Gifschandaal in schilderachtig Broek in Waterland Gehandicapt, geen kans op werk, toch geen aow pAGINA 25 ZATERDAG 13 DECEMBER 1980 BROEK IN WATER LAND - Bramen zoe ken in de Volgermeer polder. Tot vorig jaar een geliefde bezigheid bij inwoners van Broek in Waterland. „Emmers vol heb ik er wegge haald", herinnert een boer zich. Afgelopen zo mer bleven de bramen plukkers weg. Menig Broeker griezelt alleen al bij de gedachte aan de polder. Kinderen wordt streng verboden het gebied in te trek ken. Sommige inwo ners van het schilder achtige dorpje net bo ven Amsterdam den ken zelfs aan verhuizen. Anderen willen harde actie. De huiver die er heerst, begon een halfjaar geleden. Een op lettende kraanmachinist ont dekte een vat met chemisch afval tijdens werk op de vuil nisbelt in de Volgermeerpol der. Hij waarschuwde zijn baas. Die schakelde de ge meente Amsterdam in. Er volgde een onderzoekje. Het was de aanzet tot het grootste gifschandaal dat ons land tot nu toe heeft gekend. Volgens deskundigen valt de grond- verontreiniging in Lekker- kerk in het niet bij de concen tratie aan giftige stoffen die bij Broek zijn gevonden. „De vuilnisbelt is een chemische tijdbom", EGT Jan Boom, één van de leden van het bur gercomité dat in Broek werd opgericht „Hettijdmechanis- me van de bom bestaat uit het langzaam uitlekken van de giftige stoffen. Een groot ge bied wordt met besmetting bedreigd". Voor de oorlog was de Volger- meer een veenderij waar naar turf werd gebaggerd. Zo ont stond een gebied met diepe vaarten, goed bevaarbaar, wat een uitzondering is in de slo ten van Waterland. De 400 hectare grote polder lag nog net op het grondgebied van de gemeente Amsterdam. In het begin van de jaren zestig begon de NV BAVO uit Haar lem er een vuilnisbelt. Het be drijf was eigenaar van de grond en Amsterdam zag in deze „uithoek" een goede ge legenheid om van zijn huis vuil af te komen: de belt ver oorzaakte overlast. Soms wa ren er brandjes. Het vuil trok ratten aan. Reden voor een ac tiegroep om aan de bel te trek ken. De gemeente Amsterdam voel de weinig voor een hinder wetvergunning, maar het pro vinciaal bestuur vond zo'n re geling wel nodig. Na veel ver wikkelingen werd in '63 een hinderwetvergunning afge geven. Chemisch afval mocht niet op de belt worden ge stort, tenzij eerst een „gifvrij verklaring" werd afgegeven. Ook werd bepaald dat de sluis naar de polder in degelijke staat moest zijn. Amsterdam moest toezien op naleving van de voorwaarden. Overtredingen De Volgermeer bij Broek in Waterland. Ogenschijnlijk een mooie Hollandse polder. Hij ligt midden in een gebied dat op de nominatie staat nationaal landschap te wor den. Sinds een half jaar heeft de landelijke rust plaats ge maakt voor angst. Angst over tienduizenden kilo's chemisch afval die hier zijn gestort. De grootste concen tratie gif die ooit in Neder land werd gevonden. -■ - Het gemeentebestuur van Broek bekijkt een van de vaten met chemische stof die het schilderachtige dorp een bizar aanzien geven. mogelijke manieren overtre den. Een aantal bedrijven heeft de Volgermeerpolder gebruikt om op grote schaal chemisch gif te dumpen. Grootste boosdoener is Phi lips Duphar uit Amsterdam, dat minstens 5000 vaten gechlo reerde koolwaterstoffen naar de polder liet vervoeren. Veel van deze stoffen zijn ui terst giftig. Het grootste ge vaar wordt veroorzaakt door vaten met 2.4,5 T, een ontbla- deringsmiddel dat indertijd gebruikt werd in Vietnam. Deze stof bevat sporen dioxi ne, de giftigste verbinding die ooit door de mens werd ge maakt. Jan Boom - eerst biochemicus, nu boer in Broek - somt de risico's op. „Dioxine kan ver schillende vormen van kan ker veroorzaken, erfelijke af wijkingen, onvruchtbaarheid en vruchtbeschadigingen. Het is een buitengewoon sme rig stofje. Niemand weet hoe veel er precies op de belt is neergegooid." Terwijl in Amsterdam in de ja ren zestig grote anti-Vietnam- demonstraties plaats