"Botervaart" met fles jenever toe Eemshaven: paradijs voor koopjesjagers WOENSDAG 14 JANUARI 1981 door Jos Bouten overvolle le«e> 1 ting van de afroep van hun nummertje. vijf kilo mochten ze tax free mee naar huis nemen en dat loonde zeker de moeite. De catastrofe kwam in februari 1978 in de vorm van een nieu we EG-maatregel. Voortaan mocht maar een kilo belas tingvrij de grens over. Ja- ques: „De omzet zakte als een balletje boter in een gloeiend hete pan. Een vermindering van 80 procent in luttele we ken. Hadden we in januari '78 nog 30.000 passagiers, een maand later waren het er nog maar 3000". Het faillissement stond voor de deur. Gratis jenever Door een goed idee van Jac ques is het zover niet geko men. „Als de Duitsers weg bleven moesten Nederlan ders hun plaats innemen, dat was voor mij zo klaar als een klontje. De vraag was alleen hoe. Het idee van de concur rent om die „verrückte Hol lander" tegen betaling van een schijntje aan boord te krijgen had niet gewerkt. Ik kwam toen op het lumineuze idee van de gratis fles jenever. Niet te geloven wat we daar een reacties op hebben gehad. Het regende telefoontjes in de trant van „is het wel echte je never?" of „is het wel een li ter?". Toen bekend werd in den lande, dat de attractie geen sjoemelarij was. kwa men de liefhebbers uit alle windstreken opzetten. Nu be staat een kwart van het aantal passagiers uit Nederlan ders". Een van hen is Liesje Fransen uit Purmerend. Met vriendin Truus is ze ondanks de hevige storm de boot opgestapt om op zee haar kerstinkopen te doen. „Ik ben lekker een dag je uit de sleurtcrwijl ik boven dien veel goedkoper fijne din gen kan kopen dan in de win kel. Neem alleen maar de si garetten en sterkedrank. Dat scheelt bijna de helft", zegt Lies. Zij weet zich aardig staande te houden op het stei gerende schip, dat voortdu rend strijd moet leveren tegen de hoge golven. Regelmatig schuifelt een groen aangelo pen passagier naar de bar waar de kotszakjes grijpklaar liggen. De een na de ander krijgt de raad het dek op te zoeken, want frisse lucht schijnt een opstandige maag goed in toom te houden. Ik word plotseling aange klampt door ene Edeltrud Bach. Ze is op zoek naar een meneer, die op mij lijkt. Zes maanden geleden heeft Edel trud zo'n hartelijk gesprek met hem gehad „und sowas tut gut, wissen Sic?". Ich wciss es, maar kan haar he laas niet verder helpen. Ze verzekert me. dat ze al zeven honderd keer met Kamstra het zeegat is uitgevaren. Edel trud maakt deel uil van het leger bijstandtrekkers, die in de Butterfahrt de ideale com binatie van nuttig en aange naam hebben gevonden. Zij vinden het „wunderbar" om daarvoor drie tot vier keer per week uren in de bus te zitten Bovendien een betaalbaar ge noegen omdat de rij prijs door de subsidie van de rederi j niet te hoog oploopt. Daardoor is een dagje Eemshaven zelfs voor bewoners van veraf gele gen steden als Dusseldorf en Keulen nog interessant. Leut Wies Stans uit Alkmaar vertelt in grote lijnen hetzelfde ver haal als de Duitse vrouwen. Ze vindt het reisje met de bus ook zo fijn. De vele bekende gezichten („wie één keer gaat komt een tweede keer terug") de leut onderweg, het ge zellige kopje koffie bij Santa- nara. de marmerkoning van Godlinze (een gehucht zo'n zes kilometer van Eemsha ven), de bootreis en de goed kope supermarkt. „Als klap op de vuurpijl maak ik me ook nog eens hartstikke po pulair bij m'n vrienden en kennissen want daar neem ik ook een hoop voor mee", zegt ze uitgelaten. Haar humeur blijft op peil als de Dolfijn ra re slingers gaat maken in de hoge zee. Het schip is aardig vol. waaruit blijkt dat slechts een orkaan de mensen buiten boord houdt en dat nog alleen omdat in zo'n weer de boot niet uitvaart. Als het aan Jacques Streng ligt blijft het zo. „Wij beginnen nu een beetje aan onze trekken te komen dank zij het feit. dat eindelijk de passagiersbelas ting is afgeschat Die belas ting heeft ons bijna de nek ge broken We hebben bijna een half miljoen moeten betalen. En waarvoor? Wij hebben hier zelf voor een hoop geld voorzieningen geregeld. Toen we ermee klaar waren kwam het havenschap met de belas ting op de proppen. Wij zijn een van de weinigen die hier wat durven beginnen en als dank krijg je een trap na". Mislukking Dit verhaal van Jacques Streng wint aan bitterheid voor wie zich herinnert hoe het streven