De eenzaamheid van
aeen stadsarchitect
"Je
moet met ieder
een
pral
ten, maar je ku
int
met
niemand overle
:gen"
W.F. den Harinck en de
kwaliteit van de omgeving
Mojet
Gesprekscentrum wil
geld van gemeente
Tweeëneenhalf jaar geëist tegen bankovervallers
;'e,LEIDEN - Als de zon ondergaat aan een
heldere hemel en laag over het Galgewater
t J schijnt, komt de gevel van de Stadstim-
2(' merwerf tot leven. Trots spiegelt zich de
J formidabele trapgevel in het brede water
tiij van de Rijn, en het is niet moeilijk je voor
te stellen dat Leiden ooit een machtige
stad was, en de baas van de Stadstimmer-
werf een machtig man. De Stadstimmer
man woonde bij de in 1612 gebouwde werf
en voerde alle bouwopdrachten van de ge
il meente uit met een ploeg ambachtslieden
■3 zoals de stadsmetselaars, -steenhouwers,
j -leidekkers en -glazenmakers. De stads
timmerman werd ook wel stadsarchitect
genoemd, een functie die nog steeds be-
J staat.
Gestyleerd
.Willem van der Helm bouwde in de dertien jaren dat hij
de gemeente diende (1662 tot 1675) maar liefst vijf
stadspoorten: de Morspoort, Hogewoerdspoort,
Koepoort, Zijlpoort en Marepoort. Je zou bijna zeg
gen: zoals nu reclamejongens en "designers" de stad
t' een bepaald image trachten te geven - bijvoorbeeld
met een gestyleerde stadsleeuw in rood op het post
papier - zo gaf Van der Helm met zijn poorten de stad
een eigentijds visitekaartje. Zou Van der Helm zich
"designer" of ontwerper hebben genoemd? Waar
schijnlijk niet, want vqor alles bleef hij uitvoerder,
ambachtsman: meestertimmerman.
Kunstenaar
£>e belangrijkste architect van de negentiende eeuw
was Salomon van der Paauw. De stadswallen waar
aan Van der Helm zo ijverig had gemetseld waren in
de negentiende eeuw overbodig geworden en om de
vele werklozen iets omhanden te geven werden de
wallen en bolwerken gesloopt. Voor de singels ont
wierp Van der Paauw een nieuw visitekaartje.
Het Plantsoen is een heel duidelijk voorbeeld van een
ontwikkeling die in menig andere stad te zien is: op
de plaats van de vestingwerken kwamen romanti
sche parken met grote villa's in een bonte mengeling
van stijlen.
Was Van der Paauw een ontwerper? Ja. De architect in
de negentiende eeuw is niet zozeer ambachtsman, als
wel kunstenaar. En kon je in de tijd van Van der
Helm nog kunstenaar worden door gewoon goed je
vak te leren, in de Romantiek ben je 't, of ben je 't
niet: het is een gave. We leven nog steeds in de tijd
van het Romantisch kunstenaarschap, dat wil zeg-
gèn dat de nadruk ligt op de vrijheid in de vormge
ving - het unieke en oorspronkelijke staat in hoger
aanzien dan het traditionele, naamloze. En dat er een Stadsarchitect W. F. den Harinck voor de Stadstimmerwerf: "De deskundigheid i
scheiding is tussen ontwerp en uitvoering. benut kunnen worden".
i het apparaat zou beter
Salomon van der Paauw was vorm-
1 gever maar ook nog steeds uit
voerder. Je zou kunnen zeggen:
als stadsarchitect had hij tegelij
kertijd de functie van de huidige
directeur Gemeentewerken. Zo
was het een deel van zijn taak om
voor de stadsverlichting te zor
gen; van hemzelf is de notitie dat
hij dat werk overnam van een
commissie "welke zich schrome
lijk aan den sterken drank over-
i gaf, zoodat de verligting dikwijls
geheel in de war was". Zeer
boeiend is ook zijn relaas over de
bouw van de gasfabriek aan de
Langegracht. Om onafhankelijk
te kunnen werken van de dure
Engelse firma's die in andere ste
den de gasvoorziening verzorg
den, bestudeerde hij uitgebreid
de fabricage van steenkolengas,
de aanleg van een buizennet, en
bOuwde hij thuis een miniatuur-
gasfabriekje. Kortom: hij was een
i veelzijdig architect, die in niet ge
ringe mate het gezicht van de stad
bepaalde.
