Verslaafde
zoon komt
metoeweld
en slaat
alles kort
Contact
groep
voor
hulp
ouders
ZATERDAG 15 NOVEMBER 1
door
Jan Westerlaken
LEIDEN - Een licht tikje
op de lange, smalle, ruit
direct naast de voor
deur, iS de eerste reactie
op het geklingel van de
bel. De deur zelf zit op
het nachtslot, de hele
dag, zo blijkt later. Pas
als een 'goede' bekende
zijn gezicht laat zien,
wordt de sleutel twee
keer omgedraaid. Niet
eerder....
De veiligheid wordt 's
nachts nog een beetje
opgevoerd. Op de deur
van de slaapkamer gaat
dan een dubbele ver
grendeling. En of dit
niet genoeg is, wordt er
onder de knop van die
deur nog eens een
krukje geplaatst. Om
ongewenste indringers
buiten te houden. Een
grijze telefoon staat
binnen handbereik
naast het bed. Pal er
naast liggen twee vod
jes papier. Met viltstift
staat op het ene het tele
foonnummer van de
buurman geschreven,
op het andere het
alarmnummer van de
Leidse politie
'Heel de mens', het
televisie-programma
van de KRO, waarin
Han Peekei enkele
weken geleden met
een vrouw sprak die
een verslaafde zoon
heeft, was voor de
Leidse mevrouw
Van der Z. (een ge
fingeerdenaam)
aanleiding
boekje open te doen
over haar ervaringen
met een zoon die
verdovende midde-
len gebruikt. De
Leidse vindt, dat de
ze vrouw er nog ge
nadig' vanaf was ge-
komen als zij haar
problemen er eens
naast projecteert.
"Die mevrouw schil
dert en heeft hob-
by's", vertelt ze. "Ik
kan daar niet toe
komen..
Zo leeft mevrouw Van der Z. nu al meer dan zestien
jaar. Constant in angst. Haar verslaafde zoon laat
haar niet met rust. Of hij komt met geweld in huis en
slaat alles kort en klein, of hij belt zijn moeder mid
denin de nacht, met een smoes, een paar keer uit
bed. Om eens te komen praten over de slechte we
reld en over de goeroes.
Zeker, zij heeft een geheim telefoonnummer. Maar
steeds weer ziet haar zoon kans om achter de cijfers
te komen. Het vertrouwen in de politie heeft me
vrouw Van der Z. in al die jaren verloren. "Want als
je daar komt", zegt ze, "kijken ze je aan, zeggen dat
je kalm moet blijven en eten vervolgens rustig hun
sinaasappeltje verder op Nee, ze ondernemen
niks."
Het leven van mevrouw Van der
Z. is in haar jonge jaren zeker
niet over rozen gegaan. Haai
nu verslaafde zoon, een goede
twintiger, werd verwekt door
een verkrachter. Op een nacht
toen ze, samen met een zus,
van haar werk door de Leidse
Hout naar huis reed. Zij raak
te in verwachting, d'r zuster
niet. De dader is nooit gepakt.
Mevrouw Van der Z. mocht na
veel vijven en zessen toch bij
haar ouders thuiskomen v
het kind werd geboren. Maar
kwam er visite, dan moesten
moeder en zoon snel naar bo
ven vluchten. De familie en
de kennissen mochten niets
weten. Trouwens, de buiten
wereld ook niet. Moeder
mocht haar kind in de late
uurtjes, als het donker was,
luchten.
Oma deed er alles aan, buiten de
moeder om, een vader voor
het kind te vinden. Ze liet ad
vertenties plaatsen en arran
geerde afspraken. Veel later
diende zich een vader aan.
Maar niet op een annonce
"Als jochie was m'n zoon al een
moeilijk kind", vertelt me
vrouw Van der Z., een vijfti
ger, niet onknap maar wél ge
tekend door alle ellende.
Flower Power
Voor haar begonnen de
problemen in de periode van
de 'Flower Power' en 'No
peace for love'. Jongens en
meisjes die met bloemetjes on
de armen en gerafelde broe
ken rondliepen. Haar zoon
was toen een jaar of vijftien.
"Met suikerklontjes is het be
gonnen", herinnert zij zich
nog. "Hij wilde er gewoon bij
horen. En tegen alles aan
schoppen, deed 'ie ook. Voor
al de overheid kon hij niet uit
staan. De auto van de burge
meester heeft het nogal eens
moeten ontgelden. Stopte hij
steentjes in de carburateur.
