Deeltijdarbeid:
geen verlies van
productieve uren
Marie moet nóg wijzer worden
Wol was eerste
textielvezel
Alsof je een emmer leeggooit
Rapport gemeente Rotterdam:
Uitleen
expositie
over
tachtig
jaar
vrouwen-
strijd
in
Nederland
Burobruiden
Beroemd
Weens
orkest
"Verboden
voor
vrouwen"
Langgestrafte vrouwen werken buiten gevangenis
- tojfcA
MAANDAG 9 FEBRUARI 1981
Het beroep van secretaresse is
een eigenaardig beroep, vindt
Kathleen Darby, de regisseu
se van de film "Burobrui
den". Van een secretaresse
wordt immers vaak (veel) meer
verwacht dan het administra
tieve werk waarvoor zij for
meel is aangenomen. Zij moet
daarnaast in veel gevallen te
vens de vrouwenrol vervul
len, zoals die traditioneel
wordt gezien. Veel secretares
ses aanvaarden de situatie,
dat naast het feitelijk werk dit
vrouwelijk "extra" van hun
wordt gevraagd. Degenen die
dal niet meer zo vanzelfspre
kend vinden hebben het niet
overal even gemakkelijk. Dan
blijkt dat die verwachting wel
degelijk een rol meespeelt bij
de beoordeling of zij hun
werk wel of niet goed doen.
De film is aan te vragen bij
Feministisch vrouwencollec
tief Cinemien, Amstcl 256 aA
1017 AL Amsterdam tel. 020-
279500/238152
Vrouwen zijn in Nederland nog
steeds' ondervertegenwoor
digd in hogere functies. Om
een enkel voorbeeld te noe
men: bij de ministeries wordt
slechts iets meer dan vier pro
cent van de hogere functies
door vrouwen bekleed. Dit
cijfer wordt aangedragen
door het IDC, het Informatie-
Documentatiecentrum van
de Nederlandse Vrouwen
raad. Het centrum heeft een
inventarisatie gemaakt van
de aantallen vrouwen die in
1979 te vinden waren op het
terrein van de hogere beroe
pen en de politieke c
Het IDC (dat in 1973 voor het
eerst een inventarisatie uitgaf
van de achterstand van vrou
wen ten opzichte van mannen
in hogere beroepen en politie
ke carrières) concludeert, dat
er in de afgelopen zes jaar nog
weinig is veranderd. Marie
zal nóg wijzer moeten wor
den", aldus het IDC, met ver
wijzing naar ander cijfermate
riaal uit de jongste inven^ri-
satie, waaruit blijkt dat glo
baal 60 procent van de vrou
wen die aan een studie begin
nen, de eindstreep haalt. Bij
de studerende mannen is dit
ruim 80 procent.
Deeltijdarbeid leent zich in principe voor ieder type baan, is goedkoper dan voorshands
werd gedacht en is een zinvolle zaak ten behoeve van de werkgelegenheid.
Subsidiewegwijzer
In samenwerking met de Neder
landse Vrouwen Raad heeft het
Informatie- en Documentatie
centrum Den Haag een nieuwe
Subsidiewegwijzer voor vrou
wen samengesteld. Er staan
praktische wenken in voor het
aanvragen van subsidies voof
vrouwenactiviteiten. De brochu
re kost 4,40 en is verkrijgbaar
door overmaking van dit bedrag
op giro 1882264 tnv de penning
meester. Informatie- en Docu
mentatiecentrum van de Neder»
landse Vrouwen Raad, Laan van
Meerdervoort 30 Den Haag onder
/ermelding Subsidiewegwijzer.
L
Aldus een paar conclusies van een
nog intern rapport van de ge
meente Rotterdam, dat verslag
doet van een proef van een jaar
met deeltijdarbeid. Ook komt uit
het rapport naar voren dat een ge
deeltelijke baan gunstig zou zijn
voor de emancipatie, de produk-
tiviteit van de werknemers gelijk
zou blijven, en de continuiteit
van het werk gunstig beinvloedt
als het gaat om verzuim en ver
loop.
