"Jongeren
moeilijk
aan de
slag te
Breien eigen plaats onder creatieve hobby's
ffdkwassKï:
ANK NEUMANN VAN KNIP:
k Ank Neumann (tweede van rechts) bekijkt met een deel van haar team de stoffen voor de nieuwe collectie.
LEIDEN
MODESTAD
5^5 21 -28 MAART £v£si
O'rc
Zelf kleding maken, ruim drie miljoen vrouwen
en misschien ook enkele mannen, houden zich
daarmee bezig. Zij kopen geregeld breiboeken,
zelfmaakmode-tijdschriften en patronen. Kie
zen ze een beetje verstandig dan hangt de
nieuwste mode al in hun kast voordat de win
kels die in de rekken hebben.
Wat er allemaal komt kijken om die "doe-het-
zelvers" modieus bij de tijd te houden vertellen
Ank Neumann van Knip en José Rechtel, die
bij Neveda nauw is betrokken bij het samen
stellen van breiboeken, op deze pagina.
AMSTERDAM - Als de
confectieshows in Parijs
beginnen moeten de zelf-
maakmodebladen - en dan
hebben we het over naai
en - hun modellen voor
dat seizoen al praktisch
rond hebben. De samen
stellers van die bladen lo
pen dus rond met dezelfde
vraag als de fabrikanten:
Wat zal de consument dit
seizoen leuk vinden?.
Goed, je kunt die consument aar
dig in een bepaalde richting stu
ren maar 100% zekerheid heb je
nooit.
Denk maar eens aan de eerste keer
dat de midi-mode werd gelan
ceerd. De verwachtingen waren
toen hooggespannen maar de
consument was er nog niet aan
toe. Een paar seizoenen later
ging die kuitlange rok er in als
koek.
"Parijs", zegt Ank Neumann van
Nederlands grootste zelfmaak-
modè-blad Knip (350.000 oplage),
en dan bedoelt ze de beurs in
Port de Versailles, "is voor ons
alleen maar een controle of we
het goed hebben gedaan. Men
sen zeggen wel eens dat we de
confectie zo goed volgen maar
als we in Parijs zijn ligt onze pa-
tronencollectie voor dat seizoen
al bijna helemaal vast. We kun
nen een pagina reserveren om
met echte modieuze uitschieters,
trends die van de ene op de ande
re dag razend populair worden,
te komen maar de produktie van
een Knip-nummer vergt toch
gauw een maand of zes, zeven.
Op dit moment zijn we bezig met
het september-nummer: winter
mode dus".
Het zeventien vrouw sterke redac
tieteam is nu druk bezig met het
uitzoeken van stoffen, modellen
en accessoires voor dat nummer.
Een hele klus, vooral die acces
soires, maar juist aan die randin-
formatie is heel veel behoefte, zo
blijkt uit een enquête die Knip
een tijdje terug onder de lezeres
sen hield.
Ank Neumann: "Mensen vragen
informatie over de meeste uit
eenlopende zaken op modege
bied: stoffen, kleuren, fournitu
ren, accessoires en make-up. We
hebben daarom tegenwoordig
ook een plaatsje ingeruimd voor
dié zaken. We willen graag een zo
breed mogelijk publiek bedie-
Grote maten
Dat brede publiek strekt zich uit
van kinder- en herenkleding, een
modieus maatje zesendertig tot
een klassieke vijftig. Maar ook
die grotere maten, zeg maar van
af maat vierenveertig willen wei
eens iets anders. Op die mooi af-
kledende prinsesselijn raken ze
uit gekeken. Net als in de brei
boeken vind je daarom tegen
woordig ook wat forsere model
len in pakjes met een klein cein
tuurtje; een aardig broekpak enz.
De fotomodellen zijn niet meer
super-dunne jonge vrouwen,
maar een doorsnee maat twee- of
vierenveertig, want zo blijkt uit
de bestellingen bij de patronen-
service, hebben die doe-het-zelf-
sters zo'n groot model eenmaal
op een plaatje gezien dan durven
ze het wel te maken.
"Veel zelfmaaksters, "zegt Ank
Neumann, "zijn ongelooflijk pa-
troongetrouw. Ze maken een
model precies na, liefst nog in
dezelfde stof en kleur. Soms gaat
dat héél ver. Er was eens een me
vrouw die aan ons vroeg een pa
troon voor een stippeltjes-jurk te
plaatsen..."
