De keerzijde
van een debuut
boeken - boeken - boeken - boeken - boeken - boeken - boeken
Spleen en Holland
bij Baudelaire
Nieuwe
jeugd
boeken
NIEUW
OP DE
BOEKEN
PLANK
ZATERDAG 7 FEBRUARI 198!
EXTRA
PAGINA 29
Behalve van science fic
tion, stripverhalen, lite
raire anekdotes en ge
schiedschrijving, Ger-
rit Komrij en Jeroen
Brouwers ben ik vooral
ook een liefhebber van
flapteksten. Een
hoogst leerzaam, nog té
ondergewaardeerd gen
re. Het is een zeldzaam
heid wanneer ik een
boek koop of lees zon
der eerst op de achter
kant nauwgezet het
aanstarende gelaat van
de auteur bestudeerd
en de bijbehorende
tekst gespeld te heb
ben. De achterflap van
een boek zegt alles over
uitgeverij, véél over de
inhoud van het boek en
- secundair - ook 't een
en ander over de be
trokken schrijver of
schrijfster. Met name
geldt dit, zoals hier,
voor debutantenlitera
tuur.
Tom Pauka.
Ter verduidelijking geeft ik u
hier woordelijk twee van zul
ke flapteksten, nog even zón
der auteursnaam en titel. De
eerste:1 "Op z'n negende ver
jaardag kijkt een jongen
naar zijn gebakvork. 'Er za
ten grotere en kleinere putjes
in, de kleinste zo klein alsspel-
deprikken, en verschillende
van die putjes hadden een bo
dem die bedekt was met iets
zwarts.'Spuug vermengd met
deeg of ei of zoiets, denkt de
jongen. Enige tijd later heeft
hij zich in het bezit gesteld van
een geheim bestek dat, behal
ve door hemzelf, door nie
mand wordt aangeraakt. Dit
blijkt nog maar de eerste stap
tte zijn. Het titelverhaal van
deze bundel gaat over de mee
dogenloze jacht die hij hierna
zal inzetten op voedsel dat
naar zijn maatstaven vrij is
van viesheid. Het is de ge
schiedenis van een poging om
onbevuild te blijven in een we
reld die, zo zal de lezer bea
men, inderdaad niet hele
maal vrij is van zwarte
putjes. We zien de verteller in
de meeste verhalen terug,
soms als toeschouwer, soms als
veroorzaker, soms als slacht
offer. Naarmate hij ouder
wordt schijnt het hem steeds
minder goed te gelukken om
de vrijwaring te bereiken die
hij in het titelverhaal zo suc
cesvol heeft nagestreefd".
Na deze sobere tekst volgen dan
nog naam en geboortejaar van
de auteur, plus - na een regel
stilte - de namen van de
scheppers van boekomslag
en foto auteur. De foto toont
in afstandelijk zwart-wit een
enigszins doör ingehouden
glimlachen gegroefd hoofd
van een wat oudere man:
schouders en bovenarmen
zijn gehuld in een opvallende
trui, waaronder het ietwat
slordige kraagje van een over
hemd; geen stropdas; nóg net
zijn enkele vingers zichtbaar:
de schrijver houdt de armen
voor de borst gevouwen, los
jes, ontspannen, vermoede
lijk steunend op de opgetrok
ken knieën, in zitstand. Het
uiterlijk van een betrouwbare
en troostrijke pijproker. Op
de achtergrond enige wirwar
van bosschages, maar niet ge
heel ondoorgrondelijk want
dóórachter schemert iets
wits: een weiland?
De achterflap is zwart, de letters
wit, de tekst beschaafd en in
getoomd. De voorkant van
het boek is overigens een iets
je frivoler: een fotografie van
vork en lepel, glimmend,
meer op effect betekend, het
zwart van de kaft verzacht
met lichtgroene en -blauwe
schemer.
Dan het tweede debuut, witte
achterflap, geen foto of af
beelding van de auteur, met
déze tekst:is een wending
in de Nederlandse letteren.
