Leesbaar, maar
wèl met foutjes
Alles over
plantenrijk
in vierdelig
naslagwerk
Perikelen rond „Downingstreet 10
boeken - boeken - boeken - boeken - boeken - boeken - boeken
Verhalen van Gertie Evenhuis
„Wat werkelijk
in de Bijbel staat":
een onmisbaar
naslagwerk
Mooi getekend,zwak verhaal
PAGINA 16
EXTRA
ZATERDAG 23 MEI 1941
Dat ons land nauwelijks beschikt over auteurs van
wereldklasse is vaak genoeg betoogd en hooguit
een gegeven waarin een béétje lezer zich allang ge
schikt heeft. Zelfs lijkt het vermoeden gewettigd
dat pakweg de helft van onze bevolking best een
paar leesbare boeken zou kunnen produceren, als
men er even voor gaat zitten.
Een dergelijke, wat moedeloze
uitspraak hoeft niet per se ne
gatief te zijn, maar valt me
spontaan in na lezing van pas
gebundelde verhalen van
Gertie Evenhuis en Rijk de
Gooyer.
Eerstgenoemde heeft de mees
te literaire ervaring, o.m. als
ki nderboekenschrij fster.
Ook haar meer volwassen
pennenvruchten zijn niet on
opgemerkt gebleven, reden
voor uitgeverij Elsevier de
meest geslaagde verhalen
plus wat mengelwerk te her-
bundelen in "De Aansteker
en andere verhalen". Als im
mer lees ik eerst de achter
flap om te zien in welke leu
gens ik nu weer geloven
moet. Met name de verhalen
"Ach, ga weg" en "A Canter
bury Tale, morgen brengen"
blijken door eerdere critici
krachtig aangeprezen, met
termen als "perfect", "ont
roerend", "relativerend",
"helder en geestig, zonder
poeha", "humor", "de literai
re charme is spot en grim
lach", "bewogen maar inge
houden". Zulk soort kwalifi
caties die het ergste doen vre
zen. Laten mijn voorgangers
nu gelijk hebben!
De verliefdheden van de "ik" in
"A Canterbury Tale", in
tijdsvolgorde resp. op "Eef,
zoon van de bovenmeester",
een "Franse oom, die van zijn
Hugenootse afkomst drie
achternamen had overgehou
den, en zwart was van snor,
van ogen en van haar" en een
Engelse kerkzanger, zijn vol
gedegen zelfspot. Dit in onze
literatuur zeer gewaardeerde
aspect, ooit door Piet Paal-
tjens uitgevonden, vinden we
even bekwaam gehanteerd in
't Midden Oostenreisverhaal
"Ach, ga weg" en misschien
meer nog in het hartverover-
ende "Underground". Dit
uitstekende openingsver
haal, waarin de ik-figuur be
trapt en aangehouden wordt
wegens een onbenullige win
keldiefstal, smaakt ogenblik
kelijk naar meer. Een belofte
die maar gedeeltelijk helaas
ingelost wordt.
Tot halverwege het boek slaagt
Gertie Evenhuis erin een re
delijk hoog peil te handha
ven, maar daarna is het uit
met de pret. De reisverhalen
en vooral het uitermate saaie
en langdradige "Dagboek
van mijn grootmoeder" ver
liezen hun relativerende hu
mor en daarmee prompt elke
literaire waarde.
Precies op de grens ligt het ge
kunstelde maar nog nèt gees
tige Citroen-verhaal "Doe
wel en zie niet om"; daarin
vergeet de schrijfster (hoe ty
pisch "vrouwelijk"!), bezig
een naar de afgrond rollende
2-CV tegen te houden, haar
eigen kostbare Citroen CX op
de handrem te zetten:
'"Grinnikend stak ik mijn auto
sleutel in het contactslot.
Maar. er was geen slot. Er
was ook geen portier. Naast
mijn sandalen en de bergstok
liepen bandesporen. Ut wend
de mijn verbaasde hoofd
naar het westen. Nog juist op
tijd. De voorplecht van de CX
verhief zich rechtstandig bo
ven de afgrond. Een giftige
groene flits. In een gespleten
seconde liet het gevaarte mij
grimmig zijn ingewanden
zien. Door de opstijgende
rook trokken twee autootjes
vredig door de bocht van het
Saónedal.
