Kruiswoord
m
m
Tl
m
m
m
m m
m
m
m
m
w
z z
m
i
m
EDDR 'herdenkingszegel MozartI]
t
m fn
m" m
m m "m
MJS
m m m
M B
X
r\
PRIMEUR IN
SASSENHEIM
--.4
^5
ES Sf
a
I m
BE
si
m
w
m
t
m
m
m
m
m
m
m
m
m
m
m
m
'M
m
m
m
Oplossing
rERDAG 24 JANUARI 1981
EXTRA
PAGINA 33
De Sassenheimse bridge-
enthousiast Hans Heyl heeft
de bollenstreek een leuke pri
meur bezorgd. Hij stelde een
ieder die dat wilde in de gele-
1 genheid 28 spellen te spelen,
j eventueel netjes in een koffer-
tje thuis te bezorgen.
Wat is daar nu voor bijzonders
aan?, zult U wellicht vragen.
Welnu, hij verzamelde alle re
sultaten en liet vervolgens in
een demonstratie wedstrijd
op view-graph dezelfde spel
len ook spelen tussen het Ne
derlands team en een repre
sentatief team uit de bollen
streek. Tijdens de wedstrijd
kon men dan als club- of
thuisspeler zijn eigen score
toetsen en bovendien uitreke-
nen op viertallenbasis, met
één van Nederlands beste pa
ren als nevenpaar.
Het Nederlandse team speelde
voor deze gelegenheid in de
samenstelling Kreijns-
Vergoed en Maas-Zwaan. De
bollenstreek werd vèrtegen-
woordigd door Louwerse-de
J Moree en Sijpestijn-van Rijc-
I kevorsel
i Het publiek kreeg leuke spellen
voorgeschoteld, waarbij de
mogelijkheid om veel punten
te winnen, resp. in te leveren,
vrijwel constant aanwezig
was. Dat de bollenstrekers
daarbij diverse malen in de
fout gingen is uiteindelijk
slechts belangrijk voor de sta
tistiek; verliezen van een
team dat brons won bij de
Olympiade is tenslotte geen
schande.
De nationale selectie sloot de.
mede door Voskuil/Berg, Al-
bert Heijn en Dahlkamp mo
gelijk gemaakte, wedstrijd
uiteindelijk af met 119-32
winst. 875
O 10 5 3
O B 10 6
A 10 3 2
9642
<>9 3
HB976
0 A V 10 4 2
H987
O VI
84
HB
A V B
AH 8 54 2
V 5
West gever, allen kwetsbaar. In
de gesloten kamer opende
Maas als oost in de derde
hand met 1 Sch, zuid doublet,
west (Zwaan) 2 Sch en dat was
het einde van de bieding.
Voor het rama begon het net zo,
maar hier paste west na zuid's
doublet. Vergoed als Noord
bood nu 2 KI., Kreijns (zuid) 2
SA en noord nog 3 SA, dat
dank zij het vriendelijk vallen
van Ru V met twee oversla
gen werd gemaakt, ook al om
dat west met klaveren startte.
Ook dit was een spel waarin
veel punten omgingen:
10
B 7 5 4
A H V 9 2
A H 4
HVB 9 8 7 4 3
9 HV2 9 963
O B 8 6 4 O 75
B 10 *9765
A 6 5 2
A 10 8
O 10 3
V 8 3 2
Gesloten opende west (zuid, al
len) een zwakke SA, waarop
noords 2 Ru de bieding be
sloot. Voor het rama paste
zuid en opende west 1 Ru, na
2x pas door zuid gedoubleerd,
aldus te kennen gevende dat
enige actie wat hem betreft
zeker nog mogelijk was. West
paste, noord liet het doublet
in, waarop oost bij wijze van
SOS redoubleerde. Het ging
verder: zuid pas, west 1 Sch,
noord en oost pas, zuid dou
blet (voor straf), west pas,
noord 2 Sch (ik zie dat doublet
niet zo zitten, ik denk dat onze
mogelijkheden elders liggen),
oost pas, zuid 3 KI, west pas,
noord 3 Ru en zuid uiteinde
lijk 3 SA. West startte met Sch
H, maar zuid had er uiteraard
geen moeite mee 3 SA te ma
ken, te meer daar de snit op
Ru B nu vrijwel was gemar
keerd.
