Bloei en neergang
„Mode
voor
iedereen
c
■IE3B
Honderd jaar confectiehistorie van alle kanten bekeken
Nederlandse confectie-industrie
i
A
WOENSDAG 18 MAART 1981
PAGINA 27
De Nederlandse confec-
tienijverheid is na 1870
opgekomen, aanvanke
lijk met Amsterdam,
Rotterdam en Gronin
gen als belangrijkste
centra. Later kwam
daar Almelo bij, als cen
trum van de in Twente
ontstane textielnijver
heid. De eerste fabriek
van lingerie en bloezes
werd in 1885 in Amster
dam geopend, de eerste
fabriek van arbei-
derskleding in 1888 in
Almelo.
In 1914 waren er al 127
confectiefabrieken en
-inrichtingen, verdeeld
over de sectoren linge
rie, heren- en kinderkle
ding, vrouwen- en meis-
jeskleding. Nieuwe fa
brieken ontstonden tij
dens de Eerste Wereld
oorlog toen er geen im
port was, en in de jaren
dertig toen veel joodse
ondernemers uit Duits
land en Oostenrijk naar
Nederland uitweken.
Na de Tweede Wereld
oorlog, toen de vraag
naar kleding steeds gro
ter werd, bloeide de Ne
derlandse confectie-
industrie volop, met als
record het jaar 1964
(met 855 ondernemin
gen en bijna 75.000
werknemers). Daarna
begon ten gevolge van
verschillende factoren
(het vervallen van hoge
invoerrechten op kle
ding uit andere EG-
landen, stijgende lonen,
het verdwijnen van or
ders naar lage
lonenlanden) de neer
gang in de werkgele
genheid in de Neder
landse textielindus
trie.
In 1977 waren er nog krap
400 fabrieken over met
ruim 21.000 werkne
mers. In dat jaar vond
49 procent van de pro-
duktie van de Neder
landse confectie-
industrie als looncon-
fectie in het buitenland
plaats. De Nederlandse
industrie voorziet in on
geveer 35 procent van
de kledingbehoeften
van de Nederlandse be
volking, het grootste
deel van haar produktie
is voor het binnenland
bestemd.
Bovenstaande gegevens
en cijfers zijn ontleend
aan het (met veel fraai
materiaal geïllustreer
de) „Mode voor
iedereen. confectie
1880-1980" dat op de ge
lijknamige tentoonstel
ling in het Haags Ge
meentemuseum te
koop is. Het bevat,
naast de historie van
mode en confectie in de
afgelopen eeuw, ook
een beschrijving van de
opkomst van de grote
kledingmagazijnen en
warenhuizen in Neder
land.
Fabrikanten en han
delaars richten zich
niet naar de eenvou
dige vrouw die onge
veer één japon per
jaar noaig heeft, maar
wél naar vrouwen die
veel geld voor kleren
kunnen uitgeven
Dit schreef Margaretha Mey-
boom in het maartnummer
van 1902 van het Maandblad
voor de Verbetering van
Vrouwenkleding, een uitgave
van de in 1899 opgerichte Ver
eniging voor Verbetering van
Vrouwenkleding. Een club
die streefde naar gezonde kle
ding voor vrouwen en de on
praktische en knellende cor-
setten, hoge boordjes, sleep
jes en andere versieringen
van de toenmalige vrou
wenkleding in de ban deed.
Als ideale kleding voor de
werkende vrouw propageer
de de vereniging de eenvoudi
ge, eendelige japon die (na
tuurlijk) zonder corset werd
gedragen. Dit streven is de
modegeschiedenis ingegaan
als de „reformbeweging die
vooruitliep op een stuk eman-
cipering van de vrouwenkle
ding dat in de jaren twintig
vanuit Parijs het algemene
modebeeld zou gaan bepale-
.Terug naar de natuur" was het
motto bij deze reformkleding.
Voorbeelden ervan zijn te
zien op de tentoonstelling
„Mode voor iedereen", een
verzameling prenten, adver
tentieteksten, foto's en kle
dingstukken die een gedetail
leerd en veelzijdig beeld geeft
van de ontwikkeling van de
confectie tussen 1880 en 1980.
Deze expositie is een bijdrage
van het Nederlands Kos
tuummuseum aan de grote
tentoonstelling „Massacul
tuur", die op het ogenblik in
het Haags Gemeentemuseum
wcrdt gehouden en via een
aantal thema's wil laten zien
hoe leefpatronen en com-
sumptiegewoonten bein-
vloed worden door allerlei
„eenheidsontwikkelingen".
