De Afrikaanderwijk
B"!
EXTRA
PAGINA 17
Kaalslag in de Afrikaanderwijk (Foto links).
Viltstiftteksten op een electriciteitshuisje aan het Afrikaanderplein
(Foto rechts).
-
«ei.AÉ
door
Henk Dam
Ruim 40 procent van de Neder
landers vindt, dat de buitenlan
ders onder ons, de mensen uit
Turkije, Marokko, Suriname,
de Antillen en de Molukken,
maar weer terug moeten naar
hun eigen land. Dat schokken
de gegeven leverde een enquête
op, waarvan de resultaten on
langs bekend werden gemaak-
Deskundigen roepen steeds lui
der, dat met het dalen van de
welvaart de onverdraagzaam
heid toeneemt. Want wat is
menselijker dan te zeggen:
„Die man, die hier helemaal
niet thuishoort, is er de schuld
van dat ik geen baan heb". Of:
„Dat gezin, dat hier niet hoort,
zit in het huis dat ik had moeten
hebben."
Klopt dat nu ook? Reageren
mensen zo? Dat kan men het
best trachten te achterhalen in
een oudere stadswijk waar al
veel buitenlanders wonen. We
kozen de Afrikaanderwijk in
Rotterdam-Zuid. Daar immers
vonden in de zomer van 1972
hevige rassenrellen plaats. En
nu, hoe zit het nu? WIJ HEB
BEN EEN HEKEL AAN TUR
KEN, staat er op een muur bij
het Afrikaanderplein. Balda
digheid? Of meer? Een repor
tage.
'ROTTERDAM - Een Turkse
vrouw, het hoofddoekje stevig,
omgeknoopt, loopt langs café
De Maas aan de Paul Kruger-
straat. Ze kijkt steels naar bin
nen. Daar draait disco De Maas
op volle toeren. Nederlandse
krakers. „Meisje, ik ben een
zéééman", klinkt het uit de
schorre kelen van een tiental
beroepsdrinkers.
Snel loopt ze door. Dit is geen
oord voor een dochter van de
islam. Een harde wind striemt
de regen in haar gezicht. Ach
ter haar weerkaatsen de plas
sen op straat de rode lampen
van het café. Najaar in de Afri
kaanderwijk.
Het is in deze donkere dagen
niet prettig toeven in de Rot
terdamse stadswijk. Grauwe
huizen rijgen zich aaneen tot
sombere straten. De plastic
rozen en edelkitsch-vazen
achter sommige ramen veran
deren daar niets aan. Trooste
loos ook oogt het tochtige,
veel te grote Afrikaander
plein, in het hart van de wijk.
Op dat plein werd vorig jaar au
gustus geschiedenis geschre
ven. Elke dag vergaderden
hier de Rotterdamse haven
werkers, met een enthousias
me dat gelijkelijk met de in
houd van de huishoudknip
daalde. Nog steeds hangen bij
buurthuis Sarto resten pam
fletten van de havenstaking.
De organisatoren van de haven
staking van destijds gaven
met de keus van het Afrikaan
derplein als vergaderplaats in
ieder geval blijk van histo
risch besef. De Afrikaander
wijk in Rotterdam-Zuid werd
in de eerste decennia van deze
eeuw immers voor de haven
werkers uit de grond ge
stampt?
Boerenzonen
Want de haven had in dié jaren
een steeds grotere behoefte
aan werkvlees. En daar kwa
men ze, de bonkige boerenzo
nen uit Brabant en Zeeland,
die de armoe van het platte
land verruilden voor een vas
te baan in de haven. Schoon
werk was dat niet, gemakke
lijk ook niet. maar het was wel
werk.
En er waren huizen bij. Steeds
meer huizen, in straten die
werden vernoemd naar ob
scure helden uit de Boeren
oorlog. die toen nog niet zo
lang achter de rug was. Piet
Retief, Paul Kruger en Chris-
tiaan de Wet kregen zo elk
hun eigen straat.
Zeker, de nieuwkomers waren
trots op hun Afrikaanderwijk,
die binnen de kortste keren
uitgroeide tot een gezellige ty
pisch Rotterdamse volks
buurt. De mensen hadden het
niet breed, maar ze hadden el
kaar. Er was een druk vereni
gingsleven. Feijenoord is hier
nog eens begonnen met voet
ballen.