Eigen smaak
Op de vraag of het niet moeilijk is
je eigen smaak niet de boven
toon te laten voeren schudt Ank
Neumann lachend het hoofd.
"Nee hoor. Het is voor ons juist een
uitdaging voor al die verschillen
de groepen iets te brengen waar
we zelf achter staan."
Belangrijk naast het laten zien van
basispatronen is ook het ideeën
aandragen hoe met een kleine
verandering, een andere stof of
een pantailon een klassiek model
omgetoverd kan worden tot een
modieus geheel, waarin bijvoor
beeld de zestienjarige dochter
zich ook heel lekker voelt.
De redactrices van zelfmaakmode-
bladen gaan zeker niet alleen af
op hun informatie verkregen
door het bezoeken van beurzen,
het lezen van vaktijdschriften en
het napluizen van publicaties
van modecentra. Ze houden het
straatbeeld, de kennissenkring
en enquêtes goed in de gaten.
Soms geven ze toe aan hun eigen
intuïtie.
Ank Neumann: "Kijk, op een gege
ven moment waren we allemaal
met gele kleuren in de weer bij
het uitzoeken van stoffen voor de
nieuwe collectie. Nou, daar moet
je dan gewoon aan toegeven. Als
wij met z'n allen er mee bezig
zijn, zal het best een kleur zijn
die op dat ogenblik aanspreekt."
Een koffer vol accessoires om
een goed totaal-beeld te kunnen
laten zien.
Je hebt het nu over stoffen maar zijn de
materialen die jullie gebruiken nu ook
in de winkels te koop?
Ank: "Het overgrote deel tegen
woordig gelukkig wel. We
werken veel samen met Neder
landse inkoopcombinaties en
stoffenagenten. Daarmee maken
we vaste afspraken. Dat kost ont
zettend veel tijd maar ik geloof
dat de zelfmaakster daar toch het
beste mee is gediend. Omdat we
nu goede contacten in de stoffen-
branche hebben, kunnen we ook
eens een apart dessin of een bij
zondere stof verwerken. Inko
pers zijn best bereid om als wij
een patroon in een bepaalde stof
publiceren, die in te kopen ook al
waren ze dat in eerste instantie
niet van plan. Er ontstaat zo een
wisselwerking tussen ons en de
stoffenleveranciers. Soms ko
men wij met een dessin of stof
die we graag willen gebruiken
maar het is ook weieens ander
som."
Onderwijs
De uitspraak dat zelfmaken een he
le tijd uit de gratie is geweest wil
Ank Neumann met haar tien jaar
Knip-ervaring niet doen.
"Voor zelfmaken is altijd belang
stelling geweest. Wél is het wat
moeilijker de jongeren aan de
gang te krijgen. De grootste
groep zelfmaaksters is de catego
rie dertigers. Vrouwen met kin
deren die niet buitenshuis
werken en af en toe een uurtje
achter de naaimachine kunnen
kruipen. De jongeren willen wel
maar hen ontbreekt het aan de
basis-informatie om er mee te
durven beginnen."
Daarbij speelt volgens Ank Neu
mann het onderwijs een belang
rijke rol. "Vroeger leerde je dik
wijls al op de lagere school met
een naaimachine omgaan. Naai
en en breien waren dé handvaar
digheidsvakken. Tegenwoordig
zijn er zoveel andere leuke vor
men van handvaardigheid dat de
naaldvakken een beetje in de
verdrukking zijn gekomen."
Dat er wel degelijk belangstelling
voor die naaldvakken is bewij
zen de lange wachtlijsten voor
naai- en knipcursussen van Mar
griet en Knip. Deze bladen heb
ben er zelfs toe moeten overgaan
een limiet te stellen. Dat wil zeg
gen meer dan twee cursussen
mag je niet volgen. In die twee
edities moet iedereen zich de be
ginselen van het naaien hebben
eigengemaakt.
Je wordt dan geacht een eenvou
dig patroon te kunnen namaken.
En de animo voor die cursussen
komt echt niet alleen van de
groep dertigers daaronder zijn
ook heel wat jongeren.
''Kleding maken is toch zeker
leuk", verdedigt Ank Neumann
haar, zoals ze het zelf noemt
"winkeltje". "Toen ik op de mid
delbare school zat maakte ik al
mijn kleding zelf. Gewoon om
dat ik iets anders wilde dan in de
winkels te koop was. Bovendien
vond ik het een sport de markt af
te struinen op zoek naar goed
kope lapjes. Ik was dolblij toen
ik naar de mode-academie ging
en daar patroontekenen leerde.
