"Prins heeft blijkbaar toch ook nog iets goed gedaan...' Veel belangstelling voor defilee op \nt6rVt6W 70ste verjaardag van prins Bernhard Generaal b.d. jhr. Beelaerts van Blokland: DONDERDAG 26 FEBRUARI 198i PAGINA 17 Door Pieter v.d. Vliet „Lockheed? Ach. Ouwe koek", zegt de generaal b.d. jhr. J.J.G. Beelaerts van Blokland. Bij het peilen in militaire kringen is hem gebleken dat de belang stelling voor een défilé op de zeventigste verjaar dag van prins Bernhard „verheugend groot" is. „De prins heeft blijkbaar ook iets goed gedaan", consta teert de gepensioneerde generaal een tikkeltje iro nisch. De Stichting Eerbetoon Z.K.H. Prins Bernhard is een initia tief van de generaal. Aan de oprichting ging twee jaar pei len en denken vooraf. Thans wordt bestudeerd hoe ..de dankbaarheid voor de arbeid die de prins heeft verricht voor onze bevrijding en voor de wederopbouw der strijd krachten" krachtig en toch gepast gestalte kan worden gegeven. Een probleempje is: hoe hou je een défilé met mi litairen zonder dat het een militaire parade wordt. Want de prins is als straf het uni form uitgetrokken; daar komt men niet omheen. Een andere moeilijkheid is: hoe hou je een défilé zonder ge- heimzinnighe id en toch strikt privé. „Met de toenmalige minister van defensie Scholten heb ik besproken hoe een défilé op het tankplatform achter de Prins Bernhard-kazerne in Amersfoort zou vallen. Daar schrok hij enigszins van. Hij was bang dat bepaalde kna pen dat verkeerd zouden kunnen uitleggen. Het zou kunnen lijken alsof het ge heim werd gehuden. Dat zou groepen als Onkruit in de kaart spelen. Persoonlijk ben ik daar niet zo bang voor. Want als je voor dergelijke extremisten op de loop gaat is het eind zoek. Of liever, dan is het eind nabij". „De generaal Gerritse, adju dant van de prins, kwam met een lumineus idee. .Zoek hem op. Dat is veel aardiger", zei hij. Op Soestdijk. Het uni form kunnen we daar omzei len. Met de reünie-outfit. Bla zer, grijze broek. Model deco raties, het blikwerk dus. Ba ret". Hoe zal dat gaan op Soestdijk? Velen willen dat weten. Van daar dat de generaal b.d. veel vuldig wordt gebeld. Wij vol gen zo'n gesprek even op ae voet: „Ik had gedacht de kna pen in blokken op te stellen. Afmarcheren tot voor het bordes. Op de plaats rust stel len. Dan kan de prins er puur genoegelijk langs heen wan delen, babbelen met deze of gene. Nee. Alles mót binnen het hek blijven. De regering moet kunnen zeggen dat het volkomen privé was, op vol strekt privé-terrein. De mari ne? Ja. Vreemd. Een beetje vreemde club is dat. Heeft wat last van Lockheed. Boer de altijd al slecht wat betreft traditiehandhaving. Geheel anders dan de mariniers. Daar is het enthousiasme groot, verheugend groot- In dat gedistingeerde dorp bij Arnhem woont zijn familie al generaties. De villa van de ge-- neraal biedt een breed uit zicht op de Rijn. „Zwaar his torische grond", mompelt de generaal, gedachtig aan de Slag bij Arnhem. Lockheed. „Ach. Lockheed. In de ouwe tijd was dat heel gewoon. Prins Maurits deed iets aar digs. Kreeg ie een paar mil joen. Daar praatte men niet over. Goed. Prins Bernhard dus. Die knaap zet je tussen het spek in. En je geeft hem nooit een duitje. Terwijl hij zoveel voor dat zaakje heeft gedaan. Functies afgenomen. Uniform uit. Die functies? De regering kon niet anders. Dat uniform? Dat vind ik te ver gaan". Is de prins zelf gepeild? „Natuurlijk. De prins vond het een heel aardig plan. Ik ken de prins al vrij lang. Ik weet dat hij blij is met het défi lé". Jhr. Beelaerts van Blokland, een jaar ouder dan de prins, kwam al voor de obrlog op Soestdijk". Kind