Krijgsmacht verliest zijn laatste held Overste Schusslers uniform met de vele over schei dingen. Straks in het 'museum' van dorpsgenoot Freriks. Tekst: Pieter van de Vliet Foto's: Michael Kooren De jonge mevrouw Schüssler in haar atelier Oorlog ts on menselijk Hoe kun je ooit men selijke regels aan een oorlog stellen Op de boerderij van de luitenant-kolonel G. J. Schüssler in het Drentse dorpje Gees eten we brandnetelsoep met pas geplukte kruiden en verse eitjes van eigen scharrelkippen. Majoor P. G. H. Waalderink, militair geschiedkundige, legt intus sen uit hoeveel moed en beleid er nodig zijn om de Militaire Willems Orde (MWO) te verkrijgen. En dat die moed fysiek of zedelijk kan zijn. De luitenant-kolonel is de laat ste militaire in actieve dienst die drager is van de Militaire Willems Orde. Op 1 mei gaat hij, 55 jaar oud, met pensioen. Dan zal niemand meer dage lijks op het uniform de hoog ste militaire dapperheidson derscheiding dragen. De MWO dreigt wat op de ach tergrond te raken. Niet alleen door gebrek aan oorlogen waaraan Nederland kan deel nemen. Maar meer nog door het tijdbeeld, meent Schüss ler. Hij heeft de verbouwing van zijn boerderij een dag op geschort. Verder heeft hij de majoor, een oud commando vriendje, opgetrommeld om nog eenmaal danig het licht op het Ridderschap te laten schijnen. De majoor heeft die dag belangrijke afspraken af gezegd. Het halt en front maken voor een drager van de MWO (ge past eerbetoon voor een held) is er sinds de afschaffing van de groetplicht niet meer bij. Echt verdrietig vindt de over ste het dat slechts zes van de 62 Ridders van de Militaire Willems Orde de kroning van koningin Beatrix mochten bijwonen. Pietje De majoor: „Vandaag de dag moet iedereen Pietje heten. Dan krijg je gewoon dat socrt verdomd vervelende dingen. De groetplicht afgeschaft, dan ga je al. Dan verwatert het. Het oorlogsbeeld weg, dan blijft de zaak ook al niet levendig". Voorlopig blijft de majoor aan het woord. Want het is de be doeling van de ovefste dat een stukje geschiedenis aan het interview vooraf gaat. „De majoor kan verdomd in teressante dingen over de MWO vertellen. Hij weet er veel meer van dan ik", zegt de overste (para, commando en jet-vlieger). De geridderde trekt zich terug achter zijn zonnebril, af en toe een zui nig lachje om de immer toe geknepen mond. De majoor, een uitbundig type, zet in met enig eerbetoon aan de overste. „Hij is de laatste der Mohikanen. Verdomd dapper heeft hij zich gedra gen. Een duidelijke zaak. Geen wikken of wegen. Geen sprake van veel moed en minder beleid, of minder moed en veel beleid. En de trouw is eveneens een van zelfsprekendheid". Dat wikken en wegen, zo legt hij uit, gebeurde voor 1940 door de minister van oorlog. „Dat gaf wel eens pijnlijke si tuaties. Al was de hele mili taire lijn het erover eens dat een knaap het verdiend had, dan nog kon het gebeuren dat hij de MWO niet kreeg. Soms gaf de politieke lijn van de minister de doorslag, een heel ongezonde situatie". Democratisch In 1946 is het kapittel ingesteld. Een democratisch orgaan volgens de majoor. „De Rid ders werden er zelf inge haald, mensen van hoge ze delijke waarde". Het kapittel beslist thans over ja-nee MWO. De orde op zich schat de ma joor ook als democratisch in. Dat heeft te maken met Na poleon, die vond dat elke sol daat in principe de maar schalksstaf in de ransel moest dragen (de MWO is een mengsel van het Franse Le gioen van Eer en van de Oos tenrijkse Maria Theresia Or de). Dat de ordinaire soldaat de MWO kan krijgen is volgens de majoor heel uniek. En de mocratisch. Waar elders in Europa kan dat? Al even uniek is dat het ereteken aan de drager kan worden ontno men. Bijvoorbeeld wegens onoirbare gedragingen De majoor: „Dat kunnen fascis tische uitingen zijn. Of ander extremisme, al zal dat niet gauw in de sfeer van het mar xisme liggen. Een juridische veroordeling, drie jaar gevan genisstraf of meer, is ook vol doende om het ereteken te doen ontnemen". Vroeger lagen die grenzen van betamelijkheid scherper. „Herhaaldelijke dronkenschap