TNO kan samenleving nu meer bieden
Na reorganisatie wetenschappelijk instituut
DONDERDAG 8 JANUARI 1981
Vogeldeskundige G.F. Mees van het rijksmuseum
van Natuurlijke Historie in Leiden denkt dat de
stand van zeekoeten en alken, die door olielozing
op de Noordzee zijn omgekomen, zeer sterk achter
uit zal gaan. Meer dan honderdduizend vogels heb
ben het inmiddels begeven. Alle hulp ten spijt.
Ornitholoog Mees: "Dit betekent dat er het komende
jaar minstens 50.000 jonge vogels minder zullen
worden geboren. Want alken en zeekoeten leggen
slechts één ei in het broedseizoen. De populatie zal
zich waarschijnlijk nooit herstellen. Krijgt zij de
kans niet toe. Heeft zich al weer een volgende (olie)
ramp voltrokken. Door die langzame voortplanting
zijn de meeste zeevogels erg kwetsbaar. Er zal een
rustperiode van enkele jaren nodig zijn om alles te
kunnen herstellen. En dat kan niet."
Over een dreigend uitsterven wil Mees (nog) niet spre
ken. "Dat is een groot woord", stelt hij. "De zeekoe
ten en alken hebben een groot verspreidingsgebied.
Maar de kolonies kunnen wél sterk achteruitgaan.
Vogels die door olie zijn aangetast, overleven het
vaak niet. Nee, het is nu nog te vroeg om de gevolgen
voor straks te overzien. Dat er gevolgen zullen zijn,
dat is overduidelijk. Misschien datje je op de duur
wél ernstig zorgen zult moeten maken."
Heel veel
De vogeldeskundige van het rijksmuseum weet niet of de vogel-
ramp op de Noordzee de grootste in de geschiedenis is. Maar dat
'hele grote' gaat is voor hem geen vraagteken. "Ik
weet", zegt Mees. terwijl hij in één van zijn vele naslagwerken
bladert, "dat het ongeluk met de Torey Canyon (tien jaar geleden
bij Cornwall) een ware slachting onder de zeevogels heeft te
weeggebracht. En natuurlijk de olieramp op de kust van het
Franse Bretagne. Welke van de drie het ergste was. durf ik niet
precies te zeggen", aldus de ornitholoog.
Sterven de vogels niet doordat
ze zijn besmeurd met olie. dan
lopen ze grote kans later door
honger om te komen. "De die
ren zijn hun voedselgcbied
kwijt", maakt Mees duidelijk.
"Er komen op een gegeven
moment té veel vogels op één
plek. Gevolg: er is niet voor
iedereen voldoende eten. Dus
sterven de zwakkere."
Wat zou er, volgens Mees, moe
ten gebeuren om zulke ram
pen in de toekomst te voorko-
"Je moet de zaak veel beter be
veiligen en olielozingcn con
troleren. Daar ontbreekt het
nu aan. Dat is toch onverant
woordelijk? Vooral grote
transporten en boringen kun
nen toch nauwlettend in de
Vogeldeskundige Mees (met opgezette alk
'Als de getallen juist zijn i
gaten worden gehouden? In
elk geval beter dan nu het ge
val is. Of je het helemaal kunt
voorkomen, ik weet het niet.
Risico's zullen er altijd blij-
Berucht
"Het spoelen van 'lege' tanks in
open zee is berucht, 't Is uiter
mate triest dat dit zo maar
kan. Je kunt hier niet van een
ramp spreken. Kijk. als een
booreiland in elkaar zakt. kun
je daar niks aan doen. Hier
verdenkt men een schip dat
zo maar aan het doen is ge
weest. Olie spuien mag niet,
dat weet iedere kapitein. Ik
weel best dat het erg moeilijk
te controleren is", aldus de
vogeldeskundige.
Internationaal is geregeld dat
de tankers hun afval aan
boord moeten houden. Maai
en daar wringt de schoen, het
kost nogal wat geld om dat al
val op de voorgeschreven ma
nier aan wal te brengen.
"Bovendien dreigen we enigs
zins af te stompen", waar
schuwt Mees. "Ik kan me die
allereerste olieramp nog wel
herinneren. Iedereen had zijn
mond er vol van. N u stelt men
zich wat lakonieker op en
zegt, ach. het zal allemaal wel
meevallen. Nee. dat is geen al
te beste ontwikkeling", denkt
de Leidse vogeldeskundige.
Rijkswaterstaat spreekt niet te
gen dat de controle op zee
illegale olielozingen 'ge
brekkig' is. Dijkshoorn van
het Directoraat Scheepvaart,
het orgaan dat is belast met
die controle-werkzaamhe
den: "Het huidige verdrag
geeft ons een beperkte vol
macht om tankers te controle
ren op het lossen van olie. In
feite mogen wij alleen aan
boord stappen en inzage krij
gen in het oliejournaal. De be
vindingen mogen we dan
melden bij de staat onder
lag het schip vaart.