Toen ging het pas echt goed."
Eenvoudig
Omdat ze er van overtuigd is dat er
onder de zestien en zeventien-ja
rigen van tegenwoordig ook heel
wat zijn die zelf de handen uit de
mouwen willen steken, komt.
haar blad - net als veel andere
zelfmaakbladen trouwens - in
elk nummer met ten minste een
heel eenvoudig patroon. Daarbij
hoef je bij wijze van spreken al
leen maar met de naaimachine te
kunnen omgaan en het goede
eind van de schaar te weten. Het
zijn ruime blouses, rimpelrok
ken, slobbeijassen met wijde
mouwen, modellen waarin het
niet in de eerste plaats gaat om
een naad zus of een mouwinzet
zo, het is het totaal silhouet dat
telt.
De mode van nu speelt daarbij de
zelfmaakmodebladen aardig in
de kaart. Er is geen speciale lijn
zoals een jaar of tien geleden.
Er zijn wat grove contouren en als
je die een beetje aanhoudt loopje
nooit voor schut.
Naast die eenvoudige patronen,
die bij de enquête hoog scoor
den, was er toch ook vraag naar
wat moeilijker werk: jurken met
een overslag, romantische stro
ken en een beetje glamour.
Ank Neumann: "Ik weet niet of ze
het echt maken, je ziet er op
straat weinig van terug maar ze
vinden het wel leuk.
Ook herenkleding staat op het ver
langlijstje van de zelfmaaksters.
Knip is er daarom voorzichtig
mee begonnen: een model per
maand want herenkleding vraagt
echte vaardigheid, een patalon
met alles er op en er aan maak je
niet in een verloren uurtje. Dat
de komende tijd, nu alles wat
minder moet, het zelf maken
spectaculair toe zal nemen ge
looft Ank Neumann niet. "Er is
een groep die maakt en een
groep die koopt. Een grote ver
schuiving zie ik voor de toe
komst niet."
LEIDEN Breien heeft
zich onder de creatieve
hobby's een duidelijke
plaats veroverd. Breiga
renfabrikanten hebben
met simpele patronen en
dikke breigarens goed in
gespeeld op de "doe eens
iets met je handen-trend"
van enkele jaren geleden.
Het breien werd voor ie
dereen toegankelijk en de
leuke patronen droegen er
toe bij dat degenen die na
hun schooltijd dat afschu
welijk werk van zich af
hadden geschoven zich
weer voorzichtig op het
pad van twee-recht-twee
averecht waagden.
Een trui breien op dikke pennen,
met dikke wol in een paar avond
jes gepiept, dat sprak wel aan. En
dan de voldoening dat het werk
stuk eenmaal getoond kon wor
den. "Helemaal zelf gemaakt".
Nou ja, er was hier en daar wel
iets mis gegaan maar toch een ei
gen creatie en als je van die fou
ten niets wist zag je het ook niet.
Zo kon breien weer een echte
volwassen hobby worden waar
aan miljoenen plezier beleven.
De' samenstellers van breiboeken
doen er dan ook alles aan om die
nieuwe categorie breisters lek
ker bezig te houden. Steeds weer
inspelen op de actuele mode,
drie ontwerpsters bij Neveda
hebben er een dagtaak aan. Want
het vier keer per jaar uitbrengen
van een breiboek (met daarbij
een kinder- en/of babyboek)
vraagt heel wat meer werk dan je
als leek zou denken.
Om een voorbeeld te geven: het
nieuwe voorjaarsboek dat nu in
de winkel ligt daar zijn ze bij Ne
veda in augustus-september vo
rig jaar aan begonnen en daar is
nog een fase aan voorafgegaan.
"Het begint allemaal met het aflo
pen van de beurzen", vertelt José
Rechtel, een van de ontwerp
sters, "Eerst gaan we naar de ga
renbeurzen. Als we weten wat er
op dat gebied voor nieuwtjes zijn
ontwikkelen we in samenwer
king met het laboratorium van
ons bedrijf. Elk jaar brengen we
gemiddeld zo'n drie nieuwe ga
rens op de markt". De volgende
reis van de ontwerpsters voert
naar de confectiemodebeurzen
in Frankrijk, Duitsland en Italië.