Met de voetbalclub ging het pri
ma, maar met de Afrikaander
wijk niet. Langzaam maar ze
ker verpauperde de wijk.
Louche huiseigenaren lieten
hun pandjes verkrotten, men
sen die het iets beter kregen
dan minimaal ontvluchtten
de een na de ander de boomlo
ze straten. Per slot van reke
ning: dit is toch geen plaats
om je kinderen te laten op
groeien?
Zo werd de Afrikaanderwijk
een van Rotterdams „oudere
stadswijken", zoals dat eufe
mistisch heet. Een „oudere
stadswijk met een hoge con
centratie migranten", om vol
lediger te zijn. De lege plek
ken in de wijk werden vanaf
de zestiger jaren steeds snel
ler bezet door Turken. Marok
kanen en Surinamers.
Nee, dat ging niet con amore, en
niemand is er oprecht ver
heugd over dat er in de Afri
kaanderwijk thans bijna 25
procent niet-Nederlanders
woont, een percentage dat
met een adembenemende
snelheid groeit. Een Marok
kaanse vrouw krijgt gemid
deld bijna acht kinderen, een
Turkse gemiddeld vijf, en een
Nederlandse anderhalf. Zo
gaat het hard.
Huurschuld
De Afrikaanderwijkers zagen al
die buitenlanders niet met
plezier komen. Op 9 augustus
1972 ging het los, toen Gerda
B. met haar drie kinderen weg
wilde uit het pand aan de Goe
de Hoopstraat 10a. De eige
naar van dat pand, de Turk
Mehmet G., maakte daar ern
stig bezwaar tegen, want Ger
da had volgens hem nog huur
schuld.
Toen de verhuizers Gerda's
spulletjes wilden ophalen,
ontstond er een steekpartij.
De buurt was direct gealar
meerd. De politie moest waar
schuwingsschoten lossen om
de menigte te verdrijven die
ziclvin de Goede Hoopstraat
had verzameld. Die nacht
werden de ruiten van de
Turkse pensions in de Paarl-
straat ingegooid.
Een dag later kraakte een actie
groep een van de pensions in
de Paarlstraat, die door de
buurt inmiddels was omge
doopt in Hollandsestraat. Het
hele hebben en houden van
de Turken die daar woonden,
werd uit het raam gegooid,
onder luid applaus van de
duizenden op straat.
Nu was er niets meer aan te
doen. Rellenmakers uit alle
delen van de stad en ver daar
buiten zorgden ervoor dat ze
's avonds in de Afrikaander
wijk waren. Tot dinsdag 15
augustus bezorgden ze de po
litie handenvol werk. De wijk
loste het probleem zelf op:
drie knokploegen veegden de
laatste rellenmakers uit de
straten.
Kater
De kater bleef. De spanningen
bleven ook. In 1975 dreigde
de zaak te ontploffen in de
Tweebosstraat. Toen daar een
Turk als eerste in de straat zou
komen te wonen, werden er
barricaden opgeworpen. Een
jaar eerder had het wijkor-
gaan al gewaarschuwd dat er
uitbarstingen voor de deur
stonden.
Zijn die Afrikaanderwijkers nu
zo'n racistisch volkje? „Na
tuurlijk niet", zegt Stanley
MacDonald, maatschappelijk
werker bij de Stichting Suri
namers Rotterdam-Zuid. „Ik
zie de rellen van '72 ook niet
als uiting van racisme."
Hij legt uit: „Het ging er toen
om dat de mensen genoeg
hadden van de bewoners van
die pensions. Dat waren alle
maal mannen alleen, en die
vielen de vrouwen lastig. Na
fluiten, roepen en zo. Daar
zijn de mensen toen tegen op
getreden."
Als hij daarin gelijk heeft, is de
toestand in de Afrikaander
wijk in de jaren na 1972 in ie
der geval veranderd. De pen
sions zijn de een na de ander
dichtgegaan. De Turkse man
nen die jarenlang dienden als
eenzame voorpost in het rijke
Westen voor hun doodarme
familie, lieten als het maar
even kon hun gezinnen over
komen.
Marjon van het Buitenlands Ar
beiders Komitee (BAKO). dat
nu sinds vijf jaar de belangen
van buitenlandse werkne
mers in en rond de Afrikaan
derwijk vertegenwoordigt:
„Er is wel het een en ander
veranderd hier. De mensen
zullen nu echt niet met stenen
gaan gooien. Het gaat tenslot
De le klas van de Herman Costerschool. Van de 13 scholiertjes komen er 11 uit het buitenland.
