JECQ23R Krappe basis voor regeren en hoe aantal acties groeit fcalr- Kamervoorzitter dr. Dick Dolman op de bres voor parlement en de democratie DEN HAAG - Praten met kamervoorzitter Dolman over "de politiek" betekent ook terugblikken op de parlementaire geschiedenis. Dolman trekt historische lijnen door. Citeert in het vuur van zijn betoog Troel stra en Thorbecke. Relativeert stérk en zegt dan: "Ik weet wel hoor: er valt best nog wel wat te verbeteren. Maar in vergelijking met vroeger is het natuurlijk al een heel stuk beter geworden". Uit recent archiefmateriaal doemt hij op als een man die het parlement hardnekkig in bescherming neemt. Het toenemend aantal demonstra ties op het Binnenhof interpreteert hij als een positieve ontwikkeling. Er is kennelijk grote betrokkenheid bij wat het parlement doet, zegt hij, de mensen hebben de weg naar het parlement gevonden. Dat er ook een zekere onvrede met het parlement uit kan worden afgeleid, be strijdt hij. Het is althans niet aantoonbaar, zegt hij, en zolang dat niet het geval is, is het parlement niet in het geding. Aanvankelijk praten we over abstracties. Over de zin en onzin van de monstraties. Over de hoog gespannen verwachtingen die mensen vaak ten onrechte van het parlement hebben. En over het PvdA-kamerlid Ed van Thijn die onlangs schreef dat het parlement eigenlijk veel te weinig greep heeft op het regeringsbeleid. Het komt niet toe aan zijn controle rende en wetgevende taak, schreef Van Thijn. Dolman duikt dan weer in de geschiedenis. Hij legt uit dat het parlement meer greep op het beleid heeft dan zo'n veertig jaar geleden. Zegt ook dat het altijd beter kan en signaleert dat het verkeer tussen regering en parlement enorm is toegenomen. "Ik denk dat de voornaamste kritiek van de laatste tijd is dat het parle ment wel een heleboel wil en zegt, maar zo vaak het lid op de neus krijgt. Dat ligt volgens mij niet aan het parlement, maar aan de bijzon dere politieke situatie van dit moment. Daarbij is het zo dat het CDA als meest kritische regeringspartner soms wel veel zegt en ook wel moties steunt, maar als puntje bij paaltje komt, het vertrouwen in het kabinet niet opzegt", zegt hij. "Men kan niet zeggen dat er een verslechtering optreedt in het functione ren van het parlement. Van Thijn doet dat wel en spreekt daarmee een absoluut oordeel uit, waarbij hij verzuimt de relatie met de geschiede nis te leggen. Bovendien gaat er van zijn uitspraken teveel de suggestie uit dat het vroeger beter was, dat we achteruit gaan en dat de parlemen taire democratie in gevaar is. Ik vind dat een verkeerde suggestie" Tg lijhof' 1 Dolman: "Het parlement wordt zijns ondanks op een voetstuk geplaatst" - Maar wat zou er moeten gebeuren, wil het parlement aan zijn oor spronkelijke taken kunnen toeko men? "Ik geef niet toe dat het parlement dingen verwaarloost. Zowel wet geving als controle worden heel redelijk gedaan. De diepgang - dat is mijn voornaamste kritiek - die is onvoldoende. Op diep doorwrochte stukken, waar de regering soms jaren aan heeft ge werkt, wordt in het parlement vaak in een korte tijd op een schoen en een slof gereageerd. Dat zou verbeterd kunnen wor den door voor kamerleden, com missies en de Kamer als geheel meer personeel aan te trekken". -Je kunt je zo langzamerhand af vragen of de politiek nog wel er gens over gaat. Er zijn enorme problemen die alle te maken heb ben met de economische bijna- crisis. Zoals: woningbouw, werk gelegenheid. Worden daar in het parlement nou echt oplossingen voor aangedragen? "Ja". - Als je om je heenkijkt, zou je zeg gen: dat lukt dus niet. "Ja eh, in de eerste plaats hebben zulke dingen tijd nodig. In de tweede plaats... Tja, misschien ligt dat wel aan de huidige rege ring hè". - Is dat een retorische vraag? "Ja kijk, ik ben natuurlijk ook nog lid van een bepaalde fractie in de Tweede Kamer. Dus u mag aan nemen dat ik het in bepaalde op zichten met die fractie eens ben. Maar u zit hier te praten met de voorzitter van de Kamer en die stelt op dit punt misschien alleen retorische vragen". - Goed. In elk geval kun je vaststel len dat