Iets vlotter dan stijf, toch netjes maar wel onbetaalbaar Ingrijpen in Polen: dilemma voor het Kremlin Inidtf feolOitf V<2)tfï) ZATERDAG 6 DECEMBER 1980 Het is goed mis met de Nederlandse confectie-industrie. Vier jaar gele den opereerden in deze bedrijfstak 900 ondernemingen, die in totaal 65.000 mensen aan het werk hiel den. Nu zijn dat er nog 350, met een gezamenlijk personeelsbestand van minder dan 25.000. Die 25.000 is een veelbesproken aantal. In de tijd dat Ruud Lubbers nog zijn boterham verdiende als minister van economische za ken, zagen werkgevers en werknemers de donkere wolken al hangen. Met Lubbers werd vastgesteld dat een afbrokkeling van de werkgelegenheid in de Nederlandse con fectie onvermijdelijk zou zijn, maar dat ten minste voor 25.000 man werk moest blijven. Maar Lubbers is zoals gezegd geen minister meer, maar een CDA-fractieleider met een slecht geheugen. Zijn partij en ook de VVD zijn het roerend eens met de opstelling van de huidige minister van economische za- ken:"De overheid is geen sinterklaas die pe pernoten uitdeelt". Het CDA is het weliswaar niet eens met de opstelling van Van Aardenne, die de nood lijdende Groningse confectie elke steun wil onthouden, maar over de afgesproken grens van 25.000 werknemers heeft die par tij het niet meer. Steun voor de "Stijlgroep Groningen"; de vlag waaronder de Groningse Union. Levie en Muller de krachten wilden bundelen en aan een gezonde toekomst wilden bouwen, steun voor dat initiatief komt er in elk geval niet. Ook bij Macintosh in het Limburgse Stein staan straks duizend man op straat en bij Van Gils in Oud-Gastel en Roosendaal worden het er honderdveertig. Een plan van het personeel van Van Gils om zelf door te gaan lijkt voorlopig weinig levensvat baar. Een spoeddebatje waarin de socialist Hessel Rienks de minister over zijn beleid aan de tand wilde voelen, leverde deze week wei nig op. Alleen krachtige levensvatbare be drijven komnen in aanmerking voor over heidssteun, zo redeneerden de regerings partijen CDA en VVD. Het CDA wil nog wel uitzoeken in hoeverre er in dit verband voor Groningen iets in het vat zit, maar wat de zijn bij het bepalen van de kracht en toekomst van een bedrijf, maakten de partijen niet duidelijk. Ook het overheids beleid inzake steunverlening aan bedrijven, blijft in nevelen gehuld. Dat Van Aardenne zich niet gebonden voelde aan de afspraken van zijn voorganger maak te hij overigens al vrij snel na zijn aantreden als minister duidelijk. In het overleg met de werkgevers in de confectie stelde hij zich zeer gereserveerd op ten aanzien van het streefgetal van 25.000 werknemers. Terug kijkend blijkt ook dat tijdens zijn nu drieja rige ministersschap de hardste klappen in de confectie zijn gevallen. En nog steeds geen sprankje hoop op een be leid dat de afbraak stopzet. Geen voorstel len van zijn kant voor vernieuwing en een doelbewust aansturen op het levensvatbaar maken van onderdelen van de bedrijfstak. De Nederlandse Economische Vereniging voor de Confectie-industrie (Nevec) laat het er niet bijzitten. De vereniging organi seerde afgelopen week in Amsterdam een bijeenkomst "de marktvoorziening van kle ding" en daar werd de noodklok stevig ge luid. Secretaris Kusters van de Nevec brak daar een lans voor het afsluiten van een nieuw Multi Vezel Akkoord. In zo'n overeenkomst wordt vastgelegd wel ke en hoeveel textielgoederen vanuit onder meer het Verre Oosten in het Westen geïm porteerd mogen worden. Het huidige, twee de akkoord, loopt volgend jaar af. Met alleen het afsluiten van een nieuwe over eenkomst kan volgens secretaris Kusters van de Nevec niet worden volstaan. "Er is loonkostenmatiging nodig en overheids steun, anders komen we er niet", zo zei hij woensdag in Amsterdam. In een toelichting zegt Kusters desgevraagd zeer ontevreden te zijn over de houding van het ministerie van economische zaken. "Het is ons nog steeds niet duidelijk wat de minister nu pre cies met de confectie wil. Wel, we zijn niet van plan langer af te wachten. Elke dag gaan er banen verloren. Er moet nu wat ge beuren. Volgende week gaan wij samen met de bonden