Üt *"«B»
De Paarlstraat in 1972. Twee inwoners van een Turks pension staan voorde ruiten die door bewoners
van de Afrikaanderwijk zijn ingegooid. In de vensterbank de stenen waarmee dat gebeurde.
te om gezinnen. Gezinnen
met kinderen, en als je dat
weet gooi je geen steen door
de ruit."
Prater
Er staat een snijdende wind op
het Afrikaanderplein. Een
man in een leren jek laat er
zijn herdershond uit. Een
vlotte prater is het. Babbels
voor tien, en dat in een soepel
Rotterdams dialect. „Als ze
de Ramadan hebben, dan
moetje hier eens op het plein
komen. Dan zie je ze allemaal.
Kinderen erbij, van alles. En
een herrie dat ze maken."
We gaan in de luwte van een
electriciteitshuisje staan zo
dat hij de vlam in z'n piraatje
kan krijgen. Diverse teksten
van in hoofdzaak erotische
aard staan op het grijs van het
huisje geschreven. Maar er
staan ook, in grote viltstiftlet-
ters, vier initialen met daar
achter: WIJ HEBBEN EEN
HEKEL AAN TURKEN.
„Ach, die jongens", zegt de man
vergoelijkend. „Ikzelf heb
niks tegen buitenlanders
hoor, maar weet je wat het is?
Ze trekken allemaal met el
kaar op. Dan doen wij, maar
dat doen zij ook. Ik heb bij mij
in de buurt een heel blok zien
veranderen, in één jaar. Daar
zitten nu allemaal Turken
H-j haalt krachtig de rook naar
binnen. „En dat zijn geen Hol
landers, he? Je ken er niet
mee praten. Niet over de poli
tiek, over niks. Probeer maar
eens over de Grijze Wolven te
praten. Dan houden ze eeliik
allemaal hun mond dicht".
Hij woont in de Bloemfontein
straat, en is al 55 jaar Afri-
kaanderwijker. zegt hij. „Ik
heb de wijk zien opkomen,
maar ik hem 'm ook zien ver
pauperen. Ach nee joh, ik ga
hier niet weg. Wij zeggen te
gen elkaar: 't zal mijn tijd wel
duren. Maar de jongeren, die
gaan allemaal weg. M'n doch
ter had een kind op school in
IJsselmonde, omdat hier op
school zoveel achterstand is
door al die buitenlandse kin
deren. Toen is ze zelf ook
maar in IJsselmonde gaan
wonen".
Faciliteiten
Ruud Weikei is sinds acht jaar
verbonden aan de Herman
Costerschool in de gelijkna
mige straat, sinds enkele ja
ren als hoofd. In die tijd heeft
hij zijn school diepgaand van
karakter zien veranderen. In
cijfers: vier jaar geleden zat er
nog 13 procent buitenlandse
kinderen op de Herman Cos-
ter-school, thans bedraagt dat
percentage 70.
„Dat geloof ik niet, dat er ach
terstand bij de kinderen is
omdat er zoveel buitenlander-
tjes op deze school zitten. Het
tempo ligt hier persé niet la
ger. Wij hebben erg veel facili
teiten, en je kunt daarom veel
tijd aan de buitenlandse kin
deren besteden. Ga maar na:
op 150 leerlingen hebben we
11 leerkrachten".
Kinderen accepteren elkaar
makkelijk, is de ervaring van
Ruud. „Er wordt wel eens ge
scholden, zo van: vuile rot-
Turk. Dan laten we heus wel
merken dat dat met kan. We
hebben ook wel leerlingen die
zeggen: ik mag van m'n vader
niet naast een Turk zitten.
Dan laat ik gelijk de ouders op
school komen".
Hij vertelt hoe hij aan naar ver
houding veel leerkrachten,
onder wie ook een Turkse, is
gekomen. „We hebben het op
timum er wel uitgehaald"
Dan komt er een Chinees jon
getje van een jaar of tien bin
nen. Hij wijst een Hindoes-
taans ventje waar hij de koffie
voor de meester moet halen.
„Hiero, joh", klinkt het in per
fect Rotterdams.