In vijf jaar tijd is het percentage
deeltijdwerkers bij de gemeente
Rotterdam verdubbeld tot 9 pro-
Een bericht in de Duitse vrou
wenkrant emma: bijna 90 pro
cent van de leden van de
„Verein der Wiener Sympho-
niker" heeft zich uitgesproken
tegen het opnemen van vrou
welijk musici in het Weens
Philharmisch Orkest. Dit or
kest is over de hele wereld
vooral bekend als het orkest
van de Weense staatsopera,
en door de Salzburger Fèst-
spiele. Als een van de redenen
voor het weren van vrouwelij
ke musici wordt aangevoerd,
dat vrouwen „ieder ogenblik
door zwangerschap kunnen
uitvallen", en dat door derge
lijke gebeurtenissen de regel
maat in het werk van het or
kest verstoord wordt. Een
woordvoerder voegt daar nog
aan toe: „Bij ons spelen ook
geen buitenlanders, en er is
geen enkele aanleiding om
zulke gewoonten te verande
ren". In het orkest werken
wel twee vrouwelijke harpis
ten, maar zij worden niet als
„volwaardige orkestleden"
beschouwd.
Hoewel bijna de helft van de
aan de Weense muziekacade
mie ingeschreven studenten
uit vrouwen bestaat, hebben
deze vrouwen (volgens Em
ma) hebben een kans op een
vaste aanstelling bij grote
Oostenrijkse orkesten. De
kleine kamermuziekorkesten
bieden wel kansen aan vrou
wen, maar betalen zo slecht
dat een vrouw van deze sala
rissen onmogelijk in haar le
vensonderhoud kan voorzien.
Wanneer de afgestudeerde
vrouwen niet door een bui
tenlands orkest worden geën
gageerd, kunnen zij alleen
maar muzieklessen gaan ge-
cent van het totale personeelsbe
stand, oftewel 2526 werknemers.
Voor het grootste deel zijn dat
nog steeds vrouwen: nl. 2136. De
meeste deeltijdwerkers zijn te
vinden in slechts een paar secto
ren: bibliotheken, ziekenhuizen
en verzorgingstehuizen.
De opstellers van het rapport heb
ben geen enkel bewijs gevonden
waarom deeltijdwerk in andere
beroepen niet mogelijk zou zijn.
Daarom vinden zij dat de ge
meente Rotterdam als uitgangs
punt zou moeten hanteren: „Elke
functie staat open voor deeltij
ders, tenzij de onmogelijkheid
wordt aangetoond'.
De gemeente Rotterdam streeft
naar het uitbreiden van deeltijd
werkers tot 15 procent van het to
tale personeelsbestand in 1990 of
tewel 4200 banen. De totale kos
ten die hieraan verbonden zullen
minder zijn dan werd gedacht.
Dacht men dat hier 9,4 miljoen
gulden mee gemoeid zou zijn,
volgens het huidige rapport is dat
slechts 2,5 miljoen gulden. Dat
grote verschil zit met name in het
feit dat de wervingskosten voor
deeltijdwerkers minder en zelfs
lager zijn en er geen verlies van
produktieve uren zal zijn. Vooral
de continuiteit van het werk zou
voor deeltijdwerk gunstig wor
den beinvlóed. Zaken als ver
zuim door ziekte, doktersbezoek,
reparaties thuis enz. en verloop,
worden verminderd, omdat veel
mensen dat in hun privé-tijd kun
nen doen.
Tot slot zeggen de opstellers van
het rapport dat is gebleken dat
deeltijdwerk gunstig is voor de
werkgelegenheid met name voor
die van vrouwen. Ongeveer 9 pro
cent van de stijging van de werk
loosheid is de laatste vijfjaar door
deeltijdarbeid binnen de ge
meente Rotterdam opgevangen.
Indirect draagt deeltijdwerk bij
tot het totstandkomen van een
andere taakverdeling tussen man
en vrouw en is dus zinvol voor de
emancipatie.
Sekt komt van elders
- Duitse sekt is in de meeste geval
len niet afkomstig van Duitse
wijn, maar vooral van Franse, Ita
liaanse en Noordafrikaanse wijn
soorten. Dat heeft de Consumen
tenbond gelezen in het blad Voe
ding Aktueel, dat het bericht van
de Duitse consumentenorganisa
tie AGV uit Bonn had
Wolgebruik is zo oud als de mens
heid. Het was de eerste textielve
zel die onze verre voorouders een
paar honderdduizend jaar gele
den al kenden. En het is nog
steeds een overheersende factor
met een wereldproductie van 2,7
miljard kilogram bruto, geprodu
ceerd door 978 miljoen schapen
waarvan er in Nederland twee
miljoen zijn. De belangrijkste
wolgebruikers zijn: 1. Italië, 2. Ja
pan, 3. Verenigde Staten, 4. Enge
land, 5. Frankrijk, 6. Duitsland, 7.