Te voet aanvaardde ik mijn
pelgrimage naar Rully".
(p.81).
Gertie Evenhuis
Een smartelijk auto-verhaal.
Omdat de schrijfster zich uit
put in technische jubel over
accessoires en kwaliteiten
van haar CX, en ik zelf vrien
den bezit die dit bewuste au
tomerk in folterende waanzin
adoreren, heb ik de verstrek
te gegevens doen controle
ren. Complimenten voor Ger
tie: maar twee foutjes! Dank
baar citeer ik nationaal Ci-
troën-fanaat Ad van Nieu-
wenhuizen: "Mooi verhaal
hoor. met één autotechnisch
en één taaltechnisch foutje er
in. Op blz. 79. r. 12 zou het
woord "hij" beter "hem" kun
nen luiden, en op blz. 78 is
sprake van draaiende kop
lampen zoals wel de DS,
maar nooit de CX die had.
Toch is er sprake van een CX,
dat blijkt uit de dwarse moto
ropstelling. en uit het chassis
(blz. 76). En tegen het einde:
"contactslot" moet natuurlijk
"slot" zijn, of "portierslot"!
Men moet zijn vrienden weten
te kiezen. De aanmerkingen
op dit verhaal kan men doen
gelden voor de hele verhalen
bundel: een mooi produkt,
maar behept met voor ken
ner en koper hinderlijke
foutjes en onvolkomenhe
den. Maar terug naar de fa
briek hoeft voor mij niet.
Gertie Evenhuis, De aansteker
en andere verhalen. Uit. El
sevier Manteau, Amsterdam/
Antwerpen 1981, 16.90.
ROB VOOREN
11
Gavin Lyall mocht als kind
nooit met oorlogsspeelgoed
spelen. Daaruit verklaart hij
zelf zijn grote belangstelling
voor wapens. Ze spelen dan
ook zeer gedetailleerde rollen
in zijn thrillers.
Die zijn er niet zoveel. Want de
ze Britse free lance journalist
houdt zich al zo'n twintig jaar
met het schrijven van boeken
bezig, maar meer dan acht
thrillers heeft hij" tot nu toe
niet afgeleverd. Zijn laatste is
"Tylers oorlog".
Gezien de nauwgezetheid en de
intensiteit waarmee Lyall
zich op zijn boeken schijnt
voor te bereiden kan men wel
aannemen dat hij de sfeer in
de directe omgeving van de
Engelse eerste minister
(rondom Downingstreet 10
dus) aardig heeft getroffen.
Het is een belangwekkend
kijkje achter deze schermen,
waar men zich doorlopend
zorgen moet maken over de
veiligheid van bepaalde per-
Lyall kiest voor
op het gebied 1
bewapening, mi
n specialist
n nucleaire
r hij had ie-
uere andere figuur kunnen
kiezen. Bovendien heeft de
ten tonele gevoerde specialist
geen smetteloos verleden.
Een prettige prooi derhalve
voor zijn tegenstanders, maar
een zorg meer voor zijn bewa
kers.
Lyall gaat zich soms erg aan de
tailbeschrijvingen te buiten,
maar zijn verhaal zit goed in
elkaar en hij kan het vlot ver
tellen.
Maar belangwekkender dan
het fictieve verhaal is het de
cor. Dat is niet fictief. Dat is
realiteit.
In die (politieke) zorg om (per
soonlijke) veiligheid moet
vaak een keus worden ge
maakt. En dat is niet altijd
een keus tussen goed en
kwaad of nabij liggende
nuances. Het is helaas maar
al te vaak een keus tussen be
roerd en beroerder. Wat dat
betreft geeft Lyalls boek veel
om over na te denken.
"Tylers oorlog" door Garvin
Lyall, verschenen bij A.W.
SijthofTs
Uitgeversmaatschappij in Al
phen aan den Rijn 17.50).
