Theo Joekes: 'Tk
heb geen enkele
illusie over
het mensdom..."
Thrillerdebuut
van kamerlid
Frankrijk
blokkeert hulp
arme landen
LEZERS SCHRIJVEN:
WOENSDAG 19 NOVEMBER 1980
PAGINA 17
De als oer-serieus en lichtelijk hautain bekend staan
de VVD-politicus Theo Joekes heeft tot ieders ver
rassing een zeer leesbare detective-roman geschre
ven over een moordaanslag op het Binnenhof. Het
boek heet „Moord in de Ridderzaal" en het eerste
exemplaar werd gisteren aan kamervoorzitter Dol
man overhandigd. Over zijn liefde voor Engeland,
de ontdekking dat hij kon schrijven, zijn kennis van
Shakespeare, zijn image en tal van andere zaken
wordt gesproken in dit interview.
(Door Peter Huysman)
DEN HAAG - De ferme klap
waarmee de neersuizende
smeedijzeren lichtkroon in de
Ridderzaal vier parlements
leden verplettert is het begin
van Theo Joekes' carrière als
detective-schrijver en - als
het aan hem ligt - nog niet het
wat gewelddadige afscheid
van zijn politieke loopbaan,
ook al staat hij bij de komen
de de verkiezingen op een
33ste en daarmee vrijwel on
verkiesbare plaats.
De 57-jarige financiële specia
list van de WD-Tweede-Ka-
merfractie, voor velen het
prototype van de spirituele en
onkreukbare, maar uiterst
conservatieve en formalisti
sche liberaal die in een debat
zijn opponent met intens ge
noegen onderuit haalt en het
Leidse studentencorps nooit
helemaal lijkt te hebben ver
geten, maakt er geen geheim
van dat hij het er moeilijk mee
heeft, wanneer na mei 1981
een eind zou komen aan zijn
18-jarig Kamerlidmaat
schap,
Maar juist Joekes weet als geen
ander dat in de politiek niets
vast staat: de mogelijkheid
dat hij de komende maanden
toch nog op de „ranglijst" zal
stijgen is niet ondenkbaar.
Een aantal leidende figuren in
zijn partij zou het namelijk
betreuren als Joekes volgend
jaar geen deel meer zou uit
maken van de nieuwe liberale
fractie.
„Of er 25.000 stemgerechtigden
staan te trappelen om mij op
nieuw in het parlement te
krijgen weet ik niet", zegt
Joekes laconiek, doelend op
de mogelijkheid met voor
keurstemmen te worden ge
kozen. Hij ijsbeert door zijn
studeerkamer op de tweede
etage van een statig heren
huis aan de Haagse Konin
ginnegracht. Veel zitvlees
heeft hij niet. Die handicap
speelt hem parten als hij op
gezette tijden de voorzitters
hamer van Kamerpresident
Dick Dolman overneemt.
Dolman, „een uiterst sportieve
man", vindt hij technisch de
beste voorzitter die hij in het
parlement heeft meege
maakt. Dolman, destijds fi
nancieel deskundige van de
PvdA-fractie, reageerde en
thousiast toen Joekes hem
vroeg het eerste exemplaar
van zijn detective-roman
„Moord in de Ridderzaal" de
ze week in ontvangst te ne
men. „Eindelijk een lid dat
wat over dit huis schrijft",
moet Dolman gezegd hebben.
Decor
Nu is het wat overdreven te
stellen dat „Moord in de Rid
derzaal" over „de" politiek
gaat. Het boek is eerder een
spannende thriller, die speelt
tegen het decor van het Haag
se parlementaire gebeuren.
Fractievergaderingen, kabi
netsformaties, politieke par
tijen en parlementaire pers
komen in de eerste roman van
Joekes wel ter sprake, maar
steeds als achtergrond voor
de beschrijving van wat in de
eerste plaats detective-achti-
ge complot-situaties kunnen
worden genoemd.
Wel draven er in het boek een
(overigens vrouwelijke) mi
nister van justitie op die in de
oorlog fout is geweest en een
fractievoorzitter van een con
servatieve partij die met zijn
grijs achterover gekamd haar
en basstem veel van Geert-
sema weg heeft, maar dat zijn
allemaal toevalligheden. De
door Joekes gecreëerde
Tweede-Kamervoorzitter
Van Ammelrooy, die samen
met griffier Elizabeth Brede-
rode en inspecteur Hendrix
een belangrijke rol speelt in
de oplossing van het gecom
pliceerde misdrijf aan het
Binnenhof en tuk is op een
dubbele whisky, lijkt bij
voorbeeld in niets op gehee
lonthouder Dolman.