om Eemshaven tot „de zee poort van het Noorden" te maken op een gigantische mislukking is uitgelopen. Aan de kade ligt anderhalve boot in de schaduw van gloednieuwe kranen. Van be drijvigheid is nauwelijks sprake. Het Noorden kreeg nieuwe hoop toen het besluit leek te vallen dat in Eemsha ven Algerijns gas zou worden afgeleverd. Het Havenschap stuurde uit pure opluchting een reclamevliegtuigje met de strip „Eemshaven gefelici teerd" de lucht in. Het gas is er nooit gekomen. De vraag is of er ooit iets anders komt. De perspectieven zien er niet aanlokkelijk uit waardoor de kritiek groeit. Zo wordt in het speciale nummer van Wad- dcnbulletin Eemshaven een economische stommiteit van de eerste orde genoemd. Het is ook een stommiteit van de natuur. Je moet er geweest zijn om te weten hoe trooste loos het gebied is. Het is een verkwikkende belevenis om de duisternis te zien vallen. De donkerte helpt ook een beetje om zonder te veel zenu wen de vier man sterke doua ne te passeren. Voor één Duit ser is het volstrekt ontbreken van enige controle nog niet safe genoeg. Vanonder zijn le- gerpetje grauwt hij „Warum müssen wir ein Zoll haben? Die Russen brauchen das. aber die leute machen immer quatsch" Een politieke visie gebaseerd op twee overvolle tassen. Ook hij kon ongehin derd de grens over. EEMSHAVEN - Het einde van de wereld - dat is Eemshaven. Vooral als ie vergeefs naar een cafeetje loopt te zoeken om even veilig te zijn voor het ge weld van windkracht negen vanuit richting noord noordwest. Op de grote vlakte voor de haven staan een paar loodsen naast het zooptentje van Peter, die zijn handel niet kan slijten vanwege het erbarmelij ke weer. Zijn klanten zitten verspreid over zeven bussen op nauwelijks twintig meter van zijn verlei delijke braadworst maar ze komen niet achter hun raampje vandaan. Ze wachten op het moment, dat de kapitein van Dolfijn 2 met een „herzlich willkom- men an Bord" de loopplank uitlegt. Als het een uur later zover is, reppen honderden busse- niers zicii naar het schip. De meesten komen voor de zo veelste keer. In elke hand een grote tas waarin zij de koopjes van de dag hopen kwijt te ra ken. Want daarvoor zijn ze ge komen: belastingvrij inkopen op volle zee. Sommigen van uit het verre Dortmund. Vijf uur heen met de bus. daarna vier uur met de dolfijn op de woelige baren en daarna nog eens vijf uur terug. De laatste jaren hebben ook Ne derlanders het goedkope uitje in het hoge Noorden ontdekt. Uit tien plaatsen verspreid over het land vertrekken da gelijks bussen (met uitzonde ring van maandag en vrijdag) voor een boottochtje vanuü Eemshaven. Een morgen of middag deinen op de Wad denzee voor acht gulden per man en een liter jenever gratis voor niks met de mogelijk heid voor weinig meer dan een habbekrats een tas vol spullen te kopen in de varen de supermakt van Rederij Kamstra. Jacques Streng, een van de vier directeuren, zet z'n bril eens goed voor het lanceren van een opmerkelijke uitspraak; „Als je het goed beschouwt ben ik niet alleen zakenman maar ook sociaal werker. Ik lever een dagje uit met zoveel voordelen voor zo'n lage prijs, dat zelfs Jan met de zeer smal le portemonnee ervan kan profiteren". We zien veel van die Jannen als wij met Jacques de boot op gaan. Als de douanier de deur van de supermarkt heeft ge sloten kan de Dolfijn 2 ver trekken. Pas voorbij Borkum, het eerste Duitse Waddenei land. worden de dames en he ren „freundlich gebeten" hun nummertje goed in de galen te houden zodat iedereen weet wanneer hij of zij aan de beurt is. Ik zie vier Duitse da mes tegelijk opspringen als hun groep wordt opgeroepen. Als ik ze na een kwartier te rugzie hellen ze alle vier naar een kant over. De dames heb ben duidelijk een succesvolle safari in het koopjesparadijs achter de rug. Gelukzaligheid Frieda Faber uit Dortmund pakt met zichtbare gelukza ligheid haar schatten één voor één uit de tas. De ingekochte levensmiddelen en souvenirs overstijgen een het toegesta-' ne belastingvrije maximum, maar Frieda zou wel proble men kunnen krijgen met de vier flessen gedistilleerd die ze van de plank heeft geplukt. De Nederlandse douane doet een oogje dicht en bindt voor het andere een doekje maai de Duitse grenswachters, met name de jongens bij Rüsten- brock. jagen al te hebberige kopers zo nu en dan in grote paniek. Bij een grote controle