En verjaardagen? Verschrik
kelijk waren die. Nooit was
het goed. Altijd eindigde het
in ruzies. Kwam 'ie bijvoor
beeld thuis, keek de mensen
eens aan en vroeg of één van
die kerels soms z'n vader
was. Die jongen vroeg naar
z'n vader, maar ik ken hem
niet eens. Ik kan zwarte piet
of sinterklaas toch niet als zijn
papa aanwijzen...?"
Was 'ie in zo'n 'slechte' bui, dan
deinsde de zoon er niet voor
terug om demonstratief een
injectiespuit tevoorschijn te
halen en zich, bij de visite, één
of ander verdovend middel
toe te dienen.
Pro Juventute ging zich ermee
bemoeien. De zoon van me
vrouw Van der Z. moest maar
naar een gesticht. "Maar daar
heb ik me met hand en tand
tegen verzet", roept ze uit. "Ik
zag kans om hem binnen twee
dagen als koksmaatje op een
zeeschip geplaatst te krijgen.
Weg moest 'ie, voor ze hem
zouden komen halen. Nee,
Album
Hier zwijgt ze even. Loopt naar
een kast tegen de muur en
haalt er een paar foto-albums
uit. Laat enkele kleine pren
tjes van haar zoon zien. "Meer
heb ik niet", verontschuldigt
ze zich met spijt in haar stem.
"Alles heeft hij verscheurd.
Dit heb ik nog kurtnen red
den. Een paar tekeningen van
jaren geleden en een brief
kaartje dat hij me eens heeft
geschreven."
Op de boot ging het een tijd
goed. Tóch heeft mevrouw
Van der Z. er altijd moeite
mee gehad dat zij deze stap
heeft moeten doen. Een keus
was er nauwelijks: of haar
zoon naar een gesticht sturen,
of naar zee. Eén keer liep het
toch verkeerd af. De jongen
miste de boot in Zuid-Ameri-
ka en ging aan de zwier.
"Natuurlijk, het kon niet mis
sen, hij liep daar een ziekte
op. "Een
professor heeft hem stiekum
een injectiekuur gegeven om
van die geslachtsziekte af te
komen.
Achttien jaar was haar zoon
toen hij het ouderlijk huis
verliet om op kamers te gaan
wonen. Hasj, Chineesjes en
shit waren in die tijd al geen
onbekende middeltjes voor
Onderbroken
Van tijd tot tijd kwam hij zijn
moeder nog wel eens opzoe
ken. Schaamtegevoel had hij
niet. Of het de gewoonste
zaak van de wereld was, spoot
hij rustig. "Eén keer", herin
nert mevrouw Van der Z. zich
nog, "had hij lsd genomen. En
ik onderbrak zijn trip. Ja, wist
ik veel. Heel m'n huis sloeg hij
aan gort en stak het in brand.
Zelf zal hij dat vuurtje wel
hebben gedoofd, denk ik.
Maar ik was wél het dak bo
ven m'n hoofd kwijt. Want hij
legde gewoon beslag op m'n
woning en ging er met een stel
van z'n Leidse vrienden wo-
Zij sloeg aan het zwerven na dit
voorval. Van de ene naar de
andere flat trok ze. Sleeds
weer werd ze echter achter
volgd door haar verslaafde
zoon. "Hij spoorde het adres
gewoon op: hij volgde me,
ook al probeerde ik hem op
allerlei manieren te ontlo
pen."
Mevrouw Van der Z. heeft zelfs
geprobeerd haar zoon tot an
dere gedachten te brengen
door een commune in een
kelder van haar huis toe te la
ten. Zij woonde boven. Maar,
hoe kan het ook anders, het
liep falikant verkeerd af.
Was de zoon in een agressieve
bui, dan moest heel vaak de
auto van moeder het ontgel
den: banden werden dan stuk
gesneden, ruiten ingegooid,
het metaal bewerkt. "Als ik al
dat geld zou hebben, kon ik
wel twintig wagens kopen",
zegt ze.
Schulden
Mevrouw Van der Z. erkent het
zonder enige moeite: "Ik zit
diep in de schulden. Geld om
een eigen huis te kopen? Nee,
dat heb ik niet. Als mijn zoon
weer eens ergens schade had
aangericht, stond ik maar
weer met mijn portemonnee
klaar om het te betalen. Ja, zo
gek was ik wel. Wat ik aan ka
pot geslagen ruiten heb uit
gegeven, kapitalen! Ja, ik zeg
wel eens gekscherend, de
halve Breestraat is, wat dit be
treft, van mij. Tot de bodem
ben ik gegaan. Maar nu, heb
ik me voorgenomen, betaal ik
niks meer. Laat hem maar
gaan zitten. Huizen kan ik in
richten van al dat geld. Nu sla
ik terug. Ik heb een aanklacht
tegen hem ingediend. Omdat
'ie m'n splinternieuwe fiets
heeft gestolen en mijn huis
heeft vernield. Oh, hij heeft
zoveel van me gejat. Voor
duizenden guldens. Aanden
kens, sieraden, alles."