aan huis? „Ach", zegt de generaal. Hij wappert wat met de handen. Hij bedoelt daarmee dat er toch altijd wat afstand be staat ten opzichte van hoog heden. „Toen de prins in ons land kwam zat ik in Deventer. Bij het regiment Huzaren van Boreel. Een boerenregiment met wat adel er bij. Den Haag was ver en dat was erg pret tig. Bij het huwelijk van de prins heb ik aan de kop van een peloton vossen gereden. Daarna ben ik overgeplaatst naar Amersfoort. Als instruc teur bij de rijschool. Onder commando van ritmeester Pahud de Mortanges, een be kend Olympisch ruiter. De prins heeft daar een aantal lessen gevolgd. En meege daan aan een klein manoeu- vretje. In '39 hebben wij sa men een tweedaagse presta tietocht gedaan. Veertig kilo meter te paard. Vijfentwintig kilometer lopen. Zestig kilo meter op de fiets. Ik was slecht in lopen. De prins kon niet zo overweg met het rij wiel. Wij hadden afgesproken dat wij elkaar een beetje zou den meetrekken. De eerste dag hebben we een hapje ge geten bij een neef van mij in Driebergen. De volgende dag zaten we op Soestdijk. Wij met de voeten boven op een stoel, prinses Juliana in het midden". De oorlog breekt uit. Kort daar op zien de twee elkaar weer. In Engeland. Hoe dat ging staat in „Niet schieten.... We are dutch!" van Jan Hof. De ondertitel luidt: „Ontsnap ping aan de Nazi's in een wa tervliegtuig". het heeft iets weg van een spannend jon gensboek. Zonder diepgang, maar wel echt gebeurd. Op 6 mei 1941 jat een aantal ver zetsmensen onder de ogen van de bezetters een TW uit de Amsterdamse haven. Ze vliegen met het van Duitse kentekens voorziene toestel naar Engeland waar het door zeefd door kogels nog net landt. „Ik heb dat ding daar in de ha ven gevonden", meldt Bee laerts van Blokland, alsof het om een portemonnee ging. En wat spijtig: „Het boek is goed. Maar 't heeft niet gelo pen. Slecht mee geadverteer- d". Een heldendaad? ,Ach. Welnee. Als je 't goed dee.... Wij Nederlanders zijn toch veel intelligenter dan de moffen". Hij herinnert zich nog de koffie met cognac die een meisje op zijn schuiladres toendertijd in Amsterdam voor de „ope ratie watervliegtuig" had meegegeven. „Magnifieke meid die Maryvonne". Citaat uit het boek: „Jonkheer Jan Jacob Gerard Beelaerts van Blokland (geb. 13-12 1910) kwam in Engeland aan met belangrijke informatie over de Ordedienst, de illega le organisatie, die zich onder meer bezighield met het for muleren van de gezagsver houdingen, zoals die na de nederlaag van Duitsland in Nederland zou moeten func tioneren. Deze semi-militaire organisatie onderhield ook contacten met de regering in Londen". „Na voor verschillende func ties te zijn gepolst besloot hij als cavalerie-officier zijn mili taire loopbaan voort te zet ten. Hij kwam als plaatsver vangend commandant van een eskadron pantserwagens bij de pas opgerichte Brigade Irene. Hij werd in 1942 bevor derd tot ritmeester en in de herfst van 1943 tot stafmajoor van de brigade". De generaal: „Ik ben altijd meer een man voor het veld geweest. Beetje slappe boel ook, die regering daar. Geen De zeventigste verjaardag van prins Bernhard mag niet ongemerkt voorbij gaan, vindt generaal b.d. jhr. J. J. G. Beelaerts van Blokland. Rustig en waardig eerbetoon is op z'n plaats. De jonkheer kent de prins al van voor de oorlog. In de oorlog zag hij hem terug. In En geland. Nadat hij in een Duits vliegtuig was ge vlucht. Onze verslagge ver Pieter van de Vliet sprak met de bejaarde krijger. oog voor jonge actieve kerels. Ik heb Vos van de Fokker-fa brieken nog voorgesteld als minister van defensie. Nee hoor. Te jong. Prachtkerel die Vos. Vluchtte samen met invlieger Leegstra in een G1 (je weet wel, met die dubbele staart) naar Engeland. Gepikt op Schiphol". „Het was een vreemde zaak de Brigade. Wel geld. Geen men sen. 