KOOS POST
"Wat werkelijk in de Bijbel staat". Dr. Manfred Barthel. Else
vier. f37,50.
"Het lezen van de Bijbel heeft als uiteindelijk doel de mens te
verbeteren". Met dit citaat van Immanuel Kant begint en eindigt
het boeiende boek "Wat werkelijk in de Bijbel staat" van Man
fred Barthel. De schrijver signaleert als wens van Kant in ver
vulling zou gaan dat er zo'n 10 miljoen mensen beter zouden
worden. Zoveel exemplaren worden er nl. jaarlijks van de Bijbel
verkocht. Alleen atlassen en kookboeken halen grotere oplagen.
De auteur betreurt dat er slechts 15 van de 100 kopers de Bijbel
metterdaad lezen. Hij noemt het dan ook "een bestseller zonder
lezers".
In zijn boek worden nogal wat zaken, die ons destijds voor zeker
werden aangepraat, onderuit gehaald. Dat de wereld in 7 dagen
is geschapen noemt hij ronduit belachelijk. Eva plukte geen ap
pel maar een vrucht van de boom. De toren van Babel heeft
nooit bestaan. De doortocht door de Rode Zee is wel gehouden
maar niet door de Rode Zee. De muren van Jericho zijn wel
ingestort maar niet door het hoorngeschal van Jozua, maar jaren
eerder door een aardbeving. David heeft Goliath niet verslagen,
maar dat heeft ene Eichanan en wel jaren eerder gedaan.
Dit zijn zo de meest pregnante voorbeelden die de auteur ons
voorschotelt. Hij signaleert ze niet alleen maar geeft ook de we
tenschappelijke bewijzen. Daardoor is het boek "een nieuw licht
op het Boek der boeken" zoals de ondertitel luidt, een onmis
baar naslagwerk voor een ieder die de bijbel niet alleen koopt
maar ook leest.
"Heb jij aanvaard". Paul Sporken. AMBO f 19,75.
Een jonge vrouw wist dat zij binnen afzienbare tijd zou sterven.
Zij beschreef hoe zwaar het haar viel om het te aanvaarden.
Toen zij na lange stilte het gesprek weer opende, keek ze de
bekende ethicus prof. dr. P. Sporken, die aan haar bed zat, aan
en vroeg: "Heb jij aanvaard, dat ik sterven moet?" Sporken nam
haar vraag als titel voor zijn boek over stervendenen hun hel
pers.
In het aangrijpende boek beschrijft de Maastrichtse ethicus niet
alleen de theorie maar ook belicht hij talrijke praktijkgevallen.
De auteur stelt dat er moed voor nodig is om met een stervende
een echt gesprek aan te gaan en hem/haar te troosten; "een ster
vende is immers bang", aldus Sporken. De stervende spaart zijn
familie en andersom. Ook voor degenen die niet dagelijks stil
staan bij de dood een zeer lezenswaardig boek.
"Tussen concilie en synode". R. Huysmans. Gooi en Sticht.
f20,90.
Een strakke rechtsopvatting beantwoordt niet (helemaal) meer
aan de werkelijkheid. Dat stelt de kerkjurist dr. R. Huysmans in
zijn boek "Tussen concilie en synode". "Er is een groter samen
spel (nodig) tussen de wil van de bevoegde instanties en de feite
lijke ontwikkeling", aldus Huysmans. Zo wordt er meer recht
geschapen dan de beperkte en strakke rechtsopvatting ver
moedt, zo concludeert hij.
In Nederland is men vanaf het Tweede Vaticaans Concilie druk
bezig met het zoeken naar nieuwe structuren in de kerk. En dat
gaat nog door. Voor degenen die geïnteresseerd zijn in deze ma
terie een verhelderend boek.
"Het toneel is in de hemel". Bloemlezing uit het werk van F. van
der Meer. Samengsteld en ingeleid dóór Kees Fens. AMBO.
f 19,50.
Prof. dr. Frits van der Meer is een ongemeen boeiend mens. Hij is
een kunsthistoricus van Europees formaat. En hij kan schrijven.
