1 n
Kleine zaken. Grote zaken.
Je doet ze op het postkantoor.
m
prf
if
;f=l
11
li li
Sw
u
ims'pi
rem
ptt post
Het postkantoor is
méér dan een postzegel
eerst even langs het postkantoor.
Iedereen heeft wel een postkantoor in de buurt. En iedereen
loopt daar wel eens binnen. Om postzegels te kopen.
Om een pakje te versturen. Of om een kascheque te innen. Want zelfs
een kind weet dat je voor dat soort 'dagelijkse dingen' op het post
kantoor moet zijn.
Maar kaartjes voor tram, metro en bus kopen? Dat is misschien
nieuw voor u. Toch kan dat óók op het postkantoor. Dit jaar werd de
nationale strippenkaart voor het openbaar vervoer in heel Nederland
geïntroduceerd.
En sinds kort zijn daar diverse abonne
menten voor het openbaar vervoer bij
gekomen. Allemaal op het postkantoor
te koop. Lang niet iedereen weet dat.
En sommige mensen zijn dan ook heel
verbaasd dat je zoveel kunt doen op het
postkantoor. Wisten bijvoorbeeld óók niet
dat je daar terecht kunt voor de kenteken
bewijzen deel Hen III.Of voor informatie over hypotheken
Het postkantoor doet er sinds enige jaren alles aan om een
aantal belangrijke zaken dichter bij de
mensen te brengen. Zaken en zaakjes
waarvoor je vroeger wie weet waar naartoe
moest, kun je tegenwoordig vaak pal naast
de deur afhandelen: op het postkantoor.
b liïïVlifïïNeem nu de MARC Zendmachtiging.
Zoals u weet mag sinds 1 maart 1980 iedereen radioboodschappen
uitzenden en ontvangen. De vergunning die u daarvoor nodig hebt,
kunt u aanvragen op het postkantoor.
En zo heeft het postkantoor nog veel meer in huis dat u mis
schien niet wist. Voor de 'dagelijkse postzaken' kunt u in elk geval op
alle 2670 postinrichtingen terecht. En u vindt ^g^ook altijd een
postkantoor in de buurt voor de wat minder
alledaagse dingen, zoals: aanvragen van
een postbus, sparen, jeugdsparen. werk
geversverklaringen, formulieren sociale
verzekeringen, viskaarten. Cultureel
Tongeren Paspoort, registratie snelle
motorboten, fotocopiëren, enz, enz.