hadden, produceerde Philips Duphar een paar kilometer verderop het levensgevaarlijke ontbla- deringsmiddel. De chemici van het bedrijf moeten weet hebben gehad van de risico's. In 1963 liep een vat 2,4,5 T leeg in een fabriekshal. Het perso neel vluchtte weg. De classifi ceerders die later het gebouw schoonmaakten, werden bij na allemaal ernstig ziek. Vier van hen zijn inmiddels overle den. De besmette fabriekshal werd gesloopt en in de oceaan gedumpt. Misdadigers „Philips Duphar is in mijn ogen een misdadigerstroep", vindt Jan Boom. „Ze hebben niet alleen het dumpen bij Broek in Waterland op hun kerfstok. Er zijn meer dingen. Ze heb ben vloeibaar afval zo in het Noordzeekanaal laten lopen. Een schandalige zaak". Dio xine was ook de stof die in 1976 een ramp veroorzaakte in het Italiaanse plaatsje Se- veso. Volgens Boom is in slib van de Volgermeerpolder een keer een concentratie dioxine aangetoond die vergelijkbaar is met de hoeveelheid die in de geëvacueerde zone bij dit Italiaanse stadje in de grond werd gevonden. Volgens de leden van het bur gercomité - onderdeel van de Vereniging tot Behoud van Waterland - zijn ook bij Broek al gevolgen merkbaar van het chemisch gif. „Bij mij is een pony doodgegaan", vertelt Ko van Teeffelen die voor zijn plezier „boert" in de Volger- meer. „Na onderzoek bleken er 16 soorten gif in zijn lijf te zitten". Van Teeffelen wijt on vruchtbaarheid van andere ponies ook aan het gif op de belt. Paniek zaaien Niet alle boeren zijn het eens met deze negatieve berichten. „Ik heb helemaal geen nadeli ge gevolgen", zegt veehouder H. Spaans, die koeien op de belt had lopen. „Natuurlijk ben ik bezorgd, maar het ge vaar moet niet worden over dreven. Het burgercomité is fout bezig. Er wordt paniek gezaaid onder de bevolking. Er zijn zelfs al mensen die wil len verhuizen". .rv - v-~.ru zr.< doorgeroeste vaten chemisch afval. Als het deze winter gaat vriezen, kunnen schaatsende kinderen het spul heel dicht naderen. Afgraven Onderzoek heeft inmiddels aan getoond dat paling uit de om geving van de belt lage con centraties gif bevatte. Ook in melk zijn giftige stoffen ge vonden. Als voorzorgsmaat regel is al het vee dat op of bij de belt liep, gemerkt. Boeren mogen hun vee niet langer op de belt laten lopen. De toegang tot de belt is niet meer zo makkelijk als vroeger toen iedereen er zo op kon lo pen. Behalve deze voorzorgs maatregelen is er nog weinig wezenlijks gebeurd aan de gi gantische concentratie gif. Aan slootkanten liggen half .Touwtrekken om een chemi sche tijdbom", lijkt de beste kwalificatie voor wat er nu ge beurt. Amsterdam aanvaardt de verantwoordelijkheid voor de situatie bij Broek, maar vrijwel alle partijen verschil len van mening over wat on dernomen moet worden. Af graven - de meest radicale op lossing - lijkt vrijwel onmoge lijk. In het watergebied zou zo'n operatie een onwaar schijnlijk hoog bedrag ver gen. Amsterdam wil beginnen met het opruimen van 250 vaten die het meeste gevaar opleve ren. Daarna moet stap voor stap bekeken worden hoe de zaak verder kan worden aan gepakt. „Het spul is er stap voor stap ingekomen", meent drs. H. Heida, hoofd van het centraal milieulaboratorium van de gemeente Amsterdam, „zo moet je het er ook weer uithalen". Het burgercomité het et de aanpak. „Zo snel mogelijk af sluiten", vindt Jan Boom. „Je moet voorkomen dat het gif zich verder kan verspreiden. Nu is het al gevonden in slib op vijf kilometer van de belt" Het conflict over de aanpak heeft veel te maken met een verschillende taxatie van de risico's. Volgens Boom hecht het gif zich aan het slib. De schepen met Amsterdams huisvuil die nog steeds naar de Volgermeer varen, woelen volgens hem het slib om waardoor het verder door Wa terland wordt verspreid. Drs. Heida is het oneens met deze opvatting. Hij meent dat het „transport via water van de chemische stoffen" het groot ste probleem is. „Afsluiten is geen oplossing. Je moet dan ook