Helemaal op de hoogte van de
nieuwe lijnen en de inmiddels
ontwikkelde garens gaat het
drietal dan aan de slag met patro
nen. Daarbij de verschillende
groepen breisters niet vergetend
want niet alleen de jonge, spor
tieve mode moet aan bod komen
ook de wat oudere breister moet
iets van haar gading in de nieuw
ste uitgave kunnen vinden. Een
kwestie van wikken en wegen, je
markt goed in de gaten houden.
Uitgaande van een getekend basis
patroon en de steekverhouding
van het garen ervaren breisters
zullen vaak genoeg een proeflap
je hebben gebreid om te kijken
of hun "hand" wel klopte met ge
gevens op het patroon - gaan de
ontwerpsters aan de slag. Proef
lapjes breien een kleurencombi
natie uitproberen en daarna het
grote rekenwerk want alles moet
tot op de centimeter kloppen.
Thuisbreister
Staan die gegevens op papier dan
komt de thuisbreister van Neve
da in actie. Vijftig van"deze be
langrijkste schakels gaan dan
aan het werk om het model op
waar formaat gestalte te geven.
Zij breien precies volgens de
aanwijzingen - voor hen geen
improvisatie - het patroon.
Verloopt alles naar wens dan is de
collectie na een maand of twee,
drie klaar om te worden gefoto
grafeerd. José en haar collega's
hebben zich dan gezet aan een
zeer nauwluisterend karwei het
beschrijven van de patronen. Ze
mogen daarbij eigenlijk niets be
kend veronderstellen zoals bij de
thuisbreisters, alles moet goed
worden uitgelegd.
José: We krijgen veel goede reac
ties op onze patronen. Vooral de
tekeningen slaan erg aan."
Die tekeningen, die tegenwoordig
bij elk goed patroon worden ge
geven, voorkomen aan ook een
afschuwelijke teleurstelling aan
het slot. De breister kan met be
hulp van deze tekeningen con
troleren of haar werk op maat is.
Vooral voor echte beginners, die
nog niet aan een beetje improvi
satie toe zijn, is dat een geweldig
hulpmiddel.
"Als we twijfelen of een patroon bij
het omrekenen van bijvoorbeeld
maat 36 naar 42 nogwel helemaal
klopt breien we die 42 ook nog
Niets wordt aan het toeval overge
laten en daarom gaan de breiboe
ken dan ook grif over de toon-
•bank. Niet alleen in Nederland
maar in zestig landen over de he
le wereld waaronder Australië en
Japan.
Geen seizoenwerk
Een goed breiboek is voor een ech
te breister dan ook nooit een
kortstondige investering. Naast
de mode-nieuwtjes zitten er toch
altijd wat echte "klassiekers" in
en het boek blijft jaren bruik
baar, ook al veranderen de kleu
renschema's natuurlijk van jaar
tot jaar.
"Breien, zegt Jose, "is ook niet
meer seizoen gebonden, het
wordt altijd gedaan. Niet alleen
meer tijdens de lange winter
avonden maar ook 's zomers op
de camping".
Grote maten
Met het idee dat breien beperkt
blijft tot baby-kleertjes, truien en
jonge mode rekent het nieuwe
breiboek voor het komend voor
jaar definitief af. Naast de tennis-
look met veel wit, de vakantie
truien in mooie jacuards staan er
ook opvallend veel leuke dingen
in voor de grotere maten.
In het nieuwe breiboek daarom
ook niet alleen super dunne jon
ge mannequins maar ook wat ou
dere vrouwen die het maatje 36
al vele jaren achter zich hebben
liggen. Ook voor hen is er bij-
voobeeld een gebreid mantel
pakje, klassiek van belijning, in
actuele modekleuren en een
sportief wat langer vallend jasje
met ceintuur.
Voor de wat meer ervaren breister
haalt Neveda ook af en toe een
wat in onbruik geraakte steek
van stal.
José Rechtel: "We hebben een tijd
geleden de pauwensteek weer
eens beschreven. Een moeilijke
steek, die waarschijnlijk alleen
de wat ouderen zich zullen herin
neren maar er was vraag naar
dus hebben we er een patroon
mee gemaakt".
Maar de nadruk bij de patronen
ligt toch op het wat eenvoudiger
werk waardoor breien een ple
zier kan blijven voor een grote
groep mensen.
Een trui met een jungle-dessin, uit het nieuwe Nevedabreiboek en niet zo
moeilijk te breien als het misschien lijkt.