De aanklacht bij de politie was
voor de zoon opnieuw aanlei
ding om met geweld op te tre
den. Eerst reed hij met een
paar vrienden haar auto klem
en beukte er aan alle kanten
op. De deuren kon mevrouw
Van der Z. nog juist op tijd
afsluiten.
De avond erna kwamen ze ech
ter terug en drongen de wo
ning binnen. Met een vork
'prikten' ze de wijsvinger van
mevrouw Van der Z. aan de
tafel vast en spoten haar met
een verdovend middel in. Een
week moest zij afkicken. Li
ters water heeft ze in die da
gen moeten drinken om te
'spoelen'. De wijsvinger raak
te zwaar ontstoken. Er moest
een arts aan te pas komen om
die te behandelen.
Paniek
Het enige dat de Leidse zich nog
herinnert is dat ze die avond
vreselijk in paniek is geraakt.
"Ik zal me wel precies hebben
gedragen als een verslaafde.
Vrienden zeggen dat ik hen
heb opgebeld. De grootste
onzin moet ik hebben uitge
kraamd. Ik gilde dat ik m'n
zoon had vermoord, zeiden
ze. Ja, ik weet het, het lijkt al
lemaal zo onwaarschijnlijk.
Alsof het in een film gebeurt.
Maar dit is werkelijkheid."
Mevrouw Van der Z. wacht
weer even. Haar koffie is in
middels koud geworden. Ze
drinkt er toch van. Merkt het
nauwelijk. Knikf dan en zegt:
"Ja, in mijn hart heb ik altijd
nog een beetje hoop dat er er
gens op de wereld iemand is
die mijn zopn kan helpen. Na
zestien jaar nog immer. De
wonderen zijn de wereld niet
uit. Weet j£, je kunt beter een
moord plegen. Dan krijg je
een goede begeleiding. Maar
als junkie (verslaafde) ben je
vogelvrij. Bij mezelf hoop ik
wel eens, dat hij een stevige
kraak zet. Dat ze hem pakken
en opsluiten. Kan 'ie in de ge
vangenis afkicken."
Zelf heeft ze ook haar zoon in
huis genomen om te proberen
hem in een 'heel ander we
reldje' van de verdovende
middelen af te helpen. Niet zo
heel erg lang geleden nog.
Moeder had speciaal voor
hem een kamertje ingericht
waar hij z'n eigen leventje kon
leiden. 'Shitkamertje' noemt
zij het hokje nu. Despulletjes,
zoals een gasfornuis, staan er
nog. Het bed is opgemaakt, de
gordijnen zijn dicht. Alleen,
er woont niemand....
Etentje
Het was in die periode dat hij
zijn moeder mee naar buiten
nam. Met een smoes dat hij
haar al die jaren zoveel Ver
driet had gedaan en het nu
wel eens goed wilde maken.
Samen gingen ze ergens eten.
Nee, de auto van mevrouw
Van der Z. bleef op de par
keerplaats. Ze lieten zich
heerlijk door een taxi rijden.
Na dat bewuste etentje zou de
zoon zijn moeder even donker
Amsterdam laten zien.
'Ja", zucht ze nu, "ik ben er die
avond mooi ingetuind. Naar
het Leidseplein bracht 'ie me.
Geld wilde hij daar van me
hebben. Om die rotzooi te
kunnen kopen. Nee, ik heb
m'n poot stijf gehouden, ik
heb hem geen cent gegeven.
Daar midden op straat, kocht
hij die troep, 't Is ongelooflijk,
Thuis spoot de zoon weer volop.
Met angst in haar benen is
mevrouw Van der Z. wel eens
naar hem toegelopen als 'ie
weer wat had genomen. "Dan
deed 'ie zo gek met zijn hoofd
en schudde heel z'n lichaam.
Wat moetje dan hè? Stapte ik
er maar op af om die naald uit
zijn arm te halen en z'n pols te
voelen. Of die nog klopte. Als
ik dat niet kon voelen, hield ik
maar een spiegeltje voor zijn
mond. Met loden schreden
liep ik dan naar de buurman.
