Rabobank S "Redactie Studio Sport een zootje ongeregeld... Kees Jansma: „Ik ben nogal sfeergevoelig" Theo Reitsma: „Ik heb 'n harde kop Kees Boerhout: „Ik ben geen jaknikker" 99 "WOENSDAG 24 DECEMBER 1980 „Kees Boerhout is een grote nul", zegt de één. „Ik zeg niks", zegt de ander. En de derde zegt dat z'n broek af zakt van de solidariteit op de Studio Sport redactie. Gerommel bij de veelbekeken NOS- televisierubriek Studio Sport? „Och, wat heet", luidt een zoveel ste reactie, die slechts anoniem mag worden geciteerd. Praten willen ze wel, sommige redactieleden van Studio Sport. Maar geciteerd wor den...? Ho maar. „Wat word ik er wijzer van", is het motief dat veelvuldig wordt aan gevoerd. Maar vanwaar toch deze angst of weerzin om in de krant opening van zaken te geven? Waar om moeten sommige gesprekken in het ge heim worden gevoerd? Vanwaar dat sinistere? Eén onzer verslaggevers ging op speurtocht, wist volkomen onver wacht Studio Sport- chef Kees Boerhout te spreken te krijgen en stuitte uiteindelijk op een beerput, waarvan hij de geur langzaam opsnoof. Zijn conclu sie: het stonk niet echt naar een beerput. Vooralsnog is er slechts „poep aan de knik ker." Kees Jansma HILVERSUM - „Nee, ik zeg niks", ant woordt Kees Jansma als hem wordt ge vraagd waarom, na Ruud ter Weijden, ook hij bij Studio Sport zijn biezen gaat pakken. „Ik zou verschrikkelijk tekeer kunnen gaan, maar ik heb met m'n vrouw afgesproken dat ik dat niet doe. Wantje weet hoe dat gaat. Al gauw ben je de kankerpit. En ik voel er niks voor om dat stempel opgedrukt te krijgen." Jansma kijkt wel uit om door middel van al te emotionele uitlatingen zijn naam te grabbel te gooien. Emoties zijn hem im mers niet bepaald vreemd. „Ik ben een tamelijk sfeergevoelige jongen", wil hij nog wel kwijt. „En de sfeer op de redactie is de laatste tijd dermate verslechterd, dat ik de kolere in m'n lijf krijg. Als je dan weet dat ik zo'n jongen ben, die zulke dingen mee naar huis neemt en daar af reageert, dan moet je je kunnen voorstel len dat ik het nu voor gezien wens te hou den. Ik wil niet dat mijn gezin er nog langer onder lijdt." Collega Theo Reitsma zegt dat standpunt te respecteren, maar voor hem liggen de kaarten iets anders. „Bij de één is de maat gewoon eerder vol dan bij de an der. Ik kan wat dat betreft wel het nodige incasseren. Heb een harde kop in dat soort zaken. Maar in m'n werk ontmoet ik nog zoveel leuke dingen, dat ik mij dat niet laat ontnemen omdat de omstandig heden niet deugen. Per slot ga ik alleen op reis. En bovendien wordt mijn werk steeds individueler." Toch heeft Reitsma nooit doekjes gewonden om het feit dat hij wel degelijk uitkijkt naar een andere baan. „Me dunkt datje dat tot je vijfenzestigste blijft doen", zegt hij. „Ook al is je baan nog zo fijn, je blijft je ogen altijd openhouden voor iets nóg fijners." „Nee", zegt Reitsma, "Ik gooi geen oude schoenen weg voordat ik nieuwe heb. Maar bovendien zitten die oude mij nog veel te lekker." Jansma daarentegen doet dat wel. Hij nam ontslag zonder verzekerd te zijn van een andere baan. „Dat kan me geen moer schelen", zegt hij. „Ik ben een jongen, die eerst doet en daarna wel ziet. Dat is ook het verschil tussen Reitsma en mij. Reits ma telt eerst tot tien en ik vergeel bij één verder te tellen", zo zegt de 33-jarige Al- phenaar, die overigens al enkele serieuze aanbiedingen op zak zegt te hebben. Bepaald zonde vindt hij het derhalve niet om een 'gebeitelde' baan bij de omroep eraan te geven. „Weetje", zegt hij,je zit heel gebakken bij de omroep, maar je slaapt er zo gauw in." En Reitsma: „Zwijgen omtrent deze affaire werkt voor ons averechts, heb ik gemerkt. Want tot dusver waren wij het, die als de kwaaie pier werden afgeschilderd." De knuppel moet daarom maar eens in het hoenderhok worden gegooid, vindt de Theo