Talrijke factoren spelen auto-industrie in de kaart Vérgaande automatisering Sociaal klimaat Goedkope yen „Nooit meer poetsen :ATERDAG 15 NOVEMBER 1980 PAGINA 31 De grote drie in de Amerikaanse autowereld - General Motors, Ford en Chrysler - hebben in het afgelopen kwartaal tezamen een verlies van ver over de anderhalf miljard dollar geleden. Terwijl de Japanners groeiden! In Europa stijgt vele autofabrieken het water naar de lippen. Fiat, de Italiaanse voorvechter van de kleine karretjes, is daarvan een sprekend voorbeeld. En de Ja panners groeien! In ons land zijn de verkopen van merken als British Leyland en Talbot tot bijna de helft terugge lopen. Alle andere Europese merken hebben danige opdoffers gekregen. De Japanners groeien' Het wereldwijde Japanse auto-of fensief begon zo'n vijftien jaar geleden. Eerst was het duidelijk op Amerika gericht. Grote, ruime automobielen die moesten con curreren met de "slagschepen" waarin de Amerikanen gewoon waren te rijden. De laatste jaren hebben de Japan ners hun aandacht meer op de Europese markt gericht. Hun wagens worden meer en meer aangepast aan de smaak die in onze contreien is ontwikkeld. Ze doen het met succes. De cijfers wijzen het uit. De Japanse auto-, export lag in de maand septem ber dertig procent hoger dan die in dezelfde maand vorig jaar. Naar de EG werd 32 procent meer verscheept. Naar West-Duitsland maar liefst zestig procent meer... Het groeiende marktaandeel van de Japanners in de Europese landen wijst in dezelfde richting. In ons land al meer dan vijfentwintig procent. Maar liefst vier Japan ners bij de tien best verkopende merken: Toyota, Datsun, Honda en Mitsubishi (de laatste had in augustus al net zoveel auto's ver kocht als in het hele vorige jaar). Succesverhalen als over de legen darische Henry Ford de eerste en de snelle ontwikkeling van Volkswagen na de oorlog vallen eigenlijk in het niet bij de wijze waarop de Japanse auto's in snel treinvaart de wereld veroveren. Het publiek weet dat het Japanse produkt van nu niets van doen heeft met de minderwaardige kwaliteit die vroeger uit het Verre Oosten pleegde te komen. Het heeft door dat het voor gelijke of lagere prijs nagenoeg hetzelfde comfort en identieke luxe kan kopen. En het weet dat de Japan se auto's redelijke zuinig en na genoeg probleemloos rijden. Technisch mogen de Japanse pro- dukten nog niet altijd het niveau van hun Europese concurrentie hebben gehaald, de automakers uit het land van de rijzende zon "leren" snel. Bovendien zijn die verschillen vaak zodanig dat de koper dik'bereid is ze voor lief te nemen gezien het prijsverschil. Gele gevaar De concurrenten kennen het "gele gevaar". De huidige Henry Ford riep uit "Ze vreten ons op met huid en haar" VW-baas Schmücker waarschuw de al geruime tijd geleden: "We moeten ons warm aankleden als de Japanners komen". De Duitse Ford-topman Lutz wist het ook: "Het gaat om overle ven". Zo kunnen we nog meer voorbeel den aanhalen van toplieden in de Europese auto-industrie die de bewering van Toyota's vice-pre sident Yamamoto "We zijn voor niemand een gevaar" hardop hebben bestreden. Trouwens, nagenoeg niemand in de autobranche gelooft dat nog. Dit jaar komen meer dan een miljoen nieuwe Japanse auto's op de Eu ropese wegen terwijl er nauwe lijks Europese wagens in Japan worden verkocht. Wat natuurlijk niet zo gek is als daar een Toyota Corolla voor zo'n zes mille te koop is terwijl een Golfje van Volkswagen bijna negentien