Om hulp. Om hem samen op
een bed te leggen. Dat kon ik
niet alleen. Je kon hem toch
niet op de vloer laten liggen?
Achteraf wist 'ie van niks.
Gilde hij dat ik alles had gelo
gen...."
Voor één van haar buren heeft
mevrouw Van der Z. de
grootste bewondering. "Echt
hoor, van hen heb ik de wijs
heid, heb lak aan de buurt. Zij
zeiden tegen me, joh, doe je
gordijnen maar eens open en
kom er voor uit wat zich hier
binnen afspeelt. De mensen
wisten toch wel dat ik 's
nachts naar buiten sloop om
zakken vol stukgeslagen
spulletjes weg te gooien. Die
man zei tegen me, je moet nu
niet meer vluchten, maar blij
ven zitten waar je zit."
En dat is zij nu zeker van plan.
Wat er ook zal gebeuren. Haar
huisje in een nieuwe woon
wijk verlaat ze niet meer El
ke veertien dagen breekt hij
toch wel bij me in. Maar nu
loop ik niet meer weg. Of 'ie
me slaat of schopt, ik blijf hier
Een keer had de zoon zijn moe
der zo in een hoek getrapt, dat
zij een been had gebroken.
Het gips liet ze er drie weken
omheen zitten. Toen haalde
ze een knijptang voor de dag
en knipte het eraf. Waarom?
"Omdat ik de buurt niet wilde
laten zien wat me nu weer was
overkomen."
Bewakers met een bouvier
houden nu 's nachts het huis
van de Leidse een paar keer in
de gaten.
Waar ligt nu het eind voor een
moeder die jaren achtereen
door haar zoon zoveel ver
driet is aangedaan?
"Weetje, ik heb nooit de preten
ties gehad, dat ik dit
probleem helemaal in m'n
eentje zou kunnen oplossen.
Ik denk dat het mijn trots is
geweest. Artsen hebben wel
eens tegen me gezegd, jij bent
van beton. Jij blijft in de mens
geloven. Ik ben een soort tij
gerin die haar jongen be
waakt. Vóór er iets was ge
beurd, had ik mijn excuus al
aangeboden."
Emigreren
Heeft ze er wel eens over ge
dacht om naar een ander land
te emigreren? Dan kan ze nog
wat jaren van haar leven ge
nieten
Een zucht. Het hoofd zakt naar
beneden. Om ineens fier op te
heffen. Roept dan uit: "Ik ben
nu genoeg gevlucht in mijn
leven. Nou wil ik wel eens wat
opbouwen. Trouwens", laat
ze gelaten horen, "vluchten
heeft zo weinig zin. Natuur
lijk heb ik er wel eens bij stil
gestaan. Maar die jongen
vindt me tóch. Ik heb wel
eens gezegd, schiet me maar
met een raket naar de maan.
Twee maanden later heeft
m'n zoon ook een raket ge
vonden en zal 'ie me volgen..."
Voor mevrouw Van der Z. is het
nu definitief afgelopen: haar
zoon komt er beslist niet meer
in. "Laat hem zelf maar eens
vechten. Ik heb genoeg ge
had. Mijn hel^ leven ben ik
vernederd, door de slijk ge
haald. En ik maar bloemen
sturen naar mensen die me
hadden geholpen. Bedanken
voor die hulp en verontschul
digen voor de overlast. Nee,
dat doe ik absoluut niet
Afscheid
De Leidse is er al maanden mee
bezig. Bezig om voorgoed 'af
scheid' van haar verslaafde
i te
"Als
straks komen vertellen dat 'ie
dood is en dit gebeurt eer
daags, heb ik mijn verdriet al
verwerkt. Inwendig ben ik
mezelf aan het begeleiden dat
dit er zit aan te komen. Ik ben
er klaar voor."
Er valt een minutenlange stilte.
Mevrouw Van der Z. rommelt
wat in de albums en de losse
papieren die naast haar op de
tweedehands bank liggen.
"Diep in m'n hart", zegt ze
dan, "hoop ik dat hij het nog
zal redden."
Geloven doet ze niet. "Maar ik
heb wél een lijntje naar bo
ven. Jk lig niet op m'n knieën
en ga niet naar de kerk. Voor
geld hoeven ze bij mij niet aan
te kloppen. Dat heb ik niet.
Zeker, ik heb God wel eens
uit de hemel gesmeekt om
eens naar beneden te komen.