Geen beter voorbeeld van
massacultuur dan de huidige
mode met haar „trends" en
grillen waar een belangrijk
deel van het publiek, van jong
tot en met middelbaar, vrij
wel kritiekloos in meegaat-
Confectie
Confectie. Vanwaar dit on
Nederlandse woord voor de
in massa en in serie gemaakte
kledingstukken die vrijwel ie
dere burger tegenwoordig
draagt? Het begrip blijkt te
zijn ontleend aan de naarn van
de „Maisons de Confections",
de grote magazijnen in Frank
rijk (toen na de Franse revolu-
(350-V360
ir**'
LEIDEN
MODESTAD
21-28 MAART Cviv
Mary Quant lanceerde mint-
mode en de Britse ontwerpster
kreeg al snel navolging in de
hele wereld. Op deze foto een
feestelijk mini-jurkje Italiaans
ontwerp.
tie het gildesysteem werd op
geheven) „solide en nette kle
dingstukken" onder bereik
van de werkende stand wil
den brengen. Gemaakte kle
ding, op basis van standaard-
maten in voorraad vervaar
digd, waarbij de fabrikanten
verzekerd kunnen zijn van
een ruim afzetgebied. Het
oudste magazijn van dit type
werd in 1824 in Parijs opge
richt.
Machines
De geschiedenis van de confec
tie is, uiteraard, sterk bein-
vloed door de industriële re
volutie, de opkomst van de
machine. Al in 1775 was (in
Duitsland) de voorloper van
de naaimachine uitgevonden:
een borduurmachine met een
speciale twee-ogige naald.
Ruim een halve eeuw later
kwam de Franse kleermaker
Thimonnicr met een apparaat
waarmee kleding machinaal
in elkaar kon worden gezet.
Zijn uitvinding kreeg extra
publiciteit doordat de eerste
tientallen exemplaren, in
1831 besteld door een Parijs'
bedrijf dat militaire unifor
men maakte, door de kleer
makers van deze onderne
ming uit het raam werden ge
worpen omdat ze hun brood
winning bedreigd zagen door
de machine.
Vooral in Amerika waren intus
sen verscheidene ontwerpers
op zoek naar een procédé
voor het maken van bruikba
re naaimachines voor de kle
dingindustrie. Zo'n algemeen
bruikbare machine werd in
1851 in elkaar gezet voor een
ontwerper die de (wereldwijd
bekend geworden) naam Sin
ger droeg. Uit de combinatie
van diverse uitvindingen en
vondsten construeerde hij
een „samenwerkingsver
band" van naald, spoel, trarts-
portwiel en persvoetje: de ba
sis van de moderne naaima
chine.
Nog enkele jaren later was het
hek van de dam: op de we
reldtentoonstelling van 1855
waren in Parijs grote aantal
len naaimachines en andere
apparatuur voor het op grote
schaal maken van confec-
Door Leens Macaré
damesmode
uit de periode
1950-1960.
tiekleding te zien. Al eerder
hadden produktieverhogen-
de uitvindingen in de textiel
industrie ervoor gezorgd dat
stoffen steeds goedkoper
konden worden vervaardigd.
In geen enkele industrie is de
ze omschakeling naar mecha
nische hulpmiddelen zo snel
gegaan als in de kledingin
dustrie.
Lonen
Een technische revolutie die
onvermijdelijk voor sommige
bevolkingsgroepen achteruit
gang betekende. Huisnaai
sters verloren hun werk naar
mate de gemechaniseerde
massaproduktie zich tegen
het eind van de vorige eeuw in
Nederland uitbreidde. Thuis
arbeid (met de daarbij beho
rende benarde werkomstan
digheden) nam toe nadat
nieuwe arbeidswetten in die
jaren het werk van vrouwen
en kinderen in werkplaatsen
hadden ingeperkt.
De eerste Nederlandse magazij
nen voor gemaakte kleding
die omstreeks 1850 ontston
den, lieten kleermakers tij
dens hun stille vakseizocn
„standaardkleding tegen
standaardprijzen" vervaardi
gen ende eigenaars van con
fectiezaken namen de vrij
heid om tijdens de uitver
koopperioden hun verlaagde
prijzen door te berekenen in
de „stuklonen" van de naai
stertjes.
Aan goedkope vrouwelijke ar
beidskrachten was geen ge
brek: de werkloos geworden
bcroepshuisnaaisters werden
beconcurreerd door „vele we
duwen die goed met de naai
machine konden omgaan".
Op hun beurt moesten deze
beide categorieën het opne
men tegen weeshuizen en
kloosters die naaiwerk in gro
te hoeveelheden aannamen,
maar het te ontvangen loon al
leen maar als bijverdienste
beschouwden; een instelling,
die de lonen van de thuis
werksters sterk drukte.
