Hoe erg was 't in de jaren dertig? Beursweek Het gaatje ZATERDAG 21 MAART 1981 Het incident deed zich voor in het Breda van 1931. Autopeds, dat wa ren in het verkeer ge vaarlijke dingen, zo iets al skateboards een tijd je terug. Het Bredase stadsbestuur besloot dan ook: weg er mee. Een golf van veront waardiging ging door Nederland. Het speel goed was immers voor 95% een nationaal pro- dukt. Een verbod bete kende nog meer werk lozen. Breda haalde bakzeil. Nederland in 1931. Twee jaar na de beruchte ineenstorting van de koersen van aandelen op de New Yorkse effecten beurs in Wall Street staan hier op een beroepsbevol king van 3,2 miljoen, 246.000 mannen en vrouwen als werkloos ingeschreven. Hoe wel de crisis zich in Neder land later manifesteert dan in de Verenigde Staten, West- Duitsland en Engeland, is er in dat jaar al geen houden In 1929 was Nederland met maar 18.000 werklozen nog volop aan de slag. maar een jaar later begon de malaise zich af te tekenen met meer dan honderdduizend werklo zen. En dat aantal zou blijven toenemen, totdat in 1936 het dramatische hoogtepunt werd bereikt van 466.000 mensen zonder baan en 4.118 uitgesproken faillisementen. Een hoogtepunt dat zich hier veel later aandiende, dan el ders in de wereld en dat gege ven heeft de tongen tot op de dag van vandaag beziggehou den. Waarom was Nederland onder minister-president Co- lijn niet in staat om het tij eer der ten goede te keren? Stempel De naam is gevallen. Hendrik Colijn. de ex-KNIL'er, die als anti-revolutionair met vier kabinetten een onuitwisbaar stempel drukte op de jaren dertig, en die de crisis tracht te te bezweren met zijn legen darische "aanpassingspoli tiek". Kan het toeval zijn dat Nederland, zowel toen als nu, geleid werd door een premier voor wie economie in elk ge val vóór de ambtsaanvaar ding een gesloten boek was? Of belangrijker: was dat toen en is dat nu een bezwaar? Toen was het dat zeker. De schare van adviseurs, waar van elk kabinet zich tegen woordig kan bedienen, was in die tijd bescheiden van aard. De economische weten schap stond bovendien nog in de kinderschoenen. De overheidshuishouding was destijds wel een stuk over zichtelijker. Van een tekort, zoals nu, was aan het eind van de jaren twintig geen sprake. De gulden was hard, met de handel liep alles best, de tering werd naar de nering gezet, en standsverschil, daar was men het over eens, dat moest er wezen. Maar de door de Volkenbond georganiseerde ontwape ningsconferentie werd over schaduwd door het opruk kende nazisme in Duitsland, de economische wereldcon ferentie mislukte, de dollar- prijs was niet langer gekop peld aan die van het goud, Engeland devalueerde het pond en dat alles droeg bij tot een groeiend pessimisme en tot een prijspeil dat in de ver ste verte niet als concurre rend kon gelden. Colijn, weliswaar onder de in druk van de problemen, hield vast aan een stevige gulden en aan zijn uitgangspunt dat de overheid zich niet met de gang van zaken in het be drijfsleven moest bemoeien. Het bedrijfsleven trok daar uit zelf zijn consequenties: prijzen moesten omlaag om zo te pogen de consumptie aan te wakkeren en weer groei te bereiken. Om die re den moesten de (loon) kosten gedrukt. Het gemiddelde in komen daalde de eerste vijf jaar met een dikke veertig procent. De beoogde toena me van de consumptie bleef daardoor uit en dat maakte de cirkel hopeloos rond. De maatregelen leverden niets anders op dan een fenomeen dat we ook tegenwoordig maar al te goed kennen: stag natie. Samenwerking Belangrijk kenmerk van de ja ren dertig was dat elk land de crisis op eigen wijze probeer de te bestrijden. Samenwer king was niet aan de orde. De beschermende maatregelen van het ene land leidden au tomatisch tot meer narigheid bij de buurman. Toch vierde het protectionisme in die da gen hoogtij. En ook Colijn kon er niet om heen: over- heidsteun voor bedrijven mocht niet langer achterwe ge blijven. Landbouw en scheepvaart kregen die; tege lijkertijd werden instrumen ten ontwikkeld om in te grij pen in bijvoorbeeld tarieven. De schatkist raakte leeg door tegenvallende belastingop brengsten aan de