iets doen aan waterzuive ring. Dat is problematisch, ge zien de lage gifconcentraties waar het om gaat" Onbt grijpelijk Heida vindt het onbegrijpelijk dat het burgercomité niet in stemt met het „oplepelen" van de 250 gevaarlijkste va ten. „Je ziet de blokken che micaliën zo in het water lig gen. Die situatie duurt al veel te lang. Je moet daar zo vlug mogelijk iets aan doen". Hei da vindt dat de gevaren op korte termijn worden over dreven. „Alleen op lange ter mijn bestaat er gevaar voor de volksgezondheid, als je niets zou ondernemen" Hij is boos dat het burgercomité de vergelijking heeft gemaakt met het Italiaanse Seveso „De blootstellingsconcentra ties waren daar veel groter. Mensen zijn er rechtstreeks blootgesteld. De situatie in Broek is ernstig. Ik wil haar niet bagatelliseren. Maar met zo'n vergelijking ga je de ver keerde kant op. Het gaat in de richting van paniekzaaien. Niemand is daarbij gebaat" Heida („Ze kunnen me zo een kilo paling uit dat gebied brengen. De concentraties zijn erg laag") heeft respect voor de deskundigheid van Boom. maar is bang dat de af faire te veel wordt opgebla zen. „Je bevolking krijgt ver keerde opvattingen. Ik krijg hier telefoontjes van mensen die vragen of ze nog groenten uit hun tuintje kunnen eten. Natuurlijk kan dat. Je kunt zelfs een haas eten die je in die streek schiet. De tot nu toe ge vonden hoeveelheden zyn zo laag, dat ze geen schade aan richten" Monument Intussen is het water in de Vol germeer net zo ernstig ver vuild als rond de haven van Rotterdam. Het burgercomité en het gemeentebestuur van Broek houden vast aan hun toevalligheid. „Dit is de om vangrijkste bodem- en water verontreiniging die ooit in Nederland is vastgesteld", zegt Jan Boom. „Als je geen goede maatregelen neemt, kan het de grootste milieu ramp worden". Na de afslui ting zou de Volgermeer vol gens hem „een monument van menselijk onvermogen" worden. Amsterdam zit met het pro bleem dat het geen weg weet met zijn huisvuil als de Vol germeer dicht gaat. Heida zegt dat dit geen rol heeft ge speeld bij zijn standpuntbe paling. „Het is een tovallig- heid. Ik ben op grond van we tenschappelijk onderzoek tot mijn standpunt gekomen "Veel mensen met een wao-uit- kering horen eigenlijk in de ww thuis". Een stelling die je de laatste tijd nogal eens hoort verkondigen. "Wao" - u weet het waarschijnlijk - is afkorting van "Wet op de ar beidsongeschiktheidsverze kering"; "WW" wil zeggen "Werkloosheidswet". Maar wat maken degenen die dat zeggen zich dan druk? Of je nu wao of ww krijgt, dat maakt toch geen verschil? Maar dat is het nu juist, dat maakt alle verschil. De Wao loopt - als je al die tijd ar beidsongeschikt blijft - door tot je 65 bent De ww stopt daarentegen al na een half jaar werkloosheid (daarna volgt bij voortdurende werkloosheid nog twee jaar de wwv en dan rest de bij stand). Voor de gemeenschap is de ww dus een veel "goedkopere," wet dan de wao. Mede daarom hoeft de roep om aandacht voor de "verborgen werk loosheid" in de wao in deze tijd van economische terug gang niet te verbazen. Werkloos? Is het nu waar dat veel niet in de wao thuis horen, omdat ze eigenlijk helemaal niet arbeidsongeschikt, maar veel meer werkloos zijn? Vanuit onze eigen praktijk kunnen we dat moeilijk beoordelen. Van de mensen met een wao-uitkering ko men immers juist diegenen bij ons, van wie de uitkering is gestopt of verlaagd en die naar de ww worden verwe zen. Soms hebben we dan de indruk, dat het voor zo ie mand net omgekeerd is; ei genlijk hoort hij in de wao thuis, maar hij moet het doen met een ww-uitkering. We kregen dezelfde indruk bij het lezen van een uitspraak van de Centrale Raad van Be roep over een buitenlandse werknemer (de heer K.), wiens wao-uitkering was verminderd en d ie vervolgens een beroep deed op de ww. Afgeschat De heer K. was enige tijd als sloper werkzaam geweest. Hij werd in 1973 ziek en kreeg na een jaar een volledige wao- uitkering. In 