanse in terneringskampen. amateur sigaretten als ruilmiddel, on vermoede variaties op bank biljetten (gedrukt op hout, metaalfolie, zijde, fluweel en zeemleer), geeltjes, meiers en rooie ruggen te bezichtigen zijn. En niet te vergeten een voorbeeld van de oudste, nu nog gebruikte munt die luis tert naar de naam Maria The- resia-taler, die meer dan twee eeuwen geleden voor de eer ste maal in Oostenrijk werd geslagen En telkens, als de confrontatie met de pecunia te zwaar op de hand dreigt te worden, breekt het zonnetje weer door en geven jolige tekstjes te verstaan dat men zijn laat ste oordje heeft versnoept, een duit in het zakje heeft ge daan of een eerste klap heeft uitgedeeld die nu eenmaal een daalder waard is. De ex positie „Goed Geld" is attrac tief voor jong en oud. niet in de laatste plaats omdat het over iets gaat waar letterlijk iadtwm mee In aem akinf komt. Met Appel en Mon driaan ligt dat in het alge meen anders. Het Museum voor het Onder wijs (tel 070 469344). Hem- sterhuisstraat 2E. Den Haag, is geopend van maandag tot en met vrijdag van 10 00 tot 17 00 uur. up zaterdag en zon dag van 13 00 tot 17 00 uur PETER HUYSMAN De oudste, thans nog gebruikte munt is de Maria Theresia-taler. Deze werd in 1751 voor de eerste maal in Oos tenrijk geslagen. Al spoedig werd de taler eén van de belangrijkste handelsmunten in het Midden-Oosten en O- Afrika. Na de dood van Maria Theresia ging men door met het slaan van deze munten, zelfs tot in onze tijd. De later geslagen munten dragen altijd het jaartal 1780, het sterfjaar van de kei-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1981 | | pagina 27