TON SCHIPPERHEYN
In eindspelen waarin beide partijen beschikken over
een toren en een pion, die de zevende resp. de twee
de lijn heeft bereikt, zal in de regel die vrije pion, die
door zijn koning wordt ondersteund, de meeste
winstkansen geven.
Dat is het unanieme oordeel van de meeste eindspel
componisten. Bij een goede verdediging echter van
de tegenpartij is meestal winst onmogelijk en alleen
in bijzondere stellingen kan deze winst duidelijk
worden aangetoond.
Op het eerste diagram zien we
een eindspel dat de vroegere
wereldkampioen Dr. Ema
nuel Lasker in het orgaan
"Deutsche Wochenschach"
van 1890 publiceerde. Het
tijdschrift is reeds vele jaren
ter ziele, maar was zeer onder
houdend en leerzaam.
Dr. Em. Lasker
Wit speelt en wint.
De witte toren moet op de h-lijn
blijven om promotie van de
zwarte pion te verhinderen en
om dezelfde reden is de zwar
te toren aan de c-lijn gebon
den. Wit heeft echter de mees
te winstkansen, omdat zijn
koning vlak bij z'n pion
staat, maar als de zwarte ko
ning op al zou staan, zou wit
niet kunnen winnen!
Zwart kan, wanneer de witte
koning achter z'n pion van
daan komt, voortdurend
schaak bieden. Lasker gaf de
volgende winstweg aan: 1.
Kc8-b7 Tc2-b2+ 2. Kb7-a7
Tb2-c2 3. Th7-h5+ Ka5-a4.
De zwarte koning mag de b-lijn
niet betreden, daar anders 4.
Kb7 en 5. c8 Dame ten gunste
van wit beslist. Nu wordt de
zwarte monarch steeds ver
der naar beneden gedreven
en gaat zo zijn ongeluk tege
moet.
4. Ka7-b6
Dreigt 5. Th2:enz. 4. Tc2-b2
5. Kb6-a6 Tb2-c2 6. Th5-h4+
Ka4-a3 7. Ka6-b6 Tc2-b2+ 8.
Kb6-a5 Tb2-c2 9. Th4-h3+
Ka3-a2 10. Th3xh2!.
De pointe van de gehele variant.
Na 10. Th2: 11. c8D is het
overblijvende eindspel theo
retisch voor wit gewonnen.
Een bekende eindspelkenner
schreef eens in het "Tijd
schrift v.d. KNSB" (thans
Schakend Nederland gehe
ten) in 1938 onder meer:
'Merkwaardig is. dat het
schaakbord juist groot ge
noeg is voor deze aardige
eindspelstudie. Op een bord
van 9x9 in plaats van 8x8 vel
den zou de witte koning niet
meer geregeld terug kunnen
keren om zijn pion te dekken
Als men het bijvoorbeeld op
een dambord probeert, zal
men merken, dat het niet
meer opgaat".
Het tweede eindspel (diagram
2) sluit bijzonder goed aan bij
het zojuist gegeven tore
neindspel.
a
a
"i
a
n
i
iö
Dr. Em. Lasker
De stukken zijn naar rechts ver
schoven en op het veld d2 is
een witte pion toegevoegd.
Een direct optreden van de
witte koning leidt tot niets.
Ook 1. Th4+ Kc5! 2. d4+ Kd5
wint niet, omdat de zwarte ko
ning niet meer voor de d-pion
weggejaagd kan worden. De
juiste oplossing is:
1. d2-d3+
Zwart mag niet nemen, want
dan gaat de witte koning via
g7. f8 en e6 naar d5. waarna
weer Th3 en Th2:, met pen
ning van de toren volgt. Een
belangrijke vaststelling
voor onze Jeugdige schaakle
zers!