Een daarmee houdt onze be
voegdheid op. Een echte con
trole is er dus niet", aldus
Dijkshoorn.
Wel verwacht Dijkshoorn, dat
erdrag.dat overi
gens nog moet worden onder
tekend, meer greep zal geven
op de controle. Dat verdrag
verplicht tankers een installa
tie aan boord te hebben waar-
het afval kan worden op
geslagen. De ambtenaren
krijgen meer bevoegdheden.
het verdrag inwer
king treedt is niet bekend
Zolang het echter mogelijk
blijft de zee oncontroleerbaar
te vervuilen, bestaat er voor
de vogels een levensgroot ge
vaar. Drijft de olie op zee. dan
trekt dat. zeker bij storm, on
middellijk groepen vogels
Het laagje olie. dat op de
golven drijft, geeft zo n vlek
de aan bh k van een wat rusti
ger watervlakte, waarop de
vogels gaan uitrusten. De aan
wezigheid van een geringe
hoeveelheid kan de dieren zo
danig verminken, dat ze ten
dode zijn opgeschreven.
Het klinkt hard. maar het werk
dat de vogelasiels verrichten,
levert niet zo bar veel resulta
ten op. vertelt Mees. Vaak
loopt het op een teleurstelling
uit. De meeste vogels bege
ven het later.alsnog De asiels
hopen er een aantal in leven te
kunnen houden. In enkele ge
vallen lukt dat ook wel. Hele
maal opknappen, nee. dat ge
beurt niet. Meer dan de helft
van de aangetaste vogels
sterft. Zeevogels die aanspoe
len zijn er over het algemeen
genomen niet al te best aan
toe. Zijn ze gezond en kunnen
ze zichzelf redden, dan blij
ven ze op zee. Slechts één
keer per jaar komen ze naar
het strand. Om te broeden.
Meer niet."
Het dier lang vasthouden tot het
zich helemaal hoeft hersteld
is. volgens de vogeldeskundi
ge. onbegonnen werk. "Als je
zo n vijfhonderd alken en zee-
koeten moet verzorgen,
neeEen asiel is erop ge
richt om een ziek beest beter
te maken en in de natuur te
rug te zetten. Stel je voor dat
ze gewend raken op tijd hun
natje en droogje te krijgen.
Dan kunnen ze zich. als ze
eenmaal weer vrij zyn. niet
meer aanpassen
DEN HAAG (GPD) - De nu
tot één geheel gebundelde
TNO-organisatie zal zich
beter op haar feitelijke
taak, het onderzoekswerk
ten bae van onze samenle
ving, kunnen concentre
ren. Meer openheid zal bo
vendien kunnen leiden tot
betere benutting van de
kennis waarover deze 5000
medewerkers tellende in
stelling (met een jaarlijks
budget van een half mil
jard gulden) beschikt.
TNO wil zelf het nodige
doen om zijn toegankelijk
heid te vergroten.
Deze conclusie kan worden getrok
ken nu sedert 1 januari de een
wording van de vijf T N O -
onderdelen een f'eit is. Tot die da
tum bestonden er behalve de cen
trale organisatie vier bijzondere:
de Nijverheidsorganisatie, de
Voedingsorganisatie, de Gezond
heidsorganisatie en de Rijksver
dedigingsorganisatie. Deze had
den elk een eigen rechtspersoon
lijkheid, bestuur, secretariaat en
onderzoeks- en stafmedewerker
van de centrale organisatie, ge
vormd door de voorzitters van de
bijzondere organisaties en onder
aanvoering van de voorzitter van
de centrale organisatie. Dit be
stuur was verantwoordelijkheid
verschuldigd aan het bestuur,
waarin TNO zelf was vertegen-
woord igd, verder het hoger on
derwijs. hot bedrijfsleven en de
overheid.
"*Ia een jarenlange voorbereiding
zijn nu de bijzondere organisaties
opgeheven. De centrale organisa
tie heeft de taken en verantwoor
delijkheden overgenomen. Het
personeel van die opgeheven or
ganisaties is nu in dienst van de
centrale instelling. De dagelijkse
leiding berust nu bij de raad van
bestuur (vijf leden), die verant
woordelijk is aan een bestuur van
twintig leden, waarin ook de da
gelijkse bestuursleden zitting
De hoofdgroepen en instituten
worden bijgestaan door achter
eenvolgens programma- en ad
viesraden, waarin vertegenwoor
digers van overheid, hoger onder
wijs. bedrijfsleven en maatschap
pelijke organisaties zitting krij
gen. Deze raden moeten zorgen
voor een nauwe koppeling met de
markt voor het TNO-onderzock
Een aparte programmaraad komt
er bovendien voor het speciale
gebied industriële technolo
gie.
hebben.