mille moet kosten. Al is dat dan ook de compleetste versie van de Golf! Dan kan de Japanse Automobile Manufacturers Association in een lijvig rapport best conclude ren dat de import van "vreemde" auto's in Japan nagenoeg niets in de weg wordt gelegd, het prijs verschil blijft en dat moet toch ergens vandaan komen. Pijlers Op welke pijlers rust het weergalo ze succes van de Japanse auto industrie? Natuurlijk niet alleen op het feit dat de Amerikaanse fabrieken te lang grote bullebakken zijn blijven bouwen. Of dat de Europese ar beiders eenvoudig te duur zou zijn geworden. Met zulke kreten verklaart men zo'n revolutionaire gang van za ken niet. De oorzaken zitten dieper. Zoals bij de bijna perfecte automatisering in Japan. En na tuurlijk ook bij de onnatuurlijke lage koers van de yen die op dit moment wel aan enige druk on derhevig is maar volgens velen toch nog altijd kunstmatig laag wordt gehouden. Robots maken Japanse auto's. In deze produktiehal van Nissan (Datsun) is geen mens te zien. En tenslotte bij de enorme werklust en discipline van de Japanse ar beiders, die (nog) bereid zijn voor een beduidend lager inkomen veel meer prestatie te leveren. Drie jaar geleden wees een on derzoek uit dat een arbeider in een Toyota-fabriek gemiddeld per jaar 51,3 auto's produceerde tegen zijn collega bij Volkswagen 12,3 auto's. Bij General Motors kwam zijn collega zelfs niet ver der dan 9,6 wagens. Die grote verschillen worden voor een groot deel ook veroorzaakt door de verregaande automatise ring in Japan. Dat drukt de kos ten en verhoogt de produktie. Bijvoorbeeld bij Honda. Daar staat een lasautomaat die het werk van dertig(!) lassers heeft overgeno men. Die machine last in achttien seconden niet minder dan 130 laspunten van een autocarrosse- En bij Nissan - de maker van de Datsuns - zijn nu al 458 robots in bedrijf. In vele produktiehallen is geen mens meer te zien. British Leyland is bij het inrichten van een nieuwe fabriek voor de bouw van Mini-Metro's te rade gegaan bij de Japanners. Ook in Engeland staan talrijke robots. Maar of daarmee de achterstand kan worden ingehaald is voorals nog te betwijfelen. In Japan is namelijk alles gericht op doelmatigheid. In "Toyota Ci ty" - waar uiteraard Toyota is ge vestigd - loopt elke minuut een Corolla van de band maar on danks dat hoge tempo wordt de kwaliteit heel streng bewaakt. "De Japanse consument is erg kri tisch", zegt perschef Kawajf. "Voor dat een werknemer een vaste positie in de fabriek krijgt doorloopt hij het hele produktie- systeem. Hij leert mankementen aan onderdelen en afwerking herkennen en kan de lopende band stopzetten wanneer iets niet in orde lijkt te zijn". Geen ontslag De drastische automatisering heeft vooralsnog geen invloed gehad op de werkgelegenheid. Honda's voorlichter Ashizawa: "Mensen ontslaan doen we niet. Wie voor Honda komt werken blijft tot aan zijn pensioen. We hebben vijf fa brieken in Japan en door om scholing of overplaatsing komen we er altijd uit". Als voorbeeld noemt hij de lassers die door de nieuwe lasautomaat overbodig werden. "We hebben enkelen van hen kunnen inzetten bij de produktie van motoren. Door de gróte vraag naar motoren in de Verenigde Staten hebben we de produktie verhoogd en hadden we een extra ploeg no dig". Een "levenslang" arbeidscontract, Honda is niet het enige bedrijf dat de werknemers zo bindt. Het is een traditie in het Japanse be drijfsleven. Geworteld in een eeuwenoude cultuur. Eenmaal