België, 8. Nederland. Vroeger wa
ren vooral Nederland en Enge
land echte schapenlanden. Tien
tallen uitdrukkingen herinneren
daar nog aan (door de wol ge
verfd, het verloren en het zwarte
schaap, schapen over de dam).
Engeland kent bijna dezelfde
reeks gezegden maar is nog een
stapje verder gegaan. De voorzit
ter van het Hogerhuis zit op de
"woolsack", een nogal hard kus
sen met wol gevuld om hem er
aan te herinneren hoe belangrijk
het voor de Britse e
net waicn ook de Engelsen die
het schaap in Nieuw-Zeeland en
Australië introduceerden. En dat
zijn nu, met Zuid-Afrika, de be
langrijkste wollanden. Zij richt
ten met 20.000 boeren in 1937 het
Internationaal Wolsecretariaat op
om gebruik en toepassing te be
vorderen door publiciteit en we
tenschappelijk onderzoek. Het is
nu een wereldorganisatie met het
hoofdkantoor in Londen en vesti
gingen in 34 landen die in 1964
het wolmerk invoerde, Dat wol-
merk is nu erkend in 104 landen
waaronder de Volksrepubliek
China. Maar het IWS doet nog
veel meer Het heeft tien proeffa
brieken, bevordert de wolmode
via instituten in Parijs en in Lon
den (voor de herensector), doet
markonderzoek, research, licht
voor. Het heeft bovendien sinds
1974 nog een taak op zich geno
men toen de wolprijzen sterk ste
gen, fluctueerden en uit de hand
dreigden te lopen. Waar nodig
wordt via belangrijke aan- of ver
kopen een stabiliserende invloed
uitgeoefend.
Vrouwen op de bres voor stop
lichten in hun woonwijk. Maar niet
alleen voor deze zaken zetten vrou
wen zich in. Ook voeren zij actie
voor werkgelegenheid, prijscom
pensatie en abortus.
„Tachtig jaar vrouwenstrijdde Ne
derlandse vrouw in de twintigste
eeuw". Over dit onderwerp gaat
een expositie die binnenkort in
Amsterdam te zien is en vervol
gens een eigen levén moet gaan
leiden als uitleenobject. Deze ten
toonstelling is bedoeld als hulp-
midel bij, bijvoorbeeld, VOS-
cursussen, moedermavo's en an
dere educatieve programma's
voor vrouwen. Via drie grote the
ma's wordt getracht duidelijk te
maken wat vooral „de gewone
vrouw" in de afgelopen 80 jaar
aan de vrouwenstrijd heeft bijge
dragen. Verwijzend naar alle grie
ven die vrouwen in de afgelopen
jaren boven tafel hebben ge-
braèht, is als titel voor het geëx
poseerde gekozen: „Alsof je een
emmer leeggooit".
In een studio op een van de boven
verdiepingen van een groot, in
tensief gebruikt pand aan de Am
sterdamse Rozengracht wordt
gewerkt aan de laatste loodjes
van het voorbereidende werk
voor de expositie. Omringd door
drukproeven en ander materiaal
vertellen Lies Ros (grafisch ont
werpster), Lia Gorter (beeldend
kunstenares) en Lida Kerssies
(historica en archivaris) iets over
de komende tentoonstelling. Sa
men met de grafische ontwerpers
Rob Schroder en Frank Beekers
vormen zij de „werkgroep ten
toonstelling vrouwen in de twin
tigste eeuw" die achter de scher
men verscheidene maanden ge
werkt heeft aan het totstandko
men van de tentoonstelling.
Als „vertrekpunt" voor de exposi
tie is 1898 gekozen, het jaar waar
in (ter gelegenheid van de kro
ning van koningin Wilhelmina) in
Den Haag de grote nationale ten
toonstelling van vrouwenarbeid
is gehouden. Een manifestatie
die in 1948 (ter gelegenheid van
het 50-jarig regeringsjubileum
van Wilhelmina en de overdracht
van de troon aan haar dochter
Juliana) een vervolg kreeg in een,
eveneens in Den Haag gehouden,
expositie waarin het leven van de
Nederlandse vrouw tussen 1898
en 1948 werd belicht.
