De Tourwinnaar Terugblik op 'Niks voor mij, die drukte van beheren en beleggen..' WOENSDAG 31 DECEMBER EXTRA PAGINA 31 Joop Zoetemelk begrijpt het werkelijk niet. „Eng... Eng... Wat is daar nou voor engs aan? Dat die bees ten dood zijn of zo? Ja, tjee, als je nou vindt dat ze glazig kijken... Maar dat is toch best leuk, die kop pen tegen de muur. Als je ze zelf hebt geschoten, bedoel ik". Dat vooral. „Nee, dat is niet wreed. Die gems daar en dat steenschaap... Ik heb er wat voor gelopen. Kijk, als je zo'n beest aaneen boom vastbindt en je gaat erop liggen knallen: dat is wreed. Maar dit niet. Afschot beesten niet. En als je er tien dagen in de bergen naar loopt te zoeken... Dat is natuurlijk het mooiste, de bergen. Groot wild. Ik ben eens bij de Ballon d Alsace geweest, de Grand Ballon. Fantas tisch. Als je hem dan hebt en je zit daar ergens boven op die berg... Nou ja, dan snij je hem open, je haalt die ingewanden eruit, je maakt hem dichtje doet hem in je rugzak en je loopt een halve dag om daL ding beneden te krijgen. Ik heb er wel een gehad, waar ik vier uur mee sjouwde voor ik er was". De jagers uit de buurt hebben in de wielersportvakantie een goede aan hem. Altijd raak. Wie hem vraagt, krijgt hem mee. „Dan ga ik om acht uur 's morgens de deur uit en ik kom er om acht uur 's avonds weer in. Dan jagen we tot een uur of vijf: dan praten we wat, dan drinken we wat en dan is de dag om. Ik zal blij zijn als het wielerseizoen weer begint..." Peter Post, zijn ploegleider, heeft het al vaak gezegd: ,Als ze alle maal zo bezig zouden zijn met hun vak als Zoetemelk... Daar kunnen er veel een voorbeeld aan nemen. Wat een ambitie" Soigneur Ruud Bakker: „Hij haalde me dit najaar een week in huis voor de voorbereiding op de Grand Prix des Nations. Wat me in die tijd vooral opviel, was de intensiteit waarmee hij zijn werk doet. Natuurlijk zijn er meer die zich voortreffelijk soigneren, maar zo consequent als Zoetemelk ermee bezig is, heb ik het nog niet meegemaakt". ■k Joop Zoetemelk thuis. Doch ter Laetitia op schoot. Van die gedrevenheid in Joop Zoetemelk stelde Gerrie Kne- temann deze zomer met Am sterdamse humor-ondertoon vast: „Of hij is gek van wiel rennen, of hij is gek van geld, of- en die mogelijkheid moet je volgens mij niet uitsluiten - hij is gewoon echt gek". Zoe temelks verbinding met het vak bestaat uit een degelijk heid die Knetemann niet op brengt. „Hij is verschrikkelijk met wielrennen in de weer. Echt verschrikkelijk. Ik ook, alleen niet verschrikkelijk. Maar daarom is Joop nog niet slecht..." Zoetemelk: „Gek hè, dat hoor ik nou zoveel. Dat ik op zo'n bij zondere manier met het wiel rennen bezig ben. Terwijl ik die indruk zelf niet heb. Vol gens mij wordt het allemaal zwaar overdreven en doe ik echt niet zoveel meer dan een ander. Dan Knetemann bij voorbeeld. Maar het is wel zo, dat als ik ermee bezig ben, ik er ook intensief mee bezig ben. Dat wel ja. Misschien zit het verschil erin doordat ik naast het wielrennen geen hobby's heb. Ik richt al mijn aandacht hier op". En zelfs in dat geconcentreerde bestaan, verwijderde Joop Zoetemelk alles wat de aan dacht kan afleiden van waar het uiteindelijk allemaal om gaat: het rondmalen van zijn benen (waarvan soigneur Ruud Bakker zegt: „Hij heeft een goed stel poten staan. Als die glimmen, dan weet ik het. Dan is hij goed, Jopie"). Hij bemoeit zich daarom niet met de zakelijke kant van zijn werk. door Peter Heerkens Francoise, zijn echtgenote, re gelt dat. Van het bestellen van een vliegtuigticket tot het be heer van het met tien jaar profwielrennen verdiend ka pitaal, waarvan momenteel een deel wordt omgezet in de bouw van een hotel (zes ver diepingen, 42 kamers) in Meaux, ongeveer 10 kilome ter van hun schitterende villa in het tegen de Marne leunen de gehucht Germigny l'Ev- que. „Pfffff...", blaast Joop Zoete melk als het gaat over francs en investeringen, „daar houd ik me zoveel mogelijk buiten. Niks voor mij, die drukte van beheren en beleggingen en zo. Daar kijk ik niet maar, dat doet zij. Ach, ik rijd er natuur