Het bevat korte verhalen die
geschreven zijn in een verfris
send proza: lichtvoetig en di
rect, zo helder en simpel dat
gesproken kan worden van
een breuk met de heersende li
teratuuropvattingen, die er,
volgens de auteur op zijn ge
richt de lezer in te lijven in een
burgermanswereld, waarin
slechts plaats is voor opper
vlakkigheid, levensangst of
oeverloos gezeur. De verhalen
variëren van bizar tot regel
recht ontroerend met één dui
delijke lijn, hetgevecht van
het individu tegen de verstik
kende maatschappelijk
krachten. De auteur gebo
ren te Zwolle op de eerste
Kerstdag 1945, is een nieuwe
unieke verschijning aan het
Nederlands literatuurfirma
ment."
De voorzijde van het boek is
(vooral groen-) kleurig en ver
toont een totempaal van ge
drochten (waartussen een en
kele penis) in Jeroen Bosch
stijl. Welk boek zou u - op
grond van deze simplistische
beschrijving - het eerst of het
liefst lezen?
Inderdaad, een juiste,
rechtvaardige en verstandige
keuze! Voor alle zekerheid
heb ik beide boeken-met-
verhalen ook nog gelezen: het
eerste met meer dan gebrui
kelijk leesgenot, het tweede
met snel toenemende afkeer,
mededogen en smart om zo
veel zestiger jaren-naïviteit;
in 't laatste geval was ik wèl -
dankzij de flaptekst - op 't al
lerergste voorbereid.
Gelukkig maar.
Het eerste debuut: Tom Pauka,
Een moeilijke eter en andere
verhalen Uitg. Em. Querido,
Amsterdam 1980 (prijs:
Het andere debuut: Wim Du-
zijn, Revolutie in het gekken
huis. Uitg. Tiebosch, Amster
dam 1980, 17,50.
Charles Baudelaire is de
grootste Franse dichter
van de vorige eeuw. Pas
na 1880 werd de waarde
van zijn poëzie inge
zien, tot de Tweede We
reldoorlog werd hij in
schoolboeken afgedaan
met enkele regels,
waarin vaak "onzede
lijk" of "ziekelijke ge
voeligheid" voorkwam.
Onlangs verscheen een uitgave
van Het Spleen van Parijs,
vertaald door Jacob Groot.
Dat zijn vijftig losse stukken
van Baudelaire's poëtisch
proza met een Epiloog van
vijf terzinen. Een vijftal schet
sen hebben een geestig ver
haal met een ontknoping; de
kracht van hun inspiratie
bron, Edgar Allan Poe evena
ren ze niet. De meeste andere
zijn stemmingsbeelden,
sfeerschetsen, die natuurlijk
sterk aan Baudelaire's poëzie
doen denken.
Het zijn stukken zonder directe
samenhang, wat hen verbindt
is de stemming, het spleen
(splien). Het is de uiting van
een hypergevoelig, in zichzelf
gekeerd mens, die gekweld
wordt door de onmacht om te
leven zoals dat de moeite
waard is, in waarachtigheid
en schoonheid. Spleen is die
uitzichtloze, wrevelige impas
se. Het Engels woordenboek
zegt: zwaarmoedigheid,
wrok.
Sommigen voelen dit mee, an
deren vinden het een inge
beelde kwaal. Dat was 120
jaar geleden ook al zo, alleen
was het toen een naargeestige
tijd, terwijl wij zoals bekend
niks te klagen hebben. Onze
betovergrootouders trou
wens ook niet, die leefden in
een land, waar volgens Bau
delaire de uren langzamer
gaan en meer gedachten be
vatten, waar de klokken het
geluk met een diepere, bete
kenisvollere plechtstatigheid
slaan. Dat was u nog niet zo
opgevallen, maar let er eens
op.
Van België moet hij niets heb
ben, maar Holland: Wil je, om
dat je zo van rust houdt, die
gepaard gaat met het schouw
spel van beweging in Holland
gaan wonen, dal zaligmaken
de land? Misschien dat je je
wat kunt vermaken in die
streek, waarvan je in musea
zo vaak de afbeelding hebt be
wonderd. Wat zou je van Rot
terdam denken.
En tenslottè vertelt hij - p.I33 -
dat er volgens Swedenborg
aparte paradijzen bestaan
voor Turken en Hollanders.
Ik wist wel. wat ik kiezen zou.