er bij de buitenwacht vaak onvrede heerst omdat het parlement niet in staat zou zijn om de grote problemen echt op te lossen. "Als een regering het naar het oor deel van het merendeel van de bevolking op een bepaald punt De parlementaire democratie in Nederland kenmerkt zich door een zg. dualistisch stelsel. Dat wil zeggen: de wetten in dit land worden door regering en parle ment samen gemaakt. De in vloed van de kiezer op het doen en laten van de regering (dus het kabinet) is beperkt, want minis ters worden niet rechtstreeks ge kozen. Maar wel kan de kiezer zijn of haar stem laten doorklin ken via de Tweede Kamer, de volksvertegenwoordiging. Toch kan er in het parlement een situatie ontstaan - gewild of on gewild - die niet altijd recht doet aan de wil van het electoraat (het kiezerskorps). Dat bleek ook in de afgelopen kabinetsperiode, waarbij het kabinet-Van Agt in het parlement slechts op een meerderheid van twee stemmen verschil kon rekenen. In zo'n si tuatie hoeven er maar een paar kamerleden van de regeringspar tijen dwars te gaan liggen en het beleid van het kabinet is ge doemd tot mislukken. Daar komt bij dat regeringspartijen bij zo'n krappe meerderheid sterk geneigd zullen zijn om de rijen in hun fracties zorgvuldig gesloten slecht doet, dan straalt die kri tiek ook altijd af op het parle ment. Dat is niet altijd terecht, maar we moeten er wel rekening mee houden dat dat zo is. Het is dus maar goed dat er eens in de vier jaar verkiezingen zijn. Dan kunnen de kamerleden aan de kiezers voorhouden dat het beter zal gaan als zij eenmaal gekozen zijn". - De lijn die je steeds zou kunnen doortrekken is die van de verzor gingsstaat die zo langzamer hand onbetaalbaar is geworden. De overheid kan sommige collec tieve voorzieningen, onderwijs, sociale woningbouw, niet meer bekostigen en blijft op dat punt dan in gebreke. Zo'n ontwikke ling kan uitnodigen tot burgerlij ke ongehoorzaamheid. Je zou ook kunnen zeggen dat dit verschijn sel steeds meer voorkomt. "Ik heb de indruk dat het weer aan het afnemen is. De schippers- blokkade is alweer van een aan tal jaren geleden. En het kraak- wezen heeft geleid tot een uitste kende wet, de leegstandswet". - De krakers vinden van niet. "Dat is niet waar: sommige krakers vinden van niet. Het is heel dom te houden. Want een kabinet door toedoen van een paar van je eigen kamerleden laten vallen, is voor geen enkele regeringspartij een aantrekkelijk perspectief. Het maakt een slechte indruk bij de kiezer. Dus moet je dat hoe dan ook zien te voorkomen. In een dergelijke situatie is het niet denkbeeldig dat regeringspartij en het politiek winstbejag dik wijls laten voorgaan boven het belang van de zaak. Het is geen nieuw geluid wanneer gezegd wordt dat dit fenomeen zich in de afgelopen kabinetspe riode vaak genoeg heeft voorge daan. Maar heeft het ook invloed gehad op de maatschappij? Zijn de burgers ontevredener dan voorheen toen er kabinetten wa ren die in het parlement op brede steun konden rekenen? Heeft de groeiende buitenparlementaire actie (demonstraties, geweldloze acties) te maken met de krappe regeringsbasis in het parlement? En zo dat het geval is, is dat dan misschien ook de ontstaans grond geweest voor nieuwe anti- parlementaire actiegroepen als "Onkruit"? Of is het vertrouwen om dan te zeggen: dus dan is die wet slecht. Want die wet is wel tot stand gekomen met uitdruk kelijke steun van een aantal ad vocaten uit een collectief in Am sterdam, die de feiten vanuit het kraakwezen goed kenden." "De meerderheid van de kraak- groepen is op dit punt construc tief ten opzichte van het parle ment. En dat heeft maatschappe lijk versnellend gewerkt. Je kunt dus niet zeggen dat het kraakwe zen tegen de democratie gericht is. Natuurlijk, er zijn excessen. Maar dat veroordeelt de hoofd zaak niet". Om even op de hoofdzaak terug te komen: burgerlijke ongehoor zaamheid zou in een aantal ge vallen gerechtvaardigd kunnen worden als de overheid in gebre ke blijft. Denk aan woningbouw, onderwijs. 