lijk wel eens langs daar bij dat hotel, maar met hoe dat nou allemaal moet en gaat bemoei ik me niet. Geld interesseert me wel, maar niet buitenge woon. Ik ben er niet echt mee bezig. Misschien zou ik het wel zijn als ik aan luxe hecht te. Maar daar heb ik geen be hoefte aan. Ik eet goed en ik drink goed. Verder niks. Laat mij maar fietsen, dan voel ik me het best". De rompslomp rond zijn Tour de France-overwinmng is hem ook flink opgebroken. Nog nooit had Joop Zoete melk zo'n slecht na-seizoen als dit jaar. ,,Moe was ik. Doodmoe. Al dat gedoe na die Tour..." Zijn manager in Nederland, Pe ter Bonthuis: „Dat Zoetemelk bij het publiek goed stond aangeschreven, wisten we. Maar wat er zich na de Ronde van Frankrijk rond hem af speelde, was werkelijk onge kend. Het is gebeurd dat hij in Breda, op zoek naar een kap per, zijn auto moest invluch ten omdat er een complete chaos rond hem ontstond. En dan al die verplichtingen bij een criterium. Logisch, het hoort erbij, maar het is wel slopend. Iedereen wilde hem toespreken, huldigen, praten met hem, lunchen of dineren, wat drinken, of hem aanra ken. Zomaar. Aanraken". Zoetemelk: „Dat vind ik zoiets vreemds, dat aanraken. Als ik naar het voetballen zou gaan, dan ging ik om te kijken, maar toch niet om, bijvoorbeeld, Johan Cruijff aan te raken! Ik heb die drukte slecht verdra gen. Van de ene kant was ik er blij mee, want het betekende erkenning en dat vond ik vooral belangrijk omdat ik de Tour won zonder dat Hinault er nog bij zat". „Je kunt dan wel tevreden zijn over jezelf, maar je hebt er geen idee van hoe dat nou op de mensen overkomt. Of die het waarderen. Dat weet je niet als een Tour is afgelopen. Daarom betekenden die reac ties veel voor me. Waar ik ook kwam, in België, Frankrijk of Nederland, iedereen deed even enthousiast. Dat was voor mij een teken dat ik toch echt wel iets had gepresteerd. En wat me erg opviel: ze be gonnen steeds als eerste over die valpartij met Johan van de Velde. Dat bleek enorme in druk gemaakt te hebben" „Het schijnt nogal spectaculair geweest te zijn, maar dat ben ik me nooit bewust geweest. Misschien komt het omdat ze dachten: nou is het gedaan met zijn Tour-kansen. Nou blijft hij liggen... En in plaats daarvan sprong ik op de fiets en ik knalde er in ene terug naar toe. Voor mezelf was dat de gewoonste zaak van de we reld. Dat hoort erbij: vallen, opstaan en wegwezen. Ik ben na de finish gaan douchen en voor mij was die zaak af'. „Langzaam maar zeker raakte ik na de Tour uitgeput. Niet lichamelijk, maar geestelijk. Al die verplichtingen. Dat Wintervakantie voor Joop Zoetemelk. Wandelen met zijn twee kinderen, Carl en Laetitia. In een wielerseizoen komt het daar niet van. vond ik het zwaarste van al les. En om daar rustig onder te blijven. Niet opstandig te worden. Ik kon die belang stelling op het laatst niet meer verdragen". Zijn omgeving is dan ook van mening dat Joop Zoetemelk een aantal contracten voor het na-seizoen had moeten weigeren. De Grand Prix des Nations bijvoorbeeld, 'Dwars door Lausanne' en de berg- klim van de Montjuich. Wed strijden waarin hij altijd goed presteerde, maar waarin hij nu ver beneden zijn stand bleef. „Het professionalisme van Zoe temelk", zegt Peter Post, „blijkt altijd weer in zijn hou ding ten opzichte van organi satoren Als ik zie hoe sommi ge renners hun voeten afve gen aan het werk van een or ganisatie en als ik zie hoe Zoe temelk zich gedraagt dan zeg. ik: die voelt tenminste zijn verantwoordelijkheden. Die laat de mensen niet in de kou staan". Gerrie Knetemann: „Vorig jaar kwam hij in het criterium van Egmond aan Zee met een arm flink in het verband aan de start. Hij bleek in de buurt van Parijs zijn wagen finaal in de prak te hebben gereden. In een ziekenhuis moesten ze zijn arm op een stuk of zeven plaatsen hechten. Daarna heeft hij in allerhaast een vliegtuig genomen, zijn fami lie gebeld om hem van Schip hol te halen en 's avonds stond hij in Egmond aan het vertrek alsof het niks was. Ik had gezegd: mensen, gezien de omstandigheden moeten jullie het