In de nabije toekomst wordt dit be
stuur tot een raad van toezicht
omgevormd. Elk lid van het dage
lijks bestuur heeft een eigen ter
rein, waarvoor het eerst verant
woordelijk is, maar de besluiten
worden collegiaal genomen. De
basisorganisatie van TNO blijft
bestaan uit de instituten waarin
het feitelijke onderzoekwerk
wordt vericht. Die instituten wor
den in acht zogenaamde hoofd
groepen gebundeld onder leiding
van een eigen directie.
kan. zal TNO zelf keuzen moeten
maken voor deze activiteiten.
In het verlengde hiervan stelde De
Jong dat er. nu TNO binnenkort
50 jaar bestaat en eindelijk ..een
nieuwe jas aantrekt" reden is tot
enige feestvreugde. Het slechte
economische klimaat zet daar
echter een domper op. maar in de
moeilijke gang van zaken ligt wel
weer een uitdaging voor de orga
nisatie om naar vermogen tot op
lossingen van de maatschappelij
ke knelpunten bij te dragen.
Vernieuwing
TNO zal zich met versterkte aan
dacht richten op de zo noodzake
lijke vernieuwing van de indus
trie. Dit mag echter niet leiden tot
verwaarlozing van het voor het al
gemeen welzijn zo belangrijke
onderzoek op gebieden als voe
ding. gezondheid, milieu Dit
heeft TNO-voorzitter prof. ïr. W.
A. de Jong gezegd ter gelegen
heid van de reorganisatie, die een
mijlpaal betekent in de geschie
denis van het instituut.
Juist voorde niet-industriele activi
teiten van TNO. waarvoor niet in
ruime mate financieringsmoge
lijkheden door derden (op com
merciële basis verrichte opdrach
ten) voorhanden zijn. zal de over
heid fors over de brug moeten ko
men. meende de voorzitter. Als
dat, gezien de krimpende midde
len. niet in de huidige omvang
Maatschappelijk
TNO kan de maatschappij direct
van dienst zijn door de nu te voe
ren meer gebundelde aanpak van
problemen. Zij kan kennis aan
dragen aan de hand waarvan be
leid kan worden ontwikkeld.
..Wij kunnen onze kennis en erva
ring in denst stellen van overhe
den en groepen in de samenle
ving". aldus De Jong. Een goed
voorbeeld daarvan is de methyl
bromide-affaire in het Westland.
waarover TNO het ministerie van
volksgezondheid heeft gerappor
teerd.
Een voorbeeld uit het verleden zijn
de waarschuwingen, die van
TNO (al in de vijftiger jaren voor
het eerst) kwamen voor het uit de
hand lopen van de bodemveront
reiniging in de vorm van lekken
de vaten met afval Dat sein is
toen niet „opgepakt", pas sinds
vorig jaar wordt duidelijk hoe
Kennis uit TNO is niet altijd op de
juiste wijze overgedragen en ook
daaraan wil de organisatie veel
meer doen. Zij doet haar best
„doorzichtiger" te worden, de be
schikbare informatie beter aan de
man te brengen. Overheid en be
drijfsleven hebben er bovendien
recht op precies te weten wat er
met de ter beschikking gestelde
gelden gebeurt, geheimzinnig
heid moet uitzondering zijn in
een organisatie die haar maat
schappelijke taak verstaat.
"De booer op"
Ook anderszins, aldus TNO-
bcstuurder ïr W J. Spanraft, die
verantwoordelijk is voor de ..in
dustriële tak" van de organisatie,
gaan we de boer op. De markt
voor opdrachten moet intensie
ver worden bewerkt, daarvoor
wordt een speeiale organisatie
opgezet. Deze „werving" houdt
ook in het deskundig voorlichten
van belanghebbende groepen
(bedrijven, instellingen, in ieder
geval mogelijke „klanten").
Door de brede kennis die bij TNO
voorhanden is meent de organi
satie in een redelijke concurren
tiepositie te verkeren. Speciale
afindai ht is er verder vooi de
..vertaalfunctie", dat wil zeggen
het fungeren als ..draaischijf'
tussen de wetenschap en de toe
passing van de resultaten die het
onderzoek oplevert. Kennis ver
werven wil verder ook zeggen:
speuren naar nieuwigheden in
het buitenland.
Tot dusver, zo erkent men wel. gaf
de omvang van TNO een „zekere
traagheid in de werkwijze". Men
hoopt die echter als gevolg van de
reorganisatie weg te nemen en
naar buiten toe als een soepel lo
pend geheel te kunnen optreden.
Uitgangspunt blijft kostendek
kend werken onder het motto
„niet weggeven, maar onze waar
wel beter etaleren". De volle
winst moet worden getrokken uit
de omstandigheid dat TNO een
.verbazingwekkende vergaar
bak van kennis" kan worden ge
noemd.
(ADVERTENTIE)