'Ja, zo was het aanvankelijk na tuurlijk ook met de krakers, die inbreuk maakten op het eigen domsrecht. Maar geleidelijk is in het rechtsbewustzijn van de meerderheid van de Nederland se bevolking doorgedrongen dat de krakers gelijk hadden in vele gevallen. En dus is er een leeg standswet gekomen". in het parlement hoe dan ook al zoek? Het enige wat men feitelijk kan vaststellen is dat het aantal de monstraties op het Binnenhof is toegenomen. Tot voor kort (dat wil zeggen tot 1980) kwamen er gemiddeld slechts een paar dui zend demonstranten op het Bin nenhof. Inmiddels is dat record al diverse keren gebroken. In de cember 1980 telde de Haagse po litie er 15.680 en in februari van dit jaar waren het er 11.900. Voelt de kiezer zich meer aange trokken tot de plek waar zijn wil wet moet worden? Heeft het par lement het slecht gedaan1 En zo ja, heeft dat dan te maken met de moeilijkheidsgraad van de (eco nomische en financiële) proble men (welke partij heeft tenslotte een waterdichte oplossing voor de economische bijna-crisis?)in de samenleving? Het blijft spe culeren. Toch heeft zich in de afgelopen pe riode een betrekkelijk nieuw fe nomeen aangediend dat direct te maken heeft met het parlement. Het heet: burgerlijke ongehoor zaamheid. Dat houdt in dat bur- Maar daarmee is het probleem niet opgelost. 'Nee, natuurlijk niet. Het is een stukje van een oplossing. De ech te oplossing is natuurlijk dat er meer woningen worden ge bouwd. En dan moet ik er toch op wijzen dat een aantal jaren ge leden de algemene indruk was dat de woningnood zo niet opge lost dan wel aan het afnemen was. Maar het is moeilijker ge- Door Henk Vegter en Wim Wirtz worden doordat - waar niemand op had gerekend - er tienduizen den gezinnen uit mediterrane landen en uit Suriname naar Ne derland zijn gekomen En ook door jongeren die op vroegere leeftijd op zichzelf gingen wo nen. Dat was in die mate niet voorzien. En dus kun je ook niet zeggen dat regering en parle ment zich aan de woningnood nooit iets gelegen hebben laten liggen". U zegt: ik heb de indruk dat het afneemt, die burgerlijke onge hoorzaamheid. Maar je kunt net zo goed vaststellen dat gers opzettelijk en geweldloos buiten de wetten van het parle mentaire bestel gaan staan om op die manier alsnog hun zin te krijgen. Een voorbeeld is in dit verband het niet meer betalen van belasting uit protest tegen de defensie-uitgaven Bij sommige politieke partijen, zo als de PPR. staat de burgerlijke ongehoorzaamheid volop in de belangstelling. Daar wordt al ge zegd dat een dergelijke actie soms gerechtvaardigd kan zijn wanneer het parlement in gebre ke blijft. Uit dit alles zou men kunnen aflei den dat de macht, de geloofwaar digheid van het parlement dus wel degelijk in het geding is. Hoe groot is de macht van dat parle ment? En is er een kloof tussen parlement en kiezer? Een ge sprek met dr. Dick Dolman, ka merlid voor de Partij van de Ar beid en voorzitter van de Tweede Kamer. Dolman stelt zich for meel op. Deinst terug voor beeld vorming. En houdt zich zorgvul dig bij de feiten. Toch zegt hy: "Wie hier komt demonstreren, is kennelijk nog niet zijn geloof in het parlement kwijtgeraakt". 'Nou, op sommige punten hoor. Er zijn natuurlijk virulente acties, zoals grote acties van krakers van wie men weet dat ze ongelijk hebben, maar die dan toch de voorpagina van de krant halen. Ik meen dat er een andere vorm van burgerlijke ongehoorzaam heid is, die veel ernstiger is en dat is de in brede lagen van de bevolking ver voortgeschreden belastingontduiking Dat haalt van incident tot incident nauwe lijks de voorpagina en is toch da gelijks aan de orde bij honderd duizenden Nederlanders. Dat soort burgerlijke ongehoorzaam heid is wel toegenomen en daar maak ik me wel zorgen over". Maar er is nog een andere vorm van burgerlijke ongehoorzaam heid die voortkomt uit onvrede over het functioneren van het parlement Zelfs een lid van uw eigen parlement - PPR-lijsttrek- ster Ria Beckers - vindt dat soms te rechtvaardigen. Zij zegt - bij voorbeeld op het gebied van de kernwapens op een gegeven mo ment t* de grens overschreden, dan is het parlement kennelijk onmachtig om dit probleem naar tevredenheid van de meerder heid van de bevolking op te los sen en dan kan het gerechtvaar digd zijn om tot burgerlijke onge hoorzaamheid over te gaan. 