ene kant en groeiende kosten van steun maatregelen aan de andere kant. Het evenwicht werd ge handhaafd door drastische bezuinigingen op overheids- salarissen. Een samenhandgend beleid om de crisis te bestrijden bleef uit. De gulden werd kunst matig op waarde gehouden, zelfs nadat België tot devalu- tie was overgegaan en Rotter dam zijn positie verloor aan de haven van Antwerpen. Het is die politiek van Colijn die later door economen fel is gekritiseerd. Zoals gezegd: de crisis werkte in Nederland aanvankelijk vertraagd door, maar heeft zich uiteindelijk veel heftiger gemanifesteerd dan elders. Vanaf 1931 lag het niveau van de werkloosheid in Neder land ver boven dat van de rest van de wereld. Wat later is een soortgelijke tendens waar te nemen in de cijfers van de industriële produktie. Door Ton van Brussel Opleving Niet alleen economen, maar ook veel latere politci zien dat als de prijs van het dog matische beleid van Colijn. Pas nadat Zwitserland in sep tember '36 had besloten de gouden standaard los te la ten, koos ook Nederland voor een "zwevende" gulden. Di rect gevolg was de daling van de goudwaarde met eenvijf de. De Amsterdamse effec tenbeurs raakte voor het eerst sinds jaren weer vrolijk gestemd, de prijzen konden wat stijgen, er werd weer ge handeld, kortom het besluit betekende een belangrijke impuls voor de economie. In andere landen, die veel eer der het goud los lieten, was een soortgelijke opleving waar te nemen geweest. Een bijdrage tot verbetering le verden ook opdrachten aan de Nederlandse industrie op het gebied van defensie en de Met de verkiezingen voor deur, verkopen Haagse politici als Van Agt, Wiegel en Van der Stee onder de vlag van het schrik beeld van de jaren dertig de ene extra bezuiniging na de ande re. Nederland zit economisch in een diep dal. Werknemers zijn zich daar te weinig van bewust, blijven meer loon eisen en blijven meer consumeren. Dat kan niet meer, zo redeneren de bewindslieden. De koek is op. Een vergelijking met vijftig jaar geleden wordt niet geschuwd om de ernst van de situatie duidelijk te maken. Is daar reden toe? Zijn we er werkelijk net zo beroerd aan toe als toen? Wat zijn eigenlijk de overeenkomsten met nu en wat de verschillen. Om kort te gaan: hoe erg was het in de jaren dertig? de jaren dertig, zo houden economen ons voor, was in wezen van tijdelijke aard, die van vandaag is dat niet. Toen liepen de inkomens achteruit en daalden de prijzen. Zowel werknemers als werkgevers hadden minder te verteren en dat gold tevens voor de over heid. Nederland kon zich niets permiteren. Koopkracht Automatisering, het optreden van nieuwe producenten op de wereldmarkt, gestegen energieprijzen en een groei van de consumptie van voor een deel in het buitenland ge produceerde goederen bepa len nu het beeld. De overheid is er als hoeder van een stel sel van sociale voorzieningen dat in de jaren dertig ten ene male ontbrak. Dat kost geld, maar sociale wetgeving bete kent meer dan het verminde ren van de straf van een werkloze of arbeidsonge schikte. Ook het bedrijfsle ven is gebaat bij een gegaran deerde consumptie en dus bij het instandhouden van een bepaalde mate van koop kracht voor iedereen. Dat is een les die de jaren dertig hebben geleerd. De ineen storting van de New Yorkse beurs kon niet uitblijven, zo valt achteraf te constateren. Amerika en ook het Westen leefden in de wolken. Er was destijds de op niets gebaseer de gedachte dat door de in dustriële revolutie alles mo gelijk was. Een enorme pro duktie aan de ene kant, een werkende bevolking die wei nig verdiende en dus weinig kon kopen, aan de andere. De bom moest wel barsten. De crisis van nu is voor een deel de prijs die betaald moet worden voor gewijzigde in komensverhoudingen. Maar zeker ook het gevolg van een door de deelname van vrou wen aan het arbeidsproces gegroeide beroepsbevolking, voor een democratischer sa menleving, en voor een maat schappij die met wat meer zorg om springt met schaarse goederen als natuur en mi lieu. Samenwerking in plaats van protectionisme, loonmati ging voor behoud van inko men voor iedereen en een be grensde beperking