't Lukte gewoon niet die knullen bii elkaar te krijgen. De recrutering is te laat opge zet; we schreven het ene re quest na het andere, allemaal mis. De brigade had uit drie bataljons moeten bestaan, maar we kwamen niet verder dan één. De prins had veel begrip. Die wilde wel anders. Hij zei nog tegen Van Boeij- en. minister van oorlog a i.: praat eens met die Beelaerts van Blokland. Maar mis. Niks", ,,'t Was ook een merkwaardige club. Troepen zonder officie ren. En officieren zonder troepen. Daar zag je een blau we, van de marechaussee. En daar een witte, een politie man. Of een knul met cavale- rie-patjes. Ik heb die troep in het veld gebracht. Moreel op gevoerd door ze op tijd te eten te geven. Geoefenheid opgevoerd met bajonetge vechten. Dat soort gevechten lag ons Nederlanders niet zo daverend; de Engelsen waren er gek op. Ook gewerkt aan de physical fitness door na het ontbijt een half uur gym te doen". „Op een gegeven moment kre gen we een heel moeilijk ge val. Indië. De brigade zou naar Indië. Maar de soldaten wilden naar huis. Er dreigde muiterij. De prins heeft dit gestild. De soldaten gingen, toen de prins zei dat het de wil van hare majesteit konin gin Wilhelmina was". „Nog zo'n verdienste van de prins. Hij zorgde dat een aan tal lieden, dat uit het vreem delingenlegioen was ont snapt en zich bij de Brigade had gevoegd, het Nederlan derschap herkreeg. Hoewel de regering danig tegenstrib belde". „Met de hakken over de sloot zijn we in Normandië geland. Met 1200 man in plaats van 4000. Bijzonder weinig. Te weinig ook om enige invloed uit te oefenen. Voorbeeld: de prins waarschuwt Montgo mery voor bepaalde terrein moeilijkheden bij de opmars in Nederland. Weke grond. Maar mis, niks. Onvoldoende invloed. Jammer". „Onze brigadecommandant was De Ruijter van Steve- nink (Ja. Stamt nog van De Ruijter af). Hij zei mij eens eerlijk dat hij meer voor het groene laken, de krijgsraad, dan voor het terrein voelde. Gelukkig had de door de moffen krijgsgevangen ge maakte ritmeester Pahud de Mortagnes, m'n ouwe chef uit Nederland, zich inmiddels uit een treinwagon gezaagd, was over de Pyreneeën ge trokken en naar Engeland ge komen. We hebben Pahud tussen De Ruijter van Steve- nink en mij ingeschoven. Het is altijd prettig om een extra te hebben. Wantje weet nooit hoe het zit met het sneuvelen aan het front. Bovendien was m'n gezondheid niet dave rend. Ongelukje met een handgranaat. Shock opgelo pen. In Nederland moest je de pin er uittrekken. Bij die Engelse granaat moest je dat juist niet doen. Slachtoffer van domme routine". „De grote verdienste van de prins is dat hij het bevelheb berschap op zich heeft geno men. Hoewel het verzoek daartoe te laat kwam en door de regering onvoldoende was voorbereid. Wij kunnen rus tig stellen dat de prins de eenheid heeft bewaard; on danks zware tegenstellingen is de ondergrondse niet on- ADVERTENTIE) „w..