Joekes is trouwens bezig aan
zijn tweede boek
Lijken
Hoe ontstaat het idee voor een
ruige, vaak humorvolle detec
tive-roman, in ruime mate
voorzien van vergiftigingen,
laserstralen, lijken en valse
personages met rot-streken in
het brein van een man met
aanzien, die zich tot nu toe
alleen bezig hield met de
ernst van de dagelijkse poli-
WD-politicus Theo Joekes nu als c
tiek en enigszins overkomt
als iemand die ontspan
ningslectuur ver beneden zijn
stand acht? Joekes: „Het
schrijven van boeken is niet
helemaal nieuw voor mij.
Vlak na de oorlog heb ik eens
een novelle gepubliceerd,
„Nachtelijke dissonant". Ik
zou buitengewoon blij zijn als
deze niet meer in Nederland
se "boekenkasten voorkomt.
Ik was 19, maar dat mag nooit
een excuus zijn, want Perk
schreef op die leeftijd prach
tige sonnetten."
„Ik heb wel altijd geprobeerd
een uitgever te vinden voor
mijn gedichten, maar zonder
resultaat. Ik kreeg aardige
„nee"-briefjes, waarin heel
beleefd werd gezegd dat mijn
werk niet slecht was maar dat
er geen speciale reden was om
het uit te geven".
Poëzie
Ook Peter Loeb bleek op Joe
kes' verzoek om zijn poëzie te
publiceren negatief te reage
ren. „Ik belde Loeb om hem
te bedanken voor zijn nette
brief. Loeb zei in dat gesprek:
ja, als u nu een aardige sleu
telroman over de Tweede
Kamer zou schrijven, dan zou
ik zeer geïnteresseerd zijn.
Maar daar voelde ik niets
voor. Wel wilde ik proberen
om een detective-verhaal te
schrijven met de politiek en
de Kamer als achtergrond.
Loeb was erg geestdrif
tig".
Nog geen minuut na dat tele
foongesprek dicteerde Theo
Joekes de opzet van het boek
aan zijn secretaresse. „Ik heb
het vervolgens een tijdje laten
broeien. Ik wist dat het
„Moord in de Ridderzaal"
moest gaan heten. Ik vroeg
me af: hoe pleeg je zo'n
moord? Toen ben ik hier en
daar aantekeningen gaan
maken. Tijdens het afgelopen
zomerreces heb ik het in an
derhalve maand geschre
ven".
Agatha Christie en vooral Si-
menon zijn detective-schrij
vers die bij Joekes erg in de
smaak vallen. „Ik heb derge
lijke romans altijd aardige
verstrooiing gevonden. Ik
vond het knappe dat de lezer
voortdurend tot de laatste
bladzijde in spanning werd
gelaten over de oplossing van
de misdaad. Dat heb ik in
mijn boek ook naar gestreefd.
Ik heb getracht een redelijke
clou te verzinnen, maar of ik
er in geslaagd ben, moeten
anderen beoordelen"
Sakespeare
Theo Joekes, getrouwd geweest
en vader van twee dochters,
staat bekend als Shakespea-
re-kenner. Zijn liefde voor
deze auteur hangt samen met
zijn liefde voor Engeland en
de Engelsen. Al op zeer jonge
leeftijd sprak hij de taal en het
werkelijke contact met de na
tie aan gene zijde van de
Noordzee ontstond toen hij
vrij snel na de Bevrijding als
correspondent voor de Ne
derlandstalige programma's
van de BBC werd aangesteld.
Later werd hij correspondent
van de NRC en Vrij Neder
land (kunst). Nog weer later
deed hij journalistiek werk
voor The Financial Times en
The Economist.
„Dertien jaar heb ik in Londen
gewoond. Ik was van het
maatschappelijk leven daar
helemaal doordrenkt. Toen ik
in Nederland terugkwam was
ik de weg kwijt ik wist niet
wie André Kloos en Wim Kok
waren. Het laconieke in de
Engelsen spreekt mij zo aan,
het understatement, het ver
borgen gevoelige, zonder die
eigenschappen overigens te
idealiseren, want we zijn al
lemaal dezelfde rotzakken.