„Wij hebben confecticlonen le
ren kennen, lager dan de laag
ste lonen voor ongeschoolde
arbeid", meldt een publicatie
uit 1900. Vooreen broek waar-
hfT4t iiinbitJmj '1
aan meer dan twee uur werd
gewerkt, betaalde een bepaal
de firma een kwartje (met in
begrip van naaigaren). Voor
een colbert (werktijd zes tot
acht uur) telde deze firma zes
tig cent uit voor de maker, en
dit waren nog niet de laagste
lonen die aan kleermakers
werden betaald. Maar ook
drie kwart eeuw later, in 1975,
moesten werkneemster in de
Brabantse textielindustrie
nog protesteren tegen het in
minuten vastgestelde tempo
dat ze per ochtend moeten ha
len om aan hun basisloon te
komen: „het tempo gaat om
hoog. of het loon gaat om
laag" Van het begin af zijn
vooral vrouwen en meisjes de
arbeidskrachten in de textiel
industrie geweest, omdat ze
het goedkoopst waren.
Coco Chanel, de Franse ontwerp
ster die de vrouw kleding verschaf
te waarin ze zich goed kon bewe
gen. Zij was een van de eerste vrou
wen die in een pantalon rondliep
waardoor ze er een echt kleding
stuk voor de vrouw van maakte
Van haar is ook liet ontwerp voor
de hemdjurk.
Mode en
emancipatie
Kleding voor vrouwen over
heerst op de tentoonstelling
„Mode voor iedereen", die zo
wel de sociale en economi
sche als de modieuze lijnen in
honderd jaar confectiege-
schiedenis duidelijk laat zien.
De confectionering van die
vrouwenkleding is in Neder
land langzaam op gang geko
men, wat betreft de kleding
voor het grote publick. Voor
de beter gesitueerde vrouwen
was er een eeuw geleden al lu
xe confectie te koop. geba
seerd op de ingewikkeld-
gesneden dameskleding van
die tijd die echter niet ge
schikt was om te worden
„vertaald' in goedkoop mas
sagoed.
Die massamode kwam pas te
gen 1920 op gang. vooral
dankzij de invloed van de
Franse mode-ontwerpster
Chanel die (zoals de reform-
beweging al veel eerder had
bepleit) de modelijnen sterk
vereenvoudigde en daarmee
de zich emanciperende vrou
wen van die tijd een onbetaal
bare dienst bewees. Vrou
wenkleding werd vooral
functioneel en kon voortaan
in grote aantallen worden ge
produceerd.
Een ontwikkeling waar sommi
ge mensen het moeilijk mee
hadden, blijkens de inhoud
van een vrouwenrubriek in
een Nederlands dagblad
(1927). Volgens de schrijfster
zijn „de meisjes uit den arbei
denden stand" niet meer te
herkennen wanneer zij „ge
kleed' uitgaan, en is er geen
verschil meer te zien tussen
vrouwen en dochters van de
beter gesitueerden en die van
de arbeider. „Tenzij het fijne
re voorkomen en de meer so
bere kleeding der eersten hen
als de hoogeren in beschaving
doen kennen", aldus de
schrijfster die zich bekom
merd afvraagt of dit „boven
zijn stand willen uitvliegen"
niet een vaag uitvloeisel is
van „den tegenwoordigen so
cialen toestand'.
- De uni-seks-kledmg die rond 1970 veel stof deed opwaaien
Boeiend is het om nog eens te
zien hoe sterk al omstreeks
1930 de mode via de drukbe
zochte bioscoop beïnvloed
werd door het Hollywood -
gebeuren. Filmsterren als
Greta Garbo. Mariene Die
trich en Joan Crawford waren
op het witte doek niet alleen
actrices, maar ook manne
quins voor de kleding en de
make-up die ze droegen Voor
jongere generaties zal het ten
toongestelde vanaf de jaren
zestig meer herkenbaars bie
den: mini-jurken en broek-
pakken. Afghaanse jassen en
India-katoentjes, T-shirts en
denimbroeken. overalls en
„nostalgische" jurken.
„Mode voor iedereen confectie
1880-1980" is tot eind juli te
zien in het Haags Gemeente
museum. Stadhouderslaan
41, Den Haag, als onderdeel
van de totaal-expositie over
het begrip massacultuur.
Openingslijden op weckda
gen van 10.00 tot 17.00 uur. op
zondagen van 13 00 tot 17 00
uur. op woensdagavonden
van 20 00 tot 22 00 uur.