Kenners van zijn gedichten Les
Fleurs Du Mal kunnen aller
lei verbanden veronderstel
len met gedichten of perso
nen (Jeanne Duval). De kriti
sche lezer vindt sommige
nummers sentimenteel (II,
IV. XXXI) andere zijn toch
briljant.
Wat te denken van De verleidin
gen of Eros, Plutus en de
Roem: Twee prachtige satans
en een niet minder bijzondere
Duivelin zijn vannacht de
mysterieuze trap opgekomen,
waarlangs de Hel de zwak
heid van de slapende mens
bestormt... Het gezicht van de
eerste Satan was tweeslach
tig... In zijn rechterhand hield
hij een flacon, waarvan de in
houd van een lichtgevend
rood was en die als etiket deze
onderlinge woorden droeg:
"Drink, dit is mijn bloed, een
uitnemende hartversterker."
Dat is Eros die afgewezen
wordt. De tweede is de duivel
der rijkdom, hij heeft even
min sukses. De derde, de dui-
Charles Baudelaire.
velin van de roem, roept zijn
naam in een trompet, waar
aan linten met de namen van
alle kranten van het heelal
hangen. Zelfs deze bekoring
weet de ikfiguur te doorstaan:
Maar jammer genoeg werd ik
wakker en al mijn krqchten
verlieten me. "Inderdaad",
zei ik tot mezelf, "ik moet wel
heel diep geslopen hebben
om zulke scrupules aan de
dag te leggen. Ach, als ze eens
konden terugkomen, als ik
wakker ben, dan zou ik niet zo
de brave jongen uithangen!"
En ik riep ze met luide stem
aan, ze smekend met te verge
ven en bood ze aan me net zo
vaak te onteren als nodig zou
zijn om hun gunsten te ver
dienen: maar ik had ze zeker
zwaar beledigd, want zij zijn
nooit meer teruggekomen.
Het is een hele opluchting, dat
Georges Rodenbach (Le Figa
ro, 1892) toch nog tot de con
clusie is gekomen, dat Baude
laire zo bijzonder katholiek is
gebleven, ja tot in zijn vezels
doordrenkt van de kerk: "In
alles merkt men de afkeer van
het kwade".
Het boek is smaakvol uitgege
ven. De vertaling zal op enige
pagina's (p. 38, 72) de roma
nist de wenkbrauwen doen
fronsen, maar een bewonde
raar van Couperus zal het niet
zwaar opnemen. In de biogra
fie en de toelichting zegt Ja
cob Groot veel in een kort be
stek. Soms leidt dat lot
vreemde combinaties: In 1839
vestigt Baudelaire zich in het
Quartier Latin, sluit vriend
schap met de jonge dichteres
van de Normandische school
en bezoekt prostituées. In
1841 maakt hij een boot
reis naar het Verre Oosten,
maar haakt af op het eiland
Bourbon.
Jacob Groot heeft de neiging de
gedichten van Baudelaire als
perfecte poëzie af te schilde
ren: "absoluut, meedogen
loos, volmaakt, ze leggen
zichzelf uit. Baudelaire heeft
echter een beperkte woorden
schat, bepaalde woorden en
rijmen keren steeds terug".
Er is de dichter veel verweten,
maar niet dat hij eentonig zou
zijn. Daarom verrast het, dat
in het nawoord de dichter van
het briljante vakmanschap,
de poésie parnassienne, "mo
nomaan" en de "maker van
een onveranderlijke, monoto
ne, knellende wereld" wordt
genoemd. Bij zo'n uitspraak
zouden een paar argumenten
niet misstaan.
Charles Baudelaire Het Spleen
van Parijs, Kleine gedichten
in proza, vertaling Jacob
Groot, Bezige Bij, Amster
dam 1980 1.25,-.
De laatste jaren is in Suriname
en de Nederlandse Antillen
sprake van een groeiende be
langstelling voor de eigen
cultuur. Geen gemakkelijke
zaak in deze gebieden, waar
de Hollandefs eeuwenlang de
lakens hebben uitgedeeld,
ook in cultureel opzicht De
eigen beschaving, tradities
en gewoonten van de Westin
diërs moeten weer opnieuw
worden ontdekt.
Van groot belang daarbij is een
eigen jeugdliteratuur die de
Westindische kinderen be
wust maakt van hun histori
sche en sociale achtergrond.