Hel
Wie bepaalt nu het gezicht van Lei
den? Er is nog steeds een stadsar-
chitect, maar hij is niet meer zo
machtig. Van der Paauw bouwde
midden in de stad een tempel als
brug: de Korenbeursbrug. Nu
breekt de hel los bij de aanleg van
het meest simpele bruggetje. Ie
dereen weet het beste hoe het
moet. Naar het oordeel van de
stadsarchitect wojdt niet eens ger
vréégd.
Het hele bouwproces is sinds Van
der Helm en Van der Paauw
'enorm veranderd, en bij de ge
meente zijn er nu talrijke dien
sten en afdelingen die vallen on
der de noemer ruimtelijke orde
ning en openbare werken. Pro
jectontwikkelaars, particulieren,
politici en ambtelijke diensten:
zeer uiteenlopende figuren bepa
len het gezicht van de stad. Is er
nog wel sprake van een duidelijk
gezicht, of is het een lukraak mo
zaïek geworden? Wordt er nog
omgeving": de welstandscom
missie. Den Harinck: "Die werkt
in het luchtledige, daar gaat wei
nig stimulans vanuit".
Het enige dat de welstandscommis
sie doet, is toetsen of een gebouw
niet te lelijk is; ze kunnen niet
voorschrijven hoe het wel moet,
alleen negatief adviseren aan het
stadsbestuur als een bouwplan te
slecht is. Ook de welstandscom
missie zou betrokken moeten
worden bij het pverleg van stads
bestuur, stedebouw, bouwkunde
en stadsarchitect over de grote lij
nen. "Dat verhaal heb ik hier nog
nooit gehoord. De kwaliteit van
de omgeving is er uitgevallen".
Willem van der Helm bouwde in de zeventiende eeuw vijf stadspoorten
waaronder de Zijlpoort.
aandacht besteed aan de vormge
ving, zit er nog lijn in?
Het oordeel van de nieuwe stadsar
chitect W. F. den Harinck is nega
tief. Over een beleid voor de
vormgeving - "de kwaliteit van
de omgeving" - wordt nooit ge
sproken, constateert hij. In zijn
functie is hij niet meer de machti
ge man van weleer, en zou dat ook
niet willen zijn, maar gewoon
ambtenaar op de afdeling bouw
kunde, een afdeling met een twij
felachtige reputatie.
Versukkeling
Met de opkomst in de jaren zestig
van de projectontwikkelaars
raakte de architectuur in de ver
sukkeling. Terwijl die firma's een
kant en klaar produkt konden le
veren, maakte het gemeentebe
stuur steeds minder gebruik van
haar eigen afdeling bouwkunde,
die de naam had traag te werken
en steeds het budget te over
schrijden.
"Vanuit de filosofie dat bouwkun
de er alleen nog zou zijn voor de
kleine klussen, dacht men dat
een goeie HTS'er als stadsarchi
tectvoldoende zou zijn. Het is aan
Temme, de vorige stadsarchitect,
te danken dat die discussie onze
ker is geworden. Hij heeft ge
zorgd dat er opnieuw over is na
gedacht, en dat na hem toch weer
Ctm nieuwe architect is geko-
ïrien", zegt Den Harinck over zijn
eigen aanstelling.
Voorbeeld
Temme was als stadsarchitect on
gelooflijk actief. Hij kwam overal
op voor zijn vak en ontwierp een
aantal scholen in de Merenwijk
eti de Mors in een opvallende, ei
gentijdse stijl. Kroon op zijn werk
is het Stadsbouwhuis geworden.
Met zulke gebouwen gaf de ge
meente ineens weer het goede
Voorbeeld.
Den Harinck zou verder willen
gaan: niet alleen af en toe mooie
objecten neerzetten, maar een be
leid op het gebied van de vormge
ving ontwikkelen. "Objecten
moeten passen in een ruimtelijke
structuur. De functie, de plaats in
de stad, daar heeft architectuur
mee te maken. Daar wordt hier
nooit over gepraat. Bij ruimtelij
ke ordening worden prioriteiten
gelegd, daar zou overleg over
moeten zijn".