zonder mij doen. Hij niet. Hij is er gewoon". „Plichtsbewustzijn vind ik pri ma hoor. maar je moet ook re delijk blijven... Weet je wat het is met Joop: die jongen kan geen 'neen' zeggen. Dat is zijn allergrootste tekortko ming. Hij durft géén neen te zeggen. Neem de Grand Prix des Nations. Wilde hij eigen lijk niet heen. Wat gebeurt er: Goddet en Lévitan hangen twee keer aan de telefoon en hupsakee, daar gaat Jo pie". Zoetemelk: „Zo zit ik dus nou eenmaal in mekaar. Als je dat karakter hebt... Als je zo bènt- ...Daar doe je toch niks aan...?! Ik kan inderdaad moeilijk 'neen' zeggen. En zeker niet als er ergens op me wordt ge rekend. Daarom ben ik het ook nooit eens geweest met die staking in de Tour de France, twee jaar geleden in Valence. Ik heb ook bewust niet in de eerste rij gelopen. Wat daar gebeurde was on juist. Protesteren had vóór de start van de Tour moeten ge beuren. Nu werden publiek en organisatie gedupeerd. Dat mag toch niet! Ik kan het voor mezelf niet hebben dat iemand zich door mij tekort gedaan voelt. Ik heb bij wijze van spreken liever dat ze mij onheus behandelen dan dat een ander zich door mij bena deeld voelt. Daar zit ik veel langer mee. Daar kan ik ge woon niet tegen". Zijn aardigheid en eerlijkheid worden alom geprezen. Ger- rie Knetemann: ,,Een ver schrikkelijk aardige ploeg maat. Eentje die je niet zal flikken. Hij is eerlijk en dat vind ik al heel wat. Datje van iemand op aan kunt". Herman Krott, zijn ploegleider bij de amateurs: „In een ron de van Midden-Zeeland spoorde onze verzorger Henk de Haan hem vanuit de auto aan toen hij op kop reed. Dat gebeurde nogal pittig omdat ze van achteren begonnen te koersen en de positie van Zoetemelk in gevaar kwam. ,,Als je nou je mond niet houdt", riep Joop, „dan stap ik af'. Krijg nou het lazerus, zei ik. Hij kan kwaad wor den... 's Avonds in het hotel was het gewoon aandoenlijk om te zien hoe Joop op alle mogelijke manieren aan Henk de Haan liet merken dat hij het allemaal niet zo letter lijk had bedoeld". Ook daar bestaat geen misver stand over: Joop Zoetemelk (vorige week 34 jaar gewor den) is niet van het harde soort. „Wel voor mezelf, maar niet voor anderen". „Hij heeft voor allemaal be grip", zegt Peter Post. In de De villa waar Joop Zoetemelk woont in Germigny l'Evèque, 40 kilometer ten oosten van Parijs. Het huis staat op 1 hectare grond en is eigendom van zijn schoonouders. Bijna aangren zend ligt een stuk van 9 hectare dat Joop Zoetemelk een jaar of zes geleden kocht en waarvoor een paar maanden geleden een bouwbestemming ifkwa m "Een goede investering dus voor later. Ik denk dat ik er zelf ook ga bouwen". beroepswielrennerij is dat echter een eigenschap die niet altijd in het voordeel werkt. Dat weet Joop Zoete melk maar al te goed. „Ik heb in de koers de brutali teit niet die Hinault heeft, of vroeger Merckx. Het ligt me nou eemaal niet om ploeg maats opdrachten te geven om mij te ontlasten. Ten eer ste ga ik ervan uit dat als ze hun vak verstaan ze uit zich zelf wel bij me komen, en ten tweede ben ik altijd benauwd voor de situatie dat ze zich voor mij opofferen en dat als ze hun werk hebben gedaan ik zelf in een finale de ver wachtingen niet kan waarma ken. Daar zie ik tegenop. Dan denk ik: als ik het zoveel mo gelijk zelf opknap, hoeven er zich ook zo weinig mogelijk gekwetst te voelen als het misloopt". Peter Post: „Als kopman moet je kunnen en durven com manderen. Je moet op zijn tijd met je vuist op tafel slaan. Dat is gewoon nodig. Daarom doe ik het soms voor hem". Zoetemelk: „Ik denk wel dat het in mijn uitslagen had ge scheeld, wanneer ik het ka rakter, de flair van Hinault of Merckx zou hebben. En dan met Peter Post erbij natuur lek. Ik heb altijd erg rustige, kalme, ploegleiders gehad. Te rustig en te kalm misschien. Post is dynamischer. Daar gaat echt wat van uit. Dat is topklasse. Met dat bij elkaar, zouden mijn resultaten in het verleden beter zijn geweest. Dat geloof ik zonder meer". - Joop Zoetemelk over zijn eerstejaars ervaring met de ploeg van Peter Post: „Toen ik dit