Bekende Antilliaanse au
teurs van jeugdboeken die
zich toeleggen op de beschrij
ving van de eigen samenle
ving zijn o.a. Sonia Garmers
en Diana Lebacs.
Om een zo groot mogelijk lezer
spubliek te bereiken publice
ren zij hun boeken in het Ne
derlands. Geen eenvoudige
zaak als men bedenkt dat zo
wel Sonia Garmers als Diana
Lebacs spreken en denken in
het Papiaments. de voertaal
op de Nederlandse Antillen.
In 1977 schreef Sonia Garmers
'Orkaan'. Het verhaal van Ma
rio Melandes, een veertienja
rige jongen met de bijnaam
Orkaan, omdat hij als kind
nogal druk en lawaaierig was.
'Orkaan en Mayra' is het zelf
standig te lezen vervolg hier
op. Orkaan is inmiddels 16
jaar geworden en verliefd op
zijn nichtje Mayra. Haar va-
der Chitu is timmerman, een
beroep waar Orkaans ouders
erg op neerzien. Zij zijn dan
ook bepaald geen voorstan
ders van de vriendschap tus
sen Orkaan, oom en nicht.
Mayra is een geëmancipeerd
meisje. Zij wil timmervrouw
worden en vertrekt naar Ne
derland om daar een oplei
ding te volgen.
Orkaan ziet haar met lede ogen
vertrekken. Maar ook haar
vader had Mayra liever bij
zich gehouden. Hij is onge
neeslijk ziek en voelt zijn ein
de naderen. Zijn eigenhandig
gemaakte doodskist staat al
klaar, een oude Antilliaanse
traditie.
Als Orkaan te weten komt dat
Zijn oom spoedig sterven zal,
is hij wanhopig. Oom Chitu is
immers de enige die hem
aanvoelt en in hem gelooft?
Bovendien begrijpt Orkaan
uit de brieven en ingespro
ken cassettebandjes die May
ra uit Holland verstuurt, dat
zijn liefde door haar niet
wordt beantwoord.
Ontroerend is het moment
waarop Mayra's vader zijn
dood voelt naderen en Or
kaan vraagt hem te scheren
en te wassen. Samen wach
ten ze op Mayra die per tele
gram is gewaarschuwd.
Na haar vaders dood ontpopt
het meisje zich als een zelf
standige vrouw die, ondanks
alle weerstand, besluit de
timmerwinkel van haar vader
voort te zetten. Daarbij heeft
ze wel Orkaans hulp nodig
Het verhaal geeft een uitste
kende indruk van de Antil
liaanse samenleving. Het
leest vlot door de vele dialo
gen en het eenvoudige taalge
bruik. Het taboe rond de
dood blijkt op de Antillen
minder groot te zijn dan in
ons land. Men loopt er welis
waar niet mee te koop, maar
er kan openlijk over gepraat
worden. Sonia Garmers be
schrijft zonder sentimenten
het groeiproces van alle be
trokkenen naar de dood van
oom Chitu. Subtiel, reëel en
zonder poespas.
Ook de emancipatie roert de
schrijfster aan. In Latijns-
Amerika is de man nog
steeds superieur en staat af
wijzend ten opzichte van
werkende vrouwen. Oom
Chitu laat zijn dochter haar
eigen weg gaan. Mayra doet
bepaald geen gemakkelijke
keuze met een beroep dat als
typisch mannelijk wordt be
schouwd.
Door de brieven en bandjes van
Mayra over haar ervaringen
in Nederland krijgt de lezer
de verhouding Nederlander
rijksgenoot ook eens van de
andere kant te zien. Mayra
noemt vooral de ontevreden
heid en onverschillige hou
ding van de Hollanders
'Orkaan en Mayra' is een goed,
eenvoudig geschreven boek
met een schat aan boeiende
informatie over de Antilliaan
se samenleving voor kinde
ren vanaf 12 jaar.
Uitg. Leopold, prijs f 16,90
Bang
Dolf Verroen is een van de wei
nige auteurs die in staat is de
belevingswereld van jonge
kinderen te beschrijven op
een aantrekkelijke en toch
eenvoudige wijze. Verroen
schrijft helder en beeldend
over alledaagse situaties, die
elk kind kan herkennen en
beleven, zonder onnodige en
verwarrende omhaal van
woorden.