Als stadsarchitect voelt hij zich al
leen staan: "In dit vak moet je
met anderen over je werk praten,
maar er is niemand met
kan overleggen". De afdeling
bouwkunde moet zwaar lobbyen
om opdrachten in de wacht te sle
pen. "Er is nog steeds dat slechte
image, hoewel we ondertussen
wel het tegendeel hebben bewe
zen met bijvoorbeeld het plan
voor het daklozencentrum". Re
gelmatig overleg met de wethou
ders over welke plannen zelf uit
gewerkt worden, en welke naar
particuliere bureaus gaan, en wie
dan als architect aangetrokken
zal worden, is er niet. Ook man
keert het volgens Den Harinck
aan overleg met de afdeling ste
debouw.
"De deskundigheid in het apparaat
zou beter benut moeten worden.
Er gaat nu veel verloren. Het is
een soort principiële keuze: neb
je een afdeling en een architect,
dan moetje ze ook laten bouwen,
ze helemaal gebruiken. Dan krijg
je ook meer waar voor je geld. Of
je besluit er een soort uitgebreide
onderhoudsdienst voor de ge
bouwen van te maken".
Luchtledige
ik Salonwagen
Wie in de geschiedenis kijkt, ziet
dat wel vaker de kwaliteit van de
omgeving eruit is gevallen. In de
achttiende eeuw zijn er herhaal
delijk rapporten dat de eigen
bouworganisatie maar beter op
gedoekt kan worden. De reden:
geld. Aanbesteden zou goedko
per zijn. Er werd flink gereorgani
seerd en uitgedund.
Ook nu, in een gesprek met stadsar
chitect Den Harinck, valt vaak
het woord geld. Te vaak, naar de
zin van Den Harinck. "Het is niet
zo dat geld en mooi hetzelfde zijn.
Een architect moet kunnen
werken met heel simpele midde
len. Maar er is een kritische
grens: als je by een gebouw het
dan nog goedkoper wil, krijg je
een kist of een grote salonwa
gen".
De gevel van de Stadstimmerwerf
is een tijdje geleden opgeknapt
en opnieuw in de verf gezet. Het
verleden wordt geëerd. Zijn we
bereid om ook de nieuwe stad
mooi te maken?
TOM MAAS
ZATERDAG 31 JANUARI 1981
3 Jinds de zomer heeft Leiden een nieuwe stadsarchitect, een vroeger zeer machtige per-
J soon. Maar nu? De stadsarchitect is niet meer de baas over alles wat de gemeente
vertimmert; dat hoeft ook niet voor W. F. den Harinck, de nieuwe man. Wel wil hij dat de
bestuurders wat meer aandacht besteden aan de "kwaliteit van de omgeving".
Ia een uitstapje in het verleden vertelt Den Harinck over het slechte image van de afdeling
bouwkunde van de gemeente, zijn geïsoleerde positie en het beleid dat hij zou willen
voeren.
Het ontslag van drs. G.
Mojet als geneesheer-
directeur van het psy-
chiatrisch ziekenhuis
Endegeest komt liet
als een verrassing
Met ingang van maandag zou hij
zich niet langer de titel van ge
neesheer-directeur mogen aan
meten maar "slechts" die van
medisch-directeur, naast een for
meel nog te benoemen alge
meen-directeur. Vorig jaar liet
Mojet al weten zijn twijfel te heb
ben over deze constructie en de
noodzaak van een aparte me
disch-directeur.
Wie zo over een toekomstige func
tie denkt, kan er beter niet aan
beginnen. Het besluit van drs.
Mojet is daarom verstandig te
noemen. Temeer daar bekend is
dat een aantal verhoudingen in
en rond Endegeest te wensen
overlaat. De communicatie tus
sen "stadhuis" en de gemeente
lijke inrichting was in het verleden
ronduit slecht en is, om concreet
te zijn, tussen Mojet en de vèrant-
woordelijke bestuurders nooit
goed geworden.
Verwacht mag worden dat er wat
dat betreft een verbetering zal
optreden nu er in Endegeest ie
mand komt die alS algemeen-di
recteur op de hartelijke steun van
"het stadhuis" kan rekenen: drs.
Loose, de 'man van de reorgani
satie'.
Mojet kon daar bij voorbaai al nau
welijks van uitgaan. Zijn benoe
ming ging in 1976 allerminst van
een leien dakje, vergden maan
den van discussie in de gemeen
teraad en werd nooit echt ge
steund door de verantwoordelijke
wethouders van toen, bestaande
uit vertegenwoordigers van PvdA
en PPR D'66. De voordracht van
Mojet - ex aequo met een ande
re kandidaat was een gebaar
naar het personeel toe, om het
een schijn van inspraak te geven.
