Lang verwacht,
toch geschreven
maar waardeloos
Bezinning nodig over alcohol en drugs
"Inldtf ©ffikitepg® CDtfeoJir
Een witboek over
zwart en grijs geld
door Arnold Heertje
Het afgelopen woensdag massaal in de Opkamer van
het Haagse perscentrum Nieuwspoort toege
stroomde publiek was er getuige van en onze minis
ter van financiën Fons van der Stee besloot zijn
onvermijdelijke critici daarom een stapje voor te
zijn. "Ik heb nu van prof. Heertje gratis het eerste
exemplaar ontvangen van zijn nieuwste boek "Het
Officieuze Circuit". Als tegenprestatie hou ik hier
een praatje, maar het zal u duidelijk zijn dat ik mij
hiermee zelf in het betreffende circuit begeef'.
Gestommel en gelach. Een ge
tapte opmerking van een aan
de borreltafel al even getapte
minister over een getapt on
derwerp, aan de orde in het
jongste boek van de niet min
der getapte Amsterdamse
hoogleraar Arnold Heertje.
Dat moet dus een leuke mid
dag zijn en daarop volgend
een avond vol plezier met dat
al lang geleden aangekondig
de boek.
Een jaar of zeven geleden begon
het allemaal. Heertje zelf mag
graag aan die tijd herinneren,
want naar zijn eigen zeggen is
hij immers de eerste geweest
die zich in Nederland uitvoe
rig verdiepte in het fenomeen
dat toen "zwart geld" werd
genoemd. Helemaal juist is
datniet. Op het ministerie van
financiën en bij de belasting
dienst was men zeker ver
trouwd met het verschijnsel.
Uit uitlatingen die tegen
woordig in die hoek kunnen
worden opgetekend, kan de
conclusie getrokken worden
dat men er toen bewust het
zwijgen toe heeft gedaan,
omdat men een al te grote
mededeelzaamheid niet in
het belang van de belasting-
moraal achtte.
Nu geldt Heertje als één van de
economen die pionierswerk
hebben verricht en in een vrij
vroeg stadium voor zijn vak
gebied een gehoor heeft ge
zocht dat verder reikte dan
collega's en studenten. Hij is
daar door een stroom van le
zingen overal in den lande en
door zijn columns in kranten
en weekbladen zo op het oog
aardig in geslaagd.
Favoriet
Tot één van ziin favoriete on
derwerpen behoorde dat
"zwarte circuit". Globaal zijn
dat alle handelingen waarbij
wel geld maar geen belas
tingdienst te pas komt. Later
gebruikte hij die term niet
meer, maar sprak van een
"zwart en grijs circuit". Tot
het grijze circuit behoorden
volgens de hoogleraar bij
voorbeeld vriendendiensten
die met een fles wijn worden
beloond en misbruik van so
ciale voorzieningen.
Een niet te verwaarlozen zaak,
waarmee, zo lichtte hij vier
jaar geleden in een interview
toe, tenminste vijftien pro
cent van het nationaal inko
men gemoeid was. Twee jaar
later sprak hij over tenminste
tien procent van het nationaal
inkomen. Vorig jaar noemde
hij in een artikel in het Eco
nomisch Dagblad geen getal
"Het boek zal er nu wel snel
komen", reageerde men in
het kamp van afwachtende
vakgenoten en politici, "zijn
opmerkingen worden steeds
voorzichtiger".
Dat cynisme moet dan vooral
verklaard worden uit de reac
ties die het optreden van
Heertje in het verleden in ei
gen kring heeft opgeroepen.
Hij zou te ver gaan in het po
pulariseren van zijn weten
schap, de nuances uit het oog
verliezen, te gevoelig zijn
voor applaus, kortom: Heer
tje was een ijdeltuit en oppor
tunist, die zijn lidmaatschap
van de PvdA net iets te ge
makkelijk verruild had voor
DS'70 en enkele jaren later,
toen zijn haan in dat clubje
geen koning kon kraaien
weer op het oude nest terug
keerde. Een man die gemak
kelijk dingen roept, maar wat
minder snel een basis aan
draagt voor zijn kanttekenin
gen.
Cum laude
Daartegenover staat een weten
schappelijke staat van dienst
die er niet om liegt. Op zijn
22e studeerde hij cum laude
af aan de universiteit van
Utrecht. Twee jaar later, op
zijn 26e, was er zijn promotie,
eveneens cum laude. En op
zijn 30e werd hij hoogleraar
staatshuishoudkunde aan de
Gemeentelijke Universiteit
van Amsterdam.
met de introductie
van het vak economie in het
voortgezet onderwijs door de
mammoetwet behoefte was
gekomen. Hij schreef "Ele
mentaire economie" voor het
havo, "De Kern van de eco
nomie" voqr het vwo en stel
pen samen. Genoemde boe
ken, overigens veel minder
leesbaar dan andere publica
ties van zijn hand, werden
ook in het buitenland uitge
bracht.
Als klap op de vuurpijl was er
vier jaar geleden "De verwor
ding van de economie". Sa
men met de journalisten Kees
Tamboer en Frans Nypels
werden in dat boek actuele
sociaal-economische
problemen voor "de arbeider
en de kruidenier verklaard".
Ook dat boek werd een groot
Toch wel aanleiding dus om
enigszins reikhalzend uit te
zien naar zijn boek over het
inmiddels bespreekbare
probleem van belastingont
duiking en belastingvermij
ding.
Hij schreef het samen met Har
ry Cohen, een accountant die
hem al eerder bij zijn uitgaven
voor het onderwijs terzijde
heeft gestaan.
Slotbeschouwing
Het probleem: we leven in een
tijd en in een land "waar kin
deren worden geboren van of
ficieel gescheiden, officieus
gehuwde ouders, die officieel
werkloos zijn, in feite Werken
en zich officieel niets en in
werkelijkheid alles kunnen
veroorloven", zo schrijft
Heertje op pagina 194 in zijn
slotbeschouwing.
Die slotbeschouwing volgt op
een reeks hoofdstukken.
waarin het officieuze circuit
in kaart is gebracht aan de
hand van een opsomming van
de (mazen in de belangrijk
ste belastingwetten en sociale
verzekeringen, gesprekken
met mensen uit de wereld van
de bouw, de horeca en de de
tailhandel en een tweetal bij
dragen van Elseviers Magazi
ne-redacteur Pierre Huyskes
over respectievelijk de zwarte
bouw van premie-koopwo
ningen en de actie Schuim
kraag. Vervolgens levert
Heertje dan nog een bijdrage
over de verhouding officieus
circuit en de politiek.
Tot zover lijkt er dus niets aan
de hand. Heertje heeft zijn
huiswerk gemaakt. Hij heeft
opgeschreven wat hij de af
gelopen jaren zo hier en daar
op spreekbeurten en in de
media bij stukje en beetje had
gezegd en geschreven en
heeft vervolgens politieke
conclusies getrokken. Goed
boek dus, geen wonder dat
Spectrum, zijn uitgever er
meteen maar 30.000 van heeft
laten drukken. Een noodza
kelijk boek ook, geschreven
"in de verwachting dat het
een bijdrage zal leveren tot
een minder onwaarachtige
samenleving"
Welnu, dat kunnen we verge
ten. Wat er op het oog zo aan
trekkelijk uit ziet, lonkt naar
het predikaat waardeloos en
overbodig en staat op ge
spannen voet met de genuan
ceerde aanpak die bij het be
schrijven van zo'n probleem
op zijn plaats is. Heertje slaat
in "Het Officeuze circuit" de
plank op vitale plaatsen mis
en brengt zijn lezers in grote
verlegenheid.
Zijn inventarisatie van de ver
schillende verschijnings
De schrijver* van "Het Officieuze Circuit" Arnold Heertje middenen Harry Cohen (links). Rechts op de foto
minister Van der Stee van financiëndie het eerste exemplaar in ontvangst nain.
vormen van belastingfraude
en fraude in de sfeer vanm so
ciale zekerheid is niet alleen
zeer globaal, het belang van
die ontduiking en de omvang
er van worden nergens aan
gegeven. Er is nauwelijks cij
fermateriaal over de omvang
van misbruik van sociale
voorzieningen als de werke-
loosheidswet en de wet op de
arbeidsongeschiktheid. Ge
gevens ontbreken ook over de
omvang van belastingfraude.
Loopje
Tweederde van de Nederlan
ders neemt een loopje met de
inkomstenbelasting, zo luid
de de al evenmin sterk onder
bouwde conclusie van het vo
rig jaar uitgebrachte onder
zoek van Van Bijsterveld. De
ze oud-topman van het minis
terie van financiën, die in op
dracht van de minister rap
porteerde, schreef in dat on
derzoek ook dat de essentie
van het "zwarte circuit" juist
is dat het zich aan de waar
neming van de belasting ont
trekt. Met andere woorden
dat niemand weet hoe de vork
nu eigenlijk in de steel past.
Heertje beseft dat natuurlijk
ook, maar heeft desalniette
min met een zekere regelmaat
gesuggereerd dat hij in zijn
boek duidelijkheid zou
scheppen. Nu is dat boek er
en verschuilt hij zich achter
de recentelijk door Bijster
veld en al veel eerder door ie
dereen met een boerenver
stand gesignaleerde ongrijp
baarheid van de materie.
Het ontbreken van harde cijfers
en zijn poging om dat te ver
doezelen door met indicaties
te komen is hem best te ver
geven. Het zou opmerkelijk
zijn geweest als hij geslaagd
was. waar werkelijk al zijn
collega's eerder faalden. Ook
zijn opmerking dat het eigen
lijk niet om de cijfers gaat,
maar om een serie voorbeel
den die kunnen aantonen dat
misbruik in ieder geval ge
maakt wordt en op grote
schaal mogelijk is, ook die
opmerking valt over het
hoofd te zien. Gelijk heeft ie
wel, maar nieuws is het gege
ven dat die mogelijkheid er is
niet.
Wat de schrijver er echter voor
in de plaatst stelt, dwingt nog
minder bewondering af. In de
gesprekken met onderne
mende belastingbetalers
(-ontduikers, en -ontwijkers)
bewandelt ie wel zeer platge
treden paden. Het wordt de
kleine middenstander onmo
gelijk gemaakt, hij moet wel
dingen zwart doen. anders
kan hij de deur wel sluiten. In
de horeca is er geen lol meer
aan, nu acties als Schuim
kraag van de Fiscale Inlich
tingen en Opsporings Dienst
wellicht worden geprolon
geerd. Er worden types opge
voerd die op een wat merk
waardige manier jaarlijks
twee ton uitgeven aan flesen
Chablis. Open deuren worden
ingetrapt over bedrijven die
arbeidsplaatsen teloor laten
gaan door werknemers via de
wet op de arbeidsonge
schiktheid te laten afvloeien
en bouwvakkers die in vrije
uren zwart op de steiger staan
zijn er om zijn melange te
completeren.
Het zal allemaal ongetwijfeld
waar zijn, maar weten doen
we dat al heel lang, daar heb
ben we dit boek niet voor no
dig. Maar wat we nu juist niet
weten: hoe omvangrijk is het
probleem en hoe luidden
suggesties om er iets aan te
doen, daar zwijgt het boek
over. Enige mededeelzaam
heid is er nog over de vraag
waarom mensen in dat off-
cieuze circuit opereren. Dat
kan zijn uit onvrede over het
feit dat er een belastingplicht
is en men liever zelf bepaald
hoe het inkomen wordt be
steed. Het kan zijn omdat
mensen het spannend vinden
of omdat men de overheid
verspillend vindt.
Werpt dat nieuw licht op het
profiel van de deelnemers aan
Heeijes circuit?
Slordig
Voor een hoogleraar toont hij
zich in het boek wel erg slor
dig en naief. Slordig als hij op
pagina 170 schrijft: "De inter
views die wij hebben gehou
den alsmede de schaarse in
dicaties over de omvang van
het zwarte circuit wettigen de
conclusie dat in de handel, de
bouw en de horeca en in de
medische wetenschap een
gevoelige verschraling van
activiteiten zal optreden".
Dat brengt hem tot een vol
gende conclusie, namelijk dat
maatregelen niet zozeer inge
geven dienen te zijn door ju
ridische. ethische en humane
overwegingen maar door ef
fectiviteit. Wie op basis van
een paar interviews een wel
zeer schaarse cijfers tot zo'n
conclusie komt, verdient
geen prijs voor geloofwaar
digheid.
Naïef: als hij drie pagina's eer
der beweert "het doorbreken
van het systeem van prijs
compensatie was waar
schijnlijk zonder al te veel
protesten mogelijk geweest,
als men enerzijds had laten
zien dat daardoor de inflatie
wordt beperkt en de reeéle
inkomens op den duur kun
nen stijgen en anderzijds stil
zwijgend was verwezen naar
de verborgen koopkracht".
Enige verbijstering is op zijn
plaats. Niet alleen omdat je je
kunt af\Tagen of Heertje de
laatste tijd nog wel eens een
krant heeft opgeslagen, maar
ook omdat hij aanneemt en
niet bewijst) dat verborgen
koopkracht voor iedere Ne
derlander aan de orde is.
Aan het slot van het bock is een
gesprek afgedrukt met de
Belgische staatssecretaris
Willockx over fraude. Het is
het aardigste deel van zijn
boek geworden, maar de lezer
vraagt zich ongetwijfeld af,
waarom in een boek over het
officieuze circuit in Neder
land, een Belgische en niet
een Nederlandse bewinds
man wordt geïnterviewd.
Een opmerking van Heertje
mag hier tenslotte niet ach
terwege blijven. Bij de prese-
natie van het boek had hij de
lachers op zijn hand toen hy
constateerde dat democratie
en nivellering nergens zo
goed uit de verf lijken te ko
men als in het offcieuze cir
cuit. Het circuit is tenslotte
voor iedereen toegankelijk,
zo concludeerde hij.
Dat ook bij die opmerking
vraagtekens op zijn plaats
zijn. dat maakt zijn boek dui
delijk. Die bouwvakker im
mers, die in zijn vrije uurtjes
zwart bijwerkt, is volgens een
geïnterviewde ondernemer
op zijn 45e door al dat werken
kapot en kan niets meer ver
zetten. Voor andere in het
boek opgevoerde ontduikers
is dat het moment waarop
men serieus gaat overwegen
het werk het werk te laten en
zich genoeglijk in dat zwarte
tweede huis in Liechtenstein
terug te trekken. Het is maar
wat je onder nivellering en
gelijke kansen verstaat.
SATERDAG 22 NOVEMBER 1980
Het is co langzamerhand een algemeen be
kend feil dal hel gebruik van verslavende
middelen alcohol en drugs) in Nederland
een kritiek stadium bereikt heeft.Ook al zijn
er velen die hun ogen voor dit feit sluiten, of
nog erger, al zijn er zelfs zogenaamde wel
zijnswerkers die dit gebruik bijvoorbeeld
van sofl-drugsgoedpraten of stimule-
Terechl heeft een van de bekendste voorlich-
tingsfunetionarissen op dit gebied, drs. W.
de Lange, een dezer dagen op een interna
tionaal congres op hel gevaar van deze ont
wikkeling gewezen en opgemerkt dat het
beleid van de Nederlandse overheid op dit
punt naar niets lijkt.
Minder bekend dan de verontrustende stij
ging van het gebruik van verslavende mid
delen in Nederland (en in andere Wesleuro-
pese landenis de opmars van de alcoholica
en van andere verslavende middelen in de
socialistische landeu van Oost-Europa. Re
geringsfunctionarissen m Polen spraken
onlangs zelf* van een catastrofale ontwik
keling die hel reele voortbestaan van hel
Poolse volk bedreigt.
dei
van andere Oosleuropese landen op I
aar van het alcoholprobleem (en in mi
e male van het drugprobleem) gewezt
Zij hel op i
inde
che i
Voor velen komt deze ontwikkeling als een
verrassing omdat in socialistische kringen
hel alcohol- en verslatnngsvraagstuk lange
tijd alseen typisch burgerlijk verschijnsel is
gezien. Dit zou volgens deze opvatting met
liet kapitalistische produklie- en consump-
liesysteem vanzelf wel verdwijnen.
In dit opzicht is er een duidelijke parallel met
het agressierraagstuk. Ook de agressie
werd - en wordt door radicale maatschap
pij vernieuwers nog steeds - als een bij uit
stek maatschappelijk feit gezien. Agressie
zou eveneens een bijprodukt van hel kapi
talistische systeem zijn en in de socialisti
sche maatschappij geruisloos verdwijnen.
De feiten leren echter dat men zich ook op
dal punt lelijk heeft vergist.
Jeugdcriminaliteit is bijvoorbeeld in de Oosl
europese landen al evenzeer een probleem
als hier.Ook uil andere feilen blijkt dat men
er daar ondanks alle inspanning mei in ge
slaagd is. het egoïsme bij de mens te doen
verdwijnen en de onderlinge haal- en agres-
siegevoelens op bevredigende wijze
Structuur
De conclusie ligt voor de hand. Wie de wereld
wil verbeteren moet zowel de structurele als
de culturele factoren in het oog houden. Bij
structuur denken we aan de onderlinge eco
nomische en andere machtsverhoudingen
bij cultuur aan de wijze van samenlevende
zogenaamde levensstijl van een volk of
groep van volken. De moderne slogan ..Ver
beterde werelden begin bij de structuren" is
daarom even eenzijdig als de vroegere
..Verbeter de wereld en begin bij jezelf
Min of meer gelijktijdig en in onderlinge sa
menhang spelen structurele en culturele fat-
toren een rol. Wel is het zo dat de verhouding
tussen beide groepen van factoren niet al-
tiid dezelfde is. Dat geldt ook voor het alco
hol- en drugprobleem. Zo kan men ten aan
zien ran hel alcoholprobleem bijvoorbeeld
zeggen dal aan het einde van de vorige
eeuw. toen het alcoholgebruik ook een hoog
te record boekte, de invloed van de struclu
rele factoren het grootst was.
Hel waren toen vooral de erbarmelijke sociale
toestanden (lage lonen, slechte hutsvestina
enz.) die velen in de drank troost deden zoe
ken. Vanzelfsprekend bood dit geen oplos
sing voor de echte problemen en terecht za
gen de socialisten van het eerste uur de
strijd voor de (zelf) be vrij ding van dearbei
dersklasse tevens als een strijd tegen de al
cohol.
De legendarische Domela Nieuwenhuis druk
te dit eens als volgt uit: ..Denkende arbei
ders drinken met en drinkende arbeiders
denken niet". Vergeleken met toen lijkt het
erop dat op dit ogenblik de culturele facto
ren de overhand hebben. Bij deze culturele
<oJ psychologische) factoren denk ik in de
eerste plaats aan de identiteits- of bestaans
crisis waarmee vandaug de dag veel men
sen in verschillende delen van de wereld te
maken hebben.
Joor het wegvallen van diverse normen en
waarden en door hel ontbreken van een toe
komstperspectief (geloof, idealenvoor z ich
zelf is de mens steeds meer een vreemde ge
worden, en heeft geen antwoord uwer op de
werkelijke vragen van zijn leven (wie ben
ik, wat is de zin van mijn levenenz.) Zoals
Marsman vele jaren geleden al schreef: Jiij
slaat alleen en mist elk bezield ver
band".
Gelukkig zijn er de laatse tijd hier en daar
geluiden aie wijzen op meer begrip voor de
ernst van de huidige situatie. Zo is er bij
voorbeeld de opmerkelijke uitspraak van de
burgemeester van Rotterdam. Andre van
der Louw. dal men de gebruikers en vooral
de handelaren van hard-drugs veel harder
moet gaan aanpakken. Ook zijn er min of
meer officiële suggesties om nu eindelijk het
rijden onder invloed eens werkelijk te gaan
aanpakken.
Blijkbaar begint men in bestuurskringen in te
zien dat zachte heelmeesters hier stinkende
wonden maken. Op zich zelf een goed ding,
mits men beseft dat ook op dit punt voorko
men beter is dan genezen, en dat een alge
mene bezinning en informatie ten aanzien
van de alcohol- en drugsvraagstuk en van
de daarachter liggende problemen heel
hard nodig is.
DR STEVEN DERKSEN