Ruud, lachend: „Zie je. zo gaan
hier de verschillende rassen
met elkaar om". Het Chinese
jongetje kijkt hem stomver
baasd aan, en zegt dan, met
een niet onverdienstelijke
imitatie van Dik-Voor-
Mekaar: „Nou ja". En vervol
gens (nu verschijnt Ome Joop
ten tonele): „Wat is er, joh?
Potje vechten?"
Verdraagzaam
Het wordt tijd de zaken eens op
een rijtje te zetten. We praten
over onze ervaringen met
Marjon. stafmedewerkster
van het Buitenlandse Arbei
ders Komitee. Je hoort vaak,
dat de mensen minder ver
draagzaam worden als de wel
vaart afneemt. Is dat in de
wijk te zien?
Marjon: „Er is groeiende onvre
de in de wijk, dat is zeker. Er
komen meer mensen, en daar
zijn de minimale voorzienin
gen helemaal niet op bere
kend. Het probleem is nu. dat
de onvrede wordt geprojec
teerd op buitenlanders. Dat is
een heel primaire manier van
reageren, want de voorzienin
gen blijven slecht, ook als er
300 buitenlandse gezinnen
naar elders vertrekken
Echt racisme zoals op de markt
viel te beluisteren, komt wel
voor, maar is sporadisch, zegt
Marjon. „Je merkt wel dat de
mensen minder tolerant wor
den, op buurtvergaderingen
en zo. Dan wórdt er toch ge
kankerd en gescholden op de
buitenlanders. En dat, terwijl
het erom gaat dat de voorzie
ningen slecht zijn."
In dreigende confrontaties ge
looft Maijon niet. Van
bloeiende contacten tussen
buitenlanders en Nederlan
ders is echter volgens haar
ook geen sprake. „Maar dat
geldt eigenlijk voor alle men
sen onderling hier. Je ziet dat
ze zich minder verantwoorde
lijk gaan voelen. Voor de wijk.
voor elkaar. Het intereseert ze
niet meer. Vroeger boende ie
dereen z'n stoepje, nu ligt de
hele straat vol rotzooi. In die
sfeer".
Vergaderen
De mensen voelen zich minder
verantwoordelijk voor el
kaar? Dat geldt dan toch niet
voor iemand als Riek Schuhe
van het Wijkorgaan Afrikaan
derwijk. Zij zit zowat elke dag
te vergaderen. Over renova
tie, over nieuwbouw, over de
buitenlanders in de wijk. Met
de wijkbewoners, met comi-
te's van andere oude stadswij
ken, met commissies van de
gemeenteraad.
Het wijkorgaan heeft fel stelling
genomen tegen de manier
waarop de gemeente Rotter
dam het probleem van de
overconcentratie van buiten
landers te lijf wil gaan. Rotter
dam wil spreiden, op zo'n ma
nier dat er in alle wijken - ook
de nieuwe- buitenlanders ko
men te wonen, en dan hooguit
16 procent per wijk.
Tegen die spreiding is het wijk
orgaan helemaal niet gekant.
„Natuurlijk is de overconcen
tratie een probleem. Sommi
gen hebben dan de neiging
om te zeggen: laat al die bui
tenlanders oppleuren. Maar
die jongens hebben net zo
goed recht op een huis. Die
zijn hier ook maar in gestopt",
zegt Riek.
Maar Rotterdam moet de sprei
ding dan wel goed aanpak
ken. Zelf de woningdistribu
tie voor 100 procent ter hand
nemen, bijvoorbeeld, om de
vaak sterk discriminerend
werkende woningbouwcor
poraties en particuliere eige
naren de wind uit de zeilen te
nemen. Speculatie aanpak
ken, dat soort zaken.
Riek kan zich erg kwaad maken
over sommige gemeente
raadsleden van Rotterdam
„Dan proberen we gewoon
uiteen te zetten wat de proble
men zijn die je hebt met veel
buitenlanders in de wijk, en
dan word je gelijk van discri
minatie beschuldigd. Ik heb
wel eens op het punt gestaan
om terug te zeggen: bent u
achterlijk of zo?"
Muziek
Tja, de gemeenteraad Daar
werd onlangs gedebatteerd
over de nota „Leegloop en
toeloop" die gaat over de
spreiding van buitenlanders
Mooie dingen werden daar
gezegd. Door mevrouw De
Vos van de CPN bijvoor
beeld. „Ik denk dat Nederlan
ders moeten wennen aan
Turkse en Marokkaanse mu
ziek, maar ik denk dat Turken
en Marokkanen net zo goed
moeten wennen aan de TROS
Top 50".