1Kc4-c5! 2. KfB-g7 Te2-
g2+ 3. Kg7-f6 Tg2-f2 4. Kf6-
e6 Tf2-e2+ 5. Ke6-d7 Te2-f2 6.
Th7-h5+ Kc5-b4
Ook 6.Kd4 7. Ke6 Te2 8 Kd6
Tf2 9. Th4+ kan zwart niet
redden. 7. Kd7-e6 Tf2-e2 8.
Ke6-d6 Te2-f2 9. Th5-h4
Kb4-b5 10. Kd6-e6Tf2-e2 11.
Ke6-d5! Te2-f2 12. Th4xh2!
Tf2xf7 13. Th2-b2+ en wint.
Zie ook: 1. d3+ Kc3 2. Th4 Kb3
3. d4 ICc4 4. Kg2 Tg2+ 5. Kf6
Tf2 G Ke6Te2+ 7.Kd6Tf2 8.
d5+ Kb5 9. Th2:! Tf7: 10.
Tb2+ en wint.
Het laatste voorbeeld is geen to
reneindspel, maar een zeld
zaam geval waarin een loper
verliest van loperpaard,
zonder pionnen.
Wit: Kh2, Ldl
Zwart: Kf2, Lg2, Pd7.
Kan wit remise maken? Neen.
Na 1. Ldl-e2 volgt 1.Pd7-
e5!, gevolgd door 2Pc4
en 3Pe3 enz. Op 1. Lh5
komt 1Pf6! en de rest is
niet moeilijk meer.
Deze winst kan alleen tot stana
komen wanneer de vijandelij
ke koning zich in een patstel
ling bevindt.
BISHOP
DDR - De Oostduitse posterij
en hebben ter gelegenheid
van de 225ste geboortedag
van de componist Wolfgang
Amadeus Mozart (22 januari
1756-5 december 1791) op 13
januari het uitgiftejaar inge
zet met een herdenkingsvel
letje, waarin een zegel van 1
mark (oplage 2 miljoen). Op
de zegel een portret van Mo
zart. Op het velletje boven de
zegel de handtekening van de
componist en onder de zegel
i een deel uit de partituur voor
de opera "Die Zauberflöte".
i Er is geen speciale eerste-
dagenvelop uitgegeven.
Eveneens op 13 januari ver
scheen onder de verzamel
naam "zeldzame struiken en
bomen" een serie van zes ze
gels, waarop achtereenvol
gens: 5 pfennig, St. Jansappel
(Malus pumila), oplage 5 mil
joen; 10 pf., sneeuwklokjes
boom (Halesia Carolina), 17
miljoen; 20 pf., blazenstruik
(Colutea arborescens), 8 mil
joen; 25 pf., Paulownie (Pau-
lownia tomentosa), 4 miljoen;
35 pf., kamperfoelie (Lonicera
periclymenum), 4,5 miljoen
en 50 pf., specerijkruid (Caly-
canthus florius), oplage 2 mil
joen.
Op 20 januari eerde de DDR met
een 10 pf.-zegel Heinrich von
Stephan (1831-1897), die een
belangrijke rol heeft gespeeld
in de Duitse postgeschiede
nis. Op de zegel (oplage 16
miljoen) Von Stephans buste.
Geen FDC.
Tot slot komt de DDR op 27 ja
nuari ter gelegenheid van het
25-jarig bestaan van het natio
nale volksleger met twee ze
gels: 10 pf., beëdiging voor
het herdenkingsmonument
van Sachsenhausen (oplage
16 miljoen) ei»20 pf. (oplage 8
miljoen), aflossing van de
wacht bij het oorlogsmonu-
ment Berlijn, Unter den Lin
den.
FRANKRIJK - Met z
zegels heeft Frankrijk op 12
januari de Sabine-
frankeerserie op in totaal 25
koersende waarden gebracht.