Zijn nieuwe boek 'Hoe weet jij
dat nou' gaat over de kinde
ren King en Juul. King is een
nogal bang uitgevallen jon
gen. Alles vindt hij eng. Don
kere kamers en trappen bij
voorbeeld, of water in het
zwem bad.Daar kan hij niks
aan doen. Zijn vriendinnetje
Illustratie van The Tjong Khing
is een wilde, brutalq meid,
die alles durft. Nou ja, alles-
Juul is wel bang voor
sommige dieren.
Ze durft rustig huizenhoog op
een schommel rare toeren uit
te halen, maar wanneer King
een eend van de straat op
pakt en hem op het gras neer
zet. blijft ze liever op een vei
lige afstand.
King begrijpt er niets van. Jij
bent toch nergens bang voor?
vraagt hij. Jij durft toch al
les? Maar Juul zegt kwaad:
Hoe weet jij dat'nou? Dat kun
je toch niet aan m'n neus
Juul bang voor dieren, daar
kijkt King van op.
Go, ik geloof dat ik helemaal
niet zo'n bangerik ben, zegt
hij. Ineens voelt hij zich hart
stikke blij.
'Hoe weet jij dat nou' is een
fijn boekje over herkenbare
gevoelens van jonge kinde
ren. duidelijk en treffend be
schreven. De auteur steekt de
verhalen in een eigentijds jas
je door bijvoorbeeld terloops
rolpatronen te doorbreken:
Juuls moeder is alleen. Haar
nieuwe vriend Piet maakt
zich heel verdienstelijk in de
keuken. Waarmee Verroen
maar wil laten zien dat een
Kokende Man best kan.
De tekeningen van The Tjong
Khing sluiten goed aan bij
het verhaal en vormen een
raak getypeerde weergave
van enkele situaties. Hij te
kent King en Juul nu niet be
paald als kinderen die de eer
ste prijs op een schoonheids
wedstrijd zullen wegslepen,
maar dat verhoogt naar mijn
mening alleen maar de char
me van zijn illustraties.
Uitg. Leopold, prijs f 16,90.
MARGOT KLOMPMAKER
De Kinaroof. Alfred Hageni.
Een spannend verhaal over de
pogingen van twee planten-
deskundigen uit de vorige
eeuw om jonge loten van de
linaboom uit Peru te smokke
len. De kinaboom groeide
toen nog alleen in Peru op de
oostelijke hellingen van de
Andes. De bast van deze
boom leverde het enige werk
zame middel tegen de ge
vreesde gele koorts: kinine.
Om het handelsmonopolie
van de Peruaanse handelaren
te doorbreken, en de kina
boom voor uitsterven te be
houden, besloten enkele Eu
ropese landen rond 1850 za
den en loten van deze boom
uit Peru te smokkelen, een ge
vaarlijke onderneming.
De botanici die voor deze tocht
werden uitgekozen moesten
niet alleen oppassen voor vij
andig gezinde handelaren en
inheemse bewoners, maar
ook de tocht door de Andes
was niet zonder gevaren. Een
boeiend verhaal, dat op de
werkelijkheid is gebaseerd.
Uitg. Westfriesland, f 18,90.
Tanny. Chas Carncr.
De jongen Trey neemt een ern
stig gewonde hinde mee naar
huis in de hoop het dier bij
zich te kunnen houden. Hij
vergeet dat de hinde een in
het wild levend dier is, dat
nooit gedwongen kan worden
als huisdier te leven. De jon
gen besluit tenslotte tegen
zijn zin in het dier de vrijheid
te gevqn. Uitg. Westfriesland,
f 18,90.
Heerser van de nacht. Tanith Lee.
Uitg. Meulenhoff, f 13,50.
De bron van het leven. Janine Bois-
sard.
Uitg. WesjLfriesland, f 19,90.
Hoe lang duurt het? Encyclopedie
van de tijdsduur der dingen.
De meest uiteenlopende hande
lingen en de daarvoor beno
digde tijd passeren de revue.