- "„re,. \yeie° ^,n petefN petet .ede?1** ,\\iaO to\ .Uitwassen bij de ondergrond se in bevrijd gebied heeft hij voorkomen. Zo heeft hij een compagniescommandant, die boeren hun vee afnam, op het matje besteld. Een beetje angstige zaak eigenlijk. Want al die knullen van die com pagnie stonden met hun wa pens rond dat gebouw. „Onze commandant zit binnen en wij zorgen dat hij er weer uit komt". Allemaal heel gemoe delijk. maar toch...". ,De prins heeft een deel van de bevolking in bevrijd gebied aan zooileder geholpen. Een vrindje van hem had een leer looierij. Met zo'n zestig sto ters (Limburgse stoottroe pen) trek ik op die fabriek af en laat die vellen uit de kui pen rukken. Ik kan u zeggen: dat is een rotwerk hoor. Ik ben niet bepaald de vent om dergelijk werk te doen. Maar goed. de bevolking kreeg le der voor schoeisel .Begrijp mij goed. Niet alles lukte de prins. Er waren te leurstellingen. Zo slaagde zelfs hij er niet in dat het vaandel van de brigade mee ging naar Normandië. Het bleef achter in het basiskamp in Engeland. Zo maar in een kast. Want onze commandant was een artillerist. Die voelde helemaal niets voor het vaan del. Artilleristen hebben geen vaandel, die hebben het kanon". „Dan had je dat van die SS'ers. Dat is helaas in het boek van De Jong slecht toegelicht. Daar staat helaas een volko men foute uitleg bij. Ben nog met mijn vrouw bij De Jong geweest om het veranderd te krijgen. Maar dat mocht niet baten. Daarom zal ik het nu even uit de doeken doen: Het betrof drie gevallen. De eer ste SS'er die wij bij de op mars toegeschoven kregen van de Canadezen was een Groningse veenarbeider. Ie mand die zich met de wapens in de hand tegen zijn wettige koningin heeft verzet. Dus stelde ik voor. krijgsraadndo- minee of aalmoezenier, vuur peloton. Maar zijn bewaker schoot hem neer voor hij be recht kon worden. Later heb ik zelf nog een SS'er onder handen genomen. Even een spelletje met hem gespeeld. Ik heb hem een schop gege ven en gezegd dat hij ook maar eens z'n eigen graf moest graven. Dat had hij im mers zelf gedaan, bij goeie mensen. Ik heb hem natuur lijk niet doodgeschoten". „Nog later kregen we tweehon derd Nederlandse SS'ers van de Amerikanen. De prins vond dat we die maar mee moesten nemen om te laten berechten. Maar hij had he laas geen zeggenschap over de brigade. De brigadecom mandant vond dat de Ameri kanen ze zelf maar voor hun rekening moesten nemen. Want wij hadden geen trans port, geen eten voor hen. Ik zei tegen De Ruijter van Ste- venink: dan lopen ze maar en dan eten ze maar aardappel schillen. Heeft een deel van onze bevolking in de honger winter ook moeten doen, niet waar. En weet je nou wat er met die SS'ers gebeurd is? Die zijn naar Amerika ge gaan. Eerst te werk gesteld. Vervolgens een boerendoch ter getrouwd. En geëindigd met een farm. Is dat gerech tigheid? Is het niet doodzon de dat we die lieden niet aan de rechter hebben kunnen overhandigen? En De Jong beweert dat wij te streng op traden tegen de SS'ers. Ge lukkig heeft de prins daar een andere mening over- Dankzij prins Bernhard heeft jhr. Beelaerts van Blokland ook na de oorlog aan het werk kunnen blijven. De prins ritselde bij de Canade zen wat pantserwagens. En Beelaerts kon in Apeldoorn vlot starten met de hero prichting van het pantserwa pen. Over de huidige stand van za ken bij dat wapen is hij niet zo te spreken. „De Leopard is een prima tank. Maar boorde vol zeer fijn luisterende appa ratuur. Die knullen krijgen veel te weinig tijd om te leren daarmee om te gaan. Dat komt door de voortdurende verkorting van de diensttijd. Uitstekend materiaal en on voldoende opgeleide knapen. Een droeve zaak". Er stoort hem meer hier te lan de. Het stenen gooien bij voorbeeld. Zijn door krijgs verrichtingen geoefende oog bespeurt daarin techniek, tactiek. „Ze gooien allemaal eender. Die zijn getraind in| Jemen en Oost-Duitsland" constateert de bejaarde krij ger Niettemenin vertrouwt de ge neraal b.d dat het défilé op 27 juni een rustig en waardig karakter zal dragen. ..Dat zijn wij aan de prins verplicht"

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1981 | | pagina 17