Nu verschenen zegels van
0,40 franc (donkerbruin); 0,60
fr. (geelrose); 0,90 fr. (paars);
3,50 f. (groenolijf); 4,00 fr. (kar
mijn) en 5,00 fr. (blauw).
Op 19 december 1977 zette
Frankrijk de Sabine-reeks in,
ter vervanging van de Marian-
ne-serie waarvan op dat mo
ment ontwerpen liepen van
Pierre Béquet: 0,80 fr. (groen)
en 1,00 fr. (rood). Op 3 april
1978 volgde de eerste (forse)
uitbreiding: 0,01 fr. (leigrijs);
0,02 fr. (blauwpurper); 0,05 fr.
(groenzwart); 0,10 fr. (bruin
rood); 0,15 fr. (blauwgroen);
0,20 fr. (groen); 0,30 fr. (oran
je); 0,50 fr. (violet); 1,40 fr.
(lichtblauw); 2,00 fr. (licht
groen) en 3,00 fr. (Van Dyck-
bruin). Deze waarden werden
op 5 juni 1978 gevolgd door:
1,20 fr. (rood); 0,80 fr. (bruin
groen); 1,00 fr. (groen); 1,70 fr.
(hemelsblauw) en 2,10 fr. (ro
se). Daarna verschenen op 1
oktober 1979: 0,70 fr. (marine
blauw); 1,00 fr. (sepia); 1,10 fr.
(groen); 1,30 fr. (rood); 1,60 fr.
(paars) en 1,80 fr. (bruingeel).
Tot slot op 1 augustus vorig
jaar: 1,20 fr. (groen) en 1,40 fr.
(rood).
In de loop dor jaren zijn dus in
totaal 32 Sabine-zegels ver
schenen. Zeven stuks zijn
echter al weer uit de roulatie
genomen zodat nu nog
koersen: 0,01, 0,02, 0,05, 0,10,
0,15, 0,20,0,30,0,40,0,50,0,60,
0,70, 0,80, 0,90, 1,00, 1,20, 1,40,
1,60, 1,70, 1,80,2,00,2,10, 3,00,
3,50, 4,00 en 5,00 franc.
Opgemerkt zij nog dat de waar
de van 1,40 franc ook in boek
jes zit van 5,10 en 20 exempla
ren en de zegel van 1,20 franc
in boekjes van 20 exempla
ren.
OOSTENRIJK - De Oostenrijk
se PTT sloot op 7 november
het jaar af met de jaarlijkse
kerstzegel (4 schilling,
vijfkleurig), die een 14e eeuws
gebrandschilderd raam laat
zien uit de kerk van Viktring
(Karinthië) waarop Maria en
het Kind en de drie Koningen.
Van deze zegel zijn 5,2 mil
joen stuks aangemaakt en de
eerste dag van geldigheid
was; 28 november.
Op 5 januari werd het jaar inge
zet met een 2,50 s.-zegel
(driekleurig; oplage 3,1 mil
joen) waarmee het 25-jarig be
staan van de Allgemeines So-
zialversicherungsgesetz
wordt gemarkeerd. Op de ze
gel een symbolische vporstel-
ling. Eerste dag van geldig
heid: 15 januari.
HERO WIT
Van één van de deelnemers aan
het aspirantenkampioen
schap van Leiden, Cees van,
den Berg, ontvingen we een
analyse van een lokzet. Hoe
wel niet foutloos (maar wie is
volmaakt?), komen er leuke
eleipentaire wendingen in
voor. Denk niet te min over
deze aspirant, want in datzelf
de kampioenschap hield hij
moeiteloos Erwin Hamers op
remise. En Erwin speelde al
in het kampioenschap van
Nederland mee.
Éi
gp m
m B
p
J
1
4
B
'."f"";, J '<-}
Zie diagram 1. Hier geldt: wit
speelt, zwart wint. Het lijkt al
lemaal vrij makkelijk voor
wit. Dat is het ook eigenlijk
wel, maar het grappige van
deze slagzet is, dat alles an
ders uitpakt als hij de verlei
delijke drie-om-drie naar dam
neemt.