lid van de "familie" altijd lid. Dat geldt zelfs voor hen die fouten maken. Ze belijden schuld in het openbaar, worden in functie te ruggezet en gaan opnieuw begin nen. Verzorgd van de wieg tot het graf. Goed voor goede tijden. Maar minder gelukkig in slechte tij den. Want wie door bedrijfsslui ting of iets dergelijks de "fami lieband" moet missen krijgt het wel moeilijk. Opneming in een andere "familie" (lees bedrijf) kan hij wel vergeten en de sociale voorzieningen zijn niet zo briljant in Japan. Misschien te goed om te sterven maar nauwelijks vol doende om te leven. Lonen In zo'n sociaal klimaat kan men zich voorstellen dat iedereen er wel voor waakt zijn baan of baan tje te verliezen. Het verklaart waarom arbeiders soms eerder van vakantie terugkomen en weer aan het werk gaan. Het geeft een reden waarom er zo weinig onrust is. Is het arbeidscontract van Honda derhalve niet uniek, de loonpoli tiek van dit bedrijf is het wel. Er wordt gestreefd naar gelijkheid. Welke kleur het boord ook heeft, iedereen krijgt evenveel. Behalve de staffunctionarissen natuur lijk. Honda betaalt werknemers onge veer 2600 gulden per maand, af hankelijk van het aantal dienstja ren. Nissan en Toyota noemen hogere bedragen. Het is echter ui terst moeilijk zulke inkomens te meten naar Nederlandse maat staven. Bovendien is er een pre mie op prestatie. Vakbonden Hoe dan ook, zo te horen hebben de vakbonden in Japan weinig klachten. Stakingen zijn zeld zaam. Volgens Nissans woord voerder Eguphi heeft dat te ma ken met de unieke verhouding vakbond-werkgever. "Er is voortdurend overleg. Over alles. Automatisering, produk- tieschema's en dergelijke. Maar ook als iemand voor de zaak naar het buitenland moet wordt dat besproken". Dat overleg gaat in Japan gemak kelijker omdat bijna elk bedrijf een eigen onafhankelijke vak bond kent. Er zijn niet minder dan 34.163 vakbonden en in vele gevallen zijn die ook in bedrijfs ruimten gevestigd. Daarboven staan vier landelijke or ganisaties die voor de bedrijfs- bonden onderhandelen over lo nen en sociale voorzieningen. Elk jaar worden massale betogingen gehouden waarmee de bedrijfs- bonden gezamenlijke demon streren voor betere voorwaarden. Alle waarnemers zijn het er over eens dat de structuur van de Ja panse bedrijfsbonden in het voordeel is van de werkgevers. "Wat goed is voor het bedrijf is ook goed voor mij", zo zegt de werknemer. Nissans woordvoer der Eguchi onderstreept dit: "Werknemers eisen zelden hoger loon als de produktiviteit niet is gestegen. En dat is vaak het probleem met buitenlandse auto- fabrieken. Daar gaan de lonen omhoog zonder gestegen pro duktie". Kijkje Dat begreep de Duitse Ford-baas Lutz ook toen hij dezer dagen na een kijkje in Japan uitriep: "Ei genlijk zouden we met de lonen wat moeten gaan doen. Maar ik moet me niet voorstellen hoe de vakbonden dan zullen steige ren". Hij was overigens niet de enige au tofabrikant die in Japan pro beerde achter de schermen te kijken. Hoe moeilijk het ook is om een- vergelijking te trekken. Daarvoor zijn de omstandighe den en is het sociale klimaat te sterk verschillend. Desondanks hebben de Europese autofabrie ken mensen over zee gestuurd om de Japanse werkwijze te be studeren. Produktietechnieken en kwali teitscontrole zijn inderdaad or ganisatorische elementen die gemakkelijk kunnen worden overgenomen. We denken bij voorbeeld aan de nieuwe fabriek van British Leyland. Maar de enorme inzet en toewijding van