moeten alle passagiers de bus uit waarna de inhoud van alle tassen nauwkeurig wordt be keken. De koopjesjagers mogen met beide handen de goedkope produkten uit de schappen halen maar er is ergens een grens. Tweehonderd sigaret ten. twee liter wijn, een half pond koffie, een ons thee, een flesje parfum en een staaf af- ter-shave mag tax free de grens over. Daarnaast een se rie artikelen van boter tot cos metica tot een totaal van hon derd gulden. Maar toch zijn er altijd lieden, die veel meer willen hebben dan officieel mag en daar komen de brok ken van. Wie te veel bij zich heeft krijgt een boete van minstens honderd mark. Frie da maakt een gebaar, dat er niet om liegt. Van haar mogen alle douaniers van het weste lijk rond de pot op. Butterfahrten Jacques mag zoveel drukte aan boord graag zien. Hij nw kt er geen geheim van dat vooral de goede omzet van de super markt Rederij Kamstra uit de kosten moet halen maar hij zegt er meteen bij, dat duide lijk staat aangegeven hoeveel iedereen tax free van boord mag nemen. Terwijl hij ver telt, zie ik met een half oog hoe een klein vrouwtje de in houd van een slof sigaretten probeert kwijt te raken in haar lange broek. Het mensje stopt ermee als een pakje via een broekspijp op de grond valt. Ze kijkt hulpeloos naar haar buurvrouw, die meteen met haar tas van hulkachtig formaat komt aanhobbelen. Zij heeft nog wel ergens een gaatje voor de overgebleven sigaretten. Even later zit het tweetal zoetjes op de bank. De buit is binnen, maar niet on zichtbaar. Een tas is te klein om de grote hoeveelheid inge slagen goeie boter te kunnen bergen. Dat herinnert me er aan hoe de tochtjes naar Eemshaven worden ge noemd: Butterfahrten. Volgens Streng zijn de gouden tijden allang voorbij. Het gro te geld werd verdiend in 1975 toen Kamstra met een be scheiden bootje dagelijks op de Eems heen-cn-weertjes maakte tussen Delfzijl en Em- den. Op de heen- én terugreis werden in de bootwinkel uit stekende zaken gedaan. Een jaar later gooide de EG roet in het eten met het Eems- Dollardverdrag. De Butterle- veranciers moesten de zee op om voor een spotprijs hun waar te kunnen blijven verko pen. Hoewel de room van de melk was mocht Kamstra over klandizie niet klagen. Van april tot oktober stoomden twee schepen tweemaal per dag met zevenhonderd passa giers naar de belastingvrije zone en 's winters met hon derd man minder. Allemaal Duitsers, die verkikkerd wa ren op onze goeie boter. Tol Eindelijk is het zo ver. en dan maar graaien of liet niets kost. Getackeld Jacques Streng rent stad en land af om de toeristenstroom naar Eemshaven op gang te houden. Hij wordt op de hie len gezeten door de EG. die hem wel een paar keer kon tackelen maar nog niet defin- tief op de grond heeft gekre gen. Hij kan de dreigende aanslag op de rederij niet zo appreciëren, omdat juist Noord-Groningen er econo misch zo allerbelabberdst voorstaat. „Als wij onbelem merd onze gang hadden kun nen gaan. dan was hier een be hoorlijke industrie gegroeid, dat geef ik je op een briefje meent Jacques. Door allerlei beperkende maat regelen hebben diverse colle ga's het bijltje er al bij neerge gooid. Een van de bekendste is Willy Freter. die in Delfzijl drie schepen had liggen, maar inmiddels is uitgeweken naar Hciligenhafen. waar hij zestig kotters en vijf dubbeldekkers voor de tax free-handel heeft gemobiliseerd. Streng hoopt, dat hij zijn vervolgers een stap voor kan blijven maar hun hete adem voelt hij al in de nek. „Men fluistert, dat binnenkort ook dat ene ki lootje niet meer belastingvrij is. Dat zal ongetwijfeld weer een ramp veroorzaken, maar ik ga dan wel zoeken naar een vervangend produkt waar voor in brede kring ook grote belangstelling bestaat". Helmut, die op de heenreis Skat heelt gespeeld met Erich en Heinz, ontmoet ik op de te rugweg op het dek. Tussen twee .slokken uit de jenever- fles grijnst hij voldaan in het rond. Hij heeft „Scheisse" aan de strenge bepaling in het prijzenboekje omtrent het ge bruik van gekochte dranken. Wie een fles opent aan boord moet er rekening mee hou den. dat hij wordt afgestraft met f25.- kurkcngeld. maar Helmut kan het niet laten de geslaagde inkoop te vieren. Terug in de salon tel ik in de gauwigheid twaalf flessen Eindelijk weer aan vaste wal met de buit.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1981 | | pagina 17