Inderdaad, het is maar van wel
ke kant je het bekijkt Dat
geldt ook voor het VVD-
raadslid en eigenaar van eni
ge ledcrwarenzaken Kerst-
holt. Die liet gniffelend onder
de leden van zijn fractie een
papier rondgaan waarop met
grote letters stond geschrc
ven: „REMIGREER MET
KERSTHOLT KOFFERS
Heroïne
Iemand als Kerstholt staat een
eind van de zorgen van Stan
ley MacDonald van de Stich
ting Surinamers Rotterdam-
Zuid. Hij heeft vroeger op de
Kruiskade in Rotterdam-
West gewerkt, en ziet nu tot
zijn schnk dat de heroine-
scene uit die buurt aan het
verkassen is.
Dat komt, omdat de Rotterdam
se politie in het Oude Westen
met zo'n grote regelmaat he-
roinepanden overvalt, dat er
voor een beetje drugsver
slaafde geen lol meer aan is.
Stanley: „En nu verplaatsen
ze zich door Rotterdam, en
komen toch in de andere oude
stadswijken terecht".
De eerste van deze stadswilden
zijn inmiddels gesignaleerd
in een café nabij het metrosta
tion Rijnhaven, aan de rand
van de Afrikaanderwijk. In
dat metrostation kan je dage
lijks verslaafden zien rond
hangen. Een huis aan de Her
man Costerstraat is in kleine
kring bekend gaan staan als
centrumpje voor de heroïne
handel Stanley: „Het gaat
precies weer zo als destijds op
de Kruiskade."
Stokken
Riek Schulte van het wijkor
gaan en Maijon van het BA
KO hebben ook hun zorgen.
Zorgen bijvoorbeeld over de
groep Turkse jongeren die
pas geleden ineens op de Hil-
ledijk opdook. Riek: „Een
mannetje of 40 waren het wel,
denk ik. En maar schelden,
dreigen, aan brommers zitten.
Dan krijg je toch al gauw dat
de mensen zeggen: die kelere-
Turken."
En Marjon: „We hebben met die
jongens gepraat, en dan is het
weer een tijdje rustig. Je moet
wel in het achterhoofd hou
den dat er hier veel agressie
en verveling is. Zo lollig is de
ze buurt tenslotte niet. En er
zit natuurlijk ook een heel
stuk onberedeneerbare angst
bij de mensen. Als ze maar
een Turkse jongen zien, is het
al mis. We hebben op de Hille-
dijk wel mensen gehoord die
zeiden: ik zet een bijl achter
de deur".
Regelmatig is er knok tussen de
Nederlandse en Turkse jon
gens in de wijk. De 16-jange
Mustafa hierover, die zeven
jaar geleden uit Turkije over
kwam: „Vroeger waren hier
weinig Turken. Toen ging ik
goed met Nederlandse jon
gens om, en hadden we nooit
ruzie."
„Nu zijn er veel Turken hier, en
nu is er wel veel ruzie. Dan
gooien ze op het plein stenen
naar je, of dan zeggen ze vieze
woorden. kanker-Turk en zo.
Soms zeg ik wel eens wat te
rug. Wat? Kaaskop, zeg ik
dan. Maar niet, als ze met veel
zijn hoor. Ik kijk wel uit."
Winkel
We denken nog eens over die
knokkende jongens na. ter
wijl wc boodschappen doen
in een supermarkt even bui
ten de Afrikaanderwijk. Moet
je zoiets nou racisme noe
men? Nee, hier is toch geen
sprake van een ideologie of
iets dat daar maar op lykt.
Vroeger werd er toch ook
„schele" of „rooie" of „dikke"
geroepen naar minder for
tuinlijk ogende leeftijdsgeno
ten En nu roepen ze „kclere-
Turk". Meer is er niet aan de
hand.
Je moet je hoofd erbij houden
als je boodschappen doet, dat
blijkt. Bijna struikelen we
over cen meisje dat de vloer
staat te schrobben. Iemand
heeft een fles koffiemelk uit
z'n handen laten vallen. „Kijk
mg nou boenen", zegt ze te
gen de caissière. „Ik lgk wel
een Turk".