de Japanse arbeidskrachten, die stoelen op eeuwenoude cul tuur en traditie, zijn andere za ken. Nissans werknemers - om een voorbeeld te noemen - deden vorig jaar maar liefst 45.000 sug gesties in de ideeënbus. Hun maatschappelijke structuur dwingt hen met hart en ziel ach ter hun bedrijf te staan. Mede daardoor is de produktiviteit in de Japanse auto-industrie de hoogste ter wereld. En het ziet er niet naar uit dat daar voorlopig verandering in zal komen. Onder dezelfde kop schreef ik dik een jaar geleden een artikeltje over twee Haag se heren die voor een flink bedrag bereid bleken een auto met een Canadese vinding te lijf te gaan. De wagen werd dan grondig gereinigd, glad gepolijst en met een siliconencreme van een hard pantser voorzien. De Hagenaars vertelden mij toen dat zij van plan wa ren in Nederland een uit gebreid dealernet op te zet ten. Ik weet niet of hun dat is gelukt. Ik heb er niets meer van gehoord. Maar aan de Garenmarkt 23 in Leiden zijn de he ren Van der Velden en Galama inmiddels wel een bedrijfje begonnen dat onder een andere naam eigenlijk hetzelfde doet. Alleen een fiks stuk goedkoper. "Tidy Car tovert een blij vende glimlach op uw au to", zegt het tweetal in hun folder. Het werkt ook met een Canadees preparaat. Bij hen heet het "Preserv- A-Shine" Ook het Leidse tweetal ga randeert schriftelijk dat hun middel - aangebracht met Tidy Car boen- en po- lijstmachine - versmelt met de (grondig gereinig de) laklaag en een ondoor dringbare toplaag op de auto vormt. De wagen is daardoor beter beschermd tegen vuil, pe kel en dergelijke. "Wij kunnen niet zeggen dat hij nooit meer zal roesten, dat niet, maar de lak wordt zo afgesloten dat de roest heel wat moeilijker kan ont staan", aldus Van der Vel den Hij en zijn compagnon zijn in het voorjaar alleen in de avonduren begonnen. Ze verkopen niets, ze behan delen slechts auto's. Als dealer van een landelijk bedrijf dat ook stations heeft in RotterdamDeven ter en Venlo. "Auto Vega"- zoals het Leid se bedrijf heet - kreeg in de loop van de maanden zo veel werk dat alleen de avonduren niet voldoende bleken. Kennelijk zijn er heel wat mensen die een hekel hebben aan auto- poetsen en daar voor om en nabij de tweehonderd gul den hangt af van de groot te van de auto) graag a,f willen. In elk geval wordt er sinds 1 oktober hele da gen in het pakhuis aan de Garenmarkt gewerkt. Het duo Van der Velden - Galama knapt met alleen oude auto's op. het behan delt ook nieuwe wagens: "Dat geeft extra bescher ming Ook het interieur kan wor den bespoten, met Uphol- stery-Gard 2". De bekle ding krijgt volgens het Leidse tweetal daardoor een beschermingsfilm die met te zien of te voelen is maar wel vlekken en vuil worden voorkomt. Dal kost overigens wel zo'n honderd gulden extra. Het gaat nog steeds niet best met Talbot. De verkopen blijven teruglo pen. Kortgeleden was er nog het bericht dat een Haagse dealer het hoofd in de schoot had moeten leggen. Er ston den bijna zeventig man op straat. In deze voor de autobranche meer dan lastige tijden wreekt zich bij dit Franse merk meer dan elders de nala tigheid van het recente verle den. Want toen Talbot vorig jaar juli Talbot werd was de "erfenis" niet zo bijster ge lukkig. De bazen van Chrysler-Simca - zoals het bedrijf daarvoor heette - hadden namelijk ver geten tijdig te zorgen voor een nieuw klein karretje in de collectie. Een wagentje dat nu een grote steun had kunnen zijn bij het oproeien tegen de