voorjaar na mijn sleutelbeenbreuk matig reed, gaf dat intern geen enkel probleem. Ook al won ik niet, dan waren er toch de resultaten van Knetemann, Raas, Van der Velde en Lubberding. Bij die Fransen was ik altijd de enige kopman. Daar móést ik presteren, want niemand anders die het kon. Die druk heb ik dit seizoen voor het eerst met gevoeld". - Joop Zoetemelk over zijn angst voor valpartijen: ..Ik ben er altijd bang voor. Dat gedoe met die waaiers... Er wordt soms op de millimeter-af gereden. Niks voor mij. Ik heb daar behoorlijk wat schrik van. Natuurlijk moet je in zo'n situatie mee en ik doe dat ook, maar ik probeer elk risico uit te sluiten". -Joop Zoetemelk over het verschil tussen het rijden in een Franseen een Nederlandse ploeg: ..In Frankrijk zijn ze veel makkelijker. Daar ontbreekt de discipline. Bij Raleigh krijgen de knechten van Peter Post opdrachten, bij Mercier rommelden ze maar trat aan. Ik stond vroeger vaak alleen in een finale, omdat die Fransen maar één wedstrijd lieten tellen de Tour. En daarin stopten ze zich dan ook nog zo lang mogelijk weg om toch maar Parijs te kunnen halen. In de ploeg van Post heb ik steeds een paar man rond me gezien". - Joop Zoetemelk over zijn ploegleider Peter Post: "Zijn grxwtste kracht vind ik zijn organisatietalent. Hij regelt zijn zaken op een manier zoals ik die nog nooit heb gezien. Ik geloof dat hij zich vooral daarom zo onderscheidt van andere ploegleiders. Hij is altijd met zijn werk bezig Buiten het seizoen had ik nooit contact met mijn ploegleider, maar Post belt me regelmatig op. Niet dat ik daar nou op zit te wachten, maar die interesse heeft op mij toch wel uitwerking. Ik voel het als een extra prikkel". -Joop Zoetemelk over gele truien: ..In Parijs krijg je van de Tour directie een doos met zes gele truien om er criteriums mee te ri )den. Die heb ik dus. En dan nog eentje uit de Tour zelf Een echte. Hoewel: zo echt is ie ook weer niet, want ik heb hem in de Ronde nooit aangehad, maar bij de huldiging de trui gehouden die ik aanhad. Alle originele heb ik weggegeven. Aan het personeel van de ploeg, aan de directie en weet-ik-veel aan uue nog meer. Ze zijn in elk geval allemaal weg. Vorige week mopperde mijn vrouw er nog over. Hebben we niet eens een echte in huis, zei ze Ik hecht niet aan die dingen. Het is maar goed dat zij over het plakboek gaat, anders was er niks na mijn carrière." -Joop Zoetemelk over Bernard Hinault: „Een aardige jongen. V.'e hebben een goed collegiaal contact. Als we bij criteria in eikaars bui rt zijn, dan eten we samen. Hij heeft me ook met mijn Tour overwinning gefeliciteerd. Daar zat hij niet mee. Dat deed hij gewoon". -Joop Zoetemelk over het voordeel van beroepswielrennen ..Ik was een gewone timmerman. Met wielrennen ben ik verder gekomen dan ik als timmei~man ooit had kunnen komen. En: ik heb met meer plezier meer bereikt dan wanneer ik van 7 tot 5 op de bouw had gestaan. Zo moet je het zien". - Joop Zoetemelk over het grootste nadeel van beroepswielrennen ..Dat weet ik niet. Het zal er uel zijn. maar ik ken het niet. Mis schien kom ik het te iveten als ik met koersen ben gestopt". -Joop Zoetemelk over het einde van zijn carrière „Zo gauw ik voel dat het minder wordt, doe ik een seizoen zonder Tour de France en dan stop ik. Zolang ik me voel zoals ik me nu voel, ga ik door. Theoretisch is het dus mogelijk dat ik net zolang rijd als Pouhdor heeft gedaan". -Joop Zoetemelk over doping: „In die twee doping zaken u>aarbij ik betrokken ben geweest, weet ik van mezelf dat ik onschuldig ben En dat is het belangrijkste Dat ik dat van mezelf weet Ik ben te gen doping. Maar ik ben niet tegen versterkende middelen die op de doping lijst zijn gekomen". - Ruud Bakker soigneurover de nuchterheid van Joop Zoetemelk „Hij is moeilijk m hel uiten run zijnevmlirs. HUMrOON IM einde van de Tour dacht ik: nou gaat hij huilen Ik zie hem daarop dat podium bibberen, ikzie hem kippevel krijgen en tkdenk oei. daar gaat hij. Maar nee hoor

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1980 | | pagina 31