Reitsma Haarlemmer. „Ten aanzien van het be leid van Boerhout ben ik best bereid dat te doen." Boerhout vindt dat de redactie van Studio Sport hem tot nog toe geen serieuze kans heeft gegeven om zich te bewijzen. Reits ma tüil daar namens z'n collega's wel wat over kwijt. „Iemand moet zich bewij zen aan de hand van zijn visie en in zicht", zegt hij kort maar krachtig. En Jansma: „Een beerput bij Studio Sport..? Ik heb geen zin daar iets over te zeggen. Of beerput een te groot woord is? Dat weet ik niet. Dat weet ik niet. Ik heb je trouwens al veel te veel verteld. Straks krijg ik nog van m'n vrouw op m'n la zer...." HILVERSUM - Een zooitje ongeregeld, dat dankzij de nog aanwezige hoeveelheid vakmanschap er wonderwel nog iets van terecht brengt. Zo typeren twee redacteuren van Studio Sport hun redactie. Struikelblok vormt de nieuwbakken chef-sport Kees Boerhout. Let wel: niet de persoon Boerhout, „want dat is", zo verzekert een redacteur, „een hele aardige man." Kees Boerhout Een andere redacteur zegt: „Een chef sport moet weten waar het om gaat. Hij moetje kunnen inspireren en daar voor is het noodzakelijk datje kennis hebt van dit vak. Maar dat heeft Boerhout niet." Uruguay ,Wat redacteuren van Studie Sport opbreekt, is de sport journalistieke achtergrond van deze Boerhout en diens beleid. „Die journalistieke achtergrond is er één van nul komma nul en dat beleid is er eenvoudig niet",, zegt een re dacteur. Deze vindt dat zoiets niet kan. „Zeker niet bij een rubriek als de onze met zo'n groot bud get. Een chef sport moet dan een duidelijk beleid voeren. Zowel een personeelsbeleid als een redactioneel beleid. Maar Boerhout? Die voert he lemaal geen beleid. Die laat ons helemaal vrij en denkt dat dat een verdienste is. Maar dat is het natuurlijk allesbe halve. Zo werk je bovendien in de hand dat redacteuren te veel voor hun eigen winkeltje gaan leven." Diens voorganger Bob Spaak had die vakkennis wel. In be langrijke mate zelfs. Terugkij kend op de jaren dat hij nog chef van Studio Sport was, zegt Spaak dat die vakkennis „knap meegenomen was." Boerhout echter: „Als de club wil dat ik inspireer, moet de club wel bereid zijn om geïn spireerd te worden. Kijk, je kunt twee dingen doen. Of je geeft instructies van afstand. Of je probeert dat in samen spraak te doen, wat mij veel meer aanstaat. Maar niks hoor. Geen kans. Behalve echter als er declaraties moe ten worden getekend. Dan is niemand te beroerd om naar mij toe te komen en dan vraagt iedereen ook heel vriendelijk van: 'Kees, wil je even tekenen'." Wat overigens, aldus een redac teur, voor Kees Jansma de deur helemaal dicht deed, is het besluit van de NOS-pro- grammaleiding om van de be schikbare zendtijd voor Stu dio Sport geen zendtijd af te staan voor politieke verslag geving vanuit Uruguay. Een verslaggeving, die - zo werd gisteren in Genève door de European Broadcasting Union (EBU) besloten, nu he lemaal geen doorgang vindt. Ruif Boerhout (nadat hij de zoveel ste telefonische sollicitant naar Jansma's functie heeft verzocht een briefje te schrij ven): „Men moet eens willen begrijpen dat Studio Sport geen aparte zendgemachtig de is, maar slechts een stukje NOS. Men moet beseffen dat de NOS ook nog andere pro gramma's maakt en dat dat al lemaal uit één ruif moet ko men, die niet bodemloos is." Volgens een redacteur is de sfeer ter redactie aanzienlijk verslechterd, sinds Kees Boerhout, die voordien op an dere NOS-afdelingen zich als manager had opgewerkt, in september van dit jaar offi cieel in functie trad. Ex-re dacteur Fred Racké wenst daar echter de nodige vraag tekens bij te zetten. „Want mij maak je niet wijs dat louter en alleen Boerhout daarvan de oorzaak is. De redactie van Studio Sport is immers nooit een hecht aaneengesmeed ge zelschap geweest. Nog altijd werkt daar geen team