Een boek dat de onvermijde
lijke vraag oproept: wist je da-
teen striptease-
danseres 36 calorieën ver
bruikt in 15 minuten en-
dat een olifant 5 seconden no
dig heeft om een hele draai te
maken op een circuskrukje?
Uitg. Tiebosch, f 19,50.
Willem van de Moosdijk en het laat
ste miljoen. Arie van der Lugt.
Het levensverhaal van de eind
zestiger jaren bekende "krui
dendokter" Willem van de
Moosdijk. Speculerend op de
goedgelovigheid van de mens
bouwde hij een miljoenenbe
drijf op met zijn handel in
kruiden. Later werd hij pu
bliekelijk aan de kaak gesteld
als oplichter en zwendelaar.
Uitg. Teleboek, f 18,90.
Parels voor Nadra en
Steekspel in San Sebastian.
Joop van den Broek.
Uitg. Sijthoff, 13,50 p.d.
Geschiedenis van het Marxis
me, deel 2. Leszek Kolakows-
ki.
Uitg. Spectrum.
An outline of Dutch History. R.
de Burnchurch.
Uitg. Wouter Wagner, 15,-.
Paperbacks U.S.A. een grafi
sche geschiedenis. Piet
Schreudcrs.
Een beschrijving van de eerste
twintig jaar paperbackhisto
rie in Amerika. De nadruk ligt
op de ontwikkeling van de ui
terlijke vorm van de pocket
boeken, met name de omsla
gen: wie ze maakten, hoe ze
gemaakt werden en in de loop
der jaren veranderden.
Samensteller Piet Schreuders
besteedde vijfjaar aan zijn on
derzoek en vond naast com
merciële wansmaak ook ori
ginele staaltjes van ontwerp-
kunst.
Uitg. Loeb.
In de nood van het aangezicht/
A nowtoe foe mi ai. Edgar
Cairo.
Een gedichtenbundel.
Uitg. De Knipscheer.
De ondergang van Abya Yala
of het ei van Columbus. Fons
Eickholt.
Een collage over de ontmoeting
van twee werelden, uitgezon
den op de radio op 18 novem
ber vorig jaar in het kader van
het vierde Russell-tribunaal.
Centraal staat de confrontatie
tussen de Indianen, als oor
spronkelijke bewoners van
Amerika en Columbus.
Uitg. De Knipscheer.
Karakter's Krachten. Jeje Disi
(Edgar Cairo).
Een nieuwe roman van de be
kende Surinaamse auteur
met het typische "Caïroiaan-
se" taalgebruik, dat Edgar
Cairo o.a. demonstreert in zijn
wekelijkse rubriek in de
Volkskrant.
Uitg. De Knipscheer.
Ceremonie. Leslie Silko.
Een roman uit de Indiaanse Bi
bliotheek van uitgever De
Knipscheer. Het verhaal
speelt zich afvlak na de Twee
de Wereldoorlog. De jonge In
diaanse oorlogsveteraan Tayo
keert terug naar het reservaat
van zijn stam. Het boek be
schrijft de botsing tussen het
vervreemdingsproces dat in
Tayo op gang is gebracht door
zijn oorlogservaringen, en
zijn pogingen om op ce-
remoniele wijze aan dit pro
ces te ontkomen.
Uitg. De Knipscheer, 34,50.
Een klein beetje liefde. Dolf
Kloek.
Uitg. Zomer en Keuning,
18.90.
Uitg. Meulenhoff. 39,50.
Uitgever Allert de Lange intro
duceert een nieuwe serie boe
ken, de Exil Bibliotheek. Het is
de bedoeling in deze reeds emi
grantenliteratuur uit te bren
gen; in het bijzonder boeken
van auteurs die zijn gevlucht
voor het nationaal-socialisme
en vaak een zwervend bestaan
leiden.
De nadruk ligt weliswaar op li
teratuur ontstaan uit de "Duitse
periode" maar hedendaagse in
ballingschap geschreven litera
tuur wordt niet uitgesloten.
Als eerste deel in deze Exil-
reeks is verschenen Kinderen
zonder Land van de schrijfster
Irmgard Keun 24,50). Het
boek geeft een beeld van het be
staan van een auteur met zyn
gezin in ballingschap, gezien
door de ogen van het dochtertje
Kully.