Knullig, dat men daar in een
rij op de bus wacht? Nee, het
is een uiting van praktische,
democratische, verdelende
rechtvaardigheid."
Cultuur
Het was voor Joekes ook een
ontdekking om met de Engel
se beeldende kunst en mu
ziek in contact te komen. „Op
het continent weten wij ei
genlijk zo weinig van wat zich
daaraan cultuur afspeelt. Een
schilder als Graham Suther
land misschien, een compo
nist als Elgar, maar daar
houdt onze kennis ongeveer
mee op. Wist u dat het Rem-
brandt-bezit van de Engelse
koninklijke familie groter is
dan wij aan Rembrandts in
heel Nederland hebben?
Brahms heb ik nog nooit zo
mooi horen spelen als in de
Royal Festival Hall."
Zijn „anglofilie" en zijn daar
mee rechtstreeks verband
houdende hartstocht voor
Shakespeare zijn Joekes in
zijn verdere politieke loop
baan danig van pas gekomen.
„Ik leerde destijds hele Sha
kespeare-passages uit mijn
hoofd. En dat niet alleen: ik
speelde ze ook met mijn zeke
re gevoel voor toneel na, bij
voorkeur in de auto. Je wordt
je op den duur bewust hoe je
teksten moet behandelen,
hoe het zit met politiek en
macht (daar schrijft Shakes
peare namelijk over) en met
de menselijke natuur en het
bestaan. Daardoor ook geloof
ik dat ik in mijn leven nooit
echt voor een verrassing kom
te staan, omdat ik het alle
maal aan de hand van zijn
werken al eens heb meege
maakt. Bovendien heb ik
waarschijnlijk aan mijn Sha-
kespeare-passie te danken
dat ik weinig moeite had met
het schrijven van dialogen,
zoals die veelvuldig in
„Moord in de Ridderzaal"
voorkomen".
Geweld
Op de vraag of de moord en
doodslag die in zijn detective
voorkomen wellicht psycho
logisch verklaarbaar zijn uit
de omstandigheid dat een
politicus in een debat zijn te
genstander wel eens op het
gezicht zou willen slaan, zon
der dat hij daar ooit aan toe
komt, antwoordt Joekes la
chend: „O nee. ik heb in mijn
leven nog nooit de neiging
gehad met iemand op de vuist
te gaan. Nee, bij mij is echt
geen sprake van gesubli
meerde gewelddadigheid. Ik
verafschuw geweld en be
dreiging, opzettelijk kwetsen.
Er wordt, bij voorkeur tijdens
tv-uitzendingen, wel eens met
woorden gehakt gemaakt van
een opponent. Ik ben net zo
goed wel eens onderuit ge
gaan. Maar dat moet kunnen,
zolang niet op de man wordt
gespeeld. Dolman moest er
luidkeels om lachen toen ik
hem met Macbeth pakte."
Na enig aandringen wil Joekes
wel iets kwijt over zijn image
van de wat onbenaderbare,
rechtlijnige, vaak nogal
hooghartig overkomende po
liticus, die het reglement van
orde bij wijze van spreken
voortdurend in de hand heeft
en bij voorbeeld in het con
tact met journalisten weigert
iets mee te delen uit een be
sloten of vertrouwelijke ver
gadering (hij is onder meer
voorzitter van de Vaste
Tweede-Kamer-commissie
van financiën).
Hij zegt, opnieuw nerveus heen
en weer benend door zijn ver
trekken die maar weinig col
lega's van binnen hebben ge
zien: „Het kan mij in toene
mende mate minder schelen
wat de mensen van mij vin
den, hoewel er natuurlijk zijn
(mijn kinderen in de eerste
plaats) van wie ik het héél
belangrijk vind wat ze van mij
denken. Waar staat dat men
sen goed over elkaar moeten
denken? Veel mensen, ook
erg intelligente, willen je
doodgewoon vaak niet be
grijpen. Men wénst mij - en
dat geldt misschien wel voor
WD'ers in het algemeen - te
zien als een bekakte, eigenge
reide, rechtse Leidse student.
Nou, ik doe daar niets aan, ik
doe er ook niets tegen. Ik ben
„rechts" en ik ben ingehuurd
om politiek te bedrijven. En
daarbij is het niet relevant of
je wel of niet aardig wordt ge
vonden."