Niet voor niets ontving hij destijds de PC Hooftprijs. Zijn be
roemde boek "Augustinus de zielzorger" was voor een toeken
ning van deze hoge onderscheiding al voldoende. Maar prof.
Van der Meer schreef meer.
Zijn 40 geleden verschenen "Catechismus" met als eerste zin: "de
ware godsdienst is die welke wij, mensen, niet gemaakt heb
ben", is nog actueel. En zijn boekje "Praeses van Schaik" even
eens uit die tijd is voor kenners altijd nog hèt boek(je) over het
seminarieleven. Daarnaast is prof. Van der Meer een erkend ge
leerde, die alle Europeanen van enig belang kent uit alle eeuwen
en die in het Latijn, Italiaans en Frans menigmaal worden geci
teerd. Kortom een boeiend geleerde en auteur, wiens teksten
nog steeds de moeite waard zijn. Kees Fens heeft er wat bijeen
gebracht. Een bloemlezing die velen zal boeien.
THEO KROON
Het is al weer een aantal jaren
geleden dat de uitgeverij El
scvier een zesdelige encyclo
pedie van het dierenrijk op
de markt bracht. Een impo
nerend naslagwerk waarin de
hele dierlijke have die op de
aardbol rondzwemt, -kruipt
en -vliegt onder de loep werd
genomen.
Ditmaal is er door het Neder
landse "huis van de encyclo
pedieën" een nieuw stan
daardwerk gepresenteerd,
gebaseerd op dezelfde formu
le. Het is de Winkler Prins
van het Plantenrijk. Een vier
delige uitgave, die in totaal
ruim veertienhonderd pagi
na's omvat en voorzien is van
ruim 2500 kleurenfoto's.
kaarten, tekeningen
grammen.
In de nieuwe boekenreeksen
die de laatste jaren versche
nen hebben de planten
steeds een belangrijke plaats
ingenomen. Met de regel
maat van de klok verschijnen
uitgaven die gewijd zijn aan
tuinplanten, wilde planten,
paddestoelen, geneeskrachti
ge kruiden, bomen en de flo
ra van speciale gebieden.
Daarnaast zijn er legio studie
boeken te koop over oecolo-
gie, genetica, fysiologie, bio
chemie en dergelijke. Al deze
facetten van de botanie zijn
nu op een beknopte en over
zichtelijke wijze gerang
schikt in de nieuwe encyclo
pedie. Achtereenvolgens
worden duizenden soorten
en geslachten voor de lezer
toegelicht in woord en beeld,
wordt er meer verteld over
hun leefomgeving en wordt
aandacht besteed aan hun
bouw.
De encyclopedie is tot stand ge
komen door een internatio
nale samenwerking. Een
team van experts onder lei
ding van beroemde hooglera
ren in de botanische weten
schappen zoals Vernon H.
Heywood en Leslie J. Audus
heeft jarenlang gewerkt aan
de samenstelling van de
enorme hoeveelheid informa
tie.
Het plantennaslagwerk ver
schijnt in diverse talen. Zou
dat niet het geval zijn dan zou
de toch nog flinke prijs van
119 gulden per deel nog aan
zienlijk hoger hebben gele
gen. Voor het Nederlandse
taalgebied werd de tekst be
werkt onder leiding van drs.
G.J.C.M. van Vliet.
Dankzij een uitgebreid register
in het vierde deel zijn de ver
schillende zaken gemakke
lijk op te zoeken in de vier
boeken, die verpakt zijn in
een fraaie donkergroene
band.
BRAM VAN LEEUWEN
Illustrator Peter Spier is van
oorsprong een Nedèrlander
die tegenwoordig woont en
werkt in de Verenigde Sta
ten. Hij is tamelijk succesvol
en zijn prentenboeken wor
den regelmatig ook in ons
land uitgebracht. Wat zullen
ze blij zijn was zijn meest re
cente boek dat ook na meer
dere keren lezen leuk blijft.
De verwachtingen voor
Spiers Mensen mensen, wat
een mensen waren dan ook
hooggespannen.