van de overheidsuitgaven, dat kun nen, terugblikkend op de ja ren dertig, hulpmiddelen zijn om er bovenop te komen. Maar een louter aansturen op herstel van economische groei brengt in de samenle ving van de jaren tachtig geen uitkomst meer. Van Agt, Wiegel, Van der Stee, ze roepen ten onrechte het schrikbeeld van de jaren der tig in de herinnering terug. Zelfs degenen die alleen naar de cijfers kijken, moeten con stateren dat de werkloosheid van toen nog altijd groter is dan nu. Literatuur en bronnen: Keesings Historisch Archief (div. jaargangen) Leidsch Dagblad (div. jaargan gen) CBS-tachtig jaren statistiek in tijdreeksen (1899-1979) "De magere jaren" - drs. J. Buishuizen en E. Werkman "De krach van '29"- J.K. Gal- braith "Inzicht en Uitzicht"- drs. J.M. den Uyl uitvoering van veel openbare werken. In een jaar tijd daal de in 1939 de werkloosheid van 311.000 tot 196.000. Voor naamste prijs die Colijn daar voor moest betalen was een tekort op de overheidsbegro ting. Vergelijken Hoge werkloosheid, begro tingstekorten, verlaging van de loonkosten, groei van het aantal faillisementen, de roep om protectionistische maat regelen. Zo op het oog lijkt de crisis van vandaag een herha ling van die in de jaren dertig. Toch is dat maar schijn. De wereld van vandaag is een to taal andere dan die van toen. Machtsverhoudingen hebben zich gewijzigd. Binnen het blok van geïndustrialiseerde landen is zowel sprake van een verschil in aanpak (ver gelijk Amerika met Japan), als van een vergaande samen werking op handels- en mo netair gebied. Een nieuw machtsblok, dat van de olie producerende landen, heeft zich aangediend. De Derde Wereld heeft zich als pro bleemgebied gemanifes teerd. We kennen samenwer kingsverbanden als de Euro pese Gemeenschap, het Eu ropees Monetair Stelsel, de Organisatie voor Economi sche Samenwerking en Ont wikkeling en het Internatio naal Energie Agentschap. Er bestaat kortom meer dan toen in de Westerse wereld een neiging tot een samen hangend beleid, tot een geza- melijk aanpak. Maar los van al die veranderin gen, staat het gegeven dat de oorzaak van de crisis toen, een heel andere was dan die van nu. De werkloosheid van In zijn fascinerende boek "De krach van '29" zegt de Ameri kaanse econoom John Ken neth Galbraith dat in sommi ge jaartallen het drama van een hele generatic besloten ligt: 1789. 1914, 1940. Zij fungeren als ankers in het gedachteleven; de schokken in die jaren opgedaan blijven een heel mensenleven voel baar. ja soms nog ver daarna. Voor Amerika is 1929 zo n jaar tal, dat nog steeds schrik en onsteltenis teweegbrengt. In de herfst van 1929 stortte de beurs v an New York in elkaar en dat leidde na verloop van tijd tot ontwrichting van vrij wel de gehele wereldecono mie, Vele jaren lang relateer den de Amerikanen alles aan '29. Men studeerde voor '29, trouwde er na of was zelfs nog niet geboren in dat jaar. "Dat laatste", schrijft Galbraith met frivole boosaardigheid, "om volmaakte onschuld aan te duiden" In Nederland zegt het jaar 1929 wat minder, omdat wij toen van een crisis nog weinig merkten. De narigheid had tijd nodig om de grote plas over te steken. Vandaar dat de ellende die de Amerika nen vertaald zien in het jaar tal 1929 bij ons ligt opge hoopt in de term "de jaren dertig". Misère, enorme werkloosheid, armoede, uit zichtloosheid, constante on zekerheid, doffe berusting; ze zitten in die paar woordjes opgesloten. In dc jaren 1931-1936 liep de werkloosheid in Nederland op van 200.000 tot 415.000 op een bevolking van zo'n acht miljoen. Leiden had een werklozenpercentage van 6 (een procent boven het lande lijk gemiddelde). Alphen zat op 4'/2. Katwijk op ruim 3 en Sassenheim op ruim 5. Volgens onderzoekingen van de gemeente Amsterdam gaf een werklozengezin per weck gemiddeld ruim negentien gulden uit, tegenover een ge zin van een werkende arbei der gemiddeld ruim 35 gul den. Die bedragen moeten wel even in het licht van de tijd worden gezien: een ons thee kostte 28 cent, een pond bruine bonen 8 ct, een pond biefstuk 60 ct, een pond ge hakt 30 ct, een ons ham 26 ct, een regenmantel f 2, een kin derjurkje 80 