„Haat. minachting? Ik ben er
niet op uit om mij anders voor
te doen dan ik ben. Ik heb
geen enkele illusie over het
mensdom en dus ook niet
over mijzelf. Mijn vader was
veel linkser dan ik, maar hij
kon met een winkelier of een
taxichauffeur geen tien
woorden wisselen. Mijn erva
ring is dat ik met veel mensen
heel prettig kan opschie
ten."
LEESMOEHEID
Hoe zijn boek ontvangen zal
worden? Hij is er zeer be
nieuwd naar en put enige
hoop uit de positieve reacties
van zijn uitgever, die volgens
hem nog uit het ouderwetse
„stimulerende" hout is ge
sneden. Joekes. die lijdt aan
leesmoeheid maar als hij een
boek ter hand neemt toch de
voorkeur aan poëzie boven
proza geeft, zegt tot slot
„Och, laten we er niet al te
gewichtig over doen. Het
boekje is niet van landsbe
lang".
(Van onze correspondent Jan Gerritsen)
BRUSSEL - Frankrijk blokkeert de uitvoering van het EG-hulp-
programma ten behoeve van ontwikkelingslanden die niet met
de Europese Gemeenschap geassocieerd zijn. Parijs wil eerst een
oplossing voor een al lang slepend meningsverschil tussen de -
Negen over de regeling van deze hulp.
Frankrijk stond dinsdag alleen tegenover de andere acht EG-lan-
den op de bijeenkomst van de ministers van ontwikkelingssa
menwerking. De ministers van buitenlandse zaken moeten nu
het verlossende woord spreken. Parijs wil een dikke vinger in de
pap, de anderen willen de Europese Commissie, het dagelijks
EG-bestuur, grotere zeggenschap geven bij de hulpverlening,
aldus de Nederlandse minister De Koning.
Het hulpprogramma 1980 voorziet in projecthulp ter waarde van
370 miljoen gulden, verdeeld over 36 projecten in zestien landen
en negen internationale regionale organisaties. Ongeveer twee
derde van het totaal gaat naar Azië: India, Thailand, Sri Lanka en
Bangladesh. De rest gaat naar vier landen in Lalijns-Amerika, en
naar Mozambique en Angola.
Duitsland is overigens tegen hulp voor deze twee Afrikaanse sta
ten. Bonn vindt dat deze landen zich maar moeten aansluiten bij
de Lome-overeenkomst die de hulpverlening aan met de EG
geassocieerde staten regelt. Mozambique en in mindere mate
Angola willen echter niet voldoen aan de Duitse eis dat West-
Berlijn erkend moet worden als behorend bij West-Duitsland.
De kans bestaat dat ditzelfde probleem ook gaat spelen bij de
voedselhulp die de EG verstrekt. Tegen deze achtergrond deed
het ironisch aan dat de ministers een resolutie aannemen over
bestrijding van honger in de wereld. De resolutie bevat geen
nieuwe plannen of zienswijzen en is dan ook alleen maar een
gebaar aan het adres van het Europese Parlement dat een grote
hoorzitting aan dit probleem had gewijd.
Minister De Koning vond de Franse houding allesbehalve drama
tisch. „Het institutionele geschil speelt al jaren. Parijs draait de
duimschroeven alleen maar wat aan". Ook het Europese Parle
ment speelt nog een rol: het wil grote zeggenschap voor de Euro
pese Commissie bij de hulpverlening aan de arme landen in Azië
en Latijns-Amerika. De samenspraak tussen ministerraad en
parlement is nog niet voltooidAlleen al hierom konden de minis
ters dinsdag geen formeel besluit nemen over het programma
voor 1980.
Het plaatsen van brieven van lezers betekent niet dat de
redactie de daarin weergegeven mening onderschrijft.
Brieven kunnen van redactiewege worden ingekort.
KLEINE KERK
Ook in dit blad is terecht aandacht
besteed aan "De Kleine Kerk", in
ons land aanbevolen door Ds.
F.H. Veenhuizen. En het is zeer te
wensen, dat eindelijk aan de
stemmen, die al lang klinken, ge
hoor wordt gegeven. Want de
vorm van ons kerkelijk gemeen
televen is niet in overeenstem
ming met de boodschap van het
Evangelie, dat aan de gemeente is
toevertrouwd. Gemeenten, inge
deeld in, of bestaande met een
hele serie "kleine kerken" zullen
de boodschap geloofwaardiger
kunnen doen horen, omdat ze
meer gestalte krijgt in het leven.