om de tafel zitten om tot een soort actieplan te komen. Dat bieden we de minister dan aan. Daarbij zullen we zeker tot een proriteit moeten komen. We moeten aangeven waar naar ons gevoel een toe komst ligt". "Er zijn in het verleden al onderzoeken ver richt. Bureaus als McKinsey, KSA en Be renschot hebben een behoorlijk kennis op het gebied van confectie en textiel. Ik denk dat zo'n bureau op basis van wat in het verleden al onderzocht is nu binnen een maand met een goed overzicht moet kun nen komen van de knelpunten en de kan sen. Dan kunnen wij conclusies trekken en een plaatje maken en dan moeten we maar eens zin wat de minister en de kamer gaan doen". Kusters toont zich strijdlustig, de industrie bonden ook. Naar aanleiding van de situatie in Groningen en bij Macintosh en Van Gils hebben de bonden nog eens duidelijk ge steld met de houding van de overheid geen genoegen te nemen en zeker bereid te zijn met de werkgevers om de tafel te gaan zit ten. Twee kantekeningen zijn bij alle narigheid op zijn plaats. Hoge loonkosten spelen een rol, maar vormen zeker niet alleen in Nederland een probleem. Ook in andere Westerse lan den worden loonkosten als één van de oor zaken van de teruggang in de confectie aan gegeven. Massale ontslagen, zo leert onder staand verhaal over de problemen bij Van Gils, betekenen nog helemaal niet dat het bedrijf in kwestie ten dode is opgeschreven. Zaterdag, een week gele den, Hilversum 2, 9.30 uur. De VARA is in de ether, Wim Kayser pre senteert ZI. Thema: de stropdas. Bekende Nederlanders krijgen de microfoon onder de neus. De bio loog Dick Hillenius, on zichtbaar, maar vast en zeker met het over hemd wijd openge sperd: "Er zijn mensen aan opgehangen" FNV-leider Wim Kok: "Ik droeg altijd van die kleine dunne. Die maakte mijn vrouw. Toen kreeg ik een brief van een directeur van zo'n fabriek. Die zei: als u daar mee doorgaat, gaat de hele Nederlandse textielindustrie naar de knoppen". De jurist Abspoel: "De bef mag weg. de das moet blijven" en VNO- voorzitter Van Veen: "Ik maak al jaren een studie van de stropdas, interessante be: zigheid". Ook de Amsterdamse mode ontwerper Frank Govers komt met dito stemgeluid aan het woord: "Die Nederlandse mannen, met die afschuwlij- ke Trevira 2000 pakken en die vreselijk opzichtige dassen. Nee, dan de Engelsen, altijd zo prachtig underdressed en de Italianen natuurlijk. Ach, ik zeg altijd maar zo: beter geen smaak, dan slechte, smaak". Het zo op het oog succesvolle offensief van de Brabantse broeders Alwin, Miel en Ja- ques van Gils tegen de alom besproken kleurloze dracht van de Nederlandse man, heeft van de week een gevoe lige klap opgelopen. In het Belgische Essen, in het hoofdkwartier van dit van oorsprong Hollandse fami liebedrijf, is besloten de pro- duktie drastisch in te krim pen. Honderdveertig banen verdwijnen in Roosendaal en Oud-Gastel; honderdzestig Belgische mannen en vrou wen komen zonder werk. Leisureware De verkoop stagneerde, er deed zich in de magazijnen voor- raadvorming voor, bij de hui dige rentestand één van de belangrijkste vijanden van de ondernemer. De druk van de lage-lonen-landen laat zich op de vaderlandse confectie- markt dan ook met de dag sterker voelen. Nederland hult zich onder druk van ma tiging en koopkrachtverlies of, zo men wil, slechte smaak, weer in populaire en laagge- prijste "leisureware" uit Tai t Een ontmantelde fabriekshal; een vertrouwd beeld in de confectieindustrie.Op de inzet: Jacques van Gils( luiksen zijn broer Alw wan, Hong Kong, Japan en het Oostblok, om eens een paar belangrijke concurren ten te noemen. Voorde zon-en feestdag bieden C A en P C het twee- of driedelig alternatief, betaal baar en met veelbelovende etiketten discreet doch zicht baar aan de binnenzijde van het acryl. Wat nu couture of bijzonder heet, hangt volgend jaar toch ook in alleszins ac ceptabele versie in de rekken van het grootwinkelbedrijf. Wie ongedulig is en nu al meer en beter wil, kan in de spe ciaalzaak terecht. Daar ko men de Britten (Burberry's), de Fransen (Hechter) en de Italianen (Pedrini) wel aan de bak en is er ook altijd nog wel