De bedoeling was dat die andere
kandidaat het zou worden. Toen
deze zich terugtrok, weigerde het
college vervolgens de logische
stap te zetten om Mojet te benoe
men.
De publieke opinie, de druk van het
personeel en de oppositie in de
gemeenteraad - waaronder de
huidige VVD-wethouder voor
volksgezondheid, Schoute
zorgden ervoor dat Mojet toch
werd benoemd, zij het dat toen al
deze kanttekening werd ge
maakt. de reorganisatie zou de
functie van geneesheer-directeur
in de toekomst in tweeën split
sen.
Eén ding staat vast: de fout die het
toenmalige college maakte (het
personeel een kluif voorhouden
en het vervolgens verbieden
daarin te happen) mag niet wor
den herhaald. Nu er twee direc
teuren bij Endegeest te benoe
men zijn, kan het nuttig zijn om
dat vast te stellen.
Dat Mojet tot geneesheer-directeur
benoemd zou worden was in
1976 een uitgesproken wens van
het personeel. Het ging naarmate
de politieke discussies in de ge
meenteraad zich toespitsten
steeds heftiger achter de toen
malig waarnemend-directeur
staan. Dit heeft er waarschijnlijk
ook toe geleid dat de verwachting
over het functioneren van Mojet
zo hoog gespannen waren, dat
dit in werkelijkheid haast wel te
gen móest vallen. Mojet zijn de
moeilijkheden sinds 1976 niet be
spaard gebleven; eenmaal stond
een personeelslid zelfs zwaaiend
met een pistool voor zijn neus.
Ingrijpende reorganisaties blijken in
de praktijk vaak ten koste van
personen te gaan. In Endegeest
is dat al niet anders geweest.
Hoe het ook zij: als de verhoudin
gen tussen mensen niet deugen,
zal elke organisatie hoe perfect
op papier ook - falen.
Het bestuur van Endegeest doet er
daarom goed aan niet alleen in
structuren te denken, maar ook
oog te houden op de intermense
lijke verhoudingen. Laat dat de
les zijn van dit ontslag.
LEIDEN - Dc Slichting Ge
sprekscentrum Leiden wil in aanmerking komen voor subsidie
van de gemeente Leiden. Tot nu toe draaide het Gesprekscentrum
aan de Vrouwenkerkkoorstraat zonder enige overheidshulp. Wel
was het centrum vrijgesteld van het betalen van BTW, zodat het
zichzelf kon bedruipen. Nu deze ontheffing niet meer geldt, heeft
het centrum subsidie nodig in het kader van de rijksbijdragerege
ling.
De rijksbijdrageregeling houdt in dat instellingen niet meer recht
streeks door het rijk worden gesubsidieerd. Dc gemeente krijgt nu
één subsidicpot, die zij moet verdelen over de instellingen binnen
de gemeente. Daarom moet elke vereniging of stichting een werk
plan inleveren bij de gemeente, zodat deze kan bepalen hoe de
subsidiepot moet worden verdeeld.
Het werk van de Stichting Gesprekscentrum Leiden valt uiteen in
drie soorten van activiteiten. Allereerst is er het Praethuys. waar
alles in 1972 is begonnen. Het Praethuys is een ontmoetingsruimte
aan de Vrouwenkerkkoorstraat met een uitgebreide leestafel, een
bibliotheek en eer. kleine vergaderruimte. In dezelfde straat is het
Gesprekscentrum/Kijkhuis gevestigd, waar lezingen, films, cur
sussen en thema-avonden worden gehouden. Tenslotte is er aan
de Besjeslaan een zogenaamde stadsboerderij, waar een biologi
sche tuinclub werkt met een proeftuin, en waar scharrclkippen
worden gehouden.
Dit is een overval, geld, geld, geld
LEIDEN/DEN HAAG - De Haagse
officier van justitie mr. Klein
Breteler heeft gisteren tweeë
neenhalf jaar gevangenisstraf
geëist tegen de twee mannen die
op tien september vorig jaar een
overval hadden gepleegd op de
Rabobank aan de Lammen-
schansweg. De buit bedroeg
ruim een ton. Het grootste ge
deelte daarvan is teruggevonden.