1977 vond de bedrijfsvereniging het tijd de arbeidsongeschiktheid van de heer K. nader onder de loep te nemen. Üe arbeids- deskundige van de Gemeen schappelijke Medische dienst (GMD) hield de heer K. voor, dat hij nog werk zou kunnen doen als bijvoorbeeld inpak- ker, stanser en leerpakker. Dat waren maar voorbeelden. Het was aan de heer K. om zijn best te doen zulk werk te vinden. Dat deed hij niet, om dat hij zich daartoe door zijn gezondheidstoestand niet in staat voelde. Vier maanden later, begin 1978, werd de heer K. zoals dat heet, "afgeschat". Zijn wao-uitke ring werd verlaagd tot 40' Voor de overige 60% werd hij als arbeidsgeschikt be schouwd. De heer K. ging in beroep tegen de afschatting. De rechter gaf hem ongelijk. Negatieve opstelling De heer K. had intussen ook ww aangevraagd. Die kreeg hij evenmin. De bedrijfsvereni ging vond hem namelijk "niet onvrijwillig werkloos". Hij was door eigen toedoen werkloos gebleven, omdat hij had geweigerd naar werk te zoeken. Tegen deze beslissing ging de heer K. ook in beroep De Raad van Beroep was het met de bedrijfsvereniging eens. Toen kwam - het was intussen ruim twee jaar later - de Cen trale Raad van Beroep, de hoogste rechter op dit gebied, aan de beurt. De rechters van de Raad waren het met dc be drijfsvereniging en de Raad van Beroep eens, dat de heer K. zich negatief zou hebben opgesteld. En "zulk een op stelling" - heet het in de woorden van de Raad - kan niet anders worden aange duid dan als "in onvoldoende mate trachten arbeid te ver krijgen". Maar toch kwam dc Centrale Raad tot een heel andere conclusie. De Raad vroeg zich namelijk vervolgens af of de heer K. door zijn negatieve opstelling werkloos was gebleven. Dat verband wordt namelijk wettelijk vereist. Omgekeerd luidde de vraag: was er een kans op werk ge weest, als de heer K. zich vol doende had ingespannen om werk te vinden? De Centrale Raad antwoordt ontkennend. Volgens de Raad zou het niet reeel zijn te veronderstellen, dat de heer K. "ook maar enige kans zou hebben gehad daarin te sla gen" Defecten Wat mankeerde de heer K. dan allemaal, zult u zich zo lang zamerhand afvragen. Wel hij liep slecht door aangeboren voetafwijkingen en een niet herstelde breuk aan zijn voet, waaraan hij ook pijn had overgehouden. Verder miste hij door een ongeluk gedeel ten van drie vingers aan zyn rechterhand. Volgens de Cen trale Raad waren dit duidelijk zichtbare defecten, die hem ernstig in de weg zouden staan bij het vinden van een nieuwe baas; daarbij kwam dan nog dat hij het als gastar beider op de arbeidsmarkt toch al niet gemakkelijk zou hebben. Verminderde gelegenheid Gelukkig voor de heer K. dat hij tenminste nog ww-uitkering kon krijgen. Toch roept de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep vraagtekens bij ons op. Als meneer K nu zo'n geringe kans op werk heeft, hoort hu dan niet voor de volle honderd procent in de wao thuis? Omgekeerd is het ongerijmd, dat iemand in de ww loopt en kan blijven lopen, zonder dat hij naar werk hoeft uit te zien. Daar komt de uitspraak van de Centrale Raad op De i ;ao biedt o.i. ruimte voor oplossing. In deze wet is bepaald dat bij de vaststelling van de mate van arbeidsongeschiktheid reke ning moet worden gehouden met "dc door deze arbeidson geschiktheid veroorzaakte verminderde gelegenheid tot het verkrijgen van arbeid". Of iemand uitkering krijgt en naar welke mate van arbeids ongeschiktheid, wordt dus mede bepaald door zijn kan sen om hem passend werk daadwerkelijk te vinden. Als die kansen door de ziekte of handicap verminderd zijn, moet daarmee rekening wor den gehouden. Bij de heer K. lijkt dat het geval te zijn, te oordelen naar de ar gumenten waarop de Cen trale Raad tot zun uitspraak is gekomen. O i was er dan ook maar één beslissing juist geweest, de heer K. had zijn wao-uitke- ring volledig moeten behou den.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1980 | | pagina 25