wat Van Gils te vinden. Fantastisch Een Vlaamse telefoniste be middelt voor een gesprek ("Welke wilt u hebben, we hebben er hier zoveel") en Alwin van Gils meldt zich aan het apparaat. Een paar maan den geleden mocht zijn broer Jaques in Veronica's Totaal nog vertellen dat het allemaal "fantastisch" ging. Alwin houdt het nu op "een trieste zaak". "We hebben lang geaarzeld", zo zegt hij, "maar het is niet lan ger verantwoord. We moeten terug. Nederland heeft zich zelf uit de markt geprijsd hé. We zijn een enorm areidsin- tensief bedrijf. Met de lonen die we hier moeten betalen is het eenvoudigweg niet meer te doen". "Het is niet nieuw natuurlijk. U hebt vroeger op school ook vast wel geleerd, in Brabant, in de Langstraat, schoenen industrie. Ziet u ze nog...? Nou. dan hoef ik u niets meer te vertellen hè. Bij Van Gils is het overigens niet alleen de herenkleding waar de klad in zit. Het bedrijf voert ook een collectie voor dames, een kopersgroep die de gebroeders een zekere "grilligheid" verwijten. "De ontwikkelingen volgen zich daar vrij snel op. Dat maakt het allemaal nog veel mielijker. Wat wij gaan doen is produktie inkrimpen. Dat bekent geen beperking van het assortiment, maar wel een minder grote oplage. We wil len het contact met de markt niet verliezen, dat geldt ook voor de dames". Grote klap De vestiging in Oud-Gastel, waar vooral kleding voor VTOuwen wordt geprodu ceerd. moet, zo wil het reor ganisatieplan, wel dicht. Bur gemeester Berkhout sprak in dit verband al van een "grote klap". "Procentueel gaat het om een geweldig aandeel van de werkgelegenheid in deze gemeente", zo liet hij weten. In Roosendaal gaan tien tot vijf tien mensen weg, in de moe dervestiging in het Belgische Essen 75 en in Aarschot, eveneens in Belgiè, nog eens 100. Met bonden en onder nemingsraad wordt nog overlegd over de wijze waar op het personeel moet af vloeien. De ondernemings raad wacht op een antwoord op het telegram dat aan mi nister Van Aardenne van economische zaken is ge stuurd en waarin op steun wordt aangedrongen. Het is overigens niet de eerste sanering bij Van Gils> Tien jaar geleden werd in Aarschot het personeelsbestand van 1100 tot 300 ingekrompen. Nu verdwijnen er dus nog eens 100. Alwin van Gils is pessimistisch over de toekomst van zijn be drijf in Nederland, maar gaat er vanuit dat een deel van zijn collectie hier in produktie kan blijven.Hij doelt daarbij op het door hem gefabriceer de "Hermiel"-merk. Dure confectie, vanaf zo'n zeshon derd gulden per kostuum, dat zich volgens de advertenties niet van maatwerk onder scheidt. Het genre iets vlotter dan stijf, maar toch netjes, gemaakt uit hoogwaardige grondstoffen, maar wel onge schikt voor de modale porte- Bekend Het gaat te ver om te suggereren dat Van Gils ten dode is opge schreven. Daarvoor is de ge schiedenis te bekend. Op het ogenblik heeft het bedrijl 2700 werknemers, waarvan niet meer dan 750 in de Be nelux. Al in het begin van de jaren zeventig werd de pro duktie voor een belangrijk deel overgeplaatst naar lan den, waar werknemers een lager loon uitbetaald krijgen. Zo zijn er vestigingen in Griekenland, op Malta, in Ma rokko en ook in de Verenigde Staten. En wat de verkoop be treft, de lijn Van Gils geniet waardering in veel landen rond de Middellandse Zee. De ontwikkelingen in Polen hebben de politieke en mili taire leiders in het Kremlin in een uiterst moeilijke posi tie gebracht. Moeten zij deze ontwikkelingen op hun be loop laten in de hoop dat de Poolse partijleiders in staat zullen zijn om in eigen land orde en rust te herstellen, of moeten zij ingrijpen onder andere met militaire midde len om de positie van de Poolse communistische par tij veilig te stellen? Dat Rusland zich zorgen maakt over de situatie in Po len is begrijpelijk. Die zor gen houden onder meer ver band met de belangrijke po sitie van Polen binnen het Warschaupact. Polen im mers beheerst de verbin dingswegen van Rusland naar de Warschaupact-een- heden die in Oost-Duitsland en Tsjechoslowakije tegen over de NAVO staan opge steld (onder meer 46 divisies, waarvan 25 Russische; een Oosteuropese divisie is een eenheid met een sterkte va riërend van 11.000 tot 14.000 militairen). Bovendien levert Polen na Rusland de grootste militai re bijdrage aan het War schaupact. De Poolse strijd krachten bestaan in vredes tijd uit circa 317.000 militai ren (Oost-Duitsland: 162.000). De Poolse land macht telt 13 divisies (Oost- Duitsland: 8). Die beschik ken over in totaal 3600 tanks (Oost-Duitsland: 2650). De luchtmacht heeft rond 700 gevechtsvliegtuigen (Oost- Duitsland: 347). Het militaire materieel van de Poolse strijdkrachten komt hoofdzakelijk uit Rusland. Deze strategisch belangrijke positie en grote militaire in breng maken een goede ver standhouding tussen Polen en met name Rusland tot een essentiële voorwaarde voor het doelmatig functioneren van het Warschaupact. In welke mate dient een mili taire ingreep in Polen de be langen van het Warschau pact? Rij het zoeken naar een antwoord op deze vraag moeten de leiders in Moskou ervan uitgaan dat (een deel van) de Poolse strijdkrach ten zich daadwerkelijk tegen een dergelijke ingreep (zal) zullen verzetten. Nu is dat verzet voor de Russen niet onoverkomelijk. In West- Rusland bevinden zich 30 le gerdivisies die primair zijn bestemd voor de versterking van de Warschaupact-een- heden in Centraal-Europa, maar die ook tegen de 13 Poolse divisies kunnen wor den ingezet. Uit sommige be richten valt af te leiden dat Rusland bezig is deze 30 di visies op oorlogssterkte te brengen. Aan een militaire operatie te gen Polen zullen zeker ook Oostduitse en Tsjechische militaire eenheden deelne men. Een aanval uit meerde re richtingen dwingt de Poolse militaire leiding tot een verdeling van de be schikbare krachten en ver zwakt het Poolse verdedi gingsfront. Bovendien zal Rusland willen onderstre pen dat het hier gaat om een militaire ingreep van het Warschaupact. Mijns inziens zal het militaire verzet de Polen weinig ba ten. Dat betekent niet dat Rusland als overwinnaar uit de strijd te voorschijn komt. De schade die een dergelijke onderlinge strijd toebrengt aan de samenhang en de ge vechtskracht van het War schaupact lijkt mij niet ge ring. Op de steun van Polen valt in elk geval voor lange tijd niet meer te rekenen. Bovendien moeten extra troepen in Oost-Europa worden gestationeerd om de verbindingslijnen naar het Westen te beveiligen. Een vraag is ook wat de in vloed van een militaire ope ratie tegen Polen zal zijn op de houding van een land als Roemenie en van de minder heden in Rusland. In West- Rusland leven nog altijd 16 miljoen Polen die de gebeur tenissen in hun oude vader land met aandacht volgen. Rusland moet ook rekening houden met een verslechte ring van de relatie met West- Europa en Amerika en met een stagnatie in de onder handelingen over de beheer sing van de wapenwedloop tussen Oost en West. De leiders in Moskou zullen zich van deze nadelige ge volgen voor het functioneren van het Warschaupact onge twijfeld bewust zijn. Zij moeten die echter afwegen tegen de gevolgen van het op hun beloop laten van de ontwikkelingen in Polen. En ook deze gevolgen zijn be dreigend. Vrije vakhonden die de leiding van de com munistische partij niet wil len aanvaarden, zijn een tijdbom onder het commu nistisch systeem zoals dat in Oost-Europa en Rusland ge stalte heeft gekregen en daarmee ook een tijdbom onder het Warschaupact. Die tijdbom moet onschadelijk worden gemaakt. Op dit moment is nog niet be kend wat het resultaat van het afwegingsproces in Mos kou is. Duidelijk is wel dat Rusland op politiek en mili tair-strategisch gebied voor een van de moeilijkste be slissingen staat sinds 1945. Tenslotte begint Oost-Euro pa, bedoeld als een verdedi gingsgordel tegen aanvallen van het Westen uit. steeds meer een blok aan het Russi sche been te worden; een blok dat /o iwaar draft t«- worden, dat Rusland er zich op den duur misschien wel van wil bevrijden Het Wis ten kan Rusland hierbij hel pen door hel voeren van ver standig politiek en militair beleid dat duidelijk maakt dat een verdedigingsgordel in Oost-Europa in deze tijd overbodig is.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1980 | | pagina 23