De hoofddader, de 42-jarige F.K.W.
uit Hazerswoude hoorde dertig
maanden tegen zich eisen. W.
liep op de bewuste morgen ge-
wapend met een luchtpistool het
bijkantoor van de bank binnen
en riep: "Dit is een overval, geld,
geld, geld". De twee meisjes van
de bank schrokken daar zo van
dat éen van hen ging gillen.
W. riep toen dat ze op de grond
moest gaan liggen. Het andere
meisje ("dame" zoals W. haar
noemde) moest het geld uit dc in
middels geopende kluis in een
plastic tas gooien. Daarop nam
W. de benen en stapte in een ge
reedstaande auto.
Deze werd bestuurd door de 35-ja-
rige J.A.N. uit Leiderdorp. Tegen
hem eiste de officier van justitie
eveneens dertig maanden. N.
had weliswaar een juridisch min
der zwaar misdrijf gepleegd,
maar dat neemt niet weg dat hij
moreel net zo schuldig is als W„
zo niet erger, vond de officier. Hij
eiste eveneens onmiddellijke ge
vangenneming van N.
N. zat in tegenstelling tot W. niet in
voorlopige hechtenis. De verde
diger van W., mr. Duijnstee, zei
in zijn pleidooi dat "de heren ge
lijkelijk moeten worden gestraft.
Ik ben verbaasd dat N. er in is
geslaagd op vrije voeten te zijn".
De rechtbank ging niet in op het
verzoek van zowel de raadsman
als de officier van justitie. N. kan
als vrij man over veertien dagen
zijn straf aanhoren.
Tijdens het verhoor van W. vroeg
de rechtbankpresident mr. Berk
hout zich af hoe iemand die een
goede baan had en nog nooit met
justitie in aanraking was geko
men ineens een bank gaat over
vallen. Uit het verhoor dat daar
op volgde werd al snel duidelijk
dat W. min of meer boven zijn
stand leefde.
Hij heeft een mooie bungalow in
Hazerswoude en reed in een dure
Engelse auto. Door "naiëf ge
drag" raakte W. echter zijn baan
kwijt en kreeg geen uitkering.
Hij kon in eerste instantie nog
aan zijn verplichtingen voldoen
door twintigduizend gulden te
lenen, maar met de dag gingen
de lasten van een hypotheek en
de lening zwaarder drukken.
W. maakte op een gegeven mo
ment zijn vriend N. deelgenoot
van zijn problemen. Hij zei tegen
hem "joh, ik moet geld hebben,
ik ga een bank beroven, anders
wordt mijn huis door de bank
verkocht". N. voor de rechter:
"Ik zei, je bent toch niet gek.
Maar als je het toch doet, ga dan
naar de Lammenschansweg.
Daar is een kantoortje en daar
zitten alleen maar twee meisjes".
Het duo ging na dat gesprek weer
uit elkaar, maar de problemen
voor W werden steeds groter. Hij
probeerde zijn dure auto te ver
kopen en trachtte door werk te
vinden geld bij elkaar te krijgen,
maar dat bracht zo weinig op dat
W. daardoor niet uit dc proble
men raakte.
"Ik moet gdd, ik moet geld", riep
hij steeds, zei N. tegen de recht
bank. "Anders wordt mijn huis
verkocht. Ik zei doe het nou niet,
maar hij had geen keus". Vol
gens N. zou W. hebben gezegd
dat er aan een beroving geen en
kel risico kleeft. "Ik loop naar
binnen en naar buiten. Er kan
niets gebeuren".
N. liet zich door W. ompraten en
kocht in een winkel aan de Haar
lemmerstraat een luchtdrukpi
stool en huurde een jfulo. Toen
na dc overval bleek dat de buit
groter was dan de dertigduizend
gulden die W. nodig dacht te
hebben, kreeg N. ook een deel
van het geld. Hij kocht er een du
re Italiaanse auto voor.
De twee overvallers zeiden aan het
eind van hun zitting spijt te heb
ben van hun daden. W: "Ik heb
oprecht spijt dat ik dc twee da
mes zo'n schok heb toegebracht
k ben goed behandeld door de
Leidse recherche en de Leidse
politie was heel vriendelijk en
voorkomend. Ik hoop dat u een
uitspraak doet die uw hart u in
geeft. U zult my hier, op de uit
spraak na nooit meer zien en ik
dank u voor het feit dat u naar
mij heeft geluisterd".
Uitspraak in beide zaken over twee
weken.