ct, een paar da meskousen 28 ct en buste houders waren er al voor 15 ct. Van die negentien gulden in het werklozengezin ging drie kwart op aan huur en voedsel (brood, erwten, bonen, aard appelen, in zeer geringe mate vlees en vis, nauwelijks koek, beschuit en fruit). Kleding en schoeisel hingen er maar zo'n beetje bij. Voor woningin richting was een kwartje be schikbaar (in het gezin van een werkende arbeider f 1.25), voor tram, bus en trein nog geen dubbeltje (bij een werkende arbeider ruim 70 cent) en voor ontspanning 8 ct (werkende arbeider 95 ct). Ook al telde elke cent in die da gen, het is duidelijk dat het bestaan van een werkloze werd teruggebracht tot een schraalheid, waarin elke le vensvreugde wel moest do- Toch zitten er in de reeks neer slachtige cijfers van het Am sterdamse onderzoek ook hoogst merkwaardige din getjes. Zo bleven de huwelij ken die goed waren ook in de periode van werkloosheid dooreengenomen goed. on danks de ellende, de spannin gen en de schaamte. Ook de relatie ouders-kinderen leed er in veruit de meeste geval len niet onder. De opoffe ringsgezindheid van de ou ders nam vaak ontroerende proporties aan. Wie rapporten en geschriften uit die tijd leest krijgt de in druk dat armoede, hoe heftig die ook drukte op de werklo zengezinnen, toch niet het al lerergste werd gevonden. Als veel bitterder ervoer men de uiterlijke tekenen ervan. Schoolkinderen konden (al thans in Amsterdam) gratis schoolkleding krijgen, maar daar maakten de ouders al leen in het uiterste geval ge bruik van. Kinderen met die kleding werden er op straat om uitgejouwd. Als pijnlijk en vernederend beschouw den de werklozen de over heidscontrole, het stempelen. Je moest er niet zelden voor in de rij staan en het brand merkte je. Het leidde er in sommige gevallen toe dat men de omgang met vrien den staakte en zo in een isole ment terecht kwam. En dan was daar het fiets- plaatje, het teken dat men rij wielbelasting had betaald. Werklozen konden het fiets- plaatje gratis krijgen, maar dan werd er wel voor hen een gat in gemaakt. En aldus werd voor de buitenwereld zichtbaar gemaakt dat hier een paria zich op twee wielen verplaatste. Dat fictsplaatje- met-gat is één van de raarste uitvindingen in die tgd ge weest. Op het geheel van de gebeurtenissen in dc jaren dertig is het eigenlijk niets, een detail. Maar details, hoe klein ook, maken soms meer duidelijk dan de grofste maatregel. Dat fietsplaatje- met-gat is voor mij altijd het beste bewijs geweest met wat voor kille afstandelijkheid de overheid de werkloze be keek. Ik weet niet wie op het idee van dat gat is gekomen Het inte resseert me ook niet Als-ie maar langdurig brandt in de RUUD PAAUW AMSTERDAM - Ook deze week werkte de zich alom ma nifesterende rentedaling po sitief op de koersontwikke ling van de effectenbeurzen De stijging werd echter door tegenvallend bedrijfsnieuws geremd. Voor Wall Street was dat algemeen economisch nieuws en voor Amsterdam direct bedrijfsnieuws waar de beurs met voor belangrijke ondernemingen forse winst dalingen over 1980 werd ge confronteerd. Alom renteda lingen dus. In de Verenigde Staten brach ten vrijwel alle belangrijke banken hun rentetarieven op 17,5 procent, terwijl een grote bank al naar 17 procent terug liep. Eigenlijk is deze dalings beweging enigszins merk waardig, omdat in de maart- maand de rente in Amerika meestal oploopt. Dit door het weer in volle bedrijvigheid komen van door de winter tot stilstand gebrachte belangrij ke bedrijfstakken, als de land en woningbouw. Dit ontdooiingsproces kost aan vankelijk veel bedrijfskre- diet. wat leidt tot hogere geld marktrente. Maar het nu ach terwege blijven van dit ver schijnsel zou erop kunnen wijzen dat de recessie achter de schermen weer verder is doorgevreten dan zo op het eerste gezicht lijkt. Ook de voor het eerst na zeven maan den dalende industriële pro duktie in februari in de Ver enigde Staten zou hierop kun nen wijzen. Dat laatste tem perde in elk geval duidelijk deze week Wall Street's en thousiasme over de dalende bankrente. Want na maandag voor de twee de maal dit jaar boven de 1000 te zijn doorgestoten, liet