In dit prentenboek geeft Spier
zijn beeld op de wereldbevol
king in grote illustraties om
lijst met teksten; hij schetst
de verschillen in uiterlijk,
kleding, behuizing, taal, reli
gie, werk en ontspanning, ze
den en gewoonten enz.
De illustraties zijn in vrolijke,
lichte kleuren opgezet. Spier
houdt niet van al te veel de
tails; hij geeft de hoofdlijnen
en contouren aan, die hij in
vult met helle kleuren. Zo on
tstaat een bont geheel van
kleine en grote schetsen,
waar je voorlopig niet op uit
gekeken raakt. De begelei
dende teksten zijn soms wat
knullig, eenzijdig en al te
simpel: Spier tekent beter
dan hij schrnft.
Mensen mensen, wat een men
sen, Peter Spier, uitg. Lem-
niscaat. f23.50.
De prentenboeken van Shiriey
Hughes zijn bizonder popu
lair. Niet in de laatste plaats
door de vrolijke, sfeervolle il
lustraties die een ongecom
pliceerd verhaal vertellen.
Hughes' nieuwe boek, Blij
ven jullie maar beneden,
vormt daarop geen uitzonde
ring.
Ditmaal een prentenboek zon
der tekst, de illustraties moe
ten voor zichzelf spreken.
Het verhaal is duidelijk te
volgen: een meisje wil graag
vliegen en doet alle mogelij
ke moeite. Na het eten van
een reusachtig chocolade(?)
ei vormt het opstijgen geen
enkel probleem. Het lieve
kind fladdert het stadje rond,
iedereeen in opperste ver
warring achterlatend.
Shirley Hughes heeft dit keer
gekozen voor zwarte penillu-
straties op een zandkleurige
achtergrond. Zij heeft een ty
pische wijze van illustreren
die in elke tekening weer te
rugkomt. Weer valt op hoe
weinig variatie Hughes aan
brengt in de expressie van de
gezichten. Bolle wangen en
een wipneus, een mond die
lacht of treurt. Misschien
vormt die herkenbaarheid de
grote aantrekkingskracht en
zal ook dit prentenboek on
getwijfeld zijn weg wel vin
den. Mij verveelt het op den
duur.
Slaap lekker, meneer Beer
luidt de titel van een prenten
boek geschreven en geïllu
streerd door Jill Murphy. Het
verhaal is heel simpel: pa
beer kan de slaap maar niet
vatten, omdat allerlei gelui
den hem wakker houden.
Wanhopig zoekt hij in en om
het huis een rustig plekje.
Een verhaaltje waarvan er tien
in een dozijn gaan. Wat dit
prentenboek aantrekkelijk
maakt, zijn vormgeving en il
lustraties waaraan veel zorg
is besteed. Het tekentalent
van Jill Murphy staat buiten
kijf ondanks de zwakke kan
ten van dit boek. De fraaie
prenten zijn behalve oogstre
lend ook zinnig: een aantal
prenten geven een aanvulling
op de tekst. Die tekst is erg
eenvoudig en bestaat voorna
melijk uit het weergeven van
de geluiden die meneer Beer
dwars zitten. Zijn snurkende
vrouw, de piepende ijskast,
lekkende kraan, en miauwen
de katten. Zo biedt Jill Mur
phy lezende kinderen de mo
gelijkheid via tekst en illu
straties actief aan het verhaal
deel te nemen (de geluiden
kunnen worden nagebootst,
kinderen kunnen het verhaal
zelf aanvullen aan de hand
van de plaatjes).
Best, maar waarom het verhaal
tje over beren moet gaan is
een raadsel. Jill Murphy had
hetzelfde verhaal even goed
gestalte kunnen geven met
behulp van echte mensen in
plaats van als mens verklede
beren. Een beer met bril en
pantoffels of een berin met
haarnetje en krulspelden.
Ach, ik word er zo treurig
van. Laat een beer toch in z'n
waarde als dier.
Slaap lekker, meneer Beer,
uitg. Heuff, f 14,90.
MARGOT KLOMPMAKER