bijvoorbeeld heeft in de vori ge eeuw velen het kruis ge kost. In Atjeh zaten toen al die Jannen. Daar was het van dik hout zaagt men planken. Dan gingen ze terug naar Ja va. Vechten met burgers. On tucht ook vaak. Dronken schap. De resident na een flinke slok op de bek slaan. In Engeland heeft dat altijd anders gelegen. Daar hield de grootste boef zijn ereteken. Met het Victoria Cross kon je de galg bestijgen". De overste bekent in een mo ment van onbedachtzaam heid wegens het rijden onder invloed te zijn veroordeeld. Een hoge geldboete, geen ge vangenisstraf. In artikel staat dat de Ridders bij het ontvangen van de de coratie „den navolgenden eed" zullen afleggen: „Ik be loof en zweer mij als een ge trouw en wakker Ridder te zullen gedragen, mijn leven altoos veil te zullen stellen voor Koning en Vaderland en door al mijn vermogen mij steeds trachten waardig te maken de onderscheiding mij door de Koning toege staan". Voorbeelden De majoor geeft enkele voor beelden van 'duidelijk MWO'. Zoals de beide generaals die tegen de wil van Wellington bij Quatrebras voortijdig in de slag gingen. Succesvol desondanks. „Maar als die club uit elkaar was gesla gen..." De majoor kijkt bete kenisvol in het rond. „Dan was het krijgsraad ge weest", zegt de overste. „Precies", zegt de majoor. „Het is Militaire Willems Orde of Krijgsraad", zeggen ze bei den. Alles of niets. dus. Tijdens de eerste politionele ac tie in het voormalige Neder- landsch-Indië heeft de kolo nel Meijer zo de MWO gekre gen. De majoor over de tot held gepromoveerde kolonel: „Hij ging doelbewust over het hooggebergte, omdat op zijn voorgeschreven opmars- route te veel versperringen voorkwamen. Hij nam be wust een risico. Dat is de cal culated risk, erop of eronder. Dat had een catastrofale zaak kunnen worden. Maar het werden moed en beleid en de vanzelfsprekende trouw. De kolonel en zijn mannen ge droegen zich verdomde dap per. Ze wisten hun object snel te bezetten. Veel vijan delijk vuur getrotseerd. Ze delijke moed". Nog een voorbeeld. Korea. De luitenant J. Anemaet. De sol daat Ketting Olivier. De ma joor vertelt: „Ze hebben met een bijeengeraapt peloton de derde tjot genomen. Met alle maal vreemde kerels een heuvel met Chinezen gepakt. De hele meute van vreemde knullen, van koks tot zandha zen (infanteristen) hebben ze weten te organiseren, te moti veren, op te peppen. Die hele hap Chinezen hebben ze eraf weten te gooien. Tegen een hele stoot vuur in". Hemelsblauw In het gesprek in de zonovergo ten tuin mengt zich thans een wat mollige man in een he melsblauw hemd. Hij blijkt een naburige dorpeling die in het huis van zijn moeder een Verzameling Militaire Histo rie heeft. Hij helpt mee met de verbouwing van de boer derij van de overste. Hij hoopt op diens uniform met MWO en vele andere lintjes (vijf Koreaanse dapperheids onderscheidingen. de United Nations Medal, het Ereteken van Orde en Vrede). W. Fre riks. Lemakkersteeg 9. Dalen is vrijwel zeker van die 'oor logsbuit'. Freriks zeg. onder uitgezakt in de zon achter de brandnetelsoep: „Kogels zijn verdomde hard". Harde taal voor een week ogende man. De majoor gaat verder met zijn geschiedkundig relaas. Au- die Murphy, de meest gede coreerde Amerikaanse sol daat uit de Tweede Wereld oorlog. Op voordracht van de president van de Verenigde Staten door het Congres be loond met de Congressional Medal of Honour. Een nog democratischer beoor deling van een heldenmedail- le blijkt dus mogelijk. Wat in de Verenigde Staten kan moet ook in Nederland kun nen Waarom dus niet het laatste woord in deze kwestie aan onze Tweede Kamer ge geven. W. Freriks: „Dat lijkt me niks. De Kamer zou meteen de Mi litaire Willems orde afschaf fen". De majoor grinnikt. De overste lacht zuinigjes. De kindertjes (twee en vier jaar) van de overste komen onbevangen langs. Rotzak Zeer bijzonder is dat men de MWO zelf mag claimcn- .