Laten we die damzet voor wit
eens nemen. Je krijgt dan
1.37-31 26x48 2.40-34 48x30,
het meenemen van (29x40)45-
x34 verandert niets aan de si
tuatie; zwart wint dan ook.
3.35x4. Dat was dus de dam
voor wit. Maar nu? Als die
dam van wit er staat, op veld
4, lijkt het eenvoudig voor
zwart, hij zet gewoon 3....21-26
dan moet de witte dam 4.4x31
slaan, waarna zwart vervolgt
met 4...26x37. Dat was dus de
hele opzet van zwart, een lok-
zet.
Nu zul je denken: "Maar nu
heeft er nog niemand gewon
nen!" Dat is eigenlijk het ver
rassende en mooiste van de
hele zet van zwart. Wit speelt
5.49-43, om de dreigende dam
van zwart tegen te houden, 37-
42, om dam te halen.
Wit geeft nu een schijf weg om
via een doorbraak nog remi
sekansen te krijgen: 6.43-38
42x33 7.36-31 33-38 8.31-27 38-
43, noodzakelijk anders
pakt zwart de witte schijf nijet
tijdig genoeg. 9.27-21, niet 27-
22 want dan wint zwart met
een door (23-28) 22x24 (43-49)
met de volgende, door Cees
niet vermelde variant: 25-20
(14x25) 24-19 (49-27) 19-14. an
ders (15-20-24), (27-32) 14-9
(32-14) 9x20 (15x24) 50-44, op
45-40 bijv. (15-20), (24-29) 45-40
(15-20) 44-39 (30-35) 39-34 (35-
x44) 34x23 en zwart wint pre
cies op tempo.
Natuurlijk kan zwart na 9.27-22
ook via de partij-variant win
nen. Na 9.27-21 speelt zwart
43-49, ook (43-48) wint, 10.21-
16, na 21-17 (49-16) 17-12 (16-2)
snijdt zwart wit ook de pas af,
49-27 11.16-11 27-18 12.11-6 18-
1 en wit staat vast. met de
schijf meer ketent zwart ook
de schijven 45 en 50 nog. Er
kan bijvoorbeeld volgen:
13.45-40 23-28 14.40-35 28-33
15.35-30 33-39 16.50-45 39-44
en de lokzet is afgelopen. Je
ziet dat je goed moet uitkijken
eer je een dam haalt. Dat heeft
deze zet wel bewezen.
Tot zover Cees. Bovenstaande
geeft een idee wat dammer-
tjes van twaalf, dertien jaar op
het bord en thuis al kunnen
presteren. Het wordt duide
lijk dat je met één-zet-diep-
kijken tegen deze jongens al
geen enkele kans meer hebt.
Nee, de kennis en de routine
zullen de doorslag moeten ge
ven.
Eind vorig jaar speelden we in
Boskoop een bijzonder fraaie
partij tegen Leen Lyklema.
Een scherpe opening bracht
na wat experimentele zetten
de stelling van diagram 2 op
het bord.
Wij vervolgden met 1.43-39! en
brachten daarmee het zetje
34-29 en 33-29 in de stelling,
zodat (4-10) en (3-9), de posi
tioneel sterkste zetten, verbo
den waren. Na 1....4-9 kan vol
gen. 2.48-43 9-14 3.42-38 3-9, na
(23-29) 34x23 (18x29) kan wit
kiezen voor 39-34 (19-23) 30-
x 10 (20-24) 28x30 etc. met gro
te winstkansen, maar ook
voor 40-34 (29x40) 45x34 (12-
18) 46-41 (8-12) 41-36 (3-8),
want ook nu is een goede
combinatie met (24-29) (14-20)
en (19-23) niet aanwezig, 47-
ii n§
gy gy
y*
1 1
p 1
9 9
Q 1
3 <f
51 o
:j
e
e o o
n
41en wit wint want de al eer
der aangegeven combinatie,
die na 47-42?! wel goed is, gaat
nu niet op.