Japanse stroom en de andere vinnige concurrentie. Want aan kleine modellen heeft Talbot gebrek, aan grotere niet. Integendeel. Nog kort geleden werd de Talbot Tago- ra als grootste Franse limou sine geïntroduceerd. En op dezelfde Parijse autosalon (begin vorige maand) stond ook nog de Talbot Matra Mu- rena: een versterkte versie van de Matra Bagheera, het grappige sportwagentje met drie zitplaatsen naast elkaar. Eerder al had Talbot als eerste gebaar na de breuk met Chrysler de Solara op de weg gebracht. De eerste wagen met het naambordje Talbot maar met nog vele verwijzin gen naar het Simca-verleden. Trouwens, in feite was en is de ze Solara de destijds als "auto van het jaar" bekroonde 1307-1308 serie van Simca (die nu nog altijd als Talbot 1510 wordt verkocht). Alleen is bij de Solara de modieuze "achterdeur" vervangen door een klassieke kofferbak. En wat voor één, een knots van een bak. Maar of al die grotere modellen in staat zullen zijn de neer gang van Talbot af te remmen valt te betwijfelen. Er wordt met smart gewacht op het kleine karretje waarvan de Franse bazen overigens heb ben gezegd dat het er "eerder dan verwacht" zal zijn. Inmiddels staat daar de Solara. Bestemd voor de klanten die geen "vijfde deur" willen maar de voorkeur geven aan een gewone sedan met kof ferbak. De prijslijst van de Solara begint bij zeventien mille. Dat is voor een versie met een 1442 cc motor die 70 DIN-pk kan leveren. Ik had ditmaal de meest luxueuze van de serie ter be schikking: de SX die is uitge rust met een 1592 cc van 88 DIN-pk. Een uiterst comple te wagen. Tot en met een trip- computer die elektronisch allerlei gegevens over de ru- ten op elk gewenst tiidgtio verschaft en een z.g. "speed- control" die het mogelijk maakt door een drukje op de knop de wagen een gewenste snelheid te laten behouden zonder de voet op het gaspe daal te hoeven laten rusten. Deze Solara is niet alleen com pleet, in mijn ogen ook fraai en fijn. Ik herhaal wat ik al eerder schreef: "Wie een middenklasser gaat kopen moet niet vergeten even bij Talbot aan te lopen". Ze heb ben daar voldoende keuze uit handzame en comfortabele auto's. En daarbij hoort ook deze Solara SX. Ik heb er maar drie bezwaren tegen: De motor draait soepel ge noeg maar kan beslist niet ge ruisloos worden genoemd. Ook niet met de ideale scha keling van de automaat die in onze SX zat. De verwarming werkt uiterst traag. Het duurt heel wat ki lometertjes voor deze effec tief wordt. Wat vooral in een periode van echte koude (zo als kortgeleden) nogal onge makkelijk is. De prijs is aan de hoge kant. 1 Om precies te zijn f 22.990. Daarvoor krijgt men wel ve lours bekleding, stuurbe krachtiging, centrale portier- vergrendeling, voorwielaan- drijving, onafhankelijke wielophanging, speedcon- trol, tripcomputer en derge lijk (completer kan het in die klasse nauwelijks), maar het is en blijft veel geld mede door het hoge tarief van de bijzondere verbruiksbelas ting Het benzineverbruik van deze SX is goed te noemen. Door de tripcomputer kan men dat van minuut tot minuut bij houden. Dan kan men zien hoe duur rijden in de stad is en hoe veel het scheelt als men ook op de snelweg w.it bedachtzamer met het gaspe daal omspringt. Alles bij elkaar kwam ik in de buurt van de één op tien. Voor zo'n auto best aanvaardbaar. Zeker omdat er een automaat op zat En dat gemak kost nu eenmaal wat meer brandstof.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1980 | | pagina 31