Ik heb me ook wel eens afge
vraagd waarom ik? Ben ik
dan zó slecht? Wat heb ik
misdaan? Ik kan links, rechts,
omhoog of omlaag gaan. Het
maakt allemaal niks uit. Op
m'n donder krijg ik toch van
die jongen."
Wacht opnieuw. Wijst dan op
a de i
"Mc
hem praat ik wel een.c
vaak tegen 'm, lach tegen nu
en probeer vandaag m'n hui:
heel te houden
LEIDEN - "Je komt hier niet
voor je kind, maar voor je
zelf. Echt hulp bicden kun
nen wij ook niet. Onze con
tactgroep is een 'zelf-hulp-
grocp'. Als je in de put zit,
moet je je zelf weer op de
been brengen. Los van
kind."
Zo formuleert de contactgroep
ouders van drugsverslaaf
den, die voor Leiden en om
geving is opgericht, haar
werkzaamheden. Praten met
de ouders over hun proble
men. Elke week opnieuw.
Steeds moeten de ouders op
de eerste plaats komen. De
kinderen hebben voor dit le
ven gekozen, zegt de groep,
en moeten zelf de consequen
ties daarvan aanvaarden. De
verslaafde kinderen kuni
een beroep doen op consulta
tiebureaus, maar voor de
ouders is er helemaal niets.
Uit nood
De behoefte aan een contact
groep voor ouders is groot,
zeggen de leden, die deze
week voor het eerst met el
kaar om tafel zaten om o
hun moeilijkheden te praten.
Zelfs artsen hebben aange
drongen om zo'n groep in het
leven te roepen. "We zijn uit
nood geboren, omdat de
overheid zich niet over
ouders bekommert. Wij
worden overal buiten geslo
ten. Wat wij willen? Ook
.worden gehoord in deze
zaak. We willen gewoon
schakel in het geheel zijn",
zegt één van de initiatiefne-
)e man zegt geschrokken te
zijn. Zó groot is de behoefte.
Nu al zou de praatgroep moe
ten worden gesplitst. Praten
met zo'n vijfentwintig
ders is haast een ondoenlijke
zaak. "Als je op een behoor
lijke manier met elkaar
gedachten wilt wisselen,
moet je met niet meer dan
acht mensen zijn. De behoef
te is er duidelijk. Ik vind het
ontstellend zoveel ouders c
direct al zijn gekomen", al
dus de woordvoerder van de
groep.
"Dat zij van onze ervaringen
gebruik kunnen maken.
Vaak heb ik in Den Haag
(waar al heel lang zo'n groep
draait) meegemaakt, dat
ders die diep in de put zaten,
veel stabieler werden", ver
telt een vrouwelijk lid van
de groep. "Het klimaat in
huis werd stukken beter. En
op de verslaafde kan het óók
een gunstige werking heb
ben. Als ze zien dat de ouders
niet constant meer huilen t
zij, als verslaafde, geen grip
meer op hen hebben, voelen
ze zich buiten gesloten. Ze
gebeurd dat een verslaafde
kans zag zich uit die poel van
ellende naar boven te wer-
Dienst
Het is zeker niet de bedoeling,
zegt de contactgroep, dat je
het verslaafde kind vertrapt.
Het mag best, als het zelf
standig woont, thuis eens
een kop koffie komen drin
ken of eens komen eten. De
groep waarschuwt er voc
dat de ouders de dienst
huis uitmaken, de verslaafde
zal zich daarai
aanpassen. Doet hij of zij dit
niet, dan moet de toegang tot
de ouderlijke woning
den geweigerd. "Maar", Iaat
een woordvoerdster er di
rect op volgen, "wij zullen
nooit iets opdringen. We pra
ten alleen met elkaar. De ou
ders beslissen zelf."
Ouders die problemen hebben
met aan drugs verslaafde
kinderen, kunnen te allen
tijde een beroep op de con
tactgroep doen. "Het verhaal
dat tussen vier muren wordt
verteld, blijft ook tussen die
muren. Dat gaat absoluut
niet naar buiten", stellen de
initiatiefnemers met klem.
"Zijn er mensen die hun aeh-
helemaal geen punt: de
voornaam is voldoende. Ze
mogen, wat ons betreft, best
anoniem blijven."
Kn
"Dan moeten ze contact opne
men met het consultatiebu
reau voor alcohol- en drugs
bestrijding (Lange Mare 15,"
Leiden, telefoon 071-130547).
Die ouders kunnen daar hun
telefoonnummer achterla
ten. Zij worden in elk geval
teruggebeld. En als er drin
gende zaken zijn, wordt er
snel op ingesprongen", aldus
de groep.