maar een groepje individualisten." Narigheid Maar inmiddels is het al wel eni ge tijd zo dat Boerhout conse quent verstek laat gaan op de redactievergaderingen. Van wege de sfeer heet het. Boer hout zegt het echter iets ge nuanceerder. „Ten béhóéve van de sfeer blijf ik daar weg. Natuurlijk", bekent hij, „laat alle narigheid mij niet koud." Die narigheid begon al toen hij nog maar net op z'n stoel zat. Want toen stelden Jansma, Ter Weijden en Reitsma hem al in het vooruitzicht hun con sequenties te zullen trekken uit de onfatsoenlijke proce dure die ter opvolging van Bob Spaak was gevolgd en tot Boerhouts benoeming had geleid. Boerhout zelf zegt die procedu re overigens ook onbehoor lijk te vinden. In de adverten tie werd immers gesteld dat de chef-sport wel degelijk journalistieke capaciteiten diende te hebben en vandaar dat Theo Reitsma, na hevige aandrang van de redactie, uit eindelijk solliciteerde. Race Maar toen Reitsma (van wie wordt beweerd dat hij gedu rende een half jaar geen woord met Boerhout heeft ge wisseld) eenmaal bij de laat ste twee zat, schroefde NOS- programmaieider Enkelaar ineens de zaken terug door te zeggen dat de advertentie ver keerd was opgesteld en het hier in feite ging om een ma nager. Aldus toverde hij, om met Kees Jansma te spreken, ineens Kees Boerhout uit de hoge hoed en was de vacature Spaak vervuld. Boerhout: „Toen ik werd ge polst, heb ik duidelijk ge vraagd of er iemand van de redactie van Studio Sport in de race was. Dat was op dat moment niet meer het geval, werd mij toen verteld. Anders had ik uiteraard de beker aan mij voorbij laten gaan." Een redacteur zegt echter: „Boerhout dreigde op zijn af deling (programma beleidsza ken) overcompleet te worden, waardoor er in allerijl een plaatsje voor hem moest wor den gecreëerd. Dat werd chef Studio Sport." Zetbaas Boerhout bestrijdt dit: „Ik kon op m'n vorige afdeling zelfs promotie maken, maar ik dreigde in die functie te ver- ambtelijken. Ik moet iets van mezelf in m'n werk kwijt kun nen, m'n inzichten kunnen doen gelden. Dat kon wel bij Studio Sport. En aangezien ik gek ben van sport, heb ik vol overtuiging voor deze functie gekozen. Waarom anders denk je dat ik een stukje sala ris heb ingeleverd." „En ik weet wel", zegt Boer hout, „men beschouwt mij nu als een zetbaas, als een ver lengstuk van Enkelaar maar dat is beslist niet zo. Ik heb al verscheidene keren met hem in de clinch gelegen en mis schien is het wel daarom dat hij mij voor deze functie heeft gevraagd. Want ik ben niet de jaknikker, waarvoor ik versle ten word." „Ze verwijten me wel dat ik mij telkens laat overrulen, maar dat is niet waar. De keren dat ik bakzeil haalde, zijn op de vingers van één hand te tel len. Ik sta voor mijn afdeling, ik sta voor een stuk sportin- vulling en daar geloof ik in." Vierkant Boerhout is overigens niet fata listisch gestemd, waar het de opvolging van Jansma en Ter Weijden („Een groot verlies") aangaat. Optimistisch is hij ook over de sfeer ter redactie „Die moet worden verbeterd. En dat gebeurt ook. Ik heb er mijn ideeën over, maar die geef ik niet prijs." Duidelijkheid wenst Boerhout (46) evenmin te verschaffen over de vraag in hoeverre hij zelf lijdt onder deze nare werksituatie. „Ik had natuur lijk wel het één en ander ver wacht", geeft hij toe. „Maar dat de werksituatie zó ge spannen zou zijn, heeft my nogal verrast. Er zyn inder daad nachten geweest dat ik er niet van heb kunnen sla pen. Dat is niet overdreven. Maar gelukkig heb ik de pro grammaleider vierkant ach ter mij staan en vierkant ach ter het programma." (ADVERTENTIE) Sparen kan op veel manieren. Bij de Rabobank kan dat zelfs een rente opleveren tot 10(47r. Kom er snel over praten. Bij de Rabobank, die is altijd in de buurt.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1980 | | pagina 13