'Ze heeft dat nog niet geconcreti seerd tot een onderwerp van be leid". Nee, dat niet Maar wat vindt u van haar stelling? 'Ik vind hem onevenwichtig. Myn stelling is dat als de meerderheid van de bevolking ergens tegen is. zij ook gelijk krijgt. Niet morgen Daar kan een wetgevende perio de overheen gaan Zeg. vier jaar Om een voorbeeld te geven D'66 was in het begin van de jaren ze ventig hardstikkc voor kernener gie. Nu zegt die party dat de kerncentrales van Borssele en Dodewaard moeten worden ge sloten. Dat is geen verwyt aan D'66. Maar ik wil daar alleen mee aangeven hoe levendig de parle mentaire democratie is". Als we het toespitsen op de kern wapens bent u hel dan eens met de stelling dat er ten tijde van het kernwapendebat m 1979 een meerderheid van de bevolking te gen de plaatsing van nieuwe atoomraketten was en dat er niettemin in het parlement over dit onderwerp een dikke mist is opgetrokken "Ja. Maar daar wordt ook rekening mee gehouden In dit geval voor het eind van dit jaar. want dan moet er alsnog een beslissing over die plaatsing worden geno men. Daar zitten de verkiezingen en de kabinetsformatie dan nog tussen en dat is het tijdstip waar op over dit onderwerp klare wyn moet worden geschonken." - Maar denkt u dan toch niethet aanzien van het parlement u in middels wel flink geschonden1 "Nee, nee, nee. En ik weet wel dat dat elke keer weer aangetoond moet worden en dat dat niet zo goed begrepen wordt. Maar ook in dit opzicht wordt het parle ment zyns ondanks door de be volking op een voetstuk gezet. Zo van: als de Kamer het heeft gezegd, dan gebeurt het. Maar zo is het niet" "We hebben hier een tweezijdig stelsel: Kamer en regering vor men samen de wetgever en moe ten het samen eens zyn. En is de regering het niet eens met de Ka mer, dan is het de vraag of de Ka mer daaruit de politieke conse quenties wil trekken. En, zoals gezegd, juist in deze periode is dat in een bedenkelyk aantal ge vallen niet gebeurd Het is dus ook maar goed dat er aan deze periode nu een einde komt". "Een kabinet met een dergelyke smalle marge en met een aantal mensen uit de regeringsfracties die niet zo vriendelijk tegenover dit kabinet staan, dat is ni< t wt n- selyk voor de parlementaire de mocratie. Dat wordt door de mensen niet begrepen". - U zegt dus: een bredere basis ver sterkt de geloofwaardigheid van het parlement ten opzichte van de kiezer. "Dat versterkt de macht van de sa menwerkende partyen in rege ring en Kamer en daardoor de geloofwaardigheid Als er een bredere basis is dan is het niet erg logisch meer dat de Kamer een aantal moties aanneemt, die het kabinet vervolgens naast zich neerlegt". Je hoort de laatste tijd steeds va ker de roep om een kabinet dat in het parlement op brede steun kan rekenen. Heeft dat nou te maken met de steeds groter wordende problemen, zoals werkloosheid, financieel-econcrmische krapte en dergelijke? "Nou, ik zou zeggen dat de moei lijkheidsgraad van de problemen die moeten worden opgelost, ze ker met in een andere nchting werkt. Dus ik denk wel dat dat zo - Maar u bent niet in voor de stel ling dat het parlement er steeds minder in slaagt om voor die pro blemen een oplossing te vinden. "Wat het parlement betreft niet, nee Misschien wel als het de re gering aangaat. Maar dan zyn de kiezers er om dat af te straffen - Vit een onderzoek bleek onlangs dat jongeren nauwelijks in poli tiek geïnteresseerd zijn Doet u dat iets? "Tja ach. ze hebben er niet by ge zegd dat ze met gaan stemmen En dat is zo vaak met dit soort enquêtes hè. Als je mensen vraagt of ze verstand hebben van politiek, dan zeggen ze ook nee Maar ze gaan wel stemmen Ik denk dat dat een soort Neder lands geestesmerk is om te zeg gen ach. da's niks voor my. daar ben ik te dom voor, doe maar ge woon dan doe je al gek genoeg. Maar als het er op aankomt, dan heeft men wel belangstelling. Zo is het denk ik ook by de jeugd".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1981 | | pagina 25