de beurs direct daarop meer dan 10 punten vallen. Daarna bleef het modderen. Op 6 ja nuari werd de 1000 ook even doorbroken, maar daarna viel de Dow Jones-index terug tot 930 medio februari. Nadien heeft zich derhalve een krach tig herstel waargemaakt. Gro tendeels als gevolg van teke nen die op een ontspanning op de rentemarkt wezen. Ook elders in de wereld werd dit sein verstaan. De centrale bank in Japan verlaagde deze week het disconto met een vol proeent. In Engeland werd er vorige week 2 procent van het niveau afgenomen en de eveneens vorige week op on ze beurs geplaatste 12 procen t-staatslening werd een gran dioos succes. Deze week liep de lening gestadig omhoog tot rond 103,5 procent, terwijl de emissiekoers vorige weck nog 101,2 procent had bedra gen. De eveneens op 12 procent ge stelde lening van de ABN, die deze week de inschrijving te gen 99 procent sloot, bleek hierdoor te royaal in de markt te liggen. Niettegestaande de bank vlak voor de inschrij ving zou sluiten, en het ge vraagde bedrag nog met 50 miljoen tot 150 miljoen gul den had verhoogd, bleek de belangstelling zo overstel pend dat als eerste officiële koers een notering van 101,5 procent te voorschijn tra- d. Overeenkomstig deze ontwik keling bleef de obligatie- markt deze week in Amster dam overwegend vast tot zelfs zeer vast gestemd met een aantal dagen achter el kaar gemiddeld een half pro cent hogere noteringen. De hypotheekbanken zagen hier door hun kans schoon de af- gifteprijzen voor de 12 pro- cent-pandb rieven te verho gen. Deze werden, afhanke- door C. Wagenaar lijk van de looptijden, op 100,5 procent tot 101 procent gebracht. Precies als in Wall Street rea geerde ook in Amsterdam de aandelenbeurs in eerste in stantie positief op de renteda ling. Er kwam meer belang stelling opdagen en vele fond sen boekten lichte koersstij gingen. Maar deze tendens werd afgezwakt door een aan tal teleurstellingen over in 1980 verkregen bedrijfsresul taten. Nu het dividend- en jaarversla- genscizoen is gestart, begint een gestadige stroom van be drijfsnieuws op gang te ko men, die zich over enige we ken tot een ware lawine zal ontwikkelen. Meer dan in an derejaren blijken ditmaal vrij wat winstcijfers lager uit te vallen. Dat wijst duidelijk op de economische verslechte ring die zich in 1980 heeft voorgedaan. Zo zagen in hun bedrijfstak be langrijke ondernemingen als de Koninklijke Beheer Btyëll korf en de Westland-Utrecht Hypotheekbank de winst vo rig jaar halveren, waardooi men gedwongen is nu flink la gere dividenden ter beschik king te stellen. De aannemer BAM boekte vo rig jaar door een groot aantal onverkochte nieuwbouwhui zen zelfs een zwaar verlies en zal het dividend moeten pas seren. Philips boekte 40 pro cent minder winst. Ook Dcli Maatschappij heeft aanzien lijk minder verdiend. Zelfs de winst van het verzeke ringsconcern Amfas viel niet mee en per aandeel moest voor het eerst sinds een flink aantal jaren een stap terug worden gezet Gelukkig was het merendeel van deze te genvallers al in dc beurskoer sen verdisconteerd, maar dc BAM moest er toch zo'n f 10 door terug en Westland- Utrecht een kleine f 5. Deli Maatschappij werd daarente gen f 12 hoger, omdat on danks de fikse winstdaling het dividend ongewijzigd zal blijven. Tegenover deze forse winstda lingen van vooraanstaande ondernemingen stelde zich deze week echter ook het op merkelijke verschijnsel dat kleinere, meer gespecialisecr de bedrijven vorig jaar juist aanzienlijk beter hebben ge werkt. Zo boekten het inge nieursbureau Twijnstra en Gudde en de enige jaren gele den volkomen aan dc grond zittende goud- en zilversmid Gero in 1980 forse winststij gingen en ook Econosto be haalde belangrijk meer winst Deze berichten werden dooi krachtige koersstijgingcr beantwoord. Hoewel regelmatig winstne mingen optraden, konder verder Océ-Van der Grinten ACF, Centrale Suiker, Hout handel Pont en ABN toch zo'n f5 verbeteren KLN sprong zelfs van f 85 tot bover de f 100 Daarentegen moes ten aandelen Koninklijke Pe troleum f 5 terug, evenals No rit.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1981 | | pagina 23