Vervolgen we de analyse na
1....4-9 2.48-43 9-14 3.42-38 3-9
4.46-41 23-29 5.34x23 18x29
6.40-34, op 39-34 komt nu wel
(19-23) met winst voor zwart,
29x40 7.45x34 12-18 8.41-36 8-
12. na (18-23) 47-42 is de dam
met (24-29K19-24) etc. veel te
duur en op (23-29) 34x23 (25-
x34) 39x30 (20-25) kan wit rus
tig 33-29 spelen, 9.47-41, ook
47-42 is goed, en zwart kan op
geven.
1....23-29 2.34x14 25x43 3.48x39
20x9 4.40-34 9-14 5.42-38 4-10,
nu forceert wit in waarschijn
lijk toch al gewonnen stelling
achter elkaar de winst, 6.34-
29! 3-9, op (14-19) en (10-15)
volgt 45-40-34-29, 7.29x20 14-
x25 8.33-29 9-14 9.38-33 10-15,
om op 29-24 met (14-20) 33-29
(25-30) te vervolgen, in tijd
nood omzeilt wit deze val
strik, 10.45-40 14-20 11.40-34
20-24 12.29x20 25x14, op <15-
x24) was wit 47-41 van plan,
13.34-30! 15-20 14.33-29! 20-25
15.30-24 14-19 16.39-33 19x30
17.35x24 en zwart gaf terecht
op.
RONALD VAN EGMOND
Horizontaal
1. berouw
5. hof - gaard
8. schrijfgerei
10. vliegend dier
12. mager - dun
14. toegankelijk
15. Europeaan
17. verkeer
19. muil
21. Engels bier
23. riviermonding
25. kreet
27. opschudding-gevaar
30. bijbels figuur
32. vaste standplaats (mil)
33. plaats
Z
A
j
R
A
■JJP
JKJA
AN
X t>
X|0
XR
NA
A
T 0
IXS
NT
L 10
EjNjXJS
0]R 2c
VlRE lEll*
okek
ofcrxi
Li
5
T
'-V
t>
[T
E1R 5
?sKc
SIC H
W°
NfX U
NS**
E Li» E
ijfxpjx*
4&S
T
XI e
XJXJMJX
in5
rrr
ii,
sir
E |N
De prijs van f25,- werd toegekend
aan Maurice Houwer, Dragon-
tuin 24, 2353 PR Leiderdorp.
toege-
Oplossingen met vermelding
"Kruiswoordraadsel" op brief
kaart of enveloppe voor donder-
aerdag zenden aan Redactie
Leidsch Dagblad, Witte Singel
11,2311 BG Leiden.
36. oude IJslandse literatuur
38. grondslag-waarop iets
steunt
42. deel van het lichaam
44. vlaktemaat
45. droog
46. bontsoort
47. bergweide
49. hoofddeksel
53. netjes-zuiver-helder
55. pret - plezier
57. gebogen
58. gezichtsorgaan
60. kwaad
61. smalle plank
62. heilige
63. plak - schijf
Verticaal
.1. ironie
2. werklust
3. vat
4. grasland
6. bolgewas
7. nooit
8. buiten de steden gelegen
land
9. brilslang
11. stremsel
13. landbouwwerktuig
16. retour (lat.)
18. koper
20. jong dier
22. bybels figuur
24. gegroet (lat
26. persoon, uit hetzelfde land
afkomstig
28. blauwe kleur
29. ganzevoetachtig plantenge
slacht
31. grote bijl
34. afstand
35. muggelarve
37. mager
39. edel
40. gravin van Holland
41. gesloten
43. onwillig
48. tralie
50. hemellichaam
51. aldus
52. vlek - klad
54. rivier in Italië
56. streep
57. horizon - einder
59. de onbekende