Maar...in het ontwikkelde pro
gramma ontbreekt iets heel be
langrijks. Het geeft heel goede
antwoorden op de vraag, alom
gesteld: hoe moeten we vandaag
kerk zijn? Kleinschaligheid, ge
meenschapsbeleving in verant
woordelijkheid, vertrouwen,
verbondenheid, in kleine kringen
samenkomen voor lofprijzing,
bijbelstudie, dienstbetoon, evan
gelisatie, wereldzending, met el
kaar meeleven en voorbede, al
deze zaken horen daar zeker bij.
Maar als de vraag gesteld wordt:
hoé moeten wij vandaag kerk
zijn?, dan hoort daar ook bij: ne
derigheid, ootmoed, tekort er
kennen, goed maken. Want de
geringe waarde, die de mensen
van nu aan de kerk hechten: de
geringe betekenis, die de kerk
heeft ook voor hen, die nog naar
de kerk gaan in vele gevallen,
wordt niet alleen veroorzaakt
door de verkeerde vormen van
ons gemeenteleven.
Het antwoord vindt U in
Matth.5:23-26. De Heer vindt, dat
we het eerst in orde moeten ma
ken met onze broeder, die iets te
gen ons heeft: als we dat niet
doen, komen we in grote moei
lijkheden. Nu die moeilijkheden
beginnen al te komen! Het is dus
de hoogste tijd om dingen in orde
te gaan maken.
Welke broeder heeft dan iets tegen
Broeder Israël heeft dat al eeu
wenlang en de laatste tijd in ver
hevigde mate. Wij zullen daar al
leen dan iets van weg kunnen
nemen als wij onze schuld erken
nen en gaan bidden en werken
(niet langs politieke weg!) om Is
raël te helpen in vrede te leven.
Voor die vrede zal de medewer
king der "Palestijnen" nodig zijn.
Ook daarvoor zal gebed en arbeid
en offer nodig zijn.
De Arabieren van de Islam hebben
ook iets tegen ons: in de moskee
wordt elke vrijdag gebeden om
bewaard te worden voor de wan
daden van de christenen: de
"Kruistochten" zijn nog niet ver
geten. Ook t.a.v. hen zullen gebed
en daden van helpende liefde no
dig zijn.
Daarom hoort bij het antwoord op
de vraag, hoé moeten wij vandaag
kerk zijn, ook: nederigheid, oot
moed, tekort erkennen, goed
maken.
Heel praktisch zou dat ook neer
komen op een wekelijkse koliek-
te voor werken van boete en ver
zoening en op regelmatig aan
dacht voor dit alles in de "kleine
kerken".
Dan komt er wat meer mogelijk
heid dat de Heer onze dienst wil
aanvaarden.
Dr.H. van Vliet
Valeriusplein 296
Alphen aan den Rijn
Glasbak
ik haar toch dringend willen vra
gen iets meer ruimte te laten voor
eiwitten in de voeding van kinde
ren tussen zes en vijftien jaar. Bij
voorbeeld vijfentwintig tot veer
tig gram zeer mager vlees, vis,
kaas of kwark. Juist in deze leef
tijd groeien kinderen veel en zien
we nog al eens anemieën en vita
minegebrekken optreden. Wat
uiteraard niet zo verwonderlijk
is, daar de schooltijden veel ener
gie vragen en het kind in de pu
berteit komt.
Overigens ben ik het met de strek
king van het artikel geheel eens,
in het bijzonder met wat zij zegt
over de rol van de ouders.
A. van Es - De Haen,
Rijn- en Schiekade 8,
Leiden.
De armoede
van ons kerkzijn, de leegte, het
gebrek aan tegenwoordigheid
Gods, het gebrek aan liefde, wijs
heid en kracht, de hulpeloosheid
ten aanzien van veel nood, ze
worden ook veroorzaakt doordat
de Heer der kerk van onze dienst
niet gediend is. Waarom niet?.
De armen van vroeger en hun na
komelingen hebben iets tegen
ons; de christenheid heeft hen
bepaald niet met liefde, wijsheid
en kracht ter zijde gestaan! Mis
schien zou daar wat aan gedaan
kunnen worden als de christen
heid grote bedragen ging bijeen
brengen voor goede huisvesting
en die ter beschikking stelde van
een stichting beheerd door vak
bonden en ongeorganiseerden.