„Want je commandant kan jou een rotzak vinden, terwijl je toch even een mitrailleurs nest hebt opgeruimd", aldus de majoor. Ook dat is demo cratisch. In een democratie is veel moge lijk. Vandaar dat op nog geen 100 meter hoogte een straalja ger even alle communicatie onmogelijk maakt op het prachtige Drentse land De brandnetelsoep dreunt bijna de maag uit Ex-jet-vlieger Schüssler: „Het is hier een laag-vlieggebied De kindo- ren schrokken zich in het be gin het leplazerus" Dan trekken de Ridder en ik ons terug in een opgeknapt deel van de vervallen boerde rij. De overste zit strak en star in een gemakkelijke leren stoel. Een foto in uniform met al die onderscheidingen raad ik hem af. Dat is potsier lijk, een versierde aap. Nu geldt op de plaats rust. het le ger is voortaan voorbij voor de overste. Hij hangt daarop het uniform aan een impo sante. antieke kast Als de fo tograaf het toestel op hem richt probeert hij weg te kij ken met zijn blinde oog; een explosie in Korea heeft het licht daaruit niet volledig weggenomen, dat is later ge beurd door een tennisbal en een klap van zijn zoontje ,Een leuke zaak. in Djokja Soekarno die met de witte vlag naar buiten kwam Dat vond ik wel grappig", vertelt de gedecoreerde Politiek zegt hem mets „Voor mij geldt dat ik mij onvoorwaar del ijk voor het bevoegd ge zag inzet. Later is men poli tiek diverse zaken anders gaan bezien. Dat lees ik dan. verwerk ik dan en leg ik naast me neer". In het voormalig Nedcr- landsch-Indie behoorde hij tot het korps dat overal werd ingezet als er grote proble men waren. Het Korps Spe ciale Troepen (berucht van Westerling). Plakboek De overste geeft me een plak boek. Het bevat een ellenlan ge conduitestaat (staat van dienst). Verder een „Wij Juliana, bij de Gratie Gods. Koningin der Nederlanden. Prinses van Oranje Nassau. dracht van onze minister van oorlog van 17 augustus 1950 hebben goedgevonden en verstaan te benoemen tot Ridder 4e klasse in de Militai re Willems Orde de reserve Eerste Luitenant G J. Schüssler wegens uitsteken de daden van moed.beleid en trouw bij verscheidene acties tegen terroristische benden het telkenmale door hem gegeven voorbeeld van stout moedig en doortastend optre den. dank zij een verras send snelle nadering, een bende van ongeveer 20 man een verlies van 14 doden en wapens toe te brengen en de volgende dag bij Kampong Salak het restant dezer bende op te ruimen op beleid volle en voortvarende wijze het kostbare en onvervang bare archief alsmede het in strumentarium van het Bos wezen op te sporen en weder in handen te krijgen door op 9 maart 1949 bij Kampong Kalianjar cn tenslotte op 30 april 1949 by Kampong Tji- kolol het verzet te breken en de vijand belangrijk verlie zen aan doden en wapens toe te brengen". Verhalen In die dagen staan in de kran ten verhalen over 'mensen met karakter die onze ge meenschap schragen'. Met daarbij een foto van de nog niet door Lockheed bezoe delde prins Bernhard. die de reserve Eerste Luitenant G. J. Schüssler tot Ridder slaat- Daarna Korea. Vrijwillig gaat hy erheen. Uit idealisme te gen het communisme. Schüssler: „Ik wilde ook zien of ik inderdaad recht had op die MWO Ik wilde me zelf te genkomen in andere omstan digheden Ik wilde me vrij willig blootstellen aan ander gevaar, aan andere risico's. Indie was een sluipmoord- oorlog. Korea was een regu liere oorlog. Altijd moet je een brok zakelijkheid kun nen opbrengen als militair. Emoties uitschakelen. De za ken op een rijtje zetten. Je aanpassen aan wisselende omstandigheden. En daarbij vooral aan de troep denken waarvoor je verantwoordelijk bent. Aanvoelen wat je wel en niet kan Weten waar suc cessen te behalen zyn. Een soort van veine (zoek maar op in de grote Van Dale) heb ik altijd gehad. Dat was meege- Nogmaals, blik zeer naar bin nen gekeerd: „Wikken en we gen. afbakenen, je grenzen bepalen Stress wegstrijken, emoties uitschakelen". Carnaval Zyn veel jongere tweede vrouw (ontmoet tijdens carnaval in het zuiden) reageert op 'emo ties'. „Jij verbergt die emo ties. maar je hebt ze wel", zegt ze. De overste Schüssler: „En jij gooit ze op tafel" Schüssler „Ik heb nooit willen worden wat ik ben. Ik wilde nooit de hoogste rang. de hoogste onderscheiding ha lÉn ik bi n (ten Sin ba Eb ken iemand die zei in Indie wil ik generaal worden en de MWO halen. Generaal is hij geworden, maar de MWO heeft hy niet gekregen' „Ik kom uit Nykerk. zeer ge zagsgetrouw. orthodox gelo vig Zeer ge re formeert!, nu niet meer. Mijn zoon uit het eerste huwelijk is dominee Als streng calvinist leer je meester te blyven over je zelf, je zelf weg te cijferen, jc hele maal in dienst te stellen van- „Toch wilde ik altijd wat an ders. Krijgsgevangenschap heb ik nooit meegemaakt. Dat voel ik als een gemis. Hoe zou ik dan zijn geweest? Had ik weerstand kunnen bieden aan hersenspoeling? En aai kQhUii|T Hm win ik dan geweest?" „Ik functioneer het best als al les op me af komt ik ben het best in situaties waarin ande ren er onder door gaan. stress oplopen. gewond raken, dood gaan Een koude kikker* Een ijzer vreter7 „Ik kan koel vooruit kijken. Ik zie het eindresultaat lang van tevoren. Ik ben visueel inge steld Ik ben geen strateeg die een kaart nodig heeft „De vijand haat ik niet Er is geen sprake van rancune De vijand heb je nodig als be roepsmilitair Zonder vijand ben je niets". Omstandigheden „En held7 Ik weet het niet Een lafaard? Ik weet het evenmin. Er kunnen zich zoveel om standigheden voordoen. Mensen zyn zo verschillend, zelfs van uur tot uur Ik oor deel niet Ik weet alleen dat alles bctrekkelyk is. De dood hoort by je beroep, net als ge wond raken". „Je moet loyaal zijn, conse quent als beroepsmilitair. Als je tegen kernwapens bent moet jc uit de dienst gaan. Er uit stappen zou je moedig kunnen noemen". Terug in de tuin ontspint zich een gesprek rond het pro gramma van Marcel van Dam 'De achterkant van het gelijk' over beroepsmilitairen. Mo gen militairen martelen als daardoor een aantal eigen mensen kan worden gered7 Er wordt gegrinnikt. Me% rouw Schüssler, opeens fel: „Oorlog is onmenselyk. Hoe kan je ooit menselyke re gels aan n oorlog stellen"? En over kernbewapening zegt ze: „Er is zedelijke moed voor DOSC "rr> n|t'1 °P de knop te drukken" Fotograaf Michael Kooren krijgt de lachers op zyn hand .i! t.ü ut „Wie met drukt krygt postuum de Militaire Willems Orde". Natuur Even later, in de zonder kunst grepen bewerkte tuin. zegt de jonge mevrouw Schüssler van jongs af aan eerbied voor de natuur te zyn bygcbracht Destructie is haar vreemd. Ze vindt dat directeuren van mi- lieuverpestende bedrijven er uit moeten stappen als ze als mens nog willen meetellen. Die consequentie moet tot en met de chauffeurs van met giftige stoffen geladen auto's w orden doorgetrokken. „Wilt u de constructieve afde ling zien", vraagt ze. Me vrouw Schüssler. afgestu deerd aan de Stadsacadcmie in Maastncht maakt wand kleden.Wat ze laat zien lykt op een enorme tulpenbol Veel somber paars, opgesloten in het binnenste van de bol. „Dat is myn man", zegt Schüssler verzorgt intussen een rondleiding op de boer dcry „Ik weet precies hoe al les er straks na de verbou wing uitziet Ik heb geen te kening nodig Ik werk weer als cli- strateeg zonder papier" In het bedje in de kinderkamer ligt een afgekloven teddy beer Er boven hangt een kruisbeeld De dag wordt besloten met een bezoek aan de verzameling van de heer Freriks. Ze staat in een zykamertje van moe ders woning 'Krek Wak Woe'. Moeder, in bloometjcssehort. schuift gedienstig het vjiegengordyn opzij We zien onder andere een Gele Ry der anno 1892. een gem-raals- pet van prins Bernhard. het uniform van generaal Van Ardenne. drie maal het Vhegerskruis Op het ten toongestelde Unifil-untform prijkt het naamplaatje van de verzamelaar „Straks heb ik ook het uniform met MWO van de overste", zegt Freriks glimmend „Dan wel eerst netjes helpen de boerdery op te knappen De overste lacht, een beetje minder krap nu Door gebrek aan oorlog kunnen Nederlandse militairen weinig dap perheidsonderscheidingen behalen. De laatste militair met de Mili taire Willems Orde verlaat 1 mei de actieve dienst. Verslaggever Pieter van de Vliet sprak met luitenant-kolonel G.J. Schüssler. Overste G.J. Schüssler

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1981 | | pagina 21