De nationale tentoonstelling van
1898 wordt over het algemeen ge
zien als een van de mijlpalen in de
geschiedenis van de Nederlandse
vrouwenbeweging. Voor het
eerst werd hier een overzicht ge
geven van alle arbeid die in Ne
derland door vrouwen werd ver
richt, en werden de erbarmelijke
werkomstandigheden van „ge
wone"* vrouwen aan de kaak ge
steld, vergezeld van eisen voor
verbetering van arbeidsvoor
waarden en verruiming van
werkmogelijkheden. Uit die ten
toonstelling zijn rond de eeuw
wisseling diverse blijvende in
stellingen ontstaan die de belan
gen van vrouwen gingen beharti
gen, zoals de Nationale (tegen
woordig Nederlandse) Vrouwen
raad.
Herkenbaarheid
De tentoonstelling die nu op stapel
staat wil niet alleen een overzich
telijk beeld geven van de vrou
wenstrijd in Nederland sinds de
eeuwwisseling, maar ook de
vrouwen van nu stimuleren om
de strijd voort te zetten. Naar de
mening van de werkgroep is er
veel behoefte aan zo'n duidelijk
beeld van wat er allemaal gepas
seerd is, voordat de huidige
(tweede) emancipatiegolf inzette.
Ze baseren die conclusie onder
meer op ervaringen met een ver
gelijkbare expositie van enkele
jaren geleden waarin de belang
rijkste punten van de vrouwen
strijd uit de afgelopen 30 jaar aan
de orde werden gesteld. Die ex
positie is toen letterlijk „stukge-
keken"; er was (en is) kennelijk
grote belangstelling voor 'aan
schouwelijke documentatie over
de vrouwenstrijd.
Lies Ros vertaalt ideeën en aanpak
van de werkgroep als volgt: „Ons
uitgangspunt bij de keuze van het
materiaal is het leven van de ge
wone vrouw geweest. Hoe zag het
dagelijks leven van die vrouw er
uit, hoe werd ze behandeld op de
arbeidsmarkt, hoe zag ze kans om
ondanks haar ondergeschikte po
sitie toch verbeteringen af te
dwingen? Van die situaties en
ontwikkelingen moet de tentoon
stelling een beeld geven. We wil
len wel. nadrukkelijk stellen dat
dit opgeroepen beeld niet com
pleet kan zijn. Dat is gewoon niet
mogelijk binnen deze opzet. We
moesten een keuze maken, voor
diepgang is te weinig ruimte. De
tentoonstelling moet meer gezien
worden als een losmakertje, een
overzicht waarin de belangrijkste
dingen die in deze 80 jaar vrou
wenstrijd zijn gebeurd, op een rij
zijn gezet. Herkenbaarheid staat
daarbij voorop".
De gedachte achter de expositie is,
dat dit overzicht van 80 jaar vrou
wenleven in de twintigste eeuw
vooral „educatief voor vrouwen"
moet zijn. Drie grote thema's ko
men aan de orde: huis (de positie
van de vrouw in het gezin), werk
(de vrouw op de arbeidsmarkt) en
straat (de grote acties en demon
straties waar vrouwen in deze
eeuw massaal aan hebben deelge
nomen: voor kiesrecht en vrede,
voor recht o^ werk en vrije abor
tus). In korte inleidingen wordt
het aandeel van vrouwen in de
ontwikkelingen op deze drie ter
reinen geschetst.
Een van de vrouwen van de werk
groep heeft gesprekken gevoerd
met twaalf vrouwen: de oudste is
in 1898 geboren, de jongste in
1956. Hun persoonlijke ervarin
gen en levensomstandigheden
zijn een leidraad geweest bij het
maken van de tentoonstellingen
zijn in een begeleidende catalo
gus verwerkt. Ook oude jaargan
gen van vrouwentijdschriften die
sinds het einde van de vorige
eeuw zijn verschenen hebben
veel belangwekkend materiaal
opgeleverd.
Zoals De Naaistersbode (orgaan
van de in 1898 opgerichte Alge
mene Nederlandse Naaisters-
bond, de eerste vakvereniging
van arbeidsters die opkwam voor
de rechten van de „schandelijk
laagbetaalde" werksters in ate
liers en modewinkels), het blad
Ons Streven (orgaan van de
Dienstbodenbond), het (door de
feministe Wilhelmina Drucker
opgerichte) vrouwenweekblad
Evolutie, en De Proletarische
Vrouw (het orgaan van de bond
van sociaal-democratische vrou-
wenpropagandaclubs in Neder
land dat zich „blad voor arbeids
ters en arbeidersvrouwen" noem
de). Foto's en prenten, maar ook
advertenties uit vrouwenbladen
in de afgelopen 80 jaar zorgen
voor vaak onthullende illustra
ties.
De tentoonstelling kan worden op
gezet op basis van de zogenaam
de Frans Duwaeropdracht van de
gemeente Amsterdam, aange
vuld met een subsidie uit de
„emancipatiebeurs" van CRM,
een garantiebedrag van de Ne
derlandse Vrouwenraad en een
aantal kleinere giften. Het verza
melde materiaal wordt op 30 pa
nelen vastgelegd via een systeem
van houten blokken en alumi
nium buizen dat snel en eenvou
dig kan worden gemonteerd en
gedemonteerd. Daardoor kun
nen de panelen zonodig gemak
kelijk worden vervangen en
eventueel ook, per thema, afzon
derlijk worden uitgeleend. Het is
de bedoeling om twee complete
systemen te maken die tezijner-
tijd worden overgedragen aan,
respectievelijk, het IAV (Interna
tionaal Archief voor de Vrouwen
beweging) in Amsterdam en het
IDC (Informatie- en Documenta
tiecentrum van de Nederlandse
Vrouwenraad) in Den Haag. Bij
deze instellingen kan de exposi
tie dan in de toekomst in
bruikleen worden aangevraag-
Vóór die tijd is „Alsof je e
leeggooit" te zien in de Nieuwe
Kerk in Amsterdam: van maan
dag 16 februari tot en met de eer
ste week van maart. Openingstij
den: op werkdagen van 12.00 tot
16.00 uur, op zondagen van 13.00
tot 17.00 uur
Voor het eerst in de geschiedenis van het
vrouwen-gevangenisleven zijn drie vrou
wen buiten de gevangenis gaan werken.
De drie langgestraften moeten .nog drie a
vier maanden van hun straf uitzitten en
mogen nu in het kader van de re
socialisatie, het weer wennen aan de maat
schappij. dagelijks naar hun v/erk gaan.
Een vrouw werkt in een bejaardentehuis,
de andere twee doen administratief werk.
De drie vrouwen zitten in de "Bijlmerba
jes", de penitentiaire inrichting Overam-
stel en Duivendrecht.
Tot voor kort konden langgestrafte vrou
wen alleen elk weekeinde met verlof tij
dens de laatste vijf maanden van hun
straf. Voor hen golden en gelden andere
regels dan voor mannen. Voor mannelijke
gedetineerden zijn er in ons land verschil
lende gevangenissystemen. Er zijn geslo
ten inrichtingen maar ook gevangenissen
met een half open of geheel open karakter.
Er zijn jeugdgevangenissen, aparte gevan
genissen voor kort of lang gestraften.
Voor vrouwen is die keuze er niet. Reden: er
zijn te weinig vrouwelijke gevangen. Van
de totaal 3000 gedetineerden zijner maar
100 van het vrouwelijk geslacht. In Neder
land zijn vijf open inrichtingen voor man
nelijk langgestraften die daar de laatste
vijf maanden van hun straf mogen uitzit
ten. Dat wil zeggen dat ze buiten de gevan
genis gaan werken, er bovendien minder
bewaking is, kortom zo goed mogelijk le
ren wennen aan de maatschappij waar ze
een lange tijd uit zijn gweest.
Voor vrouwen is dat er niet, want, zo zegt het
ministerie van justitie: "Dat kunnen we
niet bekostigen. We hebben te weinig
langgestrafte vrouwen voor dit systeem,
hoogstens dris a vier. Voor het open in
richtingen-systeem heb je minstens tien
mensen nodig. Je zet namelijk ook in zo'n
open inrichting een hele staf op: een direc
teur, een adjunct:directeur, een admini
stratie-afdeling, bewaking etc. We zijn er
óp het ogenblik over aan het denken om
misschien in Maastricht een deel van de
gevangenis open te maken vo<
maar dan denken we niet dat v
in het Westen gevangen zitten zin hebben
oin daar geen te gaan.
Aanvallen op de arbeid van gehuwde) vrouwen steken vooral de kop op
in tijden van werkloosheid en economische terugval. Zoals in 1937 toen
werd getracht via het zgn. wetsontwerp Romme, aan de gehuwde vrouwen
alle arbeid buitenshuis te verbieden. Terug naar het paradijs" een spot
prent op dit wetsontwerp.