De mensen uit gekoloniseerde ge
bieden hebben iets tegen ons,
met inbegrip van de negervolken
van Zuidelijk Afrika; krachtda
dige hulp voor de opbouw van
hun economie en cultuur zonder
overplanting van onze westerse
ideologieën zou daar iets aan
kunnen doen. En er zou meer te
noemen zijn.
Dagelijks over de Burggravenlaan
in Leiden rijdend erger ik mij aan
een ontsierende gele glasbak,
recht voor de ingang van de Vre-
deskerk. Heeft Leiden een
schoonheidscommissie?
Zo te zien niet.
Een glasbak is op zichzelf een zeer
nuttige zaak, maar is pas dan op
zijn plaats daar waar veel mensen
langskomen, winkelcentra e.d.
Een kerk wordt over 't algemeen
alleen 's zondags gebruikt. Ik kan
mij niet voorstellen dat de kerk
gangers met een tas lege
azijnflessen naar de kerk gaan.
Belachelijk om zo'n glasbak zo
recht voor de ingang van de Vre-
deskerk te zetten. Misschien kan
er nog wel een openbaar toilet
naast.
JAN ERADUS
Trompstraat 38
Leiden
Inspraak
Ons brood
Met alle respekt voor de voortreffe
lijke menu-suggesties over 'ons
dagelijks brood' van dokter
Krans (Vetzucht en alcohol, deze
krant van 15 november 1980) zou
Wij leven in de tijd van inspraak en
hoorzittingen. Dat kan een nutti
ge zaak zijn.
Immers er is vaak beslist door men
sen over mensen, zonder dat zij
tegenspel konden geven, Terwijl
het vaak voor kwam dat degene
die besliste niet op de hoogte was
van de omstandigheden, waar
over werd beslist.
Dus kan je inspraak als een goede
zaak zien.
Maar nu gaat er in vele gevallen
wat anders gebeuren. Een ander
uiterste. Namelijk het gevaar van
vertraging en/of onbestuurbaar-
heid.
Want als inspraak tot zijn recht wil
komen dan moeten er wel enkele
regels in acht worden genomen.
Want inspraak zonder inzicht
geeft uitspraak zonder uitzicht,
zoals ik eens van iemand hoorde.
Om eens enkele regels te noemen:
1. Inspraak vraagt een zekere des
kundigheid.
2. Enige achtergrondinformatie
moet bekend zijn.
3. Niet enkel voor jezelf opkomen
(iets wat in deze tijd nogal „in" is).
ook rekening met de ander hou
den.
4. Is men bereid zelf verantwoor
delijkheid te dragen? (niet een
ander voor de brokken op te laten
draaien). Zelf bijv. kosten te dra-
5. Is er geen inspraak? Vandaag de
dag kan men bijv. via politieke
partijen ook (zijn) of (haar) stem
laten horen.
Ik ben zelf geen deskundige, maar
wat ik hier noem dat is het minste
om inspraak tot zijn recht te laten
komen.
J. Wassenaar
St. Antoniushof 5,
Noordwijkerhout.
Energie (2)
Vol verbazing las ik het artikel
"Miljoenenwinst op energie" in
de krant van 13 november. Hoe
wel ik niet gauw in de pen klim,
vind ik dit wel zo grof, dat ik wel
moet reageren.
Ondanks alle felle kritiek op de
voorschotnota's is Rijnland toch
"gewoon" doorgegaan met stu
ren van de (veel) te hoge rekenin
gen en is het zelfs "beleid" om
rentewinst te maken. Zo hebben
we met z'n allen 14,6 miljoen te
veel betaald. En wat gebeurt er.
niet het teveel betaalde gaat te
rug....Rijnland gaat potverteren!
Er wordt met miljoenen ge
strooid en als het dan nog niet op
is, gaat de rest maar naar de al
gemene reserve of krijgt een bij
zondere bestemming.
En de verbruiker maar betalen. Hoe
kan dat allemaal? Zou het feit dat
de voorzitter van het dagelijks
bestuur van Rijnlanmd toevallig
ook wethouder is ermee te maken
'hebben?
Het moest niet mogen.
